Genieën door alle tijden. Hat «oiier der veel zijde begaafdheid. Goethe Mussolini de dichter-schilder, staatsman=violist. De stratosfeer-plannen van den Spaanschen vlieger Herrera. Onze eeuw heeft met alle middelen van wetenschap en techniek de kring van het menschelijk weten tot de meest uiteenloo- pende gebieden uitgebreid. Haast al te veel krijgt onze kennis te omvatten; al te groot zijn de eischen geworden, die onze samenleving eiken dag opnieuw aan de kennis en het bevattingsvermogen van het afzonderlijke individu stelt. Het is dan ook bijna een onmogelijkheid geworden, dat in onzen tijd een mensch een zoo overweldi gende veelzijdigheid van zijn genialen aan leg tot volle ontplooiing kan brengen, zoo als dat eertijds eenmaal, in een gelukkige eeuw, aan Leonardo da Vinei gegeven was, die als schilder, architect, beeldhouwer, arts, technisch uitvinder en dichter, zoowel op het gebied van wetenschap als in de kunst mijlenver boven zijn tijdgenooten uit-stak. Er is tegenwoordig al een nooit verslappende energie en een taaie volhar ding voor noodig, om een enkel talent tot ontwikkeling te brengen, zich te concen- treeren op één speciaal onderdeel van het uitgebreide terrein van wetenschap en kunst, wil men den strijd om het bestaan met succes kunnen voeren en boven het stijgend niveau van de gemiddelde pres taties met iets buitengewoons uitsteken. „Zwei Seelen wohnen, ach, in meiner Brust". De op een punt geconcentreerde energie, zoo is men geneigd te denken, zal licht tot eenzijdigheid kunnen leiden. Toch behoort een geval als dat van den Engel- schen geleerde, die een autoriteit was op het gebied der insectenkunde en zich in een aanval van krankzinnigheid, veroor zaakt door de al te diepgaande bestudee ring van dat eene speciale terrein, van het leven beroofd, tot de zelfzaamheden. Men neemt tegenwoordig veeleer waar, dat de leidende figuren van het intellectueele le ven, geleerden, kunstenaars of politici, zich in hun vrijen tijd gaan toeleggen op een tweeden tak van wetenschap of kunst, om aan het gevaar van eenzijdigheid te ontko men en ook op dit gebied buitengewone dingen tot stand brengen. Op deze wijze ver krijgen zij tevens het noodzakelijk tegen wicht tegen de te veel in één richting ge concentreerde inspanning van hun dage lij ksch werk. Meestal gaat het hierbij om gaven, die zoo sterk zijn, dat de menschen bij den aanvang van zijn loopbaan en dikwijls ook zijn geheele verdere leven door voor de Geniaal staatsman, veldheer en musicus. Frederik de Groote te midden van zijn j generaals. keuze staat, uit te maken, welke der bei de gaven de sterkste is en het meest vat baar voor ontwikkeling. Het klassieke voorbeeld hiervan is Goethe, die tot na zijn terugkeer uit Italië in tweestrijd ver keerde, of hij als beeldend kunstenaar hij was leerling van den schilder Oeser dan wel als dichter het hoogste zou kun nen bereiken. Een typisch voorbeeld van dubbele be gaafdheid uit onzen tijd is Mussolini, de groote staatsman, die tevens dichter en componist, zich in zijn veelbewogen leven behalve met de politiek, steeds bij voor keur met vioolspel heeft beziggehouden en daarin ook een zoodanigen graad van ont wikkeling heeft bereikt, dat hij tot „de eerste violisten van Italië" wordt gere kend. Zelfportret van Michel Angelo. Caruso, de onovertroffen tenor, de zan ger bij de genade Gods, was een veelzijdig begaafd mensch, ingenieur, beeldhouwer, doch het bekendst waren zijn caricaturen. In tegenstelling tot de gewoonlijk voorko mende kunstenaarsijdelheid hield hij er van zijn eigen caricaturen te maken, als „tenorkikvorsch", als bezitter van de hoo- ge C. „Genie" beteekent slechts in uitzonde ringsgevallen zoo heeft men statistisch vastgesteld begaafdheid in