SPIT OP DE BON! HARTEN DRIE THERMOGEHE HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout FEUILLETON Als gij lijdt aan t>f SfEKEN IN DE ZIJ Hoogwater te Vlissingen op: WIELRIJDERS, LICHT OP: OCKENBURG, Badhuisstraat. ZEEUWSCH "NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 1 mART Ï935. No. 9. te sommen beschikbaar gesteld als crediet aan caféhouders om hun bedrijven uit te breiden, waardoor vanzelf het bierverbruik zou toenemen. Nu loopen de omzetten te rug, de brouwerijen willen toch rente van hun geld hebben en houden de prijzen van het bier hoog, aldus trachtend het kwaad met het kwaad uit te drijven. Zoolang de prijzen en accijnzen niet scherp bij de ver anderde oms'.andigheden worden aangepast, zal de gezondmaking van ons eens zoo bloei end cafébedrijf een utopie blijven. En daar bij snijden zoowel fiscus als brouwerij zich zelf iD de vingers; de bieraccijnzen brach ten de regeering in 1934 maar liefst zes-en- fcen-half millioen gulden minder in het laat je dan in 1930. Zes en een half millioen die de burgers en buitenlui mogen bijpassen. Overigens: zoo heel kwaad hébben we bet in ons kleine landje nog niet. We zijn, zooals men dat pleegt te noemen, gezond tnaar arm. Dat we in een gezond land le ven hebben wetenschappelijke onderzoé!In- gen op het gebied van geboorte en sterfte uitgewezen. Nederland neemt van alle Eu- ropeesche landen de gunstigste plaats in met het laagste sterftecijfer (n.l. 9 op 1000 inwoners) en op een na het hoogste geboor tecijfer (22 op 1000 inwoners) voor het jaar 1932. Een woord van erkenning vooj- wat zoowel overheid als particuliere instellingen in het be'a g van on e vol sge7-cndheid prea- teeren, is hier wel op zijn plaats. Uit een oogpunt van hygiëne heeft b.v. nog deze week de gemeente Amsterdam een crediet van f 30.000 verstrekt voor den strijd tegen de ratten; ook zullen er speciale „rattenwe ken" worden gehouden waarin de bevol'"ing van Ams erdam wo dt opgewe' l naar ver.no-' gen mede te helpen aan de verdelging van dit ziekteverspreidend ongedierte. o Een zwaluw maakt nog geen zomer, schre ven wij aan het begin van dit artikel. Even wel. toen ons land in den tachtigjarigen oor log bijna geheel in handen van de Spanjaar den was, bestond het kleine Alkmaar het, om builen alle verwachting de Spaansche huurtroepen te doen afdeinzen. En nu wij in 1935 in onze strijd tegen den crisis op zoovele fronten worden terugge drongen, waarom zou thans de victorie niet kunnen beginnen van Oirschot, waar de vroede vaderen voor 1935 de belastingen belangrijk hebben verlaagd? Het goede voorbeeld is er tenminste; wie volgt? Nog al te veel huismoe ders worden het slacht offer van colporteurs, die een op proef gegeven stof zuiger oen „bon" laten teekenen, welke bon later een koopbrief blijkt te zijn. Hoe zulk een ver- kooper van den Rechter de kous op den kop kreeg vertelt onze medewerker TH. J. VAN DER HEIJDEN in dit artikel. Een Amsterdamsche pensionhoudster ont ving bezoek van een heer. Hij kwam met een aardig praatje binnen, doch de pension houdster keek op haar neus, toen zij be merkte, niet een candidaat-kamerhuurder doch een colporteur in stofzuigers voor zich te hebben. Deze heer was geweldig van den tongriem gesneden en kookte het klaar om ondanks de herhaalde verzekering van de dame, dat alle kamers onverhuurd waren en dat zij, vanwege de ledige beurs, aan stof doek en blik trouw moest blijven, met een stofzuiger aan het demonstreeren te gaan. Het verplichte immers tot niets. Nadat bij kans het geheele huis was uitgezogen werd de dame uitgenooidgd een „bon" te teekenen zoogenaamd ten bewijze, dat de colporteur zijn plicht gedaan en de machine gedemon streerd had. De dame, die noch lezen, noch schrijven kon, had er niet veel zin in, maar door het aandringen van den man liet zij zich overhalen en plaatste zij haar hand- teekening het eenige, wat zij van de