Draag en/hmhod
PUML
Ie BLAD
V I C E-V E R S A
37e JAARGANG
DRUKKERIJ
H. WEGEL1NG
VLISSINGEN
VRIJDAG 1 MEI 1931
No. 17
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
ADVERTENTIEPRIJS
20 CENT RER REGEL
INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT
CONTRACTEN SPEC. TARIEF
WEEKBLAD VOOR WALCHEREN
ABONNEMENTSPRIJS
40 CENT PER 3 MAANDEN
FRANCO PER POST 45 CENT
LOSSE NUMMERS 5 CENT
Uitgave H. Wegellng, Noordstr. 44, Teief. 130, Vlissingen. BijkantoorDrukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
Dit nummer bestaat
8 pagina's
Van Week toft Week
Voortaan op elke wond
Dit verzacht en geneest
Ook op het gebied
van Kantoor- en
Schrijf behoeften
zijn wij goed en
goedkoop I
en zijn toch het
laagst in prijs I
BINNENLAND.
Het onderwijsvraagjstuk in Nederland.
Rapport der commissie-de Vries. De
houding van „De Telegraaf'. De heer
Veraart vraagt om subsidie. Een Ne-
derlandsoh-Belgisch tolverbond? Gods
lastering. Huis in gestort. Het Stap
horster Boertje. Voetbalmatch Hol-
liand-Diuitscihland.
Het is thans niet in de eerste plaats het spel
lingvraagstuk, dat de onderwijswereld in Neder
land op het oogenblik het meeste bezighoudt.
Ook niet de kwestie van openbaar en bijzonder
neutraal en niet-neutraal onderwijs. Veel be
langrijker zaken zijn aan de orde. Men wil
aan het onderwijs weer zijn natuurlijke basis
schei-Waliaansche toenadering op het gebied
het onderwijs weer aanpassen aan de behoeften
van industrie, handel en landbouw. Veel meer
dan op het oogenblik wil men het oog gericht
houden op hel doel van alle onderwijs; het
jonge volkje klaar maken voor de taak, Waar
voor het aanstonds komt te staan. En dit geldt
niet slechts voor het lager en middelbaar
maar evenzeer voor het hooger onderwijs. Al
gemeen vormend onderwijs, alles goed en wel,
mits maar primair blijft het piractische ge-
'deelte. Wat dit aangaat zijn de Amerikanen
ons zonder twijfel de baas. In dit licht nu
moet men zien de verschillende voorstellen,
Welke in den laatsten tijd ten aanzien van
eene reorganisatie van ons onderwijs worden
gedaan. Meer kunnen wij over deze zaak thans
helaas niet zeglgen.
Wij hebben hef verschenen rapport der
ootmmissie-de Vries aangaande de gegrond
heid van de beschuldigingen tegen den heer
Vogt ingebracht, eens aandachtig gelezen en
meetnen de lijn, die door het rapport loopt,
het best als volgt te kunnen karakteriseeren.
De heer Vogt had een drukke, zeer drukke
'werkkring. Daarvoor werd hij betaald, zelfs
zeer goed betaald. Maar van eenige fraude,
corruptie of zelfs een poging daartoe is geen
sprake geweest. Waarmede een blaam1 gewor
pen is op al degenen, die beschuldigingen van
dien aard hebben geuit, hetzij openlijk, hetzij
bedekt. Daarentegen wordt afgekeurd hetgeen
de heer Vogt gedaan heeft bij de omzetting
van H.D.O. in A.N.R.O., eene omzetting welke
plaats had om van een knellend contract af
te komen. Terwijl de heer Vogt ook niet vrij
uitgaat bij de kwestie aangaande het wezen
van het bestuurslid Hulstijn, van wien eenige
oppositie tegen bepaalde voorgenomen be
stuursmaatregelen moest worden verwacht,
waarbij laakbaar is het in den arm nemen van
den heer Holdert, van wien de heer Hulstijn
finantieel afhankelijk was.
