MAGGI'
AROMA
HARTEN DRIE
Uf/iin ft mu
ni t
FEUILLETON
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 25 JANUARI 1935. No. 4.
nu we ons ledig
Maggi's Aromo-
v\ fleschje opnieuw met
laten vullen.
die bij het behang en het ameublement
kleuren. Op een expositie aldaar waren
tentoongesteld zwarte, blauwe, roode, gele,
Havana, Champagnekleurige zilvergrijze en
kaneelkleurige muizen. Voor zeldzame exem
plaren wordt in Engeland reeds tot 20
pond (f 168.—) betaald. Waaruit blijkt dat
alles betrekkelijk is; een zilvergrijze muis
bekronen we met goud en een muisgrijze
geven we aan de kat.
Deze betrekkelijkheid der dingen demon
streert zich wel heel sterk in het feit, dat
een dienstverbintenis in het Fransche Vreem
denlegioen, eens de laatste toevlucht dier
genen, die teveel op hun kerfstok hadden
of om een of andere reden niets meer van
het leven verwachtten, blijkens een bericht
je! in de dagbladen een veelbegeerde betrek
trekking is geworden. De toeloop is daar
n.l. zoo groot, dat verdere aanvragen om te
mogen toetreden, zonder meer worden af
gewezen. De crisis is inderdaad de oor
zaak van vele zonderlingen toestanden. Dat
ondervonden b.v. de bewoners van het dorp
je Langweer, waar de Gemeenteraad be
sloot uit bezuinigings-overwegingen... de
torenklok stil te zetten. Dat werd de Lang
weerenaren een beetje al te bar; zij riepen
een vergadering bijeen met het resultaat,
dat de torenklok van Langweer in den ver
volgd weer de tijd zal aanwijzen. De kosten
worden door de dorpsgenooten vrijwillig
bijeengebracht.
o
i Dei slechte tijden zijn ook het stadje Wor-
kum niet ongemerkt voorbijgegaan. Daar
waren de salarissen der politie-agenten na
de jongste verlaging van dien aard, dat de
burgervader het niet langer over zijn hart
kon krijgen, deze menschen na twaalf uur
's avonds nog dienst te laten doen. Nu is
het stadje in rep en roer, want de vele ver-
eenigingen aldaar kunnen geen permissie
meer krijgen hun vergaderingen tot na twaal
ven te laten voortduren. Volgens goed en
oud recept hebben de Workummers nu een
comité van actie ingesteld, dat zal pogen
de maatregel ingetrokken te krijgen. Naar
verluidt zijn echter geen protesten uit in
brekerskringen binnengekomen.
Genoeg van de crisis. We moeten de za
ken vooral niet somberder nemen dan ze
zijn. Ook in deze dagen zijn er blijkbaar'
nog menschen, die volgens hun eigen in
zicht te rijk met aardsche goederen geze-
gendi zijn. Zoo werd dezer dagen te Utrecht
de politie geroepen bij een bewoner van de
Staalstraat, die een meeningsverschil had
met zijn echtgenoote. Om zijn argumenten
kracht bij te zetten snelde deze heer des
huizes naar de keuken, sloeg daar alles
kort en klein, het porceleinen tafelservies
incluis en stormde vervolgens naar de slaap
kamer om daar zijn vernielzucht bot te
vieren tot de politie hem onder het oog
bracht, dat dit niet de verstandigste manier
is om een dispuut te beslechten.
—o
Een inwoner van Scheveningen, die even
eens vond, dat hij best iets kon missen,
deed vrij wat verstandiger. Hij verraste de
Kerkeraad met een gift van f 10.000 voor
den bouw van een nieuwe Gereformeerde
Kerk, blijkbaar indachtig aan de spreuk:
Wat gij doet, doet dat goed.
Rijkdom van geheel anderen aard. is het
deel van den heer G. v. d. Rijt te Uden, die
ten gemeentehuize aldaar aangifte kwam
doen van de geboorte van zijn zesentwintig
ste kind. De ambtenaren van de burgelijke
Stand zullen daar met de drukte geen raad
weten; onze vaderlandsche ambtelijke mo
lens plegen toch al zoo kalmpjes te draaien.
Wat dat aan gaat lezen we zonderlinge
staaltjes in het verslag van de commissie
voor rijksuitgaven aan de Tweede Kamer.
Over de werkzaamheden van de Rekenka
mer sprekend, drukt de commissie er haar
spijt over uit, dat de adviezen van deze nut
tige instelling zoo weinig en zoo laat door
de regeering worden opgevolgd.