ede le schrijfkunst geleerd had omdat zij anders haar ouderdomsrente niet kon ontvangen. Zij verzekerde daarbij nogmaals, dat zij de stofzuiger niet wenschte te koopen. De schrandere lezer vermoedt reeds wat er volgde. Eenige dagen later werd haar een negel ie :we s'.of uiger be orgd en w rd haar aan het verstand gebracht, dat zij niet een demonslratiebewijs, doch een koopbrief had geteekend. Klachten bij de firma zelf hiel pen natuurlijk niet; de dame sprak voor doovemansooren. De vennootschap, die zoo gaarne van haar stofzuigers af wilde hield zich met hand en tand vast aan het getee- kende koopbewijs. Teen de dame weigerde te betalen werden er rechtszaken van ge maakt. In het proces, dat gevoerd werd voor den Haagschen Kantonrechter Mr. van Haeften zette de Amsterdamsche dame de toedracht van de zaak in alle bijzonderheden uiteen en ontkende, dat er tusschen partijen een overeenkomst zou zijn tot stand gekomen. Want redeneerde, haar raadsman, bij de da me Qntbrak den wil tot koopen. De vennootschap paste voor den rechter dezelfde tactiek toe als tegenover de cliën te: zij ontkende botweg de lezing van de pensionhoudster, beriep zich op het briefje en bood aan, de koopovereenkomst door ge DOOR BERTA RUCK. 36. „Ik weet ik ik mag het eigenlijk niet zeggen". „Heb je het hun dan beloofd?" „Neen". »Nu zeg het me dan maar", vleide kapi tein Hunter. „Of weet je het soms zelf niet?" „Ja zeker, weet ik het", verklaarde Nora. „Was hel soms glimlachte hij. Voor hij het volgende woord had kunnen zeggen, greep Nora een vreeselijke schrik aan, dat hij op den man af zou vragen: „Was het soms mijn Nora?,, Eenigszins in het nauw gedreven, flapte zij er in een adem uit: „Hét was een meisje, dat ik heel goed ken. Een vriendin van mij". „Een vriendin". „Ja maar ik noem haar naam niet. hoor". xd een halven kilometer afstand klonk zwakjes van den toren van de kathedraal twee drie vier. Kapitein Hun- zei, met een vragenden blik op haar ge ilt: „Miss Halliday". Het was de eerste naam, welke hem te 'innen schoot van een meisje, dat hij wel eens bij Nora aan huis had ontmoet. De on middellijke verandering, op het tce enende gezichtje van Nora bewees hem, dat zijn schot in de lucht toch doel getroffen had. „Neen, neen", prolesteerde Nora, zwakjes afwerend. Hij hield vol: „Ja, zij was het, de notaris dochter. Ik zie het aan je, dat zij het was. En omdat zij hem afwees, ging hij direct op het meisje van Gansenhurst af, niet waar?" „Zij wees hem niet af. Zij accep be gon Nora en zweeg onmiddellijk. Zij stamp te bijna met haar voet op den grond. Ach, kon zij die woorden maar terug nemen. „Accepteerde zij hem?" riep kapitein Hun- ter en bleef verwonderd stilstaan. Plotseling echter (hij was een vlug denker) begon hij te schaterlachen. Zoo was het dat? Dus had het mengsel dat hij in het glas cham pagne had gedaan toch uitwerking gehad, zou dit de uitwerking geweest zijn? „Dus hij deed huwelijksaanzoek zoowel bij miss Halliday als bij miss Gansenhurst en zij accepteerden hem allebei?" Hij lach te boosaardig en met voldoening. „Alle machtig. Twee pijlen op z'n boog". Vanaf haar blanke hals tot haar kool zwart haar bloosde Nora, toen zij er aan dacht (en voor de hoeveelste maal was dat al niet, sedert zij uit Wales terug was) dat het drie pijlen waren geweest. Dit moest zij, kostte wat het kostte, voor den man die haar aan 't uithooren was, verzwijgen, al moest zij er om jokken. Zij zetten de wandeling voort en opeens zei ze: „Ja nu is er maar een pijl overge bleven. Die arme Lome is de stad uitgegaan, zooals je weet. Den volgenden dag al. Zij schreef hem, om hem z'n woord terug te geven. Ik heb ook een briefje van haar ge had, waarin ze het mij schreef". Zij hadden nu de bocht bereikt, waar de velden begonnen en Hunter hield het hek open. „Allemachtig, wat een vreemde snui ter", zei hij met de zelfvoldaanheid van ie«- tuigen te