Draag en Aanbod Ie BLAD V I C E-V E R S A Van Week tot Week Vacantie In Uw koffer of fietstasch PUROL 37e JAARGANG VRIJDAG 24 JULI 1931 DRUKKERIJ H. WEGEL1NQ VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. ADVERTENTIEPRIJS 20 CENT RER REGEL INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT CONTRACTEN SPEC. TARIEF WEEKBLAD VOOR WALCHEREN ABONNEMENTSPRIJS 40 CENT PER 3 MAANDEN FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT No. 29 DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. Uitgave H. Wegt ling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vlissingen. BijkantoorDrukk. De lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg Dit nummer 8 pagina's (Wbrdt vervolgd.) Ook op het gebied van Kantoor- en Schrijf behoeften zijn wij goed en goedkoop I Wegeling sïïieurvsblad Wij zorgen voor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst in prijs BINNENLAND. De betrekkingen tusschen Nederland en België.. Havent arieven. Een standbeeld voor een Nederlander in Japan. Neder - landsche politie in Vincenes. Staking in de cartonindustrie. Onthulling Kop- pelstock-monument. Drama op Ame land. De Markenkwestie in Nederland. In den Belgischen Senaat zijn de Nederland- sche-Belgische betrekkingen ter sprake geko men in verband met .de (gegronde) geruchten omtrent het nieuwe Nederlandsche-Belgische verdrag dat in de maak is. Minister Hijmans heeft geen geheimen verraden; officieel is er dus nog niets beeknd. Maar het Belgische con servatieve senaatslid Sogers heeft een lange rede gehouden/ die misschien Wel de ziens wijze der regeering weergeeft. Hij zeide om. het volgende: „De groole mogendheden hebben ons toegestaan voorlaan van Antwerpen een oor logshaven te maken. Anderzijds ontzegt Neder land ons in oorlogstijd de doorvaart op de Schelde. België beschikt dus in geval van oor log alleen maar over de Belgische kust of practïsch gesproken over Zeebrugge. België rnoet van zijn territoriale wlateren gebruik kun nen maken. Deze Wateren strekken zich uit tot op een afstand van drie mijl der kustlijn en omvat dus een groot deel der "Wielingen. Van onze souvereiniteit van deze vaargeul kunnen Wij geen afstand doenVan een waterweg, loopende door het Hellegat, wilde de heer Segers niet weten. "Het feit, dat Willemstad als eindpunt van het Kanaal zou worden aan vaard", aldus de Belgische minister van Staat, „is reeds een Belgische concessie, daar dit punt op 10 K.M. is gelegen op de plaats, welke wij wenschen te bereiken. Wij moeten onze positie op den Rijn handhaven. Deze positie wordt bedreigd door de huidige vrachtprijzén en door de onveiligheid der Nederlandsche binnenwateren. Het is ons niet te doen, de Nederlandsche havens te •benadeelen. Zelfs wanneer het Kanaal er zou zijin, blijft Rotter dam zijn voorsprong van 15 uur scheepvaart op Antwerpen behoudenTrouwens, Rotter dam en Antwerpen zijn twee zeer verschillende havens. Rotterdam is voor 80 pCt. transitoha ven, Antwerpen is dit slechts voor 40 pCt. Antwerpen is vooral een stukgoederenhaven, Rotterdam is meer een haven voor het trans port van massagoederen". Tenslotte achtte de heer Segers economische toenadering tusschen Nederland en België zeer goed mogelijk en sprak den Wensch uit deze zoo spoedig moge lijk tot stand te zien komen. Wij moeten onze positie op den Rijd hand haven en Nederland natuurlijk niet minder. Daarom krijgt de strijd, Welke op het oogen- j blik in Rotterdam geoverd Wordt tegen, het I gemeenlebetsuur een. bijzondere beteekenis. Men j luistere naar de volgende Weeklacht van