2e BLAD
Is de Landbouwsteun te hoog
ASPIRIN
wxyt deteorst" De grootere flacons zijn bij voortgezet gebruik voordeeliger
doetg. ■Ccipt/^iracU:
ZEEUWSCH NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 25 JANUARI 1935. No. 4
De indexcijfers bewijzen, dat
niet de landbouwsteun de
kosten van het levensonder
houd hoog houdt.
In de kringen der stedelijke bevolking is
eerst schuchter, later sterker critiek uitge
oefend op de landbouwpolitiek der Regee
ring. Strijk en zet wordt beweerd dan door
den steun aan land- en tuinbouw de kosten
van het levensonderhoud te hoog woeden.
En de conclusie is, dat het steunbedrag! ver
minderd moet worden.
De Voorzitter van de Amsterdamsche Ka
mer van Koophandel vond het een onding,
dat door middel van den steun producten
worden geteeld, die vernietigd moeten wor
den omdat er geen afzet voor is (tuinbouw)
'of wel beneden kostprijs moeten worden
uitgevoerd (boter, spek.)
In een dagblad lazen wij dezer dagen, dat
er een verstarring is gekomen in de daling
der groothandelsprijzen (een daling die noo-
dig is om tot de zoozeer gewenschte aan
passing op lager levensniveau te komen)
door de regeeringsmaatregelen voor diverse
bedrijfstakken, als contingenteering, prijs
regeling etc.
o—
Zij die zoo spreken hebben toch wel heel
weinig begrip van de beteekenis onzer bo
demproductie. Men beseft niet of wil
niet beseffen, dat de land- en tuinbouw het
fundameiit is, waarop de staathuishouding
berust omdat boer en tuinder met behuip
van de Natuur goederen werkelijk voort
brengen (graan, groenten uit zaad, melk en
boter uit veeteelt b.v.) in tegenstelling met
vele andere volksgroepen, wier arbeid alleen
een vervorming van het voortbrengsel is
(meubelen uit hout, brood uit graan, kaas
uit melk enz.)
Onze agrarische bedrijven zijn door het
afsnijden of inkrimpen van exportmogelijk
heden in verdrukking geraakt. Wat moet
daartegen gedaan worden? Wat de regee
ring terecht heeft gedaan: met steun op de
producten den boer en tuinder door de
crisis trachten heen te helpen, tegelijk met
een, strijd om het behoud van de markt en
een omvorming, saneering en inperking
waar zulks noodig is.
Dq bewering dat men de landerijen maar
braak moet laten liggen als er geen afzet
is, getuigt behalve van miskenning van de
economische positie van den land- en tuin
bouw van een grove miskenning der ver
diensten onzer plattelandsbevolking die
om slechts één voorbeeld te noemen
tijdens' den oorlog de stadsbevolking in het
leven moest houden.
o
Op de bewering dat de steun aan land- en
tuinbouw de kosten van het levensonder
houd hoog houdt is met cijfers veel af te
dingen. Wij hebben die cijfers in de volgen
de grafische voorstellen uitgedrukt:
145
100
140
90
75
69
85
B
D
G
Kolom B. geeft het peil der landarbei-
dersloonen, welke thans op 115 staan, het
geen in vergelijking met de laatste kolom
G, die de kosten van het levensonderhoud
(140) uitbeeldt, niet buitensporig hoog is.
De kolommen C.D.E. geven de indexcijfers
van de landbouw veeteelt en akker
bouwproducten.
Kolom F. tenslotte geeft het peil der te
genwoordige groothandelsprijzen, dat op
85<>/o staat.
-o-
Wat leeren deze cijfers ons? Allereerst,
dat de opbrengst der bodemproducten C.D.
en E. tot op heden, trots steun, slechts 75,
69 en 90o/o bedrageh van de prijzen, welke
in 1914 konden worden gemaakt. Alleen de
akkerbouwproducten met 90o/o komen bo
ven het gemiddelde percentage der groot
handelsprijzen uit.