een enkele richting. Meestal zijn kunstenaars „geni aal" op verschillend terrein en alleen hun hoog opgevoerde ontwikkeling naar één kant en hun daardoor in die richting ver hoogde prestaties maken hun beroemd. In het bijzonder bestaan er tusschen schilder en dichtkunst geheimzinnige betrekkingen. Van de moderne dichters kan als voorbeeld van veelzijdige begaafdheid Ernst Barlach genoemd worden, die behalve als schepper van „Sintflut" en andere werken, zich naam heeft gemaakt met zijn teekeningen, etsen, houtsneden en ook als beeldhouwer. Joachim Ringelnatz, die als dichter van kostelijke, fantastische werken vol ernst en humor bekend werd, illustreerde zijn boe ken en wist ook als schilder naam te ma ken. Ook tooneelspelers en musici hebben in andere takkGn der kunst opmerkelijke prestaties geleverd. De groote Russische dichter Gogol ontwierp de decors bij zijn tooneelstukken; Strindberg schiep pastel- teekeningen en titelbladen voor zijn wer ken en Wilhelm Busch, de onvergelijke lijke meester van den humor, illustreerde Genialer als schilder of als architect? Michel Angelo en zijn werk. 't Geweldige gebouwencomplex van de St.-Pieterskerk te Rome. De koepel van deze kerk werd door Michel Angelo gebouwd. zijn verzen op congeniale wijze. Stifter trad als schrijver en als schilder op den voorgrond en de Franschen Victor Hugo, Alfred de Musset en Baudelaire vonden naast hun dichterlijke werkzaamheid tijd voor landschapschildëren en caricatuurtee- kenen. Gottfried Keller aarzelde evenals Goethe tusschen schilder- en dichtkunst. Hoffmann schreef zijn beroemd geworden vertellingen en verluchtte deze zelf met groteske, avontuurlijke afbeeldingen. Veelvuldig zijn in den loop der tijd ook samengegaan de scheppende dramatische kunst en de tooneelspeelkunst, zangkunst en compositietalent, hetgeen trouwens minder verwonderlijk is, daar dit alle uitingsvormen zijn, die zich niet door groote tegenstrijdigheid kenmerken. Het bekendste voorbeeld van het dramatisch scheppend en herscheppend talent in één persoon vereenigd, is wel Wiliam. Sha- kespaere, terwijl dezelfde dubbele begaafd heid ook ten deel viel aan Molière, Iff- land, Anzengruber en Wedekind. Compo sitietalent en zangkunst, dichtkunst en tooneelspelersberoep vinden wij vereenigd in Lortzing, in Cornelius, Kienzl en Schrec- ker. Ook tusschen philosophie, mathematica en muziek bestaat verband. Leibniz, na tuurkundige, wiskundige, wijsgeer en staatsman, ging tevens door voor een« uit stekend fluitspeler en Pythagoras, de Grieksche mathematicus, legde als een der eerste muziekhistorici den grondslag voor de leer der harmonie van het heelal, waar van het getal de basis is. Nog al te vaak hoort men beweren, dat het beroep van arts alle mystiek en poëzie uitsluit. Toch is het tegendeel waar, het geen overtuigend wordt bewezen door een geheele reeks van dichters, die in het da gelij ksch leven het beroep van arts uitoe fenden. Dat ook de dorre advocatuur met de dichtkunst kan samengaan, bewijst in ons land genoegzaam de figuur van Mr. Francois Pauwels. Lang niet iedereen zal het bekend zijn, dat de beroemde Duitsche dichter Frie- drich von Schiller aanvankelijk regiments arts was. Wie weet tegenwoordig, dat het een arts was, die de poëzie der Alpen ont dekte, die men tot dan toe als een onher- „Zelfportret" van Caruso. Een caricatuur van den grooten zanger. bergzaam gebergte, een nuttelooze sta-ln- den-weg beschouwde. Het was de Zwitser Albrecht von Haller, arts en natuurvor- scher, die zijn tijdgenooten door zijn ge dicht „Die Alpen" de wilde schoonheid van dit landschap openbaarde. De Zwabische arts Justinus Rerner, die de geschiedenis van een door hem behandelde zenuwzieke in den roman „die Seherin von