„De Telegraaf" is er in het rapport al heel
slecht afgekomen. Het verwonderde ons daar
om ten zeerste, dat dit dagblad nog zoo'n toon
durfde aanslaan na het bekend worden van het
rapport en konden ons daarom geheel vereeni
«en met hetgeen de „Haagsche Post" zeide,
n.l. ,,Dat de "Telegraaf" in haar nabeschouwing
luchtig over dit gedeelte van het rapport been-
glijdt, kan ingewijden niet verbazen. Dat zij
echter den moed heeft, tegen den heer Vér
biest van leer te trekken met termen als „laffe
insinuaties", „in'welriekend", „misdadig" enkele
lieden zonder verantwoordelijkheid, zonder dis
tinctie en zonder scrupuïes(zij, de Tele
graaf, die dezen man een jaar met bijna onbe
perkte macht als leider heeft gehandhaaft in
de «oojgisfe redaanöneele. Ja zelfs in een
didla toriale fucli© dat giaat ónze begrippen
van zelfrespect le boven".
Onze alom bekende regenmaker heeft zich
tot den minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw gewend om subsidie voor zijn. proe
ven, die beoogen Nederland aan wat meer
regen, pardón ik bedoel zonneschijn te helpen.
De heer Veraart is zeer bescheiden, hij wil
slechts dan voor subsidie in aanmerking ko
men, indien inderdaad het normaal aantal
uren zonneschijn door jarenlang observatie
bekend/ zou worden overschreden. In dat
geval wilhij aanspraak maken op f10. per
extra uur per 1000 inwoners.
In België gaan er stemmen op voor nauwere
economische samenwerking met Nederland. Ge
heel uit de lucht zijn deze voorstellen eigenlijk
niet komen vallen, want de in Oslo gehouden
conferentie t usschen de Skandinavisehe landen,
Relgië en Nederland wees al ©enigszins in die
richting. En naarmate Engeland de vrijhandels
politiek verlaat en tot proteCtionische hande
lingen besluit, wordt de mogelijkheid van he
ter samenwerking tusschen België en Neder
land grooter. In enkele bladen vonden wij al
cijfers, welke een indruk pogen te geven van
de perspectieven welke door een Nederrlandsch
-Belgisch tolverbond zouden worden geopend.
'Iet lijkt inderdaad niet kwaad.
Ingediend is bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp van minister Donner tot straf
baarstelling der godslastering. Wat onder Gods
lastering te verstaan is, is niet zoo heel gemak
kelijk te zeggen, maar dit is zeker, dat het vloe
ken er niet toe te rekenen is. Het ontwórp
richt zich tegen excessen. Als voorbeeld van
zulke excessen wijst de minister op een om
streeks Kerstmis in „De Tribune" gepubli
ceerd artikel onder het opschrift „Weg met
liet Kerstfeest"., waarin o.a. de cursief ge
drukte woorden stonden: „Christus op de mest
vaalt". In hetzelfde blad kwam eenige weken
later eene afbeelding voor, waarin God word!
beschimpt als uilvinder van een nieuw gifgas
In zulke gevallen betoogt de minister, worden
Dooien 30-60 en 90 ct. Tube 80 ct. Bij Aporh. eo Drogisten
de grenzen van het toelaatbare zeker1 over
schreden.
Op de Lindengracht te Amsterdam stortte
een huis in, waarbij wonder boven wonder
geen dooden te betreuren zijn. Slechts twee
van de zes met den sloopingsarbeid bezig
zijnde arbeiders Werden min of meer ernstig
gewond. Het geval verwekte in de hoofdstad
nogal consternatie.
We moeten even uw aandacht vragen voor
het Staphorster Boertje. Het stond terecht
wegens het onbevoegd uitoefenen der gèneês-
kunde. Een broer van den veroordeelden had
drie menschen opgedragen bij den drogist Wul
Ier te Hoensbroek, 'waar de kruiden van hel
boertje verkocht 'worden en waar tegen beta
ling van een kwartje volgnummers werden af
gegeven voor den zitdag van meergenoemd
boertje, zulke volgnummers te halen en zich
te laten behandelen, zulks om zijn broer, die
hem niet in de zaak wilde opnemen, te doen
bekeuren. Broederhaat dus.
