üraagen£anbod Ie BLAD V I C E-V E R S A WEEKBLAD VOQR WALCHEREN Dit nummer besfaaiuu^f 8 pagina's r Van Week tot Week Schrale huid Uw Kindje. 37e JAARGANG DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN VRIJDAG 6 FEBRUARI 1931 No. 6 DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. ADVERTENTIEPRIJS 20 CENT RER REGEL INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT CONTRACTEN SPEC. TARIEF ABONNEMENTSPRIJS 40 CENT PER 3 MAANDEN FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. Uitgave H. Wegellng, Noordstr. 44, Telef. 130, Viissingen. BijkantoorDrukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg Purol en Purolpoeder (Wordt vervolgd). Ook op het gebied van Kantoor- en Schrijf behoeften zijn wij goed en goedkoop I Wij zorgen voor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst in prijs <4 BINNEN LAND. Vertrouwen in den Volkenbond. De a.s. ontwapenings-cionferentie te Ge- néve. Van Speyk herdacht. Afschu welijke moord in Bilthoven. Disconto der Nederlandsdhe Bank. Opschrift van het gedenkteeken ter nagedach tenis der gevallenen bij den overval op Curacao. Mozart Wat moet een mensch nu eigenlijk van zoo'n boete-bedrog denken1' Niet minder dan 23 Europeesche ministers van buitenlandsche iaken komen er in Genéve bijeen. Ze vallen el kaar haast om den hals vanwege al de vredes- betoogingen van Briand, Henderson, Grandi, Curtius, Frankrijk, Engeland, Italië, Duitsoh- land (men vertelt ons, dat de stemming er steeds beter op werd). Terwijl de Belgische minister van verdediging (België was in Ge néve ook van de partij) verklaart, dat België rich niet alleen zoo sterk mogelijk moet be wapenen om een aanval af te slaan. Het Bel gische leger moet dusdanig versterkt worden, dat het gesteund door Fransdhe strijdkrachten, een aanvallende beweging in de richting van den Rijn kan ondernemen. Wie kan bij het Ieren van dergelijke dingen nu eigenlijk nog eenig vertrouwen in den Volkenbond stellen1' Intusschen blijkt hier wel het groote belang, dat ook Nederland heeft bij het welslagen der groote ontwapeningsconferentie, welke wij hopen in 1932 in Genéve gehouden zal worden. De grootste internationale conferentie, welke ooit gehouden werd. In Genéve maakt men al aanstalten voor een goede huisvesting van de deelnemers. Er is eene commissie gevormd, die een programma zal moeten uitwerken om zoo spoedig mogelijk het bewijs te leweren, dat Geneve er op berekend is zooveel mensohen tq herbergen. Wij lazen, dat er in de stad 32 zalen voor de talrijke bijvergaderingen be schikbaar zijn en dat er plannen gemaakt worden voor den bouw van twee tot drie ka mers met bad bevattend. De heldendaad van den nog zoo jeugdigen Van Speyk hij was nog eerst 29 jaar werd op verscphillende wijze herdacht. Wij kennen de geschiedenis./ De kanonneerboot no. 2 lag voor Antwerpen en geraakte den 5en Februari 1831 door een stormvlaag op lager wal. Onmiddellijk trachtte een bende Antwerpsche muiters zich van de boot mees ter te maken. Het scheepsvolk moest voor de overmacht «wichten en men eischle van Van Speyk, dat hij zijn papieren zou halen en zich zou overgeven. Toen hij naar beneden ging, vond hij nog juist gelegenheid den scheeps jongen Wijler den raad te gewen in het water te springen als zijn leven hem lief was. Daarna schoot hij zijn pistool af in de kruitkamer. Een ontzettende ontploffing volgde en sdhip, vriend en vijand, alles sprong in de lucht. De indruk, dien het heldenfeit van Van Speyk in Nederland maakte, was geweldig. Het leger nam 3 dagen rouw aan en uit alle kringen der bevolking kwam steun voor de nagelaten betrekkingen der gesneuvelden. Zelfs de meest verstokte conservatief kan niet blind gebleven zijn voor de veranderingen welke zich als gevolg van den wereldoorlog in de mentaliteit der Nederlandsche bevolking hebben voltrokken. Omtrent de moraal dat gene "wat mag en wat niet mag heerscht geen eenstemmigheid van gedachte meer. En zoo moesten wij er aan gewend raken, dat zelfs in Nederland dat gelukkig voor de mensöhe- lijke ontaarding van den oorlog gespaard bleef tegen een moord, de vernietiging van een menschenleven, lang