Prevost" behandelde, is een afdoend bewijs tegen de stelling, dat medische wetenschap en poëzie onvereenigbaar zouden zijn. Vele van zijn volksliederen zijn oqk thans nog algemeen bekend; wij herinneren slechts aan het mooie „Wohlauf nog getrunken". Een sprookjesdichter, zooals er slechts weinigen zijn, was de Duitsche chirurg Richard von Volkmann. Hoe sterk zich bij hem de dichtersnatuur juist onder den druk der tegenstellingen ontwikkelde, blijkt uit het feit, dat hij in de moeilijke dagen van het beleg van Parijs in den win ter van 187(h-1871 zijn schoonste sprook jes dichtte onder den titel: „Trftumereien an französischen Kaminen", en brieven naar huis schreef, die in innigheid en teer heid niet voor dit kleine kunstwerk onder doen. En is ook niet het onsterfelijke kin derboek van den geneesheer Heinrich Hoff mann, „Der Struwwelpeter" een bewijs te over voor onze bewering, dat de volgelin gen van Aesculapius messen en vergiften ten spijt, ook heerschers in het rijk van schoonheid en fantasie kunnen zijn? En ontelbaar velen zijn er verder nog, wier naam tot een kleinere kring beperkt bleef. Artsen als musici, artsen alö schilder juist de medische wetenschap is er, wan neer zij vertegenwoordigd wordt door een mensch, die innerlijke waarde bezit, mis schien het meest toe geneigd, haar beoefe naren als tegenwicht tegen de al te realis tische werkzaamheden in de practijk in de vrije uren ontspanning te laten zoeken in het Rijk der kunst. EEN OPEN GONDEL. De vele ongelukken die den stratosfeer- vliegers den laatsten tijd overkomen zijn, hebben de tot nu toe gebruikte methode, om in hermetisch gesloten, bemande gon dels naar de stratosfeer te gaan, lef of wat in miscrediet gebracht. Men zoekt nu naar nieuwe wegen om de stratosfeer te onder zoeken, waarbij het menschelijk leven aan minder gevaren is blootgesteld. De Spaansche overste Emillie Herrera is reeds onderhalf jaar bezig om een stratos- feervlucht in een open gondel voor te be reiden een onderneming, die verbluffend is door zijn stoutmoedigheid, maar welke Herrera minder gevaarlijk acht dan een vlucht in een luchtdicht gesloten gondel. Natuurlijk zal de Spanjaard voorzorgs maatregelen nemen aangaande de ijzige koude die heerscht in de hoogere luchtla gen, en ook is de stratosfeer zuurstof-arm. Daarom zal Herrera een verwarmbaar pak dragen, dat uiterlijk en ook in de wijze waarop het geconstrueerd is, sterk aan een duikerspak doet denken. Onder dit elec- trisch verwarmde pak draagt hij een, door staaldraden stijf gemaakt, pak dat isolee rend vermag te werken. Verder daaronder twee dikke wollen pakke Twee zuurstof- cylinders doen hun inhoud in het kogel vormige bovenstuk van het stratosfeerpak stroomen. In een laboratorium van de Ma- drileensche technische Hoogeschool, dat speciaal voor Herrera ingericht werd, zal de uitrusting te zijner tijd in een tempera tuur van 60 gr. onder nul practisch gepro beerd worden. Overste Herrera, een der bekendste Spaansche piloten en van onverdachte we tenschappelijke reputatie, wil begin Febru ari het erop wagen. Hij rekent voor het opstijgen 2 uur noo dig te hebben, terwijl hij een hoogte van 23000 meter bereiken wil. Doordat zijn gondel weinig weegt, gelooft hij hooger te kunnen komen dan zijn voorgangers (de grootste hoogte bereikten de Amerikanen: 18665 meter). Eveneens denkt hij 2 uur voor het dalen noodig te hebben, hij moet dus zuurstof meenemen voor ongeveer 4 uur. Om de ballon niet onnoodig te belasten, wil Herrera niemand mee omhoog nemen. Hij zal, behalve zijn wetenschappelijke in- trumenten, een kortegolfzender meenemen, waardoor hij zijn waarnemingen en indruk ken den luistervinken zal laten hooren.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1935 | | pagina 7