Vermelden 'wij tenslotte nog dat in Amster
dam gespeeld 'werd een voetbalmatch tusschen
Nederland en Duitsclhland, welke eindigde in
eetn gelijk spel, één tegen één. De belangstelling
was enorm; ik weet niet hoeveel extra-treinën
uit Duitschiand kwamen en Amsterdam had
dien dag een Duitsch karakter. Er werd slechts
Duitsch gesproken.
BUITENLAND.
Maatregelen tot opheffing der werke
loosheid in Europa. Vlootbespre-i
kingen in Londen. De taalstrijd in Bel
gië. De zaak Moulin. Amerikaansche
studiereis. De Paus en hel fascisme.
Bestrijding van de gevaren der prosti
tutie. Het vraagstuk der geboorte
beperking:. De opstand op Madeira.
De veroordeeling van Kürten.
De heer Albert Thomas is directeur van het
Internationaal Arbeidsbureau te Genéve en
kreeg opdracht een rapport op te stellen over
de "werkeloosheid in Europa en voorstellen in
te dienen tot bestrijding daarvan. Dat rapport
is er, en We weten nu, dat naar het oordeel
van den heer Thomas in dé eerste plaats noo~
dig is eetn stichting van een Europeesche ar
beidsbeurs en het sluiten van internationale
overeenkomsten tot het verleenen van bewe
gingsvrijheid aan arbeidskrachten naar landen,
die ze nog kunnen gebruiken. Verder is dan
noodzakelijk de invoering internationaal van
automatische koppeling van spoorwegwagons
etn ten slotte de aanleg van een Europeesch
auto wegennet. Andere oplossingen heeft schijn
baar de heer Thomas niet. En het is daarottn
jgjeten 'wonder, dat zelfs de arbeidersgedel'é!-
geerden zich van het rapport maar weinig' zul-
en aantrekken.
Wat is er al niet geschreven oerv de Fraiv
schiet-Italiaansch© toenaedring op hel gebied
der maritieme bewapening. Beide partijen zoui-
den tot volledige overeenstemming zijn geko
men. Meer en meer blijkt echter dat van het
vloot verdrag, dat te Rome en Parijs in voorloo-
pigen vorm werd opgesteld, geen sikkepit te
recht komt. De Italiaansche regeering was
bij de besprekingen te Rome bereid Frankrijk
r-em zeker overwicht in tonnenmaat aan ver
ouderde schepen toe te staan. Maar nu probeert
i rankrijk die tonnenmaat om te zetten in nieu
we schepen, hetgeen niet slechts voor Italië
maar eveneens voor Engeland, dat zelf door
het bekende Londensche vlootverdrag niet mag
bijbouwen, onaanvaardbaar is. Hoopvol stemt
dit alles niet. We moeten ons dan ook maar
verzoenen met de gedachte, dat de wereldwed
strijd in bewapening in vollen gang is etn dat
slechts de finantieele kwestie daarbij de rem
mende kwestie is.
ïn België 'woedt de taalstrijd nog steeds
voort en men krijgt den indruk dat de Vlamin
gen daarbij aan de winnende hand zijn. Zoo
heeft het feit, dat een aanzienlijk aantal stu
denten van de Katholieke universiteit in Leuven
overgegaan is naar de VlaamsCbe universiteit
te Gent tot gevolg had, dat de bisschoppen
van België, die zich enkele jaren geleden nog
tegen alle universitair onderwijs in de Neder-
iandsche taal verzetten, doch sedert dien tot
oen (gedeeltelijke vernedérlandsching van dè
Leuvensche universitatie colleges besloten,
thans kardinaal van Roey hebben laten verkla
ren, dat er in Leuven zoo spoedig mogelijk ©en
volledige Vlaamsche universiteit moet worden
gesticht.
