Overal wordt Paaschfeest op den berg Garizim. Pascheiyevierd SEDERT tientallen jaren leeft in hem het groote verlangen, hij heeft ge spaard, de pelgrim, hij heeft gebrek geleden, gevast en het doel zijner wen- schen in tallooze droomen beleefd. Nu staat hij op de stoomboot, met be stemming Palestina een eenzame onder vreemden. Want zij, die mèt hem reizen, spreken andere talen: zij komen uit Enge land, Rusland, Frankrijk, Spanje, Portu gal; zwarten en blanken, gelen en bruinen, menschen uit alle landen der wereld, man hen, vrouwen en kinderen, pelgrims met hetzelfde doel: JERUZALEM. Diepblauw is de Middellandsche Zee. 'Aan den horizon ligt, in nevel gehuld, de ^ibanon. Met betraande oogen begroeten ide pelgrims het Heilige Land. In de haven ivan Jaffa valt het anker. Met kloppend hart gaan de pelgrims aan land, begeven rich op weg naar Jeruzalem. Paschen in Jeruzalem. De weg voert naar de Grafkerk. Men schen van alle natie's volgen dien weg. Se dert weken doen zij dat. Want zij willen rich van een goede plaats verzekeren bij de plechtigheid. Wanneer men de kerk binnenkomt, ziet men rechts van den ingang een trap, die ivoert naar de plek, waar Christus gestor ven is. Men noemt die plaats „de kapel der Zeven Smarten van Maria". Een prach tig altaarbeeld stelt de flater Dolorosa" voor. De „Kruiskapel", die er aan grenst, is grooter. In de bodem ingelegde marme ren platen duiden de plek aan, waar Chris tus heeft moeten lijden. Meer naar het Zuiden bevindt zich de kapel van de op richting van het kruis. In de Oostelijke zij beuk, waar het kruis van Christus gestaan heeft, is het vol met mozaïken en schilde rijen. Een meter daar vandaan bevindt zich bedekt door een koperen plaat, een reus- jachtig gat in den grond, dat ontstaan is nadat de Heiland zijn verlossingswerk ver richt had. Aan deze plek grenst een soort [voorhof, waarin een vierhoekig, uit rood marmer bestaand rotsblok, hetwelk be- Schenen wordt door groote lantarens en aan het plafond hangende lampen, rust. Hier heeft Nicodemus het lijk van Chris tus gezalfd. Noord-westelijk ligt de eigen lijke Grafkapel, een hoog gewelf, gedra gen door achttien pilaren. In het midden staat een marmeren Barokkapel, die het Heilige Graf omsluit. De voorhal wordt ge vormd door de kleine Engelenkapel. Door vijftien lampen beschenen, ligt daar een in marmer gevatte steen, die eens het Graf van Christus afsloot, en toen door de en gelen voor de deur van de rotsgroeve ge wenteld is. Nog veel kleiner is de daar- achterliggende Grafkapel. Drie en veertig aan het plafond hangende lampen verlich ten de ruimte en de binnentredende ziet een grafsteen waarboven, in marmer ge houwen, de opstanding uitgebeeld is.^De Paaschklokken van de Grafkerk beginnen te luiden. De prediker staat tegenover een crucifix. Met de waarschuwing, dat degeen, die van zins is om Christus opnieuw te kruisigen, door een donderslag in de hel gestort zal worden, eindigt de eerste dienst. Het houten lichaam wordt van het cruci fix genomen, de spijkers plechtig eruit ge trokken en het lichaam op de zalvings steen gezalfd. Na de tweede preek wordt het lichaam in de Grafkamer gelegd. Paschen in Jeruzalem. Paschen over de geheele wereld. Overal viert men het feest. Wij herinneren ons de Samaritanen uit het Bijbelsche Verhaal. Er is maar weinig van hen overgebleven nauwelijks 22 zie len. Maar deze weinigen in Samaria hou den hun bijna twee-duizend-en-een-half jaar oude Paaschgebruiken in eere. Ze ge- looven aan goede en booze geesten, aan de Opstanding en aan het Jongste Gericht Zij vieren hun Paaschfeest op den berg Gari zim. In witte gewaden bestijgen de schare jongelingen den berg. Langs de verkoopers van zure augurken, grauwe erwten en ge zouten pompoenpitten. Zij gaan naar de ruïne op den top van den berg. In het mid den van deze ruïne, die eigenlijk nog maar bestaat uit resten van muren, is de offer plaats, een met steenen omgeven groeve. Barrevoets, de onderarmen naar voren gestrekt, de handpalmen naar boven wij zend, staan de opperpriesters op den hei ligen rots. Alle geloovigen vallen ter aarde, kussen de rots en strijken als zegening met de handen over baard en wangen. Het is een zeldzaam tooneel. Het vuur in de braadgroeve knettert, de vlammen spe len om de ketel. De oudsten begeven zich naar den bidplaats. Zij hebben schaapsle deren schoenen aan, met buffelzolen. Zij dragen een witten, goudbestikten tulband om de roode fez met blauwe kwast. Bar- voets nu, betreden zij de blauw-roode ta pijten, en wenden hun gelaat naar de top van den berg, terwijl zij eentonig psalmen zingen. Dan worden zes prachtige vet- staart-schapen naar de offerplaats ge bracht. De opperpriester leest het 12de L vers uit het 2de Boek van Mozes. De man nen stroopen hun mouwen op, probeeren hun lange, glinsterende messen op de tong en snijden de dieren de hals af. Direct ko men dan de moeders, doopen de vingers in het bloed en maken een streep van het voorhoofd tot de punt van de neus hun ner kinderen. Daarmee is het eerste deel van de cere monie beëindigd. De kinderen trekken de met