zo
KING
2e BLAD
ZO
Crisis-Publicatiën.
VAN MAAND TOT MAAND
IN SEROOSKERKE.
Verlaging der Tarieven der P.Z.E.M.
PEPERMUNT
AFSCHEID G. VAN DE PUTTE.
HOE LAAT HET WAS.
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 28 JUNI 1935. No. 26,
PERSBERICHT
De Landbouw-Crisis-Organisatie voor Zee
land vestigt er den aandacht op dat, ter voor
koming van het opmaken eener tuchtrechter-
lijke verklaring de met aardappelen bebouw
de oppervlakte in overeenstemming moet zijn
met de op de teeltvergunning vermelde op
pervlakte.
ODE OP EEN OUDE STOEL.
Als bij de groote schoonmaak je
zetel in een hoek ziet staan.
Och daar staat mijn ouwe zetel
'k Zat met jou haast vast gegroeid,
ja, daar zat ik heel vermetel
Steeds te peinzen onvermoeid.
'k Heb je eens cadeaux gekregen
Van die heele kleine man,
En je kwam me zoo gelegen
Ja ik nam je gaarne an-'
Uren heb k' in jou gezeten
Als een echte generaal
Al ben ik dat vaak verweten
ja, daar zat ik heel royaal.
En ik schoof je bij de tafel
als de vice-president
En ik dulde geen geschrafel
Van een ander, in mijn bendd"
„Ja daar zat ik soms geprikkeld,
In mijn heerschers zucht gevoel
Al was 't niet zoo ingewikkeld"
Toch had ik een groot gevoel
Om eens president te worden
Van mijn kleine negerij
Maar die idealen snorden
Allemaal mijn neus voorbij
Ouwe stoel 'k Heb j eens verlaten
*k Broeide op een ander plan
Maar dat kreeg men in de gaten,
ja dat zag de kleine man.
Stoel? Toen kreeg jij and're beenen!
Draaistoel werd je toen gedoopt?
En de jaren gingen henen
En je kracht werd steeds gesloopt.
O, ik weet het 'k werd toen kneedbaar
En mijn vastheid ging op sjouw.
'k Heb jou Souvenir verloren
Teek'nend-acte van berouw'
Stoel neem nu in overweging
Of je naar de lommerd gaat
Of soms naar de wijkverpleging
Doe je keuze, kameraad
Stoel ik heb je niet meer noodig?
'k Heb je dat allang verteld
Door mijn baantje overbodig
Wensch ik je op de vuilnisbelt:
En toch ouwe stoel ik dank je
daarom zoo maar nog niet af
't Liefst hield ik je heel mijn leven
Als maar niemand er om gaf?
Maar licht krijg je een nieuw matje
Voor mijn ouwe vuile broek
Stoel je vraagt niet zit je zat je
Neen, daar sta je in den hoek.
'k Weet 'k was dikwijls niet heel eerlijk
Maar dat, noemde 'k politiek
Maar je zetel blijft ontbeerlijk
Voor mijn harte Rheumatiek
P. HUIBREGTSE A 90, (Auteur).
Bij het lezen van de nieuwe verlaging van
de t arieven, die de N.V. P.Z.E.M. volgens een
advertentie, heeft aangekondigd voor den
stroom voor verlichting en huishoudelijk
verbruik, gaan de gedachten onwillekeurig
een jaar of zes terug, toen de prijs nog 4o
cent per K.W.U. bedroeg en liet vastrecht-
tarieL in Zeeland nog een vrome wensch
was.
Thans zal men van ongeveer 1 Juli a.s.
af bij het gewone enkeltarief 30 cent, in en
kele plaatsen 29 cent per K.W.U. betalen,
terwijl het vaste recht naar verhouding
een zelfde vermindering zal ondergaan. De
ze vermindering van het vaste recht geldt
niet voor Schouwen Duiveland, Tholen en
St. Philipsland, waar het pas kort geleden
verlaagd werd, noch voor Terneuzen (kom).
Inderdaad mogen de aangeslotenen over
deze tariefsverlaging tevreden zijn, als men
bedenkt, hoe weinig Zeeland, met haar vele
eilanden, baar betrekkelijk weinige indus
trie, en haar overwegend landelijk karak
ter zich leent voor de electricileilsvoorzie-
ning.
En toch wordt in vrijwel alle gemeenten
in de provincie electriciteit gele v erd en is
de P.Z.E.M. er steeds op uit, de stroom ook
verder buiten de kommen der steden en
dorpen verkrijgbaar te stellen.
