WEGELING's NIEUWSBLAD
St. Nicolaas-Nummer
DE
HEEREN BAAI
m
SINT NICOLAAS-PRIJSVRAAG
3e BLAD
verschaft tl wolken van genot.
DE VERRASSING.
„Hqo doet bij dat moeder?" vroeg KareL
UW ST. NICOLAASPAKKET
IS NIET VOLLEDIG,
WEGELING'S NIEWSBL'AiD VAN VRIJDAG 4 DECEMBER 1951 No. 48.
De gewoonte getrouw geven wij voor onze drukkerij ook dit jaar een prijsvraag
en stellen daarvoor 20 inooie prijzen beschikbaar.
De oplossing moet ook deze keer in de advertenties gezocht worden, zoodat
goed uitkijken noodig is.
In de advertenties staan letters op z'n kop, aldus: in z'n geheel 48 stuks.
Gevraagd wordt nu deze letters op te zoeken en er een bekende zin, die aan het
eind van het jaar van mond tot mond gaat, van samen te stellen. Deze zin begint
met het woordjeVOOR. Het begin is er dusnu ook de rest opzoeken.
De door ons beschikbaar gestelde prijzen zijn
Ie prljjs a Vulpenhouder (heeren of dames)
2e prijs s Plaat In lijst
3e—O© prijs a 60 Visitekaarten (bedrukt met naam) met Env.
Oe prijs a 1 Br lef bez waarder
lOe prijs a 1 luxe doos Postpapier
tie—20e prijs a Een prachtig Boekwerk.
(Runa, G. Schrijver, Anema, Carlsen e.a.)
Bij meerdere goede oplossingen beslist het lot.
De oplossingen kunnen in gesloten couvert tot 15 December aan onze bureaux of
bij de Agenten ingeleverd worden. Op de envelop vermelden„Prijsvraag Drukkerij
Wegeling". De uitslag wordt bekend gemaakt in het nummer van 18 December.
Zoo, nu aan den gang. De mooie prijzen lokken zeker tot meedoen aan.
DE UITGEVER.
Eenige dagen voor Sinterklaas zat mevrouw
vara. Dijk met haar beide kinderen, Peter en
Bep„ over Sint Nioolaas te praten.
„Mama, waar woont Sinterklaas toch?" vroeg
de kleine Bep.
„Herinner je je dat niet meer uit het pren.
tenboek, dat je verleden jaar gekregen hebt?",
vroeg moeder op haar beurt*
„O, ja, in Spanje".
„Zie je dat je het wel weet, als je even na
denkt Maar eigenlijk moet het Portugal
zijn. Hij 'woonde in het kleine plaatsje My ra,
dicht 'bij Coimbra, in Portugal gelegen, Waar
hij bisschop was. De groote liefdadigheid van
den goeden Sint Werd over de geheele wereld
bekend. Zelfs in Rusland nam men hem tot
schutspatroon aan. Hij stierf in het jaar 342.
maar op zijn naamdag, den zesden December,
komt hij terug om bij arme menschen en
lieve kinderen geschenken te brengen".
„"Wiel, hij stapt met zijn paard en zijn knecht,
zWarte Piet, op een wolk en komt zoo in
Myra. Dan gaat hij naar Spanje en neemt de
boot naar Nederland, snap je?"
Karei begreep het natuurlijk direct, maar hij
Wilde ook weten waarom de knecht van Sin
terklaas zWart is. Moeder legde het hem uit.
„Je zult later, Wanneer je wat verder mei
je geschiedenis bent, leeren dat Spanje een
tijdlang door de Mooren bezet Werd, die waren
zoo zWart als roet. Maar de Spanjaarden heb
ben later hun land weer teruggenomen en een
groot aantal Mooren bleef in gevangenschap
achter. "Wlie een gevangene als knecht wilde
hébben, had het maar voor het zeggen. Sint
Nicolaas gevoelde medelijden met de arme
menschen en in het bijzonder met den neef
van den Moorenkoning. Hij vroeg of de jon.
gen met hem mee naar huis wilde gaan. Non,
je kunt begrijpen dat de jongen dit aanbod mei
beide handen in dankbaarheid aangreep; De
jongen kreeg nu een goed leventje bij den bis"
schop. Hij kreeg een mooi pakje, lekker eten
en drinken en werd vriendelijk behandeld, be.
hoefde alleen een beetje schrijfwerk te ver.
richten en den reiszak te dragen wanneer de
Sint op reis ging."
