ONS JEUGDVERHAAL DE AV OHÏUREN VAN ROBBIE CRUSOE. WEGELINCS NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 13 FEBRUARI 1931 Nol 6L VAN EEN VERLOREN TASCHJE EN EEN HEERLIJKE VACANTIE. En ten slotte was het Dolf zélf, die haar troosten moestAch, moes, ik blijf eigen lijk net zoo lief thuisheuschals we nu nog 'ns met z'n drietjes buiten waren maar met al .die jongens.... 't Was 'n paar weken later en prachtig voor jaarsweer. Over de Paasohreis werd niet meer gesproken. In Dolf's klas hadden de meeste jongens zich voor deelname aangemeld, maar hij zelf behoorde niet tot de gelukkigen. Als 'n flinke jongen had hij zich echter over de teleurstelling heen gezet en er z'n kleine zusjé geen woord van verteld. Samen liepen zij gezellig pratend van school huiswaarts, toen plotseling 'n groo e aulo langs hen heen stoof. Meteen zagen zij uit hel ge opende portierraampje 'n taschje vliegen, dat met 'n smak vlak bij hen op straat neerkwam; geen der inzittenden van de auto scheen ieis gemerkt te hebben, want deze suisde mei on verminderde vaart verder. Dolf raapte het sierlijke taschje ijlings op en maakte het open om uit le vindein, aan wien het toebehoorde, toen zijn oog eensklaps viel op een bundeltje bankpapier, dat stevig ineengerold in een der vakjes zat. Hij schrok bij het zien van èl dat geld, hij zag direct dat het honderden guldens moesten zijn en vroeg zich af, wat hij doen moest, terwijl Beppie hem met nieuwsgierige oogjes stond aan te kijken. Laten we even terugloopen, misschien dat de auto ergens gestopl heeft, dan brengen wij het taschje terug. En anders nemen wij het naar moeder mee, die zal wel welen, wat er verder gedaan moet worden. Zoo gezegd, zoo gedaan; de beide kinderen liepen op een drafje terug en werkelijk, in de volgende straat, voor 'n groot hoi el, slond de auto en waren de inzittenden, een chique dame met twee kinderen, een jongen en eén meisje, van den leeftijd van Dolf en Beppie, zoomede de chauffeur, in en rondom den wa gen aan het zoeken, terwijl een andere dame, met 'n snoezig klein meisje op den schoot, belangstellend zat toe te kijken. Opeens kraaide het meisje met van pret tintelende oogjes: Mamsje, mams je, itte hep wèggegooid zóó uit raampje wèg. Allen keken verwonderd op enbegre pen ineens, wat er gebeurd was. De kleine ondeugd had onder het rijden en terwijl de de dames 'n druk gespivk met elkander voer den, zich van het taschje van haar ntama meester gemaakt en het uil onwetendheid ach, zij was immers nog zoo klein uit het raampje gehouden, waar het plotse.ing aan haar kleine handje was ontglipt. Ja, dan is het verloren, merkte de eerste dame, die de mama van het meisje was, ont stemd op. Dan behoeven wij niet lanegr te 79. Freddy Vrijdag had Robbie een Qoepel cadeau gedaan, dien hij had afgeslagen van een oud vat, en Robbie amuseerde zich een heelen tijd met op het strand te hoepelen. Toen hij er eindelijk moe van waa geworden, bood hij den hoepel en den stok aan Loetje aan, een van de tweelingen. Zoodra Loetje wilde gaan hoepe len, kwam Loutje er bij, die het andere eind van den stok beetpakte, en de tweelingen braken den «tok in tweeën. „Waarvoor doen jullie datt" vroeg Robbie verontwaardigd* „Als ©en van ons tweeën hoepelt, jvillen we het alle-ei doen," ant woordde de tweelingen. Toen begonnen ze tot Robbie's groot vermaak, te hoepelen, met den hoepel tusschen hen in om de beurfc gaven ze hem met hun halven ok een slag. „Kijk me dat nu eens aan," riep Ivy uit, „niets kunnen ze letterlijk afzonderlijk doen. Ik geloof, dat ze samen in het water zouden val len ook." „Natuurlijk," beaamde Loetje en Loutje uit den grond van hun hart, „we doen alles samen." zoeken. Aan eerlijke menschon, die mijn eigen dom terug zullen bezorgen, geloof ik niet erg. De andere dame, haar zuster, was het daar volkomen mee eens en tochkregen ze beiden ongelijk, want net op dat oogenblik kwamen Dolf en Beppie aandraven, de jongen met het verloren taschje in de hand. Hij trad op de dame toe, zijn pet afnemend, en "zei, nog hijgend van het harde loopen: Dit taschje werd uit uw aulo geworpen, mevrouwnet, toen U langs ons heen reed. Daarom brengen wij het U even na Met 'n vriendelijken glimlach op het gezicht nam mevrouw Heroma het 'taschje van Dolf aan. Wat vind ik dèt lief van jullie beidjes. Ik dank jullie hartelijk En meteen nam zij een bankbiljet uit het taschje en reikte dat aan Dolf toe. Hier, je wilt zeker voor jou en je lieve zusje wel 'n cadeautje koopen, niet? Dat heb ben jullie wèl verdiend. Dolf's gezicht betrok; even schoot door zijn gedachten: als ik dat geld heb, kunnen we met Paschen op reis gaanmaar direct daarop dacht hijZou moeder het goed vinden, fint ik het aanneem, dat wéét ik nietdan maar liever