bewijzen. En hierdoor deed zij zich zelf de das om. De Kantonrechter overwoog zeer terecht, dat de vennootschap gehouden was een behoorlijke tegenspraak te laten hooren; een ongemotiveerde ontkenning van de beweringen der dame kon niet als een gemotiveerd verweer worden aangemerkt o— In zijn vonnis zegt (Je rechter uitdrukke lijk: „Gij stofzuiger-leverancier, hadt onder meer tot taak een onderzoek in te stellen naar de juistheid van de onderhandelingen, welke Uw vertegenwoordiger met de dame heeft gevoerd. Nu gij dat niet hebt gedaan er is mij althans niets van gebleken moet ik aannemen, dat de lezing van Uw tegenstandster onvoldoende door U is be streden". Inderdaad rust in het bijzonder op den af- betalingshandel, vooral wanneer hij gebas- seerd is op het colportagestelsel, onvoor waardelijk de moreele plicht om een uiterst strenge controle uit te oefenen op gedragin gen van personeel. Het is, zelfs in den tem pel van Mercurius, waarin naar het geijkte woord boeven en kooplieden rustig met el kander verkeeren, onduldbaar, de klachten van het publiek, over de wijze, waarop men- schen tot het plaatsen van hun handteeke- ning worden overgehaald te negeeren onder het motto: „het doel (geforceerde vergroo ting van den omzet, heiligt alle middelen". Zij die eenige ervaring hebben in het ac quisitie-stelsel weten, dat door het provisie- stelsel de colporteurs spoedig verleid wor den tot het plegen van listige handelingen, welke het daglicht niet kunnen velen. Veèl- al worden de menschen colporteur uit nood zij kunnen in hun eigen vak geen betrek king meer krijgen en zitten financieel aan den grond. Deze menschen, die dag in, dag uit, huis aan huis, geheele straten moeten afwerken, MOETEN verkoopen. Anders ver dienen zij hoegenaamd niets. Vaak worden zij aangenomen op uitsluitend provisie van den eventueel gemaakten verkoop, hetgeen wil zeggen, dat zij niets verdienen en al hun arbeid vergeefs is, indien zij niets verkoo pen. Het stelsel is hoogst immoreel en dien de bij de wet te worden verboden, want het dwingt arme tobbers als het ware tot het plegen van oneerlijkheid. In gunstige geval len krijgen zij een klein weekloon, hetgeen de verhoudingen tusschen patroon en arbei der zuiverder stelt. Zij moeten steeds behoor lijk gekleed gaan en... wanneer een colpor teur met vast salaris binnen een bepaalden tijd niet een zeker aantal machines heeft verkocht krijgt hij ontslag. Steeds wordt hij dus voortgejaagd door de zweep van de van verkoop-noodzakelijkheid. Hij kent slechts een doel: VERKOOPEN. Niet-verkoopen be- teekent ontslag en broodeloosheid, verkoop brengt behoorlijke verdiensten. O—- Het afbetalingsmagazijn, dat het voor haar zaken niet noodig acht, scherpe controle op zijn inquisiteurs te oefenen wordt failliet Dames Laat Uw haar met het nieuwste Toestel permanenten, dan verkleurt Uw haar niet. HeerenIn onze haarsnij- en scheeraf- deeling wordt U vakkundig behandeld Billijke Tarieven J0NN v. UNEN Scheldestraat 54 Vlissingen bedek dan de pijnli}~ ke plaats met een vel DE WATTEN,DIE WARMTE OPWEKT Doozen 35 en 55 ct. Bij alle apothekers en drogisten. gevestigd. Zakendoen gaat op den duur al leen goed, als men het eerlijk doet. Die con trole mag niet eenzijdig gericht worden op het belang van den leverancier. Hij mag de oogen niet opzettelijk stijf dicht knijpen, wan neer er ongerechtigheden gebeuren. Daarom is het zoo goed, thans te lezen dat naar de meening van den rechter de leverancier tot taak heeft een onderzoek in te stellen naar de klachten van zijn cliënt. Helaas heeft in het algemeen echter de rechter bitter weinig ruimte om dergelijke ontoelaatbaar verkregen contracten te redres seeren. Naar mijn bescheiden meening is dat grootendeels te wijten aan het feit, dat onze wetten gegrond zijn op een zakelijk verkeer tusschen gelijkwaardige partijen en niet op dat tusschen bedriegers en goedgeloovige