„En denkt u dat hij dit jaar ook weer bSj
ons komt, mammie?"
„Ik Weet het heusch niet, Karei! Sinterklaas
heeft het heel erg druk en daarom slaat hij
wel eens een enkel keertje over. Dan gaat hij
naar andere kinderen, die een vorig jaar geen
beurt hebben gehad. Hij is heel eerlijk."
„Hé, Wat zou het jammer zijn als hij ons
ditmaal vergat. Maar Wij zullen toch onze
schoenen met een beetje hooi voor het paard
onder den schoorsteen zetten. Misschien doet
hij er toch wel iets in, al heeft hij haast."
„Ja, dat mogen jullie in geen geval vergeten.
Dat zou Sinterklaas heel ondankbaar vinden en
hij heeft een hekel aan ondankbare kinderen.
Wanneer hij nu ziet dat je zÜjln paard wilt latera
smullen, zal hij 'wel wat lekkers in je schoenen
stoppen."
Na de laatste woorden tuurde mevrouw van
Dijk naar buiten. Ze dacht aan vorige jaren,
toen haar man nog een goede betrekking had.
Ruim een half jaar geleden was hij plotseling
ontslagen en moesten zij heel zuinig gaan leven.
Zij Waren genoodzaakt geweest eén veel goed.
als O er niet zoo'n fraaie ImJt Oud-Zilveren
labakstrommel hebt bijgevoegd.
Deze trommel is gevuld met een half pond zachte,
geurige DE Echte Friesche Heeren-Baai. Een
merk, dat iedere rooker weet te waardeeren,
Uw winkelier heeft ze in voorraad vanaf 65 d
per half pond.
ECHTE FRIESCHE
20-50CT. PER ONS
B55
ksoopere Woning te betrekken en mevrouw
moest alle werk in het huishouden zelf doen,
anders zou het opgespaarde geld, waarvan zij
nu leefden, te spoedig op zijn. Het was haar
man nog niet gelukt om een andere betrekking
te 'krijgen en de toekomst zag er weinig hoop
vol uit, Want ook op andere kantoren werden
vele menschen ontslagen. Haar oogen keken
wat vroolijker toen zij hem de straat over zag
steken. De heer van Dijk was even naar het
postkantoor g eweest. Hij stapte binnen, groette
Vrouw en kinderen en zei:
„Je raadt nooit Wien Ik ontmoet heb."
Mevrouw inoemde allerlei namen op, doch
het Was telkens mis. Tenslotte sprak de heer
van Dijk: „Je raadt het toch niet vrouwtje,
daarom zal ik het je maar vertellen. Ik heb
mijn ouden vriend Boffinga teruggezien. Je
Weet dat hij naar Indiê ging, even voordat wij
trouwden. Hij is nu met verlof naar Nederland
gekomen en hoopt ons binnenkort te bezoeken.
Altijd nog even eenvoudig, alhoewel hij veel
geld verdient. Dat zie je niet dikwijls meer te
genwoordig."
„Wat toevallig, zoo'n ontmoetingI Hij Wlas
een van je beste vrienden, nietwaar?".
„Ja en dat blijkt ook nu alweer, want toen
ik hem van mijn ontslag vertelde en van onze
moeilijkheden,, zei hij: „Soeda, ik weet wie jij
bent e nik zal onmiddellijk zien of ik iets
voor je doen kan. Ik héb veel kennissen in In-
dië. Zou je zin hebben om den grooten haring
vijver over te steken?" Ik heb hem hartelijk
bedankt en gezegd dat ik geen bezwaar had om
naar de Koloniën te gaan, mits .jij er geen be
zwaar tegen had. Hoe denk je erover?"
