Een eeuwig-jonge landstreek.
Socials hulp in da
l
WOLKENKRABBERS EN WONINGNOOD.
OVERPRODUCTIE EN HONGER.
Op de wegen der Vereenigde Staten
werden het vorige jaar in het geheel
56.000 oude automobielen verlaten gevon
den. Dat is zoo de gewoonte van het land
men bespaart zich de moeite om het
vehikel te laten sleepen naar een auto
kerkhof of naar een afdrager; neen, men
laat het op de plek van zijn laatste panne
In den steek. Het bovengenoemde feit zou
dus op zichzelf niets te beteekenen heb
ben. wanneer het aantal niet, vergele
ken bij het jaar tevoren, een kwart hoo-
ger was. En wanneer men niet dndere
getallen bij de hand had om te vergelij
ken. Namelijk die van de beroemde Ame-
rikaansche auto-productie. En hierbij is
het zóó gesteld: het jaar 1929 bracht een
toename van 22 doch de drie daar
op volgende jaren een achteruit
gang van 28, 37 en 39 Met andere
woorden: de Amerikaansche firma's
bouwden in het jaar 1929 bijna 5% milli-
oen wagens, terwijl in 1932 nauwelijks
V/i millioen auto's de fabrieken verlie
ten. En dat in het land dat zich erop
beroemde iederen arbeider een auto te
kunnen verschaffenl
Een auto en een eigen tehuis. Hoe is
het ddérmee gesteld? Sedert de edele
wedstrijd der wolkenkrabber-architecten
-om het hoogste gebouw van New-York, is
het om deze mammoet-gebouwen stiller
geworden. De stand der zaken bracht het
loo met zich mee, dat het grootste deel der
reuzen-kantoren leeg stond. Daarentegen
nam het aantal dakloozen, die onder de
Hudson-bruggen bevroren, ontzaggelijk, be
angstigend, toe; groeide, ver van de mon
daine New-Yorksche straten, een stad der
Verschrikkingen: dakloozen bouw
den „woningen" in kisten en in gaten in
den grond. Zij moesten direct wég kunnen
rijn, omdat zij voortdurend door de stren
ge oogen der wet achtervolgd werden. So
ciale hulp wés er niet; evenmin veilig
heid; de dak- en werkloozen werden niet
geduld.
En daarbuiten, de kleine steden? Ook
■U hebben te lijden van den druk der tij
den. Steden als Chicago gaan failliet. Men
lachte nog om een uitweg die een stad in
Connèctient vond. Daar had een ex-straat
veger het, door voorbeeldige spaarzaam
heid en handige beurs-speculatie's tot
welstand gebracht Tot deze zeer geachte
burger nu, wendden zich de vroede vade
ren, en hij gaf hen de royale som van
20.000 Dollar. Met het geld van den ex-
itraatveger konden op deze wijze de
ambtenaren betaald worden
De farmers zij zijn er misschien nog
feet ergste van allemaal aan toe. Toen de
New-York, de stad met de imposante
kantoorgebouwen en de groote
woningnood.
oorlog uit was, en de prijzen daalden,
lukte het niemand om hen tegen te hou
den. In 1933 bereikten zij den diepsten
stand voor het eerst sedert driehonderd
jaren. In het jaar 1919 bedroegen de in
komsten der Amerikaansche farmers
ruim 17 milliard Dollar. Dertien jaar la
ter bedroegen de inkomsten 5 milliard.
Ruim de helft der farmers zitten tot over
de ooren in de schuld. Een deel der sta
ten hebben moratoria ingevoerd, anderen
laten de farms bij opbod verkoopen. Dan
gebeurt het dat de schuldeischer, meestal
de vertegenwoordiger van een of ander
concern, op den dag van de verkooping
een aantal buren op het erf krijgt, die
voor een koe 10 cent, voor een varken 5
cent bieden. De verkooping levert dan een
paar Dollar op, en de buren „geven" den
voormaligen bezitter zijn eigendom te
rug
I —.j
President Roosevelt.
Vreeselijk was de nood der werkloo
zen, der hongerende kinderen, der voort
durende stakende arbeiders. Vreeselijk
vooral, door de ontbrekende sociale steun.
Toen president Roosevelt aan het be
wind kwam, begon hij direct te strijden
tegen de toestanden, die zulk een nood had
den mogelijk gemaakt, of in ieder geval
toegelaten. Zonder meer onthulde men nu,
dat bijvoorbeeld de belasting-wetten het
mogelijk gemaakt hadden, dat een der
rijkste huizen van Amerika, de Bank
Morgan plus 20 aandeelhouders in
twee jaar geen belasting be
taald hadden. Naar Europeesch voor
beeld zette men een „crisis-comité" op
touw. Men denkt aan de ouderdoms-, on
gevallen- en zelfs aan werkloozenverzeke-
ring. Men begon aan de daadwerkelijke
doorvoering der inflatie-wet, de Farm-
Bill, welke een stijging van het Ameri
kaansche prijs-niveau beoogt, en door de
„Nira", de NATIONAL RECOVERY ACT,
die de industrie wil helpen door het voor
handen «jnde crediet meer te gebruiken.
Doek dat allee koet geld, veel jpeld, juiet
het geld, dat de Vereenigde Staten niet
hebben. Sedert 1890 hadden de Bonria-
schulden nooit meer dan eon Milliard
bedragen; in 1932 bedroegen zij 16 Mil
liard. En al mogen ook d# nieuwe bler-
belasting en andere „Luxe-belasting" ver
lichting brengen, dan is dat i« M i 11 i o e-
n e n en niet in M i 11 i a r d e n merk
baar.