Het streven van de P.Z.E.M. is dan ook,
de electriciteit zooveel mogelijk overal ver
krijgbaar te stellen tegen den laagst moge
lijken prijs en zij wordt daarbij gesteund
door de Provincie, haar voornaamste aan
deelhoudster, die zich met een bescheiden
dividend over het door haar gestorte kapi
taal tevreden stelt.
Naar wij vernemen was dit jaar tariefsver
laging bijna achterwege gebleven tenge.olge
ziet het zakje er uit,
waarin Uw winkelier
KING-PEPERMUNT
per ons verkoopt, en
zien de afzonderlijke
tabletten er uit.
Indien U dus hier op let, ontvangt
U de originele
en U leert de edele
eigenschappen kennen van het
onvervalste natuurproduct.
van de Omzetbelasting, die dreigde groote
kosten met zich te zullen medebrengen,
welke de P.Z.E.M. voor hare rekening zou
hebben genomen en niet op haar afnemers
zou hebben verhaald. Maar gelukkig heeft de
regeering deze belasting voor de electrici-
teitsbedrijven zoodanig verzacht, dat het
Bestuur der P.Z.E.M. de tariefsverlaging,
waartoe thans besloten is, verantwoord acht
te en tevens de middelen vond om ook de
omzetbelasting voor rekening van het be
drijf te nemen.
Maandag 1 Juli zal de heer G. v. d. Putte
lid van Ged. Staten dezer provincie uit
deze functie treden. Morgen, Zaterdag 29
Juni hoopt hij zijn 75sten verjaardag te
herdenken.
Inzonderheid op Walcheren geniet de heer
v. d. Putte een algemeene achting omdat
practisch daar zijn geheele levenstaak zoo
wel in het particulier als openbare leven
was gelegen.
In Souburg geboren, huwde hij in 1882
en betrok de algemeen bekende boerderij
achter de Vlissingsche Buitenhaven.
Door zijn voortdurende belangstelling voor
alle zaken van het openbare leven kon men
hem op tal van vergaderingen meemaken.
Inzonderheid die van de Anli Rev. Partij en
op het terrein van het Chr. Onderwijs.
In 1906 lot lid van Provinciale Stalen ge
kozen, werd hij in 1907 tot lid van den Vlis-
singschen Gemeenteraad benoemd.
Aldaar bleef hij tot in 1924 het jaar
waarin, door het overlijden van Dr. Mer-
ckens hij tot lid van Gedeputeerde Staten
werd gekozen.
Van tal van vereenigingsbesturen maakt,
of maakte hij deel uit.
Om enkele te noemen, in 1934 trad hij of
als voorzitter van de Ver. v. Chr. Onderwijs
op Geref. Grondslag te Vlissingen. Vele jaren
zit hij in het bestuur van de Chr. M.U.L.O.
school. Een 25 jaar is hij lid v. h. Moderamen
van de stichting Vrederust, te Bergen op
Zoom, ook 25 jaar is zijn bestuursfunctie
aan de Chr. Kweekschool te Middelburg oud.
Voorzitter was hij van het Prov. Comité van
A.R. Kiesver. in Zeeland, eertijds eveneens
voorzitter van de centrale Middelburg dier
partij, later in 1918 voorzitter van de Centra
le Vlissingen.
De laatste 15 jaar nam hij afscheid van
de boerderij waarop hij 38 jaar had gewerkt
en woonde in het rustige heerenhuis aan de
„Wat 'n drukte wat 'n drukte?" dacht
Boer Jochemse, toen hij op de hoek van de
Nieuwebrugsteeg tegenover de Amsterdam-
sche Beurs stond en de stroomen van voer
tuigen voor zich heen over het Damrak
zag schieten. De eene auto jakkerde achter
den andere en trachtte hem soms in te ha
len, trams schoten luid-klingelend voorbij
en daar tusschen door vlogen de fietsers met
dikwerf levensgévaarltjke wendingen, 't Was
een feest een orgie van de snelheid
een beklemmend beeld van het verbijsteren
de tempo van de grootstad.
Wat een verschil was dat met Boer Jo-
chemse's woonplaats. Het dorpje tusschen
de wuivende korenvelden, zi h verschuilend
onder het hooge geboomte. Alleen de bur
gemeester en de vrachtrijder hadden auto's;
de boeren reden er met paard en tilbury
langzaam en rustig. Het was een genoege-
lijk leven dat van den landman in het
kleine, mooie dorpje.