Zoo vestigde de Rekenkamer in 1922 de
aandacht van de regeering op het feit, dat
een inrichting teveel subsidie had genoten.
Dit bedrag zou dus teruggevorderd moeten
worden; in 1929 herinnerde de Rekenkamer
er de regeering aan dat dit bedrag nog
steeds niet was geïnd. In 1933, dus zegge en
schrijve! elf jaar later kreeg de Rekenkamer
bericht van de regeering dat de vordering
oninbaar was...
Een soortgelijk geval dateerend van 1921
bleef rusten tot 1927. Toen bleek ten de-
partemente dat het bij vergissing was op
geborgen bij de afgedane stukken.
Een in 1926 door de Rekenkamer voor
gestelde bezuiniging kwam in 1934 tot
stand. Het was niet voor niets een Ilol-
landsche dichter, die de ontdekking deed,
dat geduld zulk een schoone zaak is.
We zijn nu eenmaal niet zoo heetgebakerd
zoolang ze tenminste van onze eer en
goede naam afblijven.
Zoodra die in het geding komen worden
we actief. „Dat laat ik niet op me zitten",
is een goed Nederlandsche uitdrukking. Zoo
dachten ook de leden van de Doornsche vrij
willige brandweer. Eenige leden van de ge
meenteraad hadden het bestuur van het
brandweercorps beschuldigd van knoeierij
bij de leverantie van leeren jekkers. Hier
op diende het heele corps en bloc zijn ont
slag in, zoodat we maar willen hopen,
dat er in Doorn geen brand uitbreekt, Want
dan zijn er wel leeren jekkers maar geen
brandweerlieden.
Tenslotte willen we een zeldzaam jubile
um vermelden, dat dezer dagen in het
dorpje Berghem gevierd werd. Daar her
dacht de negentigjarige Hartin Mulders, bij
zijn dorpsgenooten bekend als „Tinuske de
Kuster" de dag, dat hij zeventig jaar gele
den voor het eerst in het kerkkoor meezong
welke plicht hij tot op den huidigen dag
trouw heeft vervuld. We zijn er tegenwoor
dig nogal gauw bij met jubilea, maar dat
hier alle reden tot herdenken was zal nie
mand durven bestrijden. Ter eere van de
negentigjarige zanger werd een mis van
dankbaarheid opgedragen terwijl de burge
meester persoonlijk ten zijnen huize kwam
gelukwenschen.
ALS ZICH EEN GAST AANKONDIGT.
Van oudsher geldt in Holland de gewoon
te, om, te beginnen met 1 Januari, het in-
maakvat met snijboonen aan te breken. Het
is dus te verwachten, dat in deze maand en
de daarop volgende zelfs wel tot einde
April toe het menu af en toe met deze
mogelijkheid in de groente-keus rekening zal
houden.
We eten op zoo'n dag dus ingelegde snij
boonen, en dat wel gewoonlijk op de meest
bekende en ook de meest eenvoudige ma
nier, n.l. in den vorm van een stamppot,
waarin behalve de snijboonen en de aard
appelen meestal ook witte boonen en rook
worst worden gekookt.
Daarmee zijn we in gewone gevallen best
tevreden. Maar nu treft het b.v. zoo, dat
zich op den voor „snijboonen" bestemden
dag1 een gast aankondigt: is het dan noodig
om geheel van keus te veranderen.
Dat is niet noodig.
We laten in dat geval het stamppot-type
in de steek en we vervangen het door een
schaal (groente snijboonen met witte boo
nen een schaal aardappelpurée en een
vleeschschotel met rookworst.
Zou tegelijkertijd de wensch opkomen, om
terwilla van den gast, aan .den maaltijd wat
meer uitbreiding te geven, dan zou aan bo
vengenoemd hoofdgerecht een opwekkend
soepje kunnen voorafgaan (b.v. Maggi's
„groente met vermicellisoep"), en we zou
den het geïmproviseerde „dinéetje" kunnen
besluiten met een frisch nagerecht een
griesmeelpudding met bessensapsaus b.v.
dat na het vrij zware hoofdgerecht een
goed effect zal maken.
Voelt men minder voor een zoete toe
spijs, dan zou men na de snijboonen-com-
binatie een groente-slaatje kunnen opdie
nen, terwijl dan het eigenlijke slot gevonden
zou kunnen worden in wat fruit.
SNIJBOONEN MET WITTE BOONEN
(4 personen)
3/4 K.G. ingemaakte snijboonen, 500 G.