niet meer zoo wordt op gezien als vroeger. Niettemin plaatste het ge beurde in Bilthoven ons voor de oplossing van een psychologisch raadsel. „Zonder bij zondere motieven" vermoordt daar een Indi sche bediende een heel gezin, omdat men niet meer zoo vriendelijk tegen hem was, snijdt hij de echtgenoote en beide kinderen van zijn meester den hals af. Zoo iets is voor ons nog onverklaarbaar. Zoo'n misdaad kan blijkbaar slechts door den Aizaat in hare volheid be grepen worden. En wij vroegen ons vergeefs af, hoe het mogelijk was, dat iemand en nog wel niet de eerste de beste ooit een volk, waarvan ook de bediende Sono een vertegen woordiger we willen aannemen een sterkte is, het zachtaardigste in de wereld kon noemen. De Nederlandsche Bank is wederom tot ver laging van alle rentetarieven met een half procent overgegaan, waardoor het disconto thans op twee en een half procent is gekomen, een percentage, dat in de laatste twintig jaar hi et bereikt werd. Met geld, dat men voor korten tijd beschikbaar heeft is dus zoo lang zamerhand heelemaal geen rente meer te ma ken. Eén van de vele gevolgen van de heer- schende malaise. Ontmoet de afzet der pro ducten geen hindernissen, worden dus vele goederen gekocht, dan wordt er veel geld ge vraagd om deze goederen te kunnen betalen. Worden er daarentegen weinig goederen ge kocht, stokt m.a.w. de afzet, dan wordt de vraag naar geld veel kleiner. Een eigenaardig-i heid is echter nu, dat de bezitters van obliga tiën profiteeren van eene daling van den rentestand. Obligaties geven eene vaste rente, bedraagt deze bijv. 4 pet., terwijl de algemeene rentestand 5 pet. is, dan is de koers van de obligatie 4/5 maal 100 is 80. Wordt nu de algemeene rentestand bijv. 2 pet., dan wordt deze koers ongeveer 4/2 maal 100 pot. is 200 en er is dus eene koerswinst behaald van 120 pet. Inderdaad stijgen in den laatsten tijd dan ook de koersen der obligatiën. W'at tot gevolg heeft eene grootere vraag ter beurze naar obligatiën, welke grootere vraag de koersen dezer obligatiën nog meer doet stijgen. Naar bekend is, is op het militaire kerkhof in Wil lemstad in November j.L een giedenkteeken ont huld ter nagedachtenis van de politiemannen Vaas, Marcusse en van Zuilen, die bij den bek kend en overval van Venezolaansche opstan delingen hun leven lieten bij de verdediging van het Nederlandsch grondgebied. Op dit ge denkteeken nu is een opschrift aangebracht in het Spaansch, terwijl een Nederlandsche tekst daarbij ontbreekt. Inderdaad een eigen- feu gesprongen handen genezen direct en bleven heerlijk zacht en lenig met J AKKER'. KL00STERBALSEM bijt niet! ,Oeen goad too goed. aardige wijze van doen. En het was daarom ook geenszins te verwonderen, dat er stemmen opgingen om ook in het Nederlandsch te ver melden datgene, wat deze menschen voor ons vaderland zijn geweest. Wolfgang Amadeus Mozart, wiens geboorte dag men herdacht was een wonderkind in den allerbesten* zin des woords. Reeds op vijfjarigen leeftijd schreef hij zijn eerste compositie. Wou ter Hutschenruijler schrijft in zijne „De Ge schiedenis der Toonkunst" o.m. het volgende van hem: „Het lezen van een levensbeschrijving van Mozart biedt hen die den meester heeft leeren Waardeeren en liefhebben, naast véél moois, een gevoel van groote ergernis. Hij ver baast, neen schaamt zich dat één zoo groote een zooveel omvattend genie, zoo weinig ge waardeerd werd, dat hij moest leven in kom mer en zorgen, moest sterven in armoede en. ellende". En verder de grenspalen der tech niek van de klavierspeelkunst werden door Mozart Wijlen verzet. Wat het kind eisahte, n.l. „dat ze maar zoolang moesten studeeren, tot ze het konden", verlangde de man later ook. Wel schijnen Mozart's pianoconcerten ons, den met de hoogere techniek vertrouwden, eenvoudig; maar men vergete niet, dat in zijnen tijd de uitspraak luidde: „Zijn klavierooncer- ten zijn prachtige stukken; jammer dat hijzelf ze alleen maar kan spelen". Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel zorg geven als U het huidje maar droog houdt met Purolpoeder en de branderige of stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. BUITENLAND. Het bezoek van Graaf Bethlen van "Weenen. Gandhi spreekt. Goudmaker Tausend. Het graf van priester-koning Tarso ontdekt. De \erhou'ing lussc'ien katholieken, socialisten en fascisien in Duitschland.. De tijdstippen, waarop de diverse vredes verdragen gesloten werden, mogen lang achter ons liggen, geenszins mag men daaruit afleiden, dat deze vredesverdragen nu ook door alle sta ten als definitief worden erkend. Nog steeds leeft bij velen de hoop, dat het nog eens tot eene revisie komt. Eene omstandigheid welke natuurlijk aller minst gunstig is voor eene vreedzame ontwik keling der volken. Tot de staten nu, welke een wijziging in de vredescontracten verlan gen, behoort oa. Hongarije, Zoolang het his torische Opper-Hongarije met Hongarije's oude hoofdstad Pressburg bij Tsjeoho-Slowakije blijft kan van een politieke verzoening tusschen de beide staten geen sprake zijn. En zoolang zal ook Hongarije met alle mogelijke middelen trachten zich van de Tsjechen onafhankelijk te maken. Iets wat nu niet zoo heel gemakke lijk zal lukken, want sedert de oprich'ing der- Oost Hong. monarchie was Hongarije ten nauw ste met de industrie van Bohemen verbonden. Maar met behulp van Oostenrijk toah w"el een. heel einde bereikt kan worden. En zoo zien we thans eenerzijds een feilen taloorlog tus schen Hongarije en Tsjeciio-Slowakije, ander zijds een steeds grootere toenadering van Hon garije en Oostenrijk. In dit licht moet de reis van Graaf Bethlen naar Weenen, waarover zooveel ophef gemaakt wordt gezien worden. Meer dan 50.000 menschen hebben deelge nomen aan een betooging te Allahabad ter eere van Gandi, waar hij voor het eerst na zijne vrijlating in het openbaar zou spreken. Uit de omliggende dorpen waren 20.000 men schen gekomen. Het Jiark, waar de betooging plaats had, was overvol en wie geen plaats op den grond kon vinden, klom in de boomen. Gandhi verklaarde, dat van de politiek van ge weldloosheid niet mocht worden afgeweken, daar de beweging anders verliep. Hij besloot met een oproep om de buitenlandsche kleeding- stoffen verder te boycotten en den strijd tegen den drankduivel voort te zetten. Men neemt aan dat Gandhi's onbuigzaamheid voor een belangrijk deel bepaald wordt door zijn wenscih de extreme elementen in het Congres niet van (Vrij naar het Engelsch). 17. Dulde, want zoo heette zij, bleef stil staan en keek hem aan met gefronste wenkbrauwen en be venden mond, „Waarom praat je zoo vreemd?" vroeg ze. „Hoe moet ik dan spreken?" vroeg Paul. „Je sprak vroeger zoo niet", zei Dulcie kla gend. „Ik ik dacht dat je misschien blij was mij te zien. Dat was je vroeger altijd. En en toen je laatst wegging, vroeg je mij een zoen te geven, en ik deed het en ik wou, dat ik het niet gedaan had. En ik vroeg een stuk gember van je met je naam in -potlood er op geschreven en ik gaf jou een hoesttablet met mijn naam er op. Maar ik veronderstel dat je de mijne opgegeten hebt". „Het is vreeselijk", dacht mijnheer Blinder- ston. „Wat moet ik nu doen? Het kind houdt mij voor die ondeugende schelm van 'n Dick". „Nou, nou", rei hij hardop „kleine meisjes sooals jij zijn te jong voor zulken onzin". „Je moest aan je je poppen denken en aan aan je naaiwerk", zei Paul. „Dat zeg je nu*' zei Dulde verontwaardigd. „Je weet dat ik geen klein meisje ben en ik spreek ook niet meer over mijn poppen. O, Dick wees toch niet zoo onaardig. Je hebt je verstand toch niet verloren is het wel?" „Neen", zei Paul, zich ellendig voelend. „Ik ben van lichaam veranderd. Maar dat dat tal je wel niet begrijpen. Ga heen en ga wat spelen als een toet klein meisje". Jli «Mt «L vut hat is", m! Dulctfe. „Je bent naar partijtjes geweest of ergens anders en een ander meisje gezien, waarvan je meer houdt dan van mij". „Dat is onzin", zei mijnheer Blinderston. „Je weet niet wat een onzin dèt is. Nu, je bent een erg dwaas meisje, als je schreit. Ik ben de Dick niet die jij kende." „Dat weet ik", snikte Dulcie. „Maar, o Dick je moet het weer zijn. Beloof me dat. En, tot Paul's groote schrik en ontstellenis sloeg zij haar armen om zijn hals en begon tegen zijn schouders aan te