A
ONS JEUGDVERHAAL
DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOE.
a 0
WEGÊLING'S NIEUWSBLAD VAN TOTHPA0 4 DECEMBER 1031 No. 4*.
DE RIJKSDAALDER
Zwaaiend met zijn boekent&sch liep Bert
Tenoort langs de Singel. Kaal stonden de
woman langs den kant van het water, en een
■ouden 'wind kwam recht op hem san. De
ucht was grauw en grijs en hoewel het nauwe.
jks kwart over vieren was, begon het al te
lonkeren. Een echte «ombere Hollandsche na.
aiddag was 't.
Op Bert echter scheer, al dat triestige geen
'at te hebban. HJj had de kraag van zijn jeki
er opgeslagen zoodat de wind niet al te veel
rrÜ spel zou hebben in zijn hals en vroolijk
Guit d i. ipte Bürt voort, om zoo nu en dan
oen Iosük -ntfe kiezel «teen, die er liern ais het
vart toe uitnoodigde, met een „reuze kei"
het 'water in te trappen. Dat dit spelletje nu
juist niet erg bevorderlijk voor Zijn schoenen
•ou rijn, daar dacht Bert op dat oogenblik
heelemaal niet aan.
Neen, zijn hoofd zat vol mot allerlei gedach.
e»n en bedenksels voor de komende 3t. Nico.
aasdagen. De „groote" geschenken had hij
il gekocht en nu zaten er in Zijn spaarpot nog
wat dubbeltjes en kwartjes voor surprises.
Wat «Jou hjj nu eens voor Moeder kunnen be.
denken? Het vorige jaar had hij een groote
pa ardenpeen uitgehold en daar in het voor
haar bestemde cadeau ingedaan. Wat hadden
zij een plezier gehad, toen moeder daar Ineens
cnet een keurig geschrapte® peen ln haar han.
den gezeten had. Dat hij uitgehold was, had ze
zoo gauw niet gezien.
Ik geloof, had moeder gezegd, dat de
Sint mij dit jaar eens voor het lapje wil hou.
den. Schudt er eens mee,, riep vader.
Wat is dat, had moeder toen verbaasd
uitgeroepen, \h et is net, of er iets in de peen
heen en weer rolt Zij deed het blauwe strikje
dat om de peen beenzat los en toen viel die
ln twee helften in haar schoot, met het pakje,
dat er in verborgen gezeten had.
0! Dat verbaasde gezicht, dat moeder toen
getrokken hadl Bert moest er nog om lachen
als hij er aan dacht
Wat zou hij dit jaar nu eens bedenken
Intussche® "was Bert de Singel afgeloopen
en sloeg de straat in, die naar de markt voesr
de. Plotseling om een hoek, hoorde hij druk
voetgeklepper en vlak voor hem stak een
lange rij kinderen de straat over. Zijl Pepera
zwijgend,, twee aan twee, met bedrukte ge.
zichtjes voor zich uitziend B«rt bleef staan,
om' de troep te latert passeeren Ket was wer
kelijk niet de eerste keer, dat haj ze zag. Het
waren de kinderen uit „Het Gesticht". Kinda.
ren van 'wie de ouders zoo arm warm, dat zij
niet voor hen konden zorgen. Natuurlijk had
de Vereeniging, die zich het lot van deze kleine
armen aantrok, een heel anderen naam, maar
in het stadje, waar Bert woonde, noemde men
het groote deftige huls, Waarin de kleintjes
woonden en leerden, nooit anders dan „Het
Gesticht". Zij hadden een eenvoudig blauw
pakje aan, allemaal hetzelfde. De me gkes droe"
gen blauwe jurken, van hetzelfde blauwe goed,
maar h adden dan ook nog een donker wollen
schortje voor.
