ONS JEUGDVERHAAL DE AVOitTUREN VAN ROBBIE CRUSOÈ. WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 18 DECEMBER 1931. No. 50. EEN LAGE STREEK. Er 'was een nieuwe voetbal noodig. Daarover was het 'bestuur van de voetbalclub het roef rend eens en er Werd een spoedvergadering uitgeschreven, Waarop de leden van de club met dit feit in kennis zouden worden gesteld. De vergadering Werd gehouden in de schuur van 'boer Goverts, Wiens zoon Japik, ijverig lid van de club, een der beste voetballers van het stadje Was. Goverts was daarom' niet Weinig trotsch op zijn jongen en daarom1 gaf hij gaarne zijn toestemming, wanneer zij hem vroegen van de schuur gébruik te mogen maf ken om er te vergaderen of om er de bezlttin" gen. van de vereeniging in Weg te bergen. Daar bevond zich behalve de zware gcalpalen, een groote kist, Waarin de club haar bal en andere wedstrijdbenooodigdheden, zooals seinvlag- getjes voor de grensrechters, Weg konden ber" gen. Het schijnt druk te zullen worden^ van" avond, zei Kees van Vliet de president. Met hoe vel en zijn We nu al? Zestien, luidde prompt het antwoord van Karei Terboom, die secretaris was en die dus de presentielijst bij te houden had. Telkens kwamen er weer nieuwe gasten de schuur binnenstappen, totdat eindelijk de voor" zitter boven op de Schatkist van de club' sprong en de vergadering opende. Leden van de club', begon hij, zooals jullie misschien zullen Weten wordt het meer dan tijd, dat Wij ons een nieuwe bal aanschaf fen. Maar daarmede zijn We nog niet klaar. Over een paar Weken moeten wij ook het veld opnieuw inhuren voor zes maanden, terwijl de goalpalen ook Weieens extra en grondig mogen worden nagezien en gerepareerd. Jaap Drielf" sma, onze keeper, verklaart tenminste, dat de vellen er bij hangen. Hoe je nou aan hout vellen kunt hebben begrijp ik wel niet erg goed, maar hij bedoelde in ieder geval dan toch te zeggen, dat een grondige reparatie of ver" nieuwing geen overbodige luxe zou zijn. "Welnu, leden van de club', voor al die zaken Is geld inoodig. Veel geld, meer geld dan Wij In kas hebben. Het bestuur heeft gisteren een vergadering gehouden en nu wilden Wij het" volgende voorstellen. "Wij moesten de Havik'ken uit Utrecht vragen, een Wedstrijd tegen ons te spelen. De vorige maal was de belangstelling voor die match zoo groot, dat onze kas tn één keer Weer heelemaal op orde kwam. Maar voor de overkomst van de Havikken is ook weer geld noodig. Nu kunnen Wij ook een wedstrijd uitschrij ven tegen O.V.C. hier uit de stad, wat natuur" lijk veel goedkooper is, maar Waarvan wij' niet verwachten, dat zij druk bezocht zal worden. Dus niet veel geld in 't laad je. "Wij zullen dus stemmen over een wedstrijd tegen de Havikken uit Utrecht of een match tegen O.V.C. l Kees van Vliet sprong van de kist en Karei Terboom liet een sigarenkistje rondgaan,/ waarin de stemmingspapiertjes waren. Hier en daar werd nog even fluisterend en snel be" raadslaagd door de leden onder elkaar. Daarop bereikte het sigarenkistje den secre" taris Weer en ditmaal waren de papiertjes wel" ke er zich in bevonden netjes opgerold of toegevouwen. Frank van Belt, de penningmeesT ter maakte de stembiljetjes open en las hardop wat daarop geschreven stond; Havikken' of O. V. C. Aan het einde der telling verklaarde de voor" Zitter met luider stem, dat met nagenoeg algemeene stemmen besloten was, tot de