De zaak Moulin, is thans in zooverre op
gehelderd, dat thans vaststaat dat de Italiaan
sche politie den jeugdigen anti-fascist heeft
gevangen genomen. De ge van genem in g be
rust op de beschuldiging, dat Dr. Moulin onder
meer anti-fasciislische lectuur in Italië heeft
binnengesmokkeld, en mede een brief van Bas*
swiesi, den vlieger, die den vorigien zomer
brochures uitwierp boven Milaan, aan een
bepaald adres zou hebben bezorgd. Bassanesi
heeft evenwel verklaard dat deze brief vër-
valsciht is. Of nu Dr. Moulin voor de speciale
(Vrij naar het En gels oh).
29.
Het was voor een groot deel zijn eigen
schuld, want voor een gewone jongen zou het
leven daar niet ondragelijk zijn geweest. Doch
hij kon zich niet aanpassen bij de omstandig
heden en zooveel mogelijk genoegen ts heb bén
in zijn nieuwe leven. Misschien zou dit in zijn
toestand te veel geeischt zijn, maar in ieder
ge Val kwam het nooit in hem op dit te beproef
den. Inplaats hiervan bedierf hij zijn leven
door innerlijk woedend te zijn over zijn hard
loit en zijn volslagen onmacht het spel te
doen eindigen.
Soms besloot hij het -niet langer meer te
dragen en zijn ongelukkig lot aan. iemand van
mindere rang mee te deelen niet aan den
doctor; dat had hij al sinds geruimen tijd in
wanhoop opgegeven. Maar evenals altijd was
hij er van overtuigd, dat de woorden hem in
zijn keel zouden blijven steken en hij dankbaar
zou zijn, dat hij met zijn ooverteld verhaal weer
weg kon gaan.
W:at de school in het algemeen betreft, zijn
booze blikken en zijn kwaad humeur, zijn ge
brek aan durf en brutaliteit, dat hen zoo vooi
Dick had ingenomen en bovenal zijn vreemde
neiging om hen in ongelegenheid te brengen
want hij werd nooit door hen beieedigd,
volgens zijn opvatting, of hij diende een klacht
hierover in, dit alles maakte hem zoo veracht
en wel zóó als nog nooit een jongen ondervon
den had, sinds de kostscholen voor het eerst
uitgevonden waren.
De ©enigste jongen die nog ©en geheüme
aanhankelijkheid voor hem scheen te blijven
houden, evenals voor Dick, dien hij eens be
wonderd had, was Yolland aie volhield ti
gein-oven, Idat deze verandering van gedrag
een soort grapje van Blinderslon was, dat hij
op een goeden dag zou verklaren, wanneer hij
te ver was gegaan.
Zonder den hulp van Yolland, dien hij bleet
geven in weerwil van den tegenstand en onpo
pulariteit die het hemzelf bracht, zou mijn
heer Blinderston he' onmogelijk gevonden heb»
bon de taak le vervullen die er van hem ge
cischt 'werd. Door zorgvuldig overschreven
van Yolland's w'erk en er genoeg fouten van
zichzelf in te zetten, ontdekte hij zijn onweten-
beid ten opzichte van al die onderwerpen
niet een onwetenheid, die zeker to-egescihré
ven zou zijn geworden aan luiheid en koppig
heid. Men zal begrijpen dat hij in voortdurende
angst van ontdekking leefde en afhankelijk
te zijn van een kleinen schelm, zooals hel
vriendje van zijn zoon was een groote vernede
ring voor iemand, die tot nu toe verondersteld
had, dat een wetenschap, die hij niet machtig
was, slechts nutteloos kon zijn.
Zijn bestadn geleek eenige dagen een nacht
merrie, totdat er iets gebeurde, dat oorzaak
was, dat hij uit zijn staat van lijdzame ellendi
weer tot een poging van protest overging.