menschen. Degene, die zich geplaatst ziet voor de opdracht om dien goedgeloovige te verdedigen tegen een met looze streken ver kregen orderbevestiging, kan zich soms niet geheel aan den indruk onttrekken, dat op dit terrein weinig van de sociale taak van den wetgever het beschermen van zwak ken tegen de sterken tot zijn recht komt. En in het algemeen kan ook in het boven staande voor de huisvrouw weer de les zit ten, om onder geen omstandigheid op ver zoek van colporteurs haar handteekening te plaatsen. MAART ZON Op Onder Zaterdag 2 Maart 6.47 5.38 Zondag 3 6.45 5.40 Maandag 4 M 6.43 5.42 Dinsdag 5 6.41 5.44 Woensdag 6 t, 6.39 5.46 Donderdag 7 6.36 5.47 Vrijdag 8 6.34 5.49 Zaterdag 2 Mrt, v.m. 11.12 n.m. 11.35 Zondag 3 12.10 12.— Maandag 4 12.25 12.56 Dinsdag 5 1.08 1.38 Woensdag 6 1.46 2.17 Donderdag 7 2.25 2.25 Vrijdag 8 3.08 3.35 Zaterdag 2 Maart te 6.08 uur Zondag 3 M te 6.10 H Maandag 4 te 6.12 Dinsdag 5 te 6.14 M Woensd. 6 te 6.16 Donderd. 7 te 6.17 Vrijdag 8 te 6.19 Apotheken geopend te Vlissingen Zondag is geopend mand die zich onverdacht voelt. „En heb jij nog met dien Somers gedanst?" „Ja", bekende Nora kortaf, terwijl zij door de hekopening liep en trachtte te vergeten, hoeveel dansen dien eenen dans voorafge gaan waren. „En was hij nuchter ik bedoel was er niets vreemds aan hem te bespeuren?" „Ik weet niet, hoe hij tegenover de- ande ren is geweest, „maar ik vond hem heel ge woon". „Niet opgewonden of zooiets? Waar sprak hij zoo al over? Herinner je je dat nog?" Of zij het zich herinnerde. Woord voor woord. Zij hoorde nog z'n weeke jongens achtige stem: „Ik bemin je, lieveling" en dan dat gebiedende: „Laat ik er eens een op betrappen", toen zij gezegd had, dat an deren ook wel eens tegen haar beweerd had den, dat zij haar beminden. Zij richtte zich met een ruk op, alsof zij die herinnering van zich wilde afschudden. Eenigszins geprikkeld zei ze: „O, ik weet niet meer, waarover wij het gehad hebben. Lalen wij maar niet verder over hem pra ten". De oogen van kapitein Hunter klaarden op „Wel neen", antwoordde hij zoo senti menteel, dat Nora een rising kreeg. Ze zei dan ook een beetje gejaagd: „Ik bedoel, dat hij mij niet interesseert, behalve dat ik niets van zijn eigenaardig gedrag begrijp", hier kneep zij haar handen zoo stijf samen, dat de kuiltjes verdwenen en de knokkels uitsta ken „tegenover mijn vriendin". „Dat is zoo", zei Hunter vriendelijk, ,,'t Is een vreemd geval. Hij zal niet geweten heb ben, wat hij zei. Maar zooals je zegt", en hier hield hij het hek aan den anderen kant van het veld voor haar open, „wat gaan ons zijn zaken aan. Hebben wij samen niet genoeg over onze aangelegenheid te graten? Om te beginnen noem je me tol nu toe ka pitein Hunter; ik zou graag hebben, dat je me Voortaan „Rex" noemde, Nora". „Rex", zei Nora als in gedachten. „Dank je, lieveling", zei hij met zijn don kere oogen op haar gevestigd. Zij wandel den steeds verder en zagen reeds de schoor- sleenen van haar huis boven liet geboomte uitsteken. „Hier komen de soldaten niet", zei hij zacht met 'n vraagblik in z'n Spaansche ooger Dit was de tweede maal, en Nora voelde wederom over zich komen, dat besef van de onmogelijkheid van de situatie. Wat kon zij er dezen keer tpgen doen. Dan maar het gewone excuus. Opeens zei ze: „O, wat heb ik een hoofd pijn". „Och", zei hij meewarig, maar bij zich zelf was hij vast overtuigd, dat hij hier met een leugentje te doen had. „Dan zal ik je iets moeten voorschrijven. Ik zal je direct naar huis brengen en dan moet je dadelijk sterke thee gebruiken. En dan", voegde hij er onder het voortwandelen aan toe, „aan gezien je onze verloving aan Somers hebt openbaar gemaakt, zal hij het natuurlijk o- veral reeds hebben verteld. Daarom zal het wel noodzakelijk zijn, dat wij met je ouders gaan praten, vindt je niet?" Haar ouders. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 7