Bij den eersten oogopslag is reeds zicht
baar hoe groot het gat is tusschen de kos
ten van het levensonderhoud en de op
brengst der bodemproducten. Dat wijst er
allereerst op, dat voor den landbouwer nog
lang geen sprake is van een rendabiliteit
van zijn bedrijf. Het verschil tusschen deze
kolommen, C.D.E. en G. loont duidelijk aan,
dat de landbouwer niet in staat is, in zijn
bedrijf het levensonderhoud te verdienen.
Want terecht wordt in de „Boerderij" opge
merkt, dat de belooning van den boer (het
zelfde geldt voor den tuinder) juist in de
laatste procenten van den prijs zit. Eerst
moeten van den opbrengst der producten
de bedrijfskosten worden betaald.
De toestand wordt voor den boer en
tuinder eerst weer gezond, als de geldelij
ke opbrengst zijner producten en diensten
tot 160 stijgen en daarbij tevens de prijzen
voor alle andere producten en diensten,
welke hij in zijn bestaan noodig: heeft we
derom op 100 komen. De kolommen C.D.E.
zouden' dus tot de lijn van 100 moeten stij
gen, die van B. (loonen) en G. (kosten le
vensonderhoud) tot de 100% lijn moeten
dalen. Dan is het evenwicht hersteld. Zoo
lang dat niet het geval is kan de landbouw
niet aan zijn lot worden overgelaten.
o
Het groote gat tusschen de kolommen C.
D E. aan den eenen kant en kolom G. aan
de andere zijde bewijst tevens de onjuist
heid van de bewering, dat de landbouw
steun de kosten van het levensonderhoud
hoog zou houden. Ten aarjzien van de vee-
•eeltproducten b.v. vormt de prijs van den
boer slechts de helft van de kleinhandels
prijzen (kosten levensonderhoud); de an
dere 50°/o dier kosten worden door andere
factoren veroorzaakt. Voor het afleggen van
den weg van producent naar consument
moeten evenveel kosten worden gemaakt
als de veehouder aan opbrengst ontvangt.
Voor landbouwproducten is het percentage
van de zuivere distributiekosten eveneens ab
surd hoog in verhouding tot de opbrengst.
De menschen, die op het oogenblik zoo
mopperen tegen steun aan land- en tuin
bouw zouden verstandiger doen hun aan
dacht te besteden aan den chaotischen toe
stand in het distributieproces, een chaos
bovendien, die grootendeels wordt teweeg
gebracht door wenschen en opvattingen van
de stadsbevolking zelve.
Wij beseffen, dat het een Hercules-taak
is, vereenvoudiging te brengen in deze dis
tributie. Maar zoolang de stadsbevolking
zonder morren voor de diensten van hen,
die het product uitsluitend verplaatsen, zul
ke prijsverhoogjngen torst, dient zij af te
blijven van den landbouwsteun, welke per
saldo een fractie van de opbrengst uit
maakt en zooals aangetoond den agra
riër nog geen sluitend bedrijf waarborgt.
o
Nog een bewijs, dat de landbouwsteun
niet de kosten van het levensonderhoud op
jaagt: voor een arbeidersgezin in Amster
dam waren de indexcijfers in September '34
voor voeding 123.6 en voor de overige uit
gaven 153.2 (basis 1910-1913 is 100). Het
indexcijfer voor landbouwproducten was
toen- 80. Ook de kosten dus, die niet door
den landbouwsteun werden beinvloed, wa
ren hoog, zelfs hooger dan de kosten van
voeding. Als men voor andere dingen dan
voedsel thans ruim ll/g maal zooveel kan
(of moet) uitgeven dan voor den oorlog,
mag toch niet worden volgehouden dat de
voeding, die 1,1/4 maal zooveel kost als
voor den oorlog, duur is als gevolg van
den steun, verleend aan een in nood ver-
keerende land- en tuinbouw.
DE ONTSMETTING VAN ZAAIZAAD.
