Aspiren
DE UNIE
U n i©
Ze BLAD
^LclsfiCrujclniaaMAs isvuz,
VAN MAAND TOT MAAND
IN SEROOSKERKE.
TyJelyLe aanLseJi
ng
VAN 8 TOT EN MET 20 APRIL
EN TOCH
15
TIJDELIJK
DUBBELE CASSABONS OPt
Hf
Filiaal: VLISSINGEN, Scheldestraat 37
STUURLUI.
K. J. MEULMEESTER
2EEÜWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 12 APRIL 1935, No. 15.
LENTEMAAND-OVERDENKING.
Nou zie zool we hebben Lente'
Volgens onze almanak.
Met het restje winterrente
Sneeuw en hagel, op ons dak!
Aan den slootkant, een bakruitje
In den tuin een primula,
Met een prunus lentespruitje,
En een kas-Gloxinia!
Stadslui komen d'r naar kijken:
Met blauw-roode-paarse neus,
En je ziet ze zich verrijken
Met een katje zacht en heuscht
Vele struiken staan onveilig
Voor de grijphand 1 langs den weg
Wat in 't wild bloeit is hun heilig
Of ze rukken 't van je heg!
Toch, we gunnen hèn, die weelde
Van die lente botten pracht.
Om dat hen de stad verveelde,
Met z'n winter, dag en nacht.
Lente volop lenteleven
Spruit straks veld, en akker uit
Geen valuta doet het beven,
Ook geen goudblok dat het stuit!
Mensen, mensen! 't Lente-leven
Luikt uit moedertje natuur
't Zal weer brood en bloemen geven
Nooit zich storen aan censuur
't Is een woelend eerlijk leven!
led're plant op zijn manier!
Zal met recht, zijn rente geven
Met meer trouw dan een bankier.
O, er is zooveel te lezen
In de krant In de natuur!
En zoovéél kan wéér genezen
Door een lenteleven-kuur.
Wat ik me nooit kan begrijpen
Néé, ik sta er van versteld
Dat de mensen, je zoo knijpen
Om d'r wille van je geldÜ
En ze wachten op inflatie
'k Weet het hoor! Al ruim twee jaar!
Je vind er geen obligatie
Voor geen ton 't Is raar maar waar!...
Blij ben 'k met de Lèntehulde!
Die weer machtig-schoon ontluikt
Wat me daèr ook bij vervulde
Hoe de Belga rijst of duikt
't Lente-levenal was 't schuchter
Rees bij ons opnieuw in Maart
Net zoo kalm en net zoo nuchter
Als de Gulden bleef gespaard.
P. HUIBREGTSE.
van Aspirin-tabletten berust
daarop, dat zij, in tegen
stelling tot veel namask-
producten, ook de kleinste
bloedvaten verwijden, de
circulatie van het bloed
gunstig beinvloeden en
zodoende de bloedsom
loop bevorderen. Dit is bij
zonder belangrijk bij griep
en verkoudheidsziekten.
/Met product van vertrouwen.
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranje-bandbuisjes van
20 tabl. 70 ets. en oraniezakjes van 2 tabl. a 10 ets.
HET ONDERHOUDEN VAN HAGEN
Tengevolge van de nieuwe richting, die de
tuinaanleg in de laatste jarCTi heeft onder
gaan, worden veel meer hagen aangelegd
dan vroeger. Eertijds vond men alleen ha
gen aan den buitenkant van den tuin, in
hoofdzaak voor grens-afscheiding, nu vindt
men ze ook meer in 't midden van den tuin,
wat in verband staat met het veelal gebruik
maken van rechtlijnige paden.
Voor grensafscheiding komen in aanmer
king, de gewone beuk, de haagbeuk en ook
wel de Meidoorn. Deze laatste is niet aan te
bevelen omdat ze dikwijls een schuilplaats
verleent aan allerlei ziekten en ongedierte,
welke ook op de vruchtboomen voorkomen.
Midden in den aanleg, waar sierlijkheid
van de haag een rol speelt, gebruikt men
Jonge Leidsche Kaas
Doperwten Zeer Fijn
Doperwten Prima
Doperwten Huishoud
Zalm, groot blik
Zalm, halve blikken
Echte Hawalan-Ananas
Singapore-Ananas,
prima kwaliteit
Perziken
vanJ^voorU ct. p. find
van AT voor 38 ct. p. blik
van-aff voor 34 ct. p. blik
van voor 25 ct. p. blik
van .33- voor 19 ct. p. blik
van X%- voor 121 ct. p. blik
van -W voor 44 ct. p. blik
van-3fTvoor 271 ct. p. blik
van-ar voor 37 ct. p. blik
7o KORTING
Unie-Zelfwerkend Waschrniddei p. pak 22!>ct.
-
Unie-Strooibus Schuurpoeder p» bus 15 ct.
Unie-Pakje» Schuurpoeder p. pak 6 ct.