Naar Europeesch voorbeeld is een deel
der werkloozen in kampen ondergebracht
en krijgen zij werk door groote sociale
werken die nu ondernomen worden. Zij
krijgen kost, inwoning en een Dollar per
dag. In de steden zijn reeds zij het dan
ook geïmproviseerde zalen en tehuizen
gekomen, waar de werkloozen onderdak
kunnen vinden. Maar dat het onmogelijk
is om alle werkloozen onderdak te bren
gen, ziet men om en bij twaalf uur lange
rijen menschen op de pleinen staan, die
wachten op de groote auto's met de dam
pende soep-ketels, die de werkloozen voor
niets krijgen. Dit alles gaat niet van den
Staat uit, doch is het werk van particu
lieren. Maar men kan niet verwachten dat
alles inééns zou gaan. De w i 1 om orde in
den chaos te brengen, die hoe langer hoe
sterker merkbaar is, verdient alle eer.
LENTE AAN HET LAGO MAGGIORE.
door
F. S.
Daar zijn menschen, die nooit oud wor
den. Dat komt omdat hun rijke, geluk
kige, jonge ziel zich weerspiegelt op hun
gelaat. En zoo gaat het ook met sommige
landstreken. Eeuwig-jong, schoon als een
lentedroom is de landstreek van Tessino
of Ticino, met zijn hooge bergen en diepe
meren, met zijn heldere dagen en lichte
nachten, en de rijke kleuren 's ochtends
en 's avonds met hun zachte overgangen.
Oud, en toch eeuwig-jeugdig sedert den
dag dat hier de hoornen en de planten
van het Noorden, acacia's en sparren de
plantanen en pijnboomen de palmen en de
olijfboomen elkaar ontmoetten.
Waar vindt men zóóveel prachtige, oude
kerken, zelfs in de hooggelegen bergdor
pen? Daar is die van Morcota, uit het
begin van de 16de eeuw; even oud is de
Santa Groce, een bouwwerk van de groote
Pellegrini in Riva San Vitale. Veel ouder
is de San Francesco in Locarno, namelijk
uit 1230, die bijna even oud is als de
doopkapellen in San Vitale. Op de funda-
menten van een Romeinsche Venustem-
pel, op de reeds in dien tijd door nijvere
handen in terrassen veranderde berghel
lingen, waarop overvloedig de wijn
bloeit, op de straten met de moerbei
boompjes, en de olijven tegen de huizen
zelf, ontmoet men telkens en telkens weer
een stuk leven uit vervlogen dagen.
Blauw is de hemel, rijk zijn de kleuren
van de lente in dit paradijs. De vogels zin
gen, de bloemen spruiten uit. Het warme
zonlicht omstraalt als een aureool de vre-
desstad, Locarno. De oude bergen zijn ver
jongd door de bloesempracht, die zij dra
gen, en welke weerspiegeld wordt in de
blauwe meren. De dalen zijn weer uit hun
winterslaap ontwaakt; men ziet de donke
re boerinnen met de zwartwollen hoofd
doek, de mand op den rug naar de markt
te Locarno. De Piazza Granda biedt gedu
rende deze marktdagen een schilderachtig,
typisch zuidelijk-romantisch beeld. Het is
een bedrijvig heen en weer gaan, een roe
pen en zingen, een bont tafreel, en de
vreemdeling kijkt er zijn oogen uit.
De milde, zoete lente-atmosfeer brengt
hem in een droomwereld, waarin het le
ven van alle-dag verbleekt. Zeldzaam is
het prachtige contrast, dat overal te vin
den is. De donkere, noordelijke Spar staat
naast een Japansche Conifere; het vi
ooltje naast de exotische bloemenkoningin
van Verbano, de wassen Camelia; de palm
onder de bloeiende appelboom. In het kas-
tanjebosch vindt men tusschendoor kale
beukenstammen; de zilveren berkeboom
draagt het zee-groene loof als gesponnen
nymphenhaar!
Bij al deze schoonheid komt dan nog het
interessante verleden. Het „Castello Vis
conti", ééns de residentie der Hertogen
van Milaan, is gerestaureerd. De middel
eeuwen beinvloeden de bezoekers sterk. De
geniale restaurateur, de Tessinosche schil
der Prof. Ed. Berta, is een jaar geleden
gestorven, maar zijn werk leeft voor het
nageslacht.
Aan het einde der stad staat de „Casa
di ferro", het ijzeren slot, waarin de oude
eedgenooten voor den krijgsdienst gedrild
werden. Niet ver daarvan verwijderd is de
prachtige Romaansche Basilica San Vitto-
re, die uit de twaalfde eeuw stamt Het is
een van de weinige kerken die nog een
crypt hebben. Dat is een onderaardsch ge
welf, zooals de eerste Christenen bouwden,
om daarin hun diensten te houden. In de
San Vittore bevindt de crypt zich in een
half-cirkelvormige ruimte van de zijbeuk,
onder het hoofdaltaar. Verder zijn de ker
ken San Francesco, die hierboven reeds
genoemd werd, de Madonna del Sasso en
de Santa Maria in Selva uit de vijftiende
eeuw, zeer de moeite van het bezichtigen
waard, v --V-m