uit" noodiging van de Havikken uit Utrecht. Laten We hopen, dat we ditmaal net zoo" veel publiek krijgen als de vorige keer, be" sloot Kees, Want werkelijk onze penning" meester Frank van Belt heeft bijna grijze haren van het piekeren over onze financiën. De vergadering besloot met een driewerf „Hoera" voor E. D. N. zooals de clüb heette en ging druk pratend uit elkaar. Den daarop volgenden week' kwamen de Ha" vikken spelen. Zestien flinke jongens sprongen uit den trein op het perron, waar het bestuur van E.D.N. hen verwelkomde, op Frank van Belt de penningmeester na, die natuurlijk op eht veld aanwezig moest zijn „om op de dub' beitjes te passen" zooals Kees van Vliet het noemde. De opkomst van de zijde van het publiek overtrof de stoutste verwachtingen. Dat con" stateerden Kees van Vliet en Karei Terboom al dadelijk, toen zij op het veld aankwamen. Reuze! fluisterde Karei den president toe, het is voor de Havikken ook heel wat prettiger spelen Wanneer er wat vertier langs de lijnen is. Er zijin goede spelers bij, fluisterde "Kees terug, Wij zullen flink ons best moeten doen, willen wij niet ingemaakt worden. Paul Bromgèrs, een H.B.S er uit de vijfde klas, zou de 'wedstrijd leiden. Precies om half drie verzamelde hij de 'beide partijen in het veld, door enkele malen lang op zijn scheids" rechtersfluitje te blazen. Het publiek langs de kanten begon \t'è klappen als begroeting der spelers. Even Werd er geloot om de kant van het veld, de spelleider liep eenige stappen uit het midden. Weg, een korte fluitstoot en de wed" strijd Was begonnen Toen Paul Brongers voor de laatste maal zijin fluitje aan den mond had gebracht om met eenige langerekte tonen het einde van den wedstrijd kenbaar te maken, ging er langs de lijnen een luid gejuich op voor de E.D.N.ers, die met drie-twee uit den wedstrijd kwamen, als overwinnaars. De Havik'ken hadden werke" lijk hun uiterste best gedaan de gelijkmaker te plaatsen, maar de E.D.N ers hadden gespeeld „als duivels". Die laatste vergelijking was van 123. Freddy Vrijdag bad er td lang Maar verlangd, het eiland in kaart to brengen, en daarom ging hij op ven goeden dag naar het wrak, om een vei teek en papier te soeJcen. Hij voed wat hij noodig had ia de hut van den kapitein, eu braoht het mee naar het kamp. Toen ging hij aan het zoeken naar een potlood, en terw^l hij weg we*, gingen vier aardmannetjes er van door mot zijn b'ad papier. „Houdt u vast!" schreeuwde dé leeman Robbie en Topiy toe. Zoo gingen ze allen de aard mannetjes achterna, die niet stil stonden, voordat te Edwin de giraffe bereikt hadden. Een van hen rolde het papier daar ineen tot eet luisterhoorn voor Edwin om in te spreken. „Nu hoef je je kop niet zoo ver meer voorover te buigen oan met ons te praten," piepte het aardmannetje met den hoorn. „Oh, da's een heel goed idee", yond Kdwm „Ik heb zoo gauw. laat van eer nyven nek". voorzitter Kees, die hijgend het veld kwam af" strompelen. De captain der Havikken kwam met een uit' noodiging eens in Utrecht te komen spelen en Kees beloofde daarover zoo spoedig mogelijk bericht te zullen sturen. Daarop namen „de rijenden" vriendschappelijk afscheid. Dat er groote vreugde beerschte in de ge" lederen der E.D.N.ers behoeft zeker niet ver" teldte worden. Ook niet, dat de kas een flinke duw in de goede richting gemaakt had. Dienzelfden avond nog kwam het bestuur bij Fraink