Iiet was Zaterdagochtend en hij was be
lieden gekomen voor het ontbijt, nadat hij,
zooals gewoonlijk gedurende den nacht in de
slaapzaal rondgeloopen had, zich afvragende
hoe lang deze ellendige toestand nog duren
zou, toen hij op zijn bord een brief zag liggen
met het postmerk Paddington, geschreven, in
een bekend handschrift dat van zijn dochter
Barbara.
Een oogenblik herleefde zijn hoop. De be
drieger was eindelijk gevonden en de brief zou
een dringend verzoek bevatten om terug te
<koruien en zijn oude rechten le hervatten -*■
een verzoek, dat hij den doctor toonen kon als
zijn beste verontschuldiging.
Maar toen hij naar het adres keek, dat „den
heer Richard Blinderston" luidde, voelde hij
twijfel in zich opkomen. Het was haast niet
te geiooven dat Barbara hem aldus zou schrij
ven, als zij de Waarheid wist; hij aarzelde voor
dat hij den brief openmaakte.
Hij trachte zich te bepraten met de gedachte
dat zij natuurlijk zoo verstandig zou zijn door
het adres van den brief niets te laten merken
en te doen alsof er niets aan de hand was, en
hij maakte den brief met bevende vingers open.
De eerste zin deed al zijn hoop in rook ver
vliegen. Hij las met starende oogen verder, ter
wijl de kamer met hem scheen rond le draaien
en het onregelmatig© schoolmeisjesschrift ver
anderde in vlammende letters. Maar het is mis
schien beter, den brief in zijn geheel le geven,
zoodat de lezer voor zichzelf oordeelen kan of
deze geschikt was den verbanneling gerusl
te stellen of te bemoedigen. Hier volgt hij:
Lieve Dicik,
Ik hoop maar dat je vóór dezen brief
er al geen van mij verwacht hebt, maar ik
had je zooveel te vertellen, dat ik gewacht
heb totdat ik tijd had je alles ineens te
schrijven. Wamt ik heb zulk groot nieuws
voor je. Wat zal je blij zijn, als j© het
hoort. Waar zal ik beginnen? Ik weet hel
haast niet, want het is toch zoo dwaas en
vreemd bijna als ©en droom alleen
hoop ik dat we er nooit uit zullen ont-
'waken.
Ik zal je alles trachten t© vertellen.
Sinds je weggegaan bent hoe kwam het
toch, dat je ons in de huiskamer niet goe
dendag kwam zeggen. Wij konden, totdat
'wij de deur hoorden dichtslaan, niet ge
iooven, dat je werkelijk vertrokken was
zonder nog even bij ons te komen.) W!aar
ben ik? O ja, nu, sinds je weggegaan bent,
is vader heelemaal veranderd. Je zoudthet
haast niet geiooven vóór je hem zag. Hij
is vroolijk en jongensachtig. Stel je eens
voor. en wij zeggen hem voortdurend, da!
hij de grootste baby van ons allemaal is,
maar hij lacht er 'slechts om. Vroeger, dal
Weet je wel, zou hij verschrikkelijk boos
zijn geweest, als we zooiels gezegd zouden
hebben.
"Wleet je, ik gieloof werkelijk!, dat de
reden, waarom hij zoo dwars en scherp
tegen ons deed die laatste week, was, om
dat jij wegging; want nu liet afscheid
voorbij is, is hij Weer heelemaal vroolijk
Je weet wel, dat hij er niet van houdt,
zijn gevoelens te toonen.
Hij is nu zoo veranderd, dat zal je
niet geiooven. Sinds jij weg bent, is hij
maar ééns naar de stad geweest en toen
kwam hij om vier uur thuis en schijnt ons
allen graag om zich heen te hebben. Ge-
'woonlijk blijft hij den heelen morgen thuis
en speelt soldaatje met baby in de eetka
mer. Je zoudt lachen als je hem de kanon
netjes met echt kruit zag laden en hij geeft
er geen zier om of er gaatjes in het buffel
komen of de spiegel er door gebroken
wordt. (Wordt vervolgd.)