„Ik* kan het niet helpen", dacht Boer
Jochemse. „Maar ik geef de voorkeur aan
mijn boerderij aan den zandweg. Ik zit lie
ver tusschen mijn varkens en mijn kippen
dan tusschen deze bleeke, zenuwachtige men
schen".
„Mooi weertje, meneer... hé?"
De buitenman zag een heer naast zich
staan, die op deze afgezaagde manier een
gesprek met hem trachtte aan te knoopen.
Boer Jansen was alleen in de stad en over
het algemeen hield hij wel van een praatje.
Onderwijl hij antwoordde keek hij den
man eens aan. Zoo op den eersten aanblik
was-ie werkelijk een meneer. Bleek, glad
geschoren gezicht met een paar sterke zwar
te oogen, donker costuum, bolhoed. Zelfs
witte handschoenen.
Dit laatste beviel Boer Jochemse niet
evenmin als het ongestadige van den blik
uit de zwarte oogen.
Boer Jochemse, wethouder van zijn dorp
en voorzitter van tal van vereenigingen, had
ijn een veeljarige ervaring geleerd men-
schen te taxeeren. Hij keek de mensclien
maar het liefst in de oogen, want deze vor
men de spiegels van de ziel. „Als een man
je niet rechtuit in je oogen durft te kijken,
deugt-ie niet, „was een stelregel van den
wethouder. Waarmede hij zeker geen on
geluk had.
De meneer praatte honderd uit over het
verkeer en over de bijzonderheden van de
stad. De boer moest toegeven dat het ke
reltje goed kon praten.
Op een gegeven oogenblik vroeg de me
neer zoo langs zijn neus Weg: „Hoe laat zou
't wezen?"
Boer Jochemse haalde een ouden zilveren
knolraap voor den dag een erfstuk van
zijn vader, maar dat nog even secuur liep
liep als het beste nieuwerwetsche klokje uit
den winkel en noemde den lijd.
„Neem me niet kwalijk", zei de meneer
met een blik op het horloge, „wat heeft u
daar een leelijk ouderwetsch klokje".
,,'t Is antiek, meneer".
„Kan wezen, maar het is toch niet ge
schikt om eiken dag te gebruiken. Heeft
U geen zin om een mooi goud klokje te koo-
pen? Voor een prikje voor een krats".
De boer trok een weifelend gezicht.
„Dat komt zoo", ging de meneer rad-
sprekend verder. „Ik doe veel zaken in Bel
gië, ziet u. Daar is het goud erg goedkoop.
Door den lagen frankenkoers. Niet voor de
Belgen maar voor ons natuurlijk. Voor m'n
vrienden breng ik zoo nu en dan wel eens
een klokje mee. Voor een appel en een ei
ben je 't heertje. Nou ja de douane weet
er niet van".
„Gesmokkeld?" meende Jochemse, die
met aandacht luisterde.
„Precies. Anders kan 't niet goedkoop
zijn. Maar voor den handel is 't niks. Van
wege de keur snap je".
Boer Jochemse snapte 't niet, doch knik
te maar, erg nieuwsgierig waarop het ver
haal zou uitdraaien
„Ik had er een meegebracht voor een
vriend van me. Maar nou kan ie het niet
koopen omdat-ie zijn geld er ns anders
anders voor noodig heeft. Is 't niks voor
U? Reuze-koopje".
Boer Jochemse zei met een effen snuit,
dat-ie hel ding wel eens wou zien.
„Natuurlijk kan U het zien verzekerde
de meneer. „Maar niet hier i.i tie drukte.
Je weet nooit wie er hier op je loert. Je ver
rader slaapt nooit. Maar loop even mee
naar de overkant naar de Beursstraat.
Daar is 't stil".
Boer Jochemse vermoedde wel, dat er
iets niet in den haak was, doch had wel
zin in het avontuur. Laat die stadsche me
neer nou maar es denken dat-ie een boer
tje te pakken kan nemen.
In de Beursstraat haalde de meneer een
groot horloge te voorschijn. Het had een
dubbele kast die fonkelde in het zonlicht,
't Was een mooi ding. Voor twintig gulden
kon Jochemse het meenemen. Maar... Jan
tje contantje en mondje dicht.
Boer Jochemse hield zich dom. Gaf toe,
dat het klokje mooi was niet duur
best binnenwerk koopje. Ja ja als 't
maar echt goud was...
De meneer bezwoer bij hoog en bij Jaag,
dat het 14 karaats was. De keur 7jü er op.