de j „Haagsche Post", het blad dat zich in het bij- j zonder voor het cëval interesseert: „Indien het I waar is", zoo lezen wij, „dat ieder volk de re- geering heeft die het verdient, moeten, wij ons j toch afvragen welk kwaad de burgers van Rot- I terdam toch hebben gedaanDe haven van Rotterdam is danig aan het verloopen. Al is het massa vervoer, de ongunstige lijden in aan merking genomen, nog tamelijk bevredigend, met het stukgoederen vervoer gaat het aanhou dend bergafwaartsTot de keien der kade muren schreeuwen het uit: de Rotterdamsche i haven is te duur. Met leede oogen moeten de I Rotterdammers het aanzien, dat steeds meer i' lijnbooten de Rotterdamsche haven vermijden, om de goedkoope buurhavens te begunstigen!. En het blad vraagt dan: „Zal men den Vrij- i heidsbond het succes gunnen, dat de leuze waarop deze de kiezers ter stembus heeft ge roepen (verlaging haventarieven), ook inder daad in daden worden omgezet?" Waarop zijn pessimistisch antwoord is: „DAT NOOIT. I Liever geen enkel schip meer in de haven van Rotterdam, dan dééraan mede te werken .hetgeen we echter niet willen geloovem. De Japanners hebben het plan in hun land een standbeeld op te richten ter eere van dien Hollandschen ingenieur van Doorn, die van 1872 tot 1880 zich aldaar verdienstelijk heeft gemaakt. De heer van Doorn, die in 1906 in Amsterdam is overleden was werkzaam als j hoofdingenieur van den Japanschen waterstaat en heeft in Japan den dienst, belast met het doen van opnemingen en "waarnemingen langs j de rivieren, die verbeterd moesten worden, ge- i organiseerd. In een der rivieren Werd de eerste krib op Hollandsche manier gemaakt. Dat men den kranigen Hollander na zijn dood nog zoo lang zou eeren, zal hij waarschijnlijk wel niet gedacht hebben. Er schijnen wel maatregelen genomen te 'worden, waardoor het feitelijk onmogelijk 'wordt, onze Koloniale afdeeling ten tweede male een prooi der vlammen wordt. Voor brandstichting behoeven Wij tenminste niet bang meer te zijn. De Oud-hoofdcommissa!ris van politie te Semarang is belast met de bewa king der Nederlandsche eigendommen en het tentoonstellingscomité heeft den heer Ruempol de volle vrijheid gelaten, die maatregelen te treffen welke hij in het belang van een af doende veiligheid noodig acht. Het was wel noodig ook. Want uit de vele vragen, Welke hel Ned. Tentoonstellimgscomité te beantwoorden had, bleek wel, dat de inzenders eenigszjins bar^f Waren geworden. In Groningen duurt de staking in carton industrie, die vele machtige machines tot stil stand bracht en eenige duizenden arbeiders aan het leger der Werkeloozen toevoegde, on verminderd voort. De pogingen van. den rijks- bemiddelaar om den vrede te herstellen heb ben schipbreuk geleden en het gaat nu hard tegen hard,tot het voor beide partijen hittere einde. In Den Briel Wetrd onder groote belang stelling door den commissaris der Koningin in Zuid-Holland onthuld een monument ter na- Een heerlijke tijd van ontspanning en dit vooral wanneer gij weet gewapend te zijn tegen doorzitten, zonnebrand, smetten en stukloopen, omdat aanwezig is een doos of tube van de heerlijk verzachtende en genezende In doozen van 3060-90 ct. Tube 80 ct. Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten gedachtenis vam dein oins allen bekenden Jan Koppestock. Van heiinde en ver waren sympat hieke betuigingen gekomen Een buitengewoon tragische gebeurtenis was die op Ameland. Een predikant heeft daar zijn vrouw verdronken. Het huwelijk tusschen beide echtelieden schijnt niet gelukkig te zijn geweest. Tijdens het nemen van een bad is Wederom een meeningsverschil gerezen, dat den predikant klaarblijkelijk .uit zijn evenwicht heeft ge bracht, met het gevolg, dat hij zijn vrouw in een opwelling hij ontkent het ten stelligste, dat zijn Wandaad niet met voorbedachte rade zou zijn igeschied met het hoofd onder water heeft geduwd en daarna zoo lang onder water heeft gehouden, tot de vrouw overleed. Het gevaar voor eene depreciatie der marken heeft ook in Nederland eenige beroering ge bracht. Het station Venlo heeft het Waarschijn lijk nooit zoo druk gehad met de omwisseling van marken als in de afgeloopen Weekt Ten slotte heeft men de loketten moeten sluiten. Door net bedingen eener overwaarde van 20 k 25 pCt. op de marken kon de Roermondsche eierenhandel nog juist doorgang vinden. Neder landsche smokkelaars zijn er niet meer; het riskante bedrijf brengt verlies. En in alle grens plaatsen Werd een levendige straathandel in marken gedreven. BUIT ENLAND. Mislukte conferentie te Parijs. De toe stand in Duitschland. Oproer in de Bel gische Congo. Herstel der Fransch-Rus- sische betrekkingen. Stakingsgolf over Spanje. „Katzenwurgen". De Duitsche ministers Brünings en Curtius hebben zich dus op reis begeven naar Parijs. Op zichzelf is dit al een gebeurtenis van be lang. En Wat nog meer zegt, ze zijn er zeer hartelijk ontvangen. Niet slechts: „Leve de vrede", zelfs „Leve Duitschland" Werd er bij hun ontvangst geroepven. Zoo goed Was blijk baar de stemimng, dat de Duitschers het durf den te wagen de Fransche ministers tot een tegenbezoek aan Berlijn uit te noodigen. Wanneer men bedenkt, dat er sedert den (Duitsch-Franschen oorlog 1870 geen offici- eele bezoeken meer hebben plaats gehad, dan ziet men hoeveel in de Fransch-Duitsche ver houding verbeterd is. Met dat al is de confe rentie te Parijs op eene mislukking uitgeloo- pen. Wel verklaarde Frankrijk zich bereid mede te Werken aan de uitgifte eener internationale 40. Voor de vacantie was je heel anders maar daarna necon je vreemd en heel anders te doen. al den eersten rlas toen je terugkwam, 'k dacht eerst da! het grapjes van je waren, anaar nu weet ik niet, wat het allemaal be- teekenen moet. Ik trok, zoolang ik kon, partij v«otör te, totdat je gisteren zoo lafhartig handelde. Toen deed ik ook mee om je af te ranselen en dat zal ik weer doen. Maar als je fcoo ploertig bent, om het ons allemaal op deze manier betaald te zetten, wil ik niets meer met je te maken hebben. Onthoud dat. Dit is alles wat ik je te zeggen had". Het was een onaangename mededeeling, maar Paul zag er toch een schijn van waarheid in. Yblland Was vriendelijk voor hem geweest, daarom antwoordde hij hem op ©en minder boozen toon: „Je^ebt het mis jongen. Ik ben heelemaal niet van plan om iets van jullie te gaan vertellen, zooals ik al getracht lieb je vrienden uit te leggen. Er is iets met mij, Wat je toch niet zou begrijpen, al vertelde ik het je". „O, dat Wist ik niet", zei Yolland, die nu zachter gestemd werd: „als het alleen maar taedicijnen zijn, die je zelf noodig hebt". „Wat het ook is", zei Paul „het betreft jou niet, of iemand anders hier, maar alleen mij zelf. Je bent geen slechte jongen geloof ik. Ik zal je niet in moeilijkheden brengen, jongeheer. Ga dus heen en laat mij in vrede" Al deze gesprekken hadden tijd gekost. Hij schrok op, toen hij naar de klok keek en zag 'dat het bijna 8 uur was; de doctor was al lang over zijn tijd -- hij begon zich weer on gerust te voelen. Hij maakte berekeningen dat de doctor misschien niet voor Chawner terug zou zijn. De wandeling