Misschien kwam het door het verdrietige
Weer, misschien kwam het, omdat Bert zelf
zoo vroolijk gestemd was, maar ineens was het
hem, of hij de kleuters nu eerst eens héél
goed zag. Toen ze voorbij waren, bemerkte
Bert, dat zijn prettige stemming weg was. Tel.
kens moest hij aan de lange rij met de Zwij-
gende kinderen denken. Aan de gezichtjes, die-
langs hem heen waren gegaan en de oogera,
waarvan het was, of ze niets zagen, wat hun
belangstelling hebben kon.
"Wat vervelend, bedacht ËQ boos, dat
ik ze nu juist tegen moest komen. Hij was
juist in zulke prettige en vroolijke gedachten
verdiept oyer St. Nicolaas.;.
St. Nicolaas! bedacht hij toen met een
schok. Zou die in „Het Gesticht" ook rijden?
Zou daar ook feest zijn en plezier en gelach?
Hij probeerde zich zelf voor te stellen, hoe
het hem te moede zou zijn, als hij geweest was
als eon van die kinderen uft „Het Gesticht".
Zelfs, al zouden zij cadeautjes krijgen en mar.
sepiju en chocolade en dampende anijsmelk,
dan zouden die geschenken worden ontvangen
en opengemaakt, zonder dat hun ouders er bij
zouden zijn en ook hun oudere broers en zus
ters nietBedrukt en stil kwam Bert thuis*
De gedachte aan de feest.avond van de Ge
stichts kinderen ging niet van hem weg.
Hij was zoo ongewoon stil aan tafel, dat
Moeder zich ongerust begon te maken en infor.
Ineerde, of er misschien wat gebeurd was.
Op school of zoo?
Welnee, moeder, zei Bert en hij trachtte
zijn stem zoo opgewekt mogelijk te laten klin
ken.
Na het avondmaal nam hij een boek en
school er mee weg op zijn lievelingsplekje
\naast de kachel. Het boeiende verhaal had
hemigauW te pakken en gretig vloog hij langs
de regels.
Toen hoorde hij vader iets voorlezen uit de
courant. Bert schrok op, het begon met den
langen naam van de vereeniging uit het defti.
ge grijze huis, dat men anders meer gewoon
„Het Gesticht" noemde. Het bestuur van de
vereeniging riep de stadgenooten op tot het
schenken van geldelijke bijdragen voor het op
handen zijnde feest van St. Nico laas. Bert luis
terde ernstig naar hetgeen zijn vader voorlas.
Arme kleintjes, zei Bert's Moeder zacht,
konden We maar iets voor hen bedenken.
Ja, mompelde de heer Tervoort, ik
denk ook al aan een fancy-fair of een collecte
of zooiets.
Toen kreeg Bert het idee!
Den daarop volgenden ochtend, sprak hij er
over 'met mijnheer Boor,mans. Mijnheer Boort
mans was namelijk een zeer musikaal mensch,
121.
Freddy Vrijdag wem aan hel «oa
ken in zijn menage**© naar Füp-
pity Flop, maar hij hem heten
nergens vinden.
„Flippity Flop li weg", «ei hij
tot Robbie en Topey. „Wil jattm
langt het «trand gaara «oeke», oi
je 'm vindt f"
De kinderen saoertoe een bed
eind loopea m de gloeiende aoo,
voordat ee den kameel vonden,
maar tenslotte sagen m 'm dan
toch.
„O, wat zijn asifn roeten moe
«n warm", «rI Topty. >.,L*ten we
onze schoenen «ra konten uittrek
ken en met onze voeten in dit vij
vertje gaan ratten.*
Robbie en Topsy hadden niel
veel tijd noodig om hun schoenen
en kousen achter een rots uit te
trekken, en ze liepen vlug terug
om fijn te kunnen pootjes baden.
Toen ze het vijvertje bereikten,
was daar nog net genoeg water in
om een vlieg te laten verdrinken.
„De zon heeft alles opge
droogd I", riep Robbie apijtig uit.