niet. Neen, mevrouw, ik dank U welmaar dat heb ik liever niet. Meteen nam hij Beppie bij de hand en met een: Dag mevrouw, van hem en het kleine meisje wilden de kinderen heengaan. Mevrouw Heroma stond even beduusd; zóó iets had zij nog nooit beleefdhet weige ren van een belooning. En toch wilde zij de kinderen voor hun eerlijkheid zoo graag beloo- nen. Zij schenen haar zoo lief de jongen met zijn blozend schalsch gezicht, én het schat!ige meisje, Waarop hij zoo gesteld scheein te zijn. Plots schoot haar een goede gedachte te binnen; zij wenkte den chauffeur, die op een drafje Dolf en zijn zusje achterna ging en met de kinderen terugkwam. Inmiddels had mevrouw Heroma eventjes gepraat met de dame in den auto, die toestemmend knikte, ter wijl de jongen en het meisje vroolijk juich ten en de kleine, om niet achter te blijven, van pret kraaide. Lieve kinderen, ik zou jullie wel even thuis willen brengen, met de auto, vinden jullie dat goed? vroeg mevrouw, toen Dolf en Beppie weer terug waren gekomen. Ja, mevrouw, wèl graag, antwoordde Dolf voor hen beiden. Jonge, dat was fijn, zeg, 'n ritje in zoo'n prachtige auto. Goed, wil jij dan naast den chauffeur gaan zitten, dari kan je hem zeggen, hoe hij rijden moet. Wij zijn hier niet bekend. En zoo kwamen Dolf en Beppie met een groote mooie auto thuis. Moeder was in huis en mevrouw Heroma zei, dat zij haar heel graag,even wilde spreken en toen de dames na wel 'n uur afscheid na men, terwijl de kinderen inmiddels hevigle vriendschap met elkaar hadden gesloten, toen stonden moeder de tranen in de oogen maar niet van verdriet, hoor, gelukkig niet. Het waren tranen van vreugde. Wèt was het geval? Mevrouw Heroma had gevraagd, of Delf en Beppie de Paaschvacantie op 'haar buiten mochten komen 'doorbrengen, als speel kameraadjes van haar eigen kinderen. Wèt 'n gejuich gaf dat. Dolf en zijn zusje dansten uitgelaten in het rónd, wisten van geen ophouden, tot opeens de jongen zijn moeder met 'n betrokken gezicht aankeek. Deze glimlachte en zei Maak je maar niet bezorgd, hoor. Ik be grijp, wat je bedoelt, maar mevrouw heeft aan alles gedacht, aan de kosten, aan Mies. En toen het eenmaal Paschen was, daar gingen ze met hun beidjes, na dagen van spanning en zenuwachtigheid. Ziet ze wuiven uit het portierraampje van den verlrekkenden trein. Aan die lieve moes, die daar nu alleen moet achterblijveninaar die in-gelukkig is, dat haar beide lievelingen zoo'n heerlijken tijd tegemoet gaan, dank zij hun eigen eerlijk heid. EINDE. OM TE KLEUREN. Hier is een mooie kleurplaat voor de klein tjes onder onze lezers en lezeresjes. Zij kunnen er hun kunst eens op toon en en als zij klaar zijn aan vader en moeder vragen wat die er van denken. Misschien ontdekken zij dan wel %en kunstschilder in den dop. Het huisje moet mooi gekleurd worden hoor, dus doe je best er o;. De planken in den gevel en ook de dakgoot en de kozijnen van deur en vensters zijn geel, net als op Marken, daar zijn de meeste huisjes ook zoo, al staan er wel een paar met witte of groene planken. De rest van den gevel in roodbruin, een echte steenkleur dus. De regenton is donkerbruin, de pijp die er in uitkomt heeft dezelfde kleur als de plan ken. De schoorsteen op het dak is eveneens rood-bruin, doch de pijpen die er opstaan zijn donkerbruin. Verder heb je noodig een mooie kleur groen voor het gras en den boom. De bloemen in den tuin mag je kleuren naar eigen smaak, terwijl het schelpenpad heel lichtgrijs wordt. De kippen moet je maar wit laten, doch eentje kan je wel lichtbruin kleuren. Dat staat misschien wel aardig. En geef het haantje dan een paar blauwe strepen. De lucht boven het huis blijft wit. doch heel vluchtig moet je er een paar lichtblauwe strepen zetten. De deuS* van bet huis is groen en de bank in deO tuin liohtbruin. Als het plaatje klaar is kan jé het op carton plakken en aan vader vragen of hij er een lintje aan kan maken om het op te hangen. Dan staat het misschien heel mooi boven je bed. WEET GIJ? dat er in Mexico streken zijn, waar, volgens menschenheugenisnog nooit regen gevallen is? en dat de hoogste ontvangst, die hij toen kon boeken nooit meer dan 75 dollar per dag be droeg? en dat hij thans van zijne gezamenlijke thea'ers gemiddeld iedere week 800.000 dollars ont vangt? en dat hij nu aan het hoofd staat van de 40 millioen dollar Fox Film Corporation? en dat hij zijn leven verzekerd heeft voor het niet geringe sommetje van 6.403.000 dollar? dat miss Helen Frasen, een Schotsche, heeft uitgerekend, dat er in Engeland jaarlijks een waarde Van 5000 pond sterling verloren gaat aan niet goed afgestreken lucifers? em dat het aantal orchideeën-soorten in de dui zenden loopt? .■1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1931 | | pagina 7