„Het schijnt in Indië nog zoo kwaad niet te
zijn en als Wij daar nu een goed bestaan kon
den krijgen, zou ik er natuurlijk niets op tegen
hebben."
„Bravo, zoo mag ik het hoorenl Jij bent
een dappere vrouw. Maar er zal nog veel tijd
verloopen voordat de brieven op hun bestem'-
ming zijn en wij antwoord ontvangen."
„Dat geeft niet. Je hebt hier immers maan
denlang vergeefsche moeite gedaan. Doorvoor,
spraak krijg je in den regel een betere betrek
king.'"
„Wij zlillen maar afwachten", zei mijnheer
vaii Dijk, „ik hoop dat het lukt."
Het goede nieuws stemde ieder in de familie
vroolijker. Karei vroeg onmiddellijk of de kin
deren in Indië alleen in hun zwempakje loc*,
pen, Waarop vader antwoordde dat het er wel
warm is, doch dat de menschen en ook da kin
deren er bijna eender gekleed gaan als hie. Al.
lea draagt men er bij voorkeur lichte en witte
kleeren.
Met dit goede nieuws voor oogen naderde de
erjaaraag van Sinterklaas. De kinderen waren
vo rtdurend in spanning. De vijfde December
kWam -en dien avond mochten zij altijd wat
langer opblijven dan gewoonlijk. "Er werden
enkele gezelschapsspelletjes gedaan en bij de
thee verdeelde moeder een groote boterllefy.
ter1. De avond ging eigenlijk veel te gauw om.
Het sloeg elf uur en nu moesten zij toch
heusch naar bed. Karei, die al in de derde klas
zat, ging alleen-' naar boven toen hij zijn ou
ders en zusje goedennacht gewenscht had. Hij*
had een kamer met een schoorsteen en zette
zijn schoen vol hooi daaronder neer. Jopie
sliep in een klein zijkamertje en zij zette haar
schoen onder den schoorsteen in de keuken,
omdat in de huiskamer de kachel stond en de
schoorsteen in de keuken niet wierd gebruikt.
Vermoeid door het lange opblijven vielen
hun oogleden spoedig toe en droomden zij van
Sint Nicolaas' en zijn knecht. Jopie wist ei*
's morgens niets meer van,, maar Karei her_
innerde zich duidelijk dat hij met den Sint
een eindje over de daken mocht meerijden.
Dat Was fijn geweest, want hij had heel ver
over de stad kunnen zien, net zooals laatst
toen hij met vader op een kerktoren had ge
staan.
Tot hun groote verbazing vonden zij in
hun schoenen een suikerhart en een pakje
chocoladeletters, waarvan zij hun namen kon
den leggen. Karei zag nog enkele pakjes op
tafel. Uit een daarvan kwam een kaart figuur"
zaaggereedschap te voorschijn, uit een ande
re: een leesboek,, een verfdoos, een school"
tasch en twee kleurboeken.
Jopie pakte een paar mooie pantoffeltjes
uit, een 'borduurdoos, twee prentenboeken,
een flesch eau de cologne en een doos snoe"
zige zakdoekjes. Wat waren zij blij 1 Zij kwa
men zingende de kamer binnen: Dank u Sin
terklaas! en lieten hun ouders de nieuW ver
worven schatten bewonderen. Vader en moe.
der keken elkaar vergenoegd aan. Zij voelden
zich gelukkig door de opgetogenheid hunner
kinderen.
Na het ontbijt zat Karei voor het raam
te lezen. Plotseling hoorde hij een vreemd la
waai. Hij keek naar buiten en zag een troepje
schamel aangekleede kinderen die zich pot
sierlijk hadden aangekleed. Hun gezichten wa
ren achter mombakkessen verscholen en zij
maakten een duivelsch lawaai door twee deb
iels van pannen tegen elkaar aan te slaan,
waar'-ij zij het liedje zongen:
Ik heb zoo lang met den rommelpot ga.
loopen,
ik heb geen geld om brood te koopera,
Roin m el pot t erijromm el pot terlj
reef mij een oortje dan ga ik voorbijl
Twee jongens belden aan de huizen, in de
hoop iets te krijgen. Karei liep snel naar de
deur en stopte den jongm een kwartje in de
hand, dat hij nog van Zijn zakgeld had over.
gehouden.