Hij liet 't zien. Maar Boer Jochemse was ni
gemakkelijk te overtuigen.
„Nou weet je wat?" besloot hij ten leste,
„ik zal het koopen. Op één voorwaarde".
„en die is?"
Dat wij dien agent daar laten beslissen
of het goud is". En meteen wees hij op een
politieagent die de straat in kwam wandelen.
Toen gebeurde er iets geks: zoo spoedig
hij den politieman in de galen kreeg, zette
de meneer het op een loopen.
„Hé?" riep Jochemse „Je horloge!"
Doch de meneer luisterde niet en ver
dween om de hoek van de Beurs.
„Boer Jochemse vertelde den agent het
geval en liet hem het horloge zien. „Dat is
natuurlijk geen goud, maar verguld blik of
zooiets", zei de agent. „Als u het drie da
gen draagt is de glans eraf. Die man is een
oplichter. Neen, vervolgde hij, toen Jochem
se hem het horloge wilde geven, „houdt U
het ding maar. U heeft misschien nog wel
een jongen, dien U er blij mee kan maken.
°uer Jochemse vervolgde zijn weg, fijn
tjes glimlachend. Hij had getoond, dat een
buitenman beter wist „hoe laat het was"
dan een stadschen meneer. En hij had in
derdaad een reuze-koopje.
PLEUN ZEELAND.
Vlissingsche Koningsweg. Niettemin was rust
voor hem ongekend.
Want daar heeft hij zijn volle werk
kracht, capaciteiten en ervaring gegeven
voor de vele zaken aan zijn functies ver
bonden.
Zijn verdiensten werden door de Regeering
erkend die hem in 1922 benoemde tot rid
der in de orde van Oranje Nassau en in 1933
tot ridder in de orde v%n den Nederl. Leeuw
Bij al zijn werken die vele jaren lang,
kenmerkte hem zijn innemende blijmoedig
heid, groote eenvoud, stipte nauwkeurigheid
en eerlijkheid, onkreukbare beginseltrouw,
kortom vele voortreffelijke eigenschappen,
die hij als een kostbaar bezit onderhield en
die hij naar zijn persoonlijke overtuiging
mocht ontleenen aan de richtsnoeren veran
kerd in zijn onbeperkt Gods vertrouwen.
Mr. P. Dieleman Sr. die vele jaren met
den heer v. d. Putte samenwerkte zei ons
desgevraagd dat hij in Gedeputeerde Staten
werd gewaardeerd om z'n eenvoud en recht
schapenheid die aller achting verwierf
'if-or z'n eerlijkheid en zeer positieve over
tuiging die voor hem onverkreekbaar vast
stond met eerbiediging van elk ander in
zicht.
In het college was hij de saambindende
kracht en wist hij door z'n vrtendelijken om
gang zachten drang uit te oefenen. Op Wal
cheren kende hij elk hoekje grond en was
daardoor vooral bij grondaankoop of belas
tingzaken van bijzondere beteekenis.
In Provinciale Staten was hij bij uitstek
op zijn plaats in zijn typische kleederdracht
als echte vertegenwoordiger uit dit gewest,
ook naar zijn geestcsinslag, zijn opvattingen
en bescheiden optreden.
Nooit waagde hij zich aan zaken waarvan
hij meende geen of onvoldoende verstand
te hebben.
We zullen hem noode missen. Met een
minimum van schoolkennis, hij had in z'n
jeugd slechts weinig onderwijs genoten, heeft
hij zich door veel te lezen en overal belang
in te stellen een algemeen politiek en maat
schappelijk inzicht verworven dat respect
afdwingt.
Zijn natuurlijk gekregen gezond verstand
heeft hij op voorbeeldige wijze weten ie be
nutten en mede dienstbaar gemaakt aan het
algemeen belang.
Waarlijk zoo'n getuigschrift kunnen slechts
weinigen veroveren.
Moge het niettemin tot voorbeeld strekken
Dat is dan hetgeen ook de heer v. d. Putte
zou kunnen wenschen, die absoluut wars
is van alle persoonsvereering en openbaar
huldebetoon
In een geest van groote waardeering en
erkentelijkheid voegen we ons bij de vele
goede wenschen den heer v. d. Putte en zijn
echtgenoote in deze dagen gebracht. Moge U
nog menig jaar, als het kan, beschoren zijn
om zij het dan in gedeeltelijke rust eeni-
ge vreugde te beleven van het vele wat ge
mocht doen voor allen.