naar de kerk was ongevee? Iminulen, zeg, dat de dienst een uur duurde, dan kon hij Chawner ongeveer om halfacht verwachten; het sloeg juist zeven uur, dus nog maar een half uur, waarin hij hopen kon op een gunstigen afloop van het gesprek. Want hij za!g duidelijk in, dat als Chawner het eerst don doctor te spreken kreeg en hem dat minnebriefje liet zien, geen enkel© verkla ring van hem (zelfs als hij dan den moed had die te doen, Wat hij betwijfelde) meer zou lijken dan een wanhopige en vergezochte verontschul diging. En toch ging de groote wijzer snel verder, terwijl mijnheer Blinderston er dom naar staarde, terwijl hij een gevoel van ziek- zijn over zich had er was nu al een kwar tier voorbij waarom liet de doctor zoo lang op zich wachten? Twintig minuten waren al voorhij; Chawner en de anderen konden ieder oogenhlik terug komen—er weid gebeld; daar waren zij al. Alles was nu voorbij neen, hij was gered; dat was de stem van Dr. Griniby in de ganjg— ywat duurde het vreeselijk lang, voordat hij zijn jas en handschoenen uitgetrokken had. Maar alles komt tenlaatste toch voor den man, die wacht. Het volgende oogenhlik kwam d* doctor de kamer in, nam onmiddellijk mijn heer Blinderston met een scherpen blik op, en zei: „Kom, Blinderston, ik wil nu naar je luis teren", Waarna hij voorging naar zijn studeer kamer. Men kan beter zeggen dat Paul achter hem aan wiankelde dan dat hij liep; als gewoon lijk had hij het zorgvuldig voorbereide begin van zijn toespraak op het kritieke moment ver geten, hij voelde zich zwaar in het hoofd en wilde wegloopen, maar hij dwong zich zulk een onverstandige opwelling te onderdrukken en den doctor te volgen. E:r stond een brandende bureaulamp met groene kap op de tafel. De doctor ging er dichtbij in een leuningstoel bij den haard zitten, sloeg de beenen over elkaar en drukte de toppen van zijn vingers tegen elkander. „Welnu Bliniderstion", begon hij. „Zou zou., ik mogen gaan zitten?" bracht de arme Blin derston er met moeite uitop dat oogenhlik Wist hij niet wat hij zeggen moest. t£eker", zei d© doctor vriendelijk. Paul' schoof dus een stoel tegenover den doctor en ging zitten. Hij deed een wanhopige poging zijn gedachten te verzamelen en de keel te schrapen, om te kunnen beginnen; maar de eenige duidelijke gedachte in zijn geest op dat oogenhlik was dat de groene Lampekap het gelaat van den doctor een afschuwelijke kleur gaf. „Je behoeft je niet te haasten, Blinderston", zei deze, na een lange minuut, Waarin een klein klokje op den schoorsteenmantel luid stond te tikken, „je behoeft je niet te haasten, jongen." Doch dit herinnerde Paul er juist aan dat hij all* reden had zich te haasten, —Chawner kan leening van 2 milliard marken ten behoeve van Duitschland. iMaar het stelde tegenover deze hulp dusdanige eischen van politieken aard, dat het voor de Duitsche ministers on mogelijk Was op het Fransche aanbod in te iggfan. De leening moest b.v. geWaarbojngfi zijn door douane-inkomsten. Tot de douane als waarborg neemt men zijn toevlucht, wan neer in het land zelf elk bruikbaar onder*- pand ontbreekt. Duitsdhland zou dus, wat Gredit-Waafndiigiheid betreft, oip één lijn ko men te staan met b.v. China. De bedoeling dezer voorwaarde zal wel zijn geweest con trole te verkrijgen over den buitenlajndschen handel. "Wülde Duitschland iets meer blijven dan eene Fransche kolonie, dan moest die be paling Worden afgewezen. Verder moest Duitlschland zijn leeningspolitïek, zijne fi- nantiën, onder toezicht stellen, terwijl het ook zijne öorlogsbegrooting niet mocht