„Dat kan de zon zoo gauw niet
gedaan hebben," zei Topay. „Neen,
't ia Flippity Flop, die zijn dorst
geteeeht heeft 1"
die zelf uitstekend piano speelde en daarbij
verschillende liederen gecomponeerd had, die
hij door de jongens en meisjes van zijn school,
aan. Svie hij zangles gaf, liet zingen. Onder zijn
leiding was er een uitstekend kinderkoor ge
vormd, dat reeds meermalen uitvoeringen ge
geven had en dat daarbij een zeer groot succes
oogstte. Nu was het Bert's idee, dat het kinder,
koor een special en zang ja vond zou aankondigen
waarvan de opbrengst ten bate zou komen van
het St. Nioolaasfeest van de kinderen uit Het
Gesticht.
Mijnheer Boortmans toonde zich dadelijk ten
zeerste met het plan ingenomen en beloofde
onmiddellijk het noodige te zullen doen, om
de zangavond zoo spoedig mogelijk, te doen
plaats hébben. v
Als er nu maar genoeg menscben zouden
komen, dacht Bert, de St. Nicolaastijd was nu
juist niet het geschikte oogenblik om menschen
tot een verzamelen in de een of andere zaal te
noopen.
Daarop kreeg hij het denkbeeld, de menschen
te gaan opzoeken. Als nu de beste zangers on
der leiding van mijnheer Boortmans eens op
de verschillende punten der stad een kleine
uitvoering gaven op straat, dan zouden de
menschen -er niet speciaal op „uit" hoeven en
toch gelegenheid hébben hun offervaardigheid
te toonen.
(Wbrdt volgende week vervolgd.)
- -»
'V f I
oP A
f
MB
ïM
00
BOODSCHAPPEN DOEN.
Ilé Moes, mag ik die boodschap doen?
Hier aan mijn arm, kijk -maar Moes,
Vleit Lies je met verlangen.
Heb ik al 't mandje hangen.
Moeder kijkt haar ernstig aan,
Van 't hoofd tot aan de voelen.
't Is een heele lijst kindlief,
Je zult veel onthouden moeten..,
Maar kom aan, je mag het doen,
Zet gauw je mutsje op,
Hier in het beursje zit 't geld,
Kijk uit op straat, hoor Popi
Wat doet ze alles vlug en netl
Wat trotsch zal Meoder zijn
Op haar kleine knappe meid,
Die gauw heel „groot" wil zijn.
ZOEKPLAATJE.
LEGPLAAT.
^![!ü."e£
l»25l«|
V.
Ms je deze legp^at afhebt, zul je het por
tret hebben van iemand die je heel goed zult
kennen. Ik geloof, dat er geen Hollandsch
meisje of jongetie zijn zal, die biet uit zal
■roepen: O, is hij 'tl
Tracht maar goode vrienden te blijven met
deze bekende onbekende, want als hij boos op
je 'wordt, dan is dat niet voor de poesl
PUZLLE.
De goede Sint is op weg naar een van zijn
vele vriendjes.
Wlie Weet nu wat hij hem brengen gaat?
St. Nioolaas heeft het geschenk bij xich-
Waar is het en wat is het?
Het 'was d''inker geworden en de dappere
vliegenier die op Weg was naar Spanje, om al
:1c verlanglijstjes aan Sint Nicolaas te brengen,
raakte bijna verdwaald.
Eindelijk zag hlij in de verte de duizend©
lichtjes schitteren van een stad ver beneden
hem. Hij daalde een beetje en na eenigen
tijd lnoven de helverlichte pleinen en straten
gecirkeld te hebben, Wist hij opeens waar hij
was en hoe de groote stad heette.
Zijn jullie er nieuwsgierig naar?
Dan moet je de groote booglamp-lichten
lie op verschil lende, pleinen staan eens met
elkaar verbinden. Dan zul je heel duidelijk
de naam van de stad voor je zien staan.
Het heste is een stukje krijt te gebruilflea
ervoor of anders een kleurpotlood uit je
kleurdoos. Geel bijvoorbeeld zal ook uitstekend
voldoen.