Üll* I' if.. - iijijilrj! -
Unie-Huishoudzeep p. pak 16 et.
p. pak 6 et.
'v
tiiiafo dogr bel gehele land
Dezer dagen zag ik in Amsterdam een
paard met een wagen in een modderige
gracht zitlen. Het was een zielig; gezicht,
dat paard te zien worstelen tegen den zui
genden modder, die het in den dood wilde
trekken. Het beest zat verward in het tuig
en het doode gewicht van den wagen trok
en trok... Eerst verdween de hals is het
vieze modderwater van het grachtje; heel,
heel langzaam kroop het water naar den
kop.
Wie beweert, dat dieren stomme, redelooze
wezens zijn, die geen verstand hebben, had
de oogen van dat paard eens moeten zien.
Afschuw voor den dood, wanhoop waren
daarin te lezen een smeekbede ook aan
de menschenmassa, die langs het walletje
stond. Want dat paard hield van het leven
en het wilde zoo graag zoo graag van
dien langzaam naderbij sluipenden dood ver
lost worden...
En wij menschen stonden langs het wal
letje te kijken en deden niet anders dan cri-
tiek oefenen.
,,'t Is een schande", zei een dikke juffrouw
naast mij, „dat die brandweer zoo lang
wegblijft".
„Dat benne gemeente-ambtenaren", con
stateerde een fruitkoopman met de handen
in zijn zakken, „die magge niet hardloope.
Da's voorschrift, ziet u, juffrouw. Elke zweet
druppel kost ze een kwartje boete".
„En de pliesie is ook nergens te zien",
minachtte een derde.
„Daar is 't pliesie voor", stelde weer een
ander vast. „Pliesie zie je altijd as je ze niet
noodig heb".
„Kijk dat arme beest nou toch es", Wee
klaagde de dikke juffrouw. „Kan nou nie
mand helpen?"
Er werd geholpen. Twee mannen in een
roeiboot voeren naderbij en trachtten den
kop van het dier te grijpen, doch het ang
stige paard stribbelde tegen.
„Dat is het stomste wat ze kennen doen",
zei de fruitkoopman beslist.
„Vind ik ook", viel zijn buurman in. Ze
motte 't beest uit z'n tuig snijden.
„Hoe ken dat nou!" snibde een magere
dochter van Kenau. „Ze kenne toch niet on
der water kijke".
„Die kar mot van 't beest ze lijf af", be
sliste een als heer gekleed persoon achter
mij.
„Geeft niksniemandal", beweerde een bas
stem uit de menigte. „Dat beest zit in de
modder. Late ze 'm maar afmake, da's 't
beste".
„Ze moste jou afmake", riep woedend de
dikke juffrouw. „Afmake... Dat stomme dier
mot gered worde!"
„Dan magge ze dat zaakie wel wat beter
lanpakke", grinnikte de groenman. „Zóó
lijkt 't wel knudde".
Wat knudde is weet ik niet. De mannen
in de roeiboot hadden het paard bij den
kop gegrepen en waagden een nat pak om
dien kop van het wild geworden 'lier bo-
'e a e te ho den. Doch an de menschen
op het wailelje kregen zij lelie afkeuringen.
Hun werk leek naar niets, hun handen
stonden verkeerd. Zelden hadden de men
schen op het walletje zulk een paar stum-
perds gezien als die beide mannen in het
bootje.
Maar die menigte begreep niet, dat die
twee mannen meer waard waren dan al die
ongevraagde adviseurs op het walletje. Die
twee mannen stelden een daad. Zij hielden
hun mond en slaken de handen uit de mou
wen. Zij probeerden het paard te helpen. De
lui op het walletje deden precies andersom:
die hielden hun handen in den zak en roer
den hun mond, gaven h'-n meeningen te
kennen en lieten crili'k hoorei1. Maar zij
vergalen, dat het paard bezig was te verdrin
ken en aan al die wellicht goed bedoelde
adviezen niets had, als er niet de daad ach
ter gezet werd.
En toen ik mij daar op dat walletje zoo
sliekum stond te schamen voor die twee bon
kige kerels in dat bootje, toen zag ik in dat
verdrinkende paard onze in crisistijd worste
lende samenleving, in die roeibootgasten de
werkende leiders en in de menigte op het
walletje de vele criticasters, die op het oo-
genblik zoo welig lieren. Toen begreep ik
ook, hoeveel waarheid er schuilt ii het
spreekwoord, dat de beste stuurlui geregeld
aan den wal staan en waarom die stuurlui
zoo best zijn. Het is erg gemakkelijk, het be
ter te welen zoolang men het niet beter
behoeft te doen.
O ja... dat paard. Wel, het werd gered,
dank zij de daad van de twee mannen, die
den kop boven water hielden totdat de
brandweer met het reddingstoestel arriveer
de en het paard uit het water haalde.
Maar als ik mijn stuurliedenvergadering
op het walletje mag gelooven... welk een
zeldzame verzameling krukken vormt dan
die Amslerdamsche brandweer als zij paar
den uit den modder haalt.