Hoewel reeds veel over de ontsmetting
der zaaizaden is geschreven, zal' het toch
geen weelde zijn dit thans nog eens te doen,
In liet bijzonder geldt dit zeker wel voor
de voorjaarsuitzaai; nu de plannen hier
voor reeds worden gereed gemaakt, wil
len wij nog eens wijzen op de beteekenis der
zoo altijd noodige ontsmetting. De land
bouwer heeft nu het nog wintertijd is, ge-
legenneid over deze ontsmetting na te
denken. Want algemeen wordt de ontsmet
ting van granen en zaden nog lang niet uit
gevoerd, sommige streken zooals Gronin
gen maken hierop wel een uitzondering,
want hier wordt reeds lang algemeen ont
smet, zoo zou het ook in andere streken van
onsi land moeten zijn maar zoo ver zijn we
nog lang niet. Hoewel de Planten-ziekten-
kundigen Dienst bij herhaling wijst op de
groote beteekenis der ontsmetting schijnt
deze voorlichting voor sommigen nog niet
voldoende te zijn en wordt op ouden voet
voortgegaan, tot schade van hun bedrijf.
vrouw
weet echter oc
het product van vertrouwen.
Wij zouden willen aanraden, ontsmet
toch Uw zaad, de kosten zijn zoo gering,
terwijl de voordeelen groot kunnen zijn.
Vooral geldt dit voor lijnzaad, en omdat
men dit droog moet ontsmetten, zou het
nul reeds kunnen geschieden. De werkzaam-
heden op het bedrijf zijn nog gering zoodat
de ontsmetting reeds kan worden uitge
voerd. Wanneer vlaszaad niet wordt ont
smet, kan men wel zeker zijn dat de ge
volgen niet zullen uitblijven. Een sterke
aantasting van Botrytis zal in vele geval
len een slechte opkomst of het wegvallen
van de jonge kiemplanten tengevolge heb
ben.
Hoewel velen bij de uitzaai van vlaszaad
doordrongen zijn dat ontsmetting hierbij ze
ker niet mag worden nagelaten, zal het ook
noodig zijn voor andere zaaigranen, waar
door dan tevens meer bedrijfszekerheid
wordt verkregen.
Wij besluiten dus met de opmerking dat
ook a.s. voorjaar alles ontsmet worde uit
gezaaid, het blijlt steeds noodzakelijk.
Hebt gij, vriendelijke lezer, wel eens op
gemerkt welk een belangrijke plaats de
kleur in onze samenleving gaat innemen?
Wat is het eerste werk bij het oprichten
van een politieke partij? Het vaststellen van
de contributie en het kiezen van een kleur.
Echtscheidingen zijn het droevig gevolg
geweest van een verkeerde kleur, die bij het
bridgen uitgespeeld werd; brullende mas
sa's vullen de sportvelden getooid met de
kleuren van hun favorieten en in onze groo
te steden wordt het den voetganger groen
en geel voor de oogen van de roode taxi's
blauwe taxi's, groene taxi's enz. enz.
Uit Rotterdam bereikte ons "dezer dagen
het heugelijke bericht, dat we desgewenscht
ook muizen in onze woning kunnen krijgen,
Kolom A. geeft den basistoestand van '14,
dus gelijkgesteld met 100.
sCecAts
■mat
CUleen cU
?rUJ* de Priis ^an Akker's Abdijsiroop, met de van ouds bekende en beroemde genees
kracht weder teruggebracht lot de oude prijzen van vroeger! Deze aanmerkelijke
prijsverlaging maakt het zelfs thans iedereen mogelijk Akker's Abdijsiroop te koopen.
Als U dus wordt gekweld door een hardnekkigen hoest, benauwdheid op de borst,
bphn^ft niic tt pi,pen; verwaarlo,osde verkoudheid, griep, bronchitis of asthma, dan
Kh™U^feTu^e,^afrhouden Abdijsiroop te gebruiken. Houdt U dus aan dit
beproefde en niet schadelijke middel, zooals duizende
De verlaagde prijzen zijn
ïen dankbare gebruikers vóór U.
65 cent
3 dagen
gebruik
f 1.05
dagen
gebruik
f 1.75
12 dagen
gebruik
3.-
24 dagen
gebruik
"If* 9ebruik gebruik gebruik gebruik
QMer'sQklijsircèp