„Koop d'r maar wat voor!" zei hij tot den
jongen, die hem verbaasd aanstaarde. Nauwe
lijks b ad Karei de deur gesloten of zijn va
der stapte den gang in. Hij vroeg wie er was
en Karei vertelde een beetje verlegen dat hij
een armen jongen Wat geld had gegeven. Vader
zei niets, doch hij streek hem alleen even door
de haren. Moeder, die eveneens op het gebel
was komen toeloopen, zei, torn zij het verhaal
had gel voord tegen de kleine Jopie dat zij de
jongens nog wat speculaas achterna moest
brengen.
„Die stakkerds krijgen bijna nooit iets lek.
kers", zei moeder. „Hier voor ieder drie".
Toen de speculaas werd rondgedeeld, ging
er een klein hoera'tje op en onmiddellijk beu
sloot de leider der „muzikantera" om een
extra mopje te geven.
Nauwelijks waren de vroolijke klanten -eera
andere straat ingegaan of daar kwam een rij'.
tuig aangereden dat voor de deur stil stond.
En Wie stapte daar uit? Jullie zult het wel
geraden hebben: Sinterklaas. Zwarte Piet deed
het portier achter Sinterklaas dicht en volgde
met een groot pak zijn meester naar binnen.
Toen de Sint uit het rijtuig stapte hadden
Karei en Jopie hun neuzen b'ijna plat geduwd
tegen het vepster en zij hadden wol kunnen
trappelen van vreugde.
i „Waar zijn de twee kindertjes, mevrouw?"
vroeg Sinterklaas aan mevrouw van Dijk, dia
open had gedaan. „Zijn zij: nogal gehoorzaam
geweest dit jaar?"
„Zij zijn in de huiskamer, Sinterklaas", zei
moeder. „Over 'hun gedrag hebben wij niet
te klagen gehad. Nu ja, zij zijn wel eens een
enkel keertje stout geweest, maar is dat niet
ieder kind?"
„Gezonde kinderen mogen best eens stout
zijn", zei Sinterklaas glimlachend en volgde
mevroulw naar de huiskamer. Hij droeg een
mantel van rood fluweel, met goud bestikt,
iin de rechterhand hield hij met waardigheid
een prachtige staf.
Vader trad hem het eerst tegemoet.
„Dag mij<nheer van Dijk", zei Sinterklaas en
gaf vader een hand. „Ik kom eens zien hoe
het 'met d ekraderen gaat. Uw vrouw vertelde
mij al dat zij geen reden had tot klagen. Zij
passen dus goed op, dat doet mij genoegen.
Toen Wendde hij zich tot de kinderera en gaf
hen heiden een hand.
„Dag Karei, dag Jopie".
„Dag Sinterklaas".
Toen zei Sinterklaas glimlachend:
„Nu zal ik eens iets voor jullie over den
groind strooien, waarvan je veel houdt. Ieder
fcioet er Zooveel mogelijk van oprapen, er
mag niets blijven liggen".
Sinterklaas stak zijn hand In den zak van
zijn mantel en het volgende oogenblik rolde
er allerlei lekkers over den vloer: noten, tof
fee's, bonbons, ulevellen, etc., alles in keurig
papier verpakt. Hij strooide vier keer en de
kinderen grabbelden dat het een lust was.,
maar toen zij opkeken, Was Sinterklaas ver
dwenen.
,,Waar is hij nu ineens?" vroeg Karei ver
baasd.
,,Kijk maar gauw naar buiten, dan zie je
hem misschien nog wel", antwoordde vader.
De kinderen vlogen naar het raam, doch
zagen het rijtuig reeds een heel eind verder
in de straat.
„Wat jammer dat Sint Nioolaas zoo'n haast
heeft", zei Jopie. „Had hij zoo weinig tijd?"
„Ja, hij had Jfeel Aveinig tijd. want hij
moest nog bij veel kinderen op bezoek. Als
hij lang b'ij jullie bleef, zou hij anderen moeten
overslaan en dat zou je toch niet willen?"