PI.EUN ZEELAND.
hagen van Ligustrum ovalifolium of een
Buxus soort. Het plantmateriaal moet aan
verschillende eischen voldoen.
De planten moeten goed en regelmatig
groeien, ze moeten zich goed en zonder na
deel laten knippen, ze moeten sterk zijn
zoodat er zoo min mogelijk open plekken
in voorkomen.
Een eerste eisch is, die men aan een haag
moet stellen, is dat zij goed onderhouden
wordt. Goed vrij houden van onkruid en
regelmatig geknipt worden. Om de haag op
zijn mooist te krijgen, moet dit knippen op
bepaalde tijden plaats hebben. Dus niet zoo
als zoo vaak gebeurd op willekeu: i ;e tijden.
Hagen van beuken, of ligustrum knipt men
in het voorjaar, einde Maart, begin April.
De Ligustrum wordt in de laatste helft
van Juni nogmaals geknipt ze maken dan
direct weer nieuwe scheuten, zoodat stijf
heid van de haag, welke door het knippen
onwillekeurig ontstaat, zoo kort mogelijk
duurt. Meerdere malen moet een Ligustrum
haag dan ook niet in den zomer geknipt wor
den, wint dit doet schade aan de losheid
en sierlijkheid van het geheel. Ha en van
Hulst en Buxus zoowel van de groote als
van de kleine voetpalm, knipt men in het
begin van Mei en later niet weer, dus niet
voor 't volgend voorjaar. Ook hagen van
coniferen-soorten worden in Mei geknipt,
ook deze laat men verder in den zomer met
rust.
Wanneer de hagen oud en kaal worden,
dit laatste vooral van onderen, dan kunnen
hagen van meidoorn en Ligustrum onge
hinderd bij den grond worden afgeknipt of
afgezaagd. Ze loopen gemakkelijk weer uit
en binnen enkele jaren heeft men weer een
mooi geheel.
Iïagen van beuken kunnen wanneer ze
nog niet geheel dood, verdord of niet te
oua zijn, ipi op 'M tot 40 cM. boven den
grond worden afgezet, ze loopen dan weer
mooi uit en geven spoedig een mooie haag.
De hagen van coniferen en palm moet men
zorgvuldig knippen, en trachten gevuld te
houden, het verjongen met deze gaat niet.
HET SPROEIEN DER VRUCHTBOOMEN
Nu de bespuilingen met vruchtboomcar-
bolineum weer achter den rug zijn, is de
fruitteler voor wat betreft de bestrijding
van verschillende parasieten nog lang niet
klaar.
De bloeiknoppen ontwikkelen zich thans
«8»
St. Jacobstr. 13 Tel. 47 Vlissingen «8»
PHILIPS RADIO
Stofzuigers en Electr. Apparaten «8»
Aanleg van Electrische Installaties
Reparatie-Inrichting
mede door de gunstige temperatuur wel
zeer sterk, het zal dus noodig zijn dat bin
nenkort de bespuiting met andere prepara
ten plaats vindt, wil men voldoende succes
hebben. Nog velen die vruchtboomen bezit
ten, denken maar al te vaak dat kan wor
den volstaan met een w-interbehandeling
van carbolineum.
De practijk heeft evenwel geleerd, dat her
haalde bespuitingen noodzakelijk zijn. Vooral
zal dit bet geval zijn, tegen de zoo gevrees
de wormstekigheid, welke door de corpo-
copsa veroorzaakt wordt. Door een bespui
ting met het middel Poliflor, wordt dit
voorkomen; men spuile dan direct na den
bloei, waardoor de rupsjes die uit de eitjes
zullen kruipen en trachten door de kelk
holte in het klokhuis door te dringen moe
ten sterven.
Het komt wel voor, dat de carpocopsa-
rupsjes de vruchten door de zijkant binnen
dringen. Vermoedelijk zijn dit rupsjes, die
reeds in een andere vrucht het klokhuis
hebben opgegeten en een tweede misschien
nog wel een derde vrucht noodig hebben.
Bij sommigen bestaat de meening, dat in
ons land even als in Amerika, eenige gene
ralies van de carpocopsa per jaar voorko
men.
Zekerheid daaromtrent bestaat evenwel
niet. Maar om geheel gaaf fruit te telen,
kon het wel gewenscht zijn, een proef te
nemen en tweemaal te spuiten, b.v. de eer
ste maal direct na den bloei en c.a. twee
maanden later nog eenmaal.
Iedere fruitteler weet, hoe door de worm-
stekigheid enorme schade wordt teweeg ge
bracht en kapitalen aan goed fruit verloren
gaan. Op de noodzakelijkheid deze bestrij
ding t oe te passen, is het dan wel overbodig
nog te wijzen, want ieder die vruchtboomen
heeft, zal zijn fruit aan den boom willen
houden en is niet gesteld op fruit dat veel
Vervolg le kolom pag. 3.