(1 pond) witte boonen, 60 G. (3 afgestre
ken eetlepels) boter, 4 theelepeltjes Mag
gi's Aroma.
Zet de snijboonen op in ruim kokend wa
ter en verversch dit telkens (na i/2 uur b.v.)
tot de boonen gaar zijn en tegelijkertijd hun
te zouten smaak verloren hebben (gewoon
lijk in 't geheel 11/2 uur koken).
Zet tegelijk met de snijboonen in een
tweede pan de witte boonen op, liefst na
dat ze eerst een nacht geweekt hebben. Laat
ze op een zacht vuur gaar worden, zoodat
ze goed héél blijven.
Laat de snijboonen op een vergiet uitlek
ken, breng ze weer over in de pan en schep
er met een schuimspaan de witte boonen
bij. Laat beide met de boter een oogenblik
stoven en roer er vóór het opdoen de Mag
gi's Aroma door.
WINTERSLA (4 personen)
4 struikjes Brusselsch lof, 1 middel
matig groote winterwortel, 1 kleine sel
derijknol, 4 lepels slaolie, 2 lepels azijn
of citroensap, 1 theelepeltje mosterd,
snuifje peper en zout, 2 theelepels Mag
gi's Aroma, 1 preitje, 1 hardgekookt ei.
Maak het lof schoon, snipper het zoo
fijn mogelijk en wasch het tot het volkomen
zandvrij is. Schrap de wortel en trek er met
een sambalscliaafje dunne draden van (of
rasp ze eenvoudig). Schil de selderijksol en
snijd er dunne staafjes van. Droog alle
groenten na het wasschen in een schoo-
nen doek goed af.
Wrijf het hardgekookte ei fijn, voeg er het
fijngesnipperde preitje bij, strooi er wat
peper en zout op en roer er den mosterd
en de Maggi's Aroma door. Meng dan alles
door elkaar met de olie en den azijn.
Maak in de slabak de droge sla met het
sausje aan; garneer desverkiezende de sla
nogf met plakjes of partjes hardgekookte ei.
GOED ZITTENDE ONDERJURK.
Het goed-zilten van een japon hangt
vaak gf in de eerste plaats van een goed
passende onderjurk. Vooral een model als
het hierbij afgebeelde kan door de vele
lengtenaden zeer goed passend worden ge
maakt. De garneering bestaat slechts uit
een smalle open zoom langs onder- en bo
venrand, terwijl de laatste ook nog een
smal kantje of picotrandje vertoont.
Knippatronen kan men aan onze bureaux
bestellen in alle maten onder No. 7592. Kos
ten f 0.50.
MEISJESJURK
Geruite slof leent zich uitstekend hier
voor. De bovenpas wordt aan voor en ach
terzijde gedeeltelijk opgestikt, zoodat het
gedeelte, dat over de mouw valt en eenige
c.M. van de dwarslijn open blijven. Zes-
l>aansrokje, ceintuur en strik van flu
weel, gladde mouwen. Om den hals een
klein puntig toeloopend kraagje.
Knippatronen kan men aan onze bureaux
bestellen van 8-14 jaar onder No. 1130.
Kosten f 0.60.
DOOR BERTA RUCK.
31.
Nu sloeg zij z'n aanzoek niet bot af zoo
als toen; ze zei alleen maar: „Ik kan U nog
niet onmiddellijk een definitief antwoord
geven. U moet mij een weinig bedenktijd
geven
„Een weinig", zei Hunter teeder. „Niet
te lang, Nora".
Zij wandelde in de schaduw van een voor
uitspringende rots die als 't ware een be
schermende arm vormde tusschen hen en de
tentengroep. Hij vatte haar hand en boog
zich om zijn donkere oogen de gelegenheid
te verschaffen haar Iersche kijkers te zoe
ken. Het was Nora's eerste ondervinding van
die dagelijks voorkomende tragedie. Zij
wrong haar hand los, als wilde zij door dat
gebaar, de gedachte aan het knappe gezicht
van Billy uitsluiten en zich aan de herinne
ring van zijn omhelzing op het bal onttrek
ken. Zij maakte zichzelf wijs, dat kapitein
Hunter tienmaal zooveel waard was als ie
mand, die binnen een uur twee meisjes
ten huwelijk had gevraagd... Zij wenschte
oprecht, dat de Voorzienigheid het zoo be
schikt mocht hebben, dat het mogelijk was
verliefd te worden wanneer en op wien men
wilde. O, wat zou dat een verschil maken
jn het leven van een meisje. Maar was dat
niet te probeeren.