water begoten lammetjes de wol uit De mannen nemen de ingewanden weg, gieten water over de dieren, steken er een granaatappel-staaf door, zouten het vleesch de vrouw met haar rug tegen den ande ren kant Men gelooft dat in het eerste ge- val een mannelijk nageslacht 't gevolg zal zijn, terwijl het wrijven van haar rug te gen dien wondersteen de vrouw de heep schappij in huis zal verzekeren. Sevilla rust op Paaschdag in een bed van rozen en sinaasappel-hagen. Het it stil in de stad. Slechts in enkele straten is het druk. Dan gaan de menschen naar de cathedraal, om de processie bij te wfr- nen. Deze processie is heel merkwaardig. De broederschappen zijn vermomd; geheel ge huld in doeken zijn de gestalten die voo^ aan loopen en het beeld van de Moede* Gods dragen. De pijen zijn donker en licht De mutsen zijn spits, en meters lang. De gezichten zijn zóó bedekt, dat men slechte de oogen kan zien. Om de heupen rijn touwen met knoopen, terwijl de handen kruizen dragen, die manshoog rijn. De mannen ontblooten hun hoofden voor het beeld der Moeder Gods, de vrouwen mur melen zacht gebeden. Opstandingsplechtigheid in Rome. In de Sixtijnsche kapel te Rome krijgt de Opstandingsplechtigheid een bijzondere wijding, doordat de Paus zélf den dienst celebreert en de beroemde zesstemmige mis van den Paus Marellus van Palestrina wordt gezongen. Na den dienst luiden de klokken van alle kerken, en van de En gelenburg dreunen de kanonnen. Overal wordt Paschen gevierd. In Bul garije, waar men rood-gekleurde eieren en koeken eet, en op de Hebriden, waar men boter en soep aan de zee offert, opdat deze veel zeewier, dat als mest, wordt gebruikt, levert. Ook in Rusland wordt Paschen gevierd. De kerken zijn helder verlicht Ontelbare kaarsen omstralen het Heiligenbeeld. Want iedereen brengt een kaarsje, om voor het beeld te zetten. In zijn schilderachtig gewaad staat de pope daar. Hij draagt een hooge, violette, fluweelen muts, en murmelt gebeden. Het en leggen het in de gloeiende groeve onder takken en aarde. Men wacht tot midder nacht. Dan gaat de opperpriester met de oudsten naar de groeve; zij nemen het ge roosterde vleesch eruit en verdeelen het onder de, in een kring zittende Samarita nen. Zij eten het vleesch met ongezuurd brood en bittere latuw. In het Grieksche Megara. Andere landen, andere zeden. Kaleidos- copisch trekken de bonte beelden der Paaschgebruiken over de geheele wereld, aan ons voorbij. In het Grieksche Megara draagt het feest een modern karakter; het heeft noch iets te maken met de kerk, noch iets met de opstanding. De ongetrouwde vrouwen verlangen zeer naar dit feest, want het kan voor hen de beslissende dag voor hun leven worden. Wekenlang berei den zij zich op dezen dag voor: zij naaien en weven, maken prachtige gewaden, mooier dan zij ooit gedragen hebben. Op Paaschdag begeven zij zich naar de feest plaats, waar alle trouwlustige mannen van Megara verzameld zijn. De vrouwen dan sen, en laten meteen ook hun kostbaarhe den zien, want ook hun rijkdom kan ma ken dat zij spoedig trouwen. Ook het Paaschfeest in Bretagne draagt eenzelfde karakter. Daar zijn oude won- dersteenen, waarvan de geschiedenis tot 't begin van de jaartelling teruggaat. Met Paschen komen de meisjes uit de naburige dorpen bij elkaar om te bidden en den he mel een echtgenoot af te smeeken. Gaat de wensch in vervulling, dan gaat zij het vol gende jaar met de uitverkorene naar de zelfde plaats. De man wrijft met zijn rug tegen den eenen kant van de wondersteen, lijk van Christus is in het midden van da kerk opgebaard. De geloovigen staan er om heen geschaard, en trachten een stuk je van het baarkleed te kussen. Het kussen speelt een zeer groote rol in Rusland. Het gouden kruis, waarmee da pope de gemeente zegent, wordt gekust, da Heiligenbeelden worden gekust, zélfs de stoffige grond, waarop de biddenden knie len, kust men. Met middernacht wordt da stoet van priesters en koorzangers ge vormd, waarbij de gemeente zich aansluit. Driemaal wordt het lijk van Christus om de kerk gedragen. De wafelvormige, ver gulde koepels zijn met electrische lichtjes bezaaid. Alle klokken luiden. Op straat wordt het rumoerig, zooals bij ons op Ou dejaarsavond. Dan weer terug in de kerk, waar men elkaar „Christus woskres" wenscht: „Christus is opgestaan". Dan kust men elkaar drie maal op de linker, en drie maal op de rechter wang. De klok ken blijven luiden. Den geheelen nacht en den volgenden dag. Want ieder heeft het recht om in den toren te klimmen, en de klokken te luiden, net zoo lang als het hem belieft. Daarop volgt een volksfeest met schiettenten en andere kermisdingen. De schilder Jacques Blanche trof eens in een gezelschap een dame, die weliswaar haar eerste jeugd achter den rug had, maar desalniettemin toch 'n mooie vrouw was. Een weinig onbedachtzaam zeide Blanche: „Mevrouw, wat zou ik een prach tig schilderij van U hebben kunnen ma ken, vijftien jaar geleden!" Waarop de dame zeer adrem antwoord de: „Hebt U nu dan geen talent meer, mijnheer Blanche?"

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 6