van Belt tezamen, om de verdienste na te gaan. Frank van Belt zou de centen en guldens tellen, Karei Terboom de dubbbeltjes en Kees van Vliet zou zich belasten met het verzame" len der kwartjes. Sjonge, riep Kees aan het einde der tel" ling verheugd uit, meer dan ik ooit zou he'bbben durven hopen. Nou Jaap krijgt züjln nieuwe goalpalen en wij koopen er dadelijk nog een nieuwe 'bal bij voor reserve Op dat oogenblik sloeg de torenklok negen uur. AI, schreeuwde de vooorzitter, ik smeer hem hoor, ik moet nog heel wat aan mijn huiswerk doen. Ga je mee zoover Karei? (Wbrdt vervolgd.) WINTERPRET. Met zijn beiden op de slee, Rrrt, den heuvel af. Sjonge, Wat 'n Vaart was dat! Beer staat er gansch van paf. De heuvel op gaat minder snel, Dan moet Anette trekken. Maar dat is goed voor spier en long En om bloed Weer op te wekken. Annette's Wangen Zien roserood, Door het Werken met de slee, Beer's oogjes glimmen van plezier, Al speelt hij dan niet mee. Al zegt hij al dien tijd geen woord, Op de slee achter Annet, Zoo'n morgen buiten vindt hij fijn! Hij houdt van Winterpret! Zijn muts hangt grappig op één oor., Zijn trui is dik en warm En dat hij vroolljk is gestemd, Dat zie je aan zijn arm. Hij denkt: —Hoera! Daar gaan we weer! - Ai, wat een vaart! Hoezeel Als 't morgen maar niet dooien gaat, Dan 'mag hij vast Weer mea ZOEKPLAATJE. Hier zie je Jantje Holland met het nieuwe boek, dat Sinterklaaas hem bracht. Hij geniet van de prentjes en Wijst ze een voor een aan, terwijl hij dan meteen de naam zegt van de heesten uit zijn Dierenboek. Ook staan er aar" dige rijmpjes geschreven bij de plaatjes. Moef der zal er hem straks ook nog uit voorlezen, want dat kan Janneman nog niet. Wie kan vinden, welk dier Jan op het oogenblik aan" wijst? DOOLHOF. Heb je er Wel eens over nagedacht, hoe vree" selijk druk St. Nioolaas het wel hebben moet op zijn verjaardag? Geen stad, geen dorpje in Holland dat hij over kan slaan. Gelukkig kent Piet ons land op zyn duimpje en als hij' eens op de aardrijkskundeles zou komen, haal" de hij Vast een tien. Toch gebeurt 't Wel eens, dat zelfs knappe Piet (San weg niet meer weet. Hij vertelde mij eens van een geval, waarbij de Sint en hij! op bezoek moesten aan een paar arme kinderen in de venen. Het had heel zwaar gesneeuwd efl gehageld. En het ergste was, dat de dooi daar" op vrijwel dadelijk was i/ngevallen, met het gé* volg, dat de diepe kuilen, waaruit men de turf stak, vol water stonden. Ja, stel je eens even voor, zei Piet dat was me geen appelepapl Ik wist niet hoe wij er komen zouden en de Sint keek ook nogal somber. En toen? vroeg ik nieuwsgierig. Dat raadt u nooit, lachte Pieterknecht. Wie lieten Schimmel, St. Nioolaas trouwe paard zijn eigen gang eens gaan. Ein Wat was 't gevolg? Dat we zonder één spatje nattigheid bè" houden en Wel bij het verlaten huis aankwa" men, zei Piet triomphantelijk. O, mijnheer Schimmel is een paard uit duizenden! Die heeft ons al heel Wat keertjes uit moeilijke gevallen gehaald! Dat was 't verhaal van Pieterknecht Wie van jullie is even knap als Schimmel? Het witte paard van den Sint? LEGPLAAT. Witar li St. Nioolaas nu? Die dat Weten wil, moet dese legkaart maar eens gaan maken! Zul Je er om denken? Eerst goed laten dro" gen en dan pas uitknippen. Noem ook vooral het karton niet te dik. i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1931 | | pagina 7