Met eenigszins vibreerende stem zei ze:
„Laten wij voor het oogenblik er niet ver
der op ingaan, kapitein Hunter".
„Natuurlijk niet", stemde hij gretig toe,
want het „voor het oogenblik" bezorgde
hem reeds hoopvolle perpectieven.
„Spreek er als het U belieft niet met de
Milbanke's over", zei ze; „of met mijn fa
milie. Ik moet er over nadenken... Willen
wij nu gaan lunchen?"
HOOFDSTUK X.
GROOTE VERANDERINGEN
Wij laten onztn held en heldin rustig (ol
onrustig) in het landhuisje aan het zee
strand lunchen en keeren terug naar de
kazerne te Ditch water.
Aangezien Lily Gansenhurst het nieuws
van haar verloving slechts aan „eenige
vriendinnen" had verteld, mocht met den
besten wil van de wereld niet veronder
steld worden, dat het nieuwtje niet binnen
vier en twintig uur tot in het uiterste hoek
je van Ditchwater bekend zou zijn.
Iedereen die in een provinciestadje ge
woond heeft, kan zich het opgewonden
gefluister en gemompel van de poorters
voorstellen, dat zich bijna met de snelheid
van de radio voortplant.
Een verloving is gemeen goed evenals een
sterfgeval (of eigenlijk meer, want sterven
moeten wij allen zeker, maar onzeker is
het, dat wij allen zullen „verloofd raken")
„Heb je 't nieuws van luitenant Somers
gehoord...? Heb je 't heusch nog niet ge
hoord?... Nu, hij is verloofd met dat meis
je van Gansenhurst"... Onmogelijk. Ik heb
altijd gedacht, dat hij met de dochter van
majoor Wynne-Pritchard... Van wien weet
je het?"... „Ik heb het van mevrouw Hume
gehoord. Zij zegt dat het meisje het haar
zelf verteld heeft en dat zij het alleen maar
aan „een paar vriendinnen" had gezegd"...
Maar de jonge man heeft gisteren nog met
ons getennist. Hij heeft er niets van gezegd.
Hij zag er heelemaal niet uit, dat het zoo
was Zouden wij hem nu moeten felici-
ren of niet?"
Bij den notaris werd het bericht wel ont
vangen, doch er werd niet over gesproken,
met bitterheid dachten de notaris en zijn
vrouw aan den jeugdigen officier, dien zij
als toekomstig schoonzoon zoo'n hartelijke
ontvangst bereid hadden. Op het „Witte
huis" had het nieuws bij de familie tot ee
nige verwarring aanleiding gegeven, want
het werd door den majoor vlakweg tegen
gesproken en een „garnizoenskletspraatje"
genoemdzelfs had hij er bij verklaard,
dat hij op grond van de meest betrouwba
re bronnen kon mededeelen, dat er niets van
aan was. Het „garnizoenskletspraatje" zoo
als hij het noemde wierp echter voor hem
en zijn vrouw wel eenig licht (echter zeer
weinig) op het gedrag van Nora. Opgewon
den en driftig van aard als zij was, had het
praatje over Somers en een ander meisje
haar jaloersch gemaakt.
Mevrouw Wynne-Pritchard was er rots
vast van overtuigd, dat Billy nooit naar
dat meisje had omgekeken, en daarom
sprak zij tegenover iedereen het praatje te
gen, dat de onschuldige Lily zelf in om
loop had gebracht.
De menschen wisten niet wat zij er van
gelooven of niet gelooven moesten. Het ge
valletje zou dan ook het publiek een tijd
lang bezig gehouden hebben, ware het niet
dat hun belangstelling voor een ander
nieuwtje in beslag werd genomen. Doch
dit was overstelpend nieuws en het had
geen betrekking op een gewone verloving,
noch op de driedubbele van Billy, maar
het ging iedereen aan; iederen man en
vrouw, welke maatschappelijke positie zij
ook bekleedden. In elk land waar de Brit-
sche vlag waaide had iedereen er belang
bij.
„Oorlog".
Onze geschiedenis heeft echter niets te
maken met de groote gebeurtenissen en
wapenfeiten van die wereldramp. Zij volgt
slechts eenige gebeurtenissen welke in dien
tijd van verschrikking voorvielen; kleine
gebeurtenissen welke hun loop hadden,
zooals een mug tijdens een hevige storm
onder het gebladerte der boomen danst.
Hier volgt het resultaat dat die algemeene
donderslag voor Billy Somers en voor
zijn diverse verlovingen opleverde.
(Wordt vervolgd.)