verhoogen. Bovendien moest het nog voldoen aan den zonderlingen eisch tien jaar vrede te nemen met »het tenre tori aal statuut. Hetgeen wel het eekenen zou, dat /de Duitsche regeeiring (iedere nationalistische betooging tegen de territoriale regelingen had moeten verbieden. Op deze voorwaarden wensch t e men geen Fransche hulp te aanvaarden. En de Duitsche ministers Werden daarbij gesteund door hun- n/e iEmgelsiehe en Amerikaansche colliega'Q/ Vooral de Amerikanen Wören erg op Frankrijk gebeten en zijn daarom ondanks de Fran- 'sohe verzoeken nog eenige dagen in Pairijs te blijven direct naar Londen vertrokken, gevolgd door de vertegenwoordigers van vijf andere eilanden, waaronder Frankrijk. Alle hoop is thans op Londen gevestigd. Intusschen verkeert het Duitsche volk nog steeds in eene angststemming. Men is bang voor een nieuwe inflatie, waardoor marken ijlings worden omgezet in voorwerpen, welke hunnen Waarde behouden, b.v. piano's, schil derijen, enz. Toch gelooven Wij niet, dat er vrees voor eene inflatie behoeft te bestaan, vooral niet nu de Reichsbank een crediet van ldO ,mill!ioen dollar heeft verkjregen. Overi-i gens natuurlijk een druppel in de zee. De loonbetalingen hebben gewoon kunnen plaats hebben. Slechts voor degenen, die niet in loon dienst zijn, Was het moeilijk om aan geld te komen. Gevolg van de hindernissen, welke mo menteel in Duitschland aan het vrije geld verkeer in den Weg gelegd zijn. De een© nood verordening Volgt op de andere, waardoor de Duitscher zich langzamerhand in zijn land voelt opgesloten, als een rat in de val. Scher pe critiek Wordt dan ook vernomen. Speciaal de noodverordening, welke betrekking heeft op de publicateis der pers, moet het ontgelden. Duitsch-nationalen, fascisten en communisten .voelen zich vooral bedreigd. Het spreekt an ders vanzelf, dat in buitengewone tijden buiten gewone maatregelen worden genomen. Hoewel niet te ontkennen valt, dat daarvoor van de persvrijheid zoo langzamerhand niet veel meer is overgebleven. Vergeten wij ook niet, dat het gaat om de redding van Duitschland alleen, maar van geheel Europa, meer nog van de ge heel e Wereld. Het oproer der Belgische Congouegers moet grooter in omvang zijn geweest dan men wel 'binnenkomen als ik niet opschiet, dacht hij. Hij kon echter slechts zeggen: „U ziet mij in een zeer opgewonden toestand, Dr. Grimjby, —in een zeer opgewonden toestand". De doctor liet een droog kuchje hooren. "Zoo Blinder ston", zeide hij. „De kwestie mijnheer is, dat ik me in een allerongelukkigste toestand be vend, en en het ergste is, dat ik niet weet hoe ik moet beginnen." Hier zweeg hij weer, terwijl de doctor zijn zware wenkbrauwen op trok en naar de klok keek. „Is er eenig vooruitzicht, dat je spoedig In staat zult zijn te beginnen?" vroeg hij ten slotte, met tamelijk verdachte minzaamheid. „Als je misschien later bij mij kwam „Geen denken aan", zei Paul erg zenuwachtig. „Ik zal heel gauW beginnen, doctor. Dit geval is bij zonder eigenaardig. U ziet, dat het moeilijk Is er over te beginnen". „Heb je iets op het hart?" vroeg de doctor plotseling. Paul kon voetstappen en stemmen in de aangrenzende kamer hooren, de kerk gangers waren teruggekeerd. „Ja neen." Hij Was nu heelemaal de kluts kwijt. „Dat is een tamelijk vreemd, ja, dubbelzinnig antwoord", zei de doctor. „Wat moet ik er uit opmaken". Er werd op de deur geklopt. Paul sprong plotseling verschrikt op. „Laat hem niet bin* nen", riep hij, ten laatste in staat te spreken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1931 | | pagina 1