schreien. „Lieve help", riep hij uit, „laat me gaan. Doe dat alsjeblieft niet. Ik hoor iemand aan komen. Als het je vader is, zou ik verloren zijn", Maar het was te laat. Over haar hoofd heen kijkende, zag hij Tipping de kamer bin nenkomen, die er hevig boos uitziende, naar hem stond te kijken. Dulcie zag hem ook en liep vlug naar het raam,, waar zij ongemerkt haar oogen trachtte te drogen en vervolgens vlug langs hem heen liep, terwijl zij goeden morgen zei en ontvluchtte, Paul met den boozen Tipping alleen achterlatende). Eerst was er een akelige stilte, die Tipping verbrak, door te zeggen„Wat heb je haar gezegd, zoo dat je haar aan het schreien hebt gemaakt 7" „Wat gaat je dat aan", zei Paul, die moeite deed zijn stem vast te lalen klinken. „Wel omdat ik zelf verliefd op Dulcie ben, sinds ik hier kwam en zij heeft nog nooit een woord tegen mij gezegd. Ik wist niet, waarom, en nu komt het uit dat jij de oorzaak bent. Wat heb je er aan, om mijn plaats bij haar in te nemen? Ik hoorde dat zij je „lieve Dick" noemde." „Doe niet zoo ezelachtig", zei Paul boos. „Je begrijpt nu wat ik bedoel hè", zei Tip ping. „Ik verlang niet dat Dulcie door jou gehinderd wordt; zij verdient wat beters dan jij, en ik zeg je_ dat, als ik jullie nog eens snap zooals nu, of, als ik merk, dat zij meer om jou dan om mij geeft, ik je een pak slaag zal geven, zooals je nog nooit in je leven ge had zal hebben. Pas dus op". De jongens kwamen nu één voor één bene den en vormden een groep om de kaahel, en Paul ging van den gegriefden Tipping Weg en keek treurig uit het venster op den weg met zijn kale, zwart uitziende boomen. „Nu moet ik den doctor mijn toestand ver tellen", dacht hij. ,Nu zal ik dadelijk mijn mond opendoen; Tipping dreigt mij met ©en stok te slaan. Als ik hier blijf, zal dat kleine meisje moeite blijven doen om mij te spreken en zal ik door dien roodharigen jongen ge slagen worden. Als het mij nu maar gelukken mag hem na het ontbijt te spreken te krijgen. Toen het acht uur was kwam de doctor beneden en kondigde het ontbijt aan, terwijl hij zelf voor ging naar de eetkamer. De doctor ging aan het hoofd van de tafel zitten, waarop witte bordjes en kopjes stonden en schalen vol boterhammen, terwijl mevrouw Grimby met Dulcie en Tom aan het benedeneind van de tafel zat, achter twee leelijke theepotten. Maar toen mijnheer Blinderston, hongeriger dan hij zich in jaren gevoeld had, zijn plaats aan één van de tafels vond, walgde het hem dat hij op zijn bord geen eieren of een omme- let, maar een paar sardientjes vond, die in groene olie lagen. Het was een soort visch, waarvan hij niet hield, maar hij deed pogingen ze op te eten, tegelijk met eenige slappe koffie. Daar het maal zoozeer verschilde van het goed toebereide ontbijt, dat hij sinds jaren genoten had, voelde hij zich buitengewoon onaangenaam gestemd. Gedurende den maaltijd mocht er niet ge sproken 'worden. De Dr. keek nu en dan van zijn bord met nierbroodjes op (waarop benij dende blikken Werden geworpen) om een op merking togen zijn vrouw te maken langs de lange rij schalen en kopjes, maar als regel was het eenige geluid van hoorbaar etende jongens, dat de stilte verbrak. Tegen het einde, toen de schotels haast alle geledigd waren en de jongens elkaar over de tafel zaten aan te staren, kwam de jongste onderwijzer, de heer Tinkler, binnen. Hij was een mager onbeteekend uitziend persoon, wien het blijkbaar niet in den smaak viel, dat hij door zijn laat komen zoo de algemeene aan dacht trok. „Mijnheer Tinkler", zei de doctor op zijn meest verschrikkelijken toon: „Als het mijn gewoonte was mijn onderwijzers te bestraffen, voordat de school begon (wat het niet is), zou ik mij genoodzaakt voelen U te herinneren, dat deze laksheid om op te staan een slecht begin van den dag is en een verkeerd voor beeld is voor hen, die onder uw discipline staan. Mijnheer Tinkler gaf geen antwoord, maar ging zitten met een ellendige ui drukking op zijn gezicht en deed zijn best om de boter hammen op te eten met een wilskrachi, die, naar hij hoopte de aandacht van hem af zou leiden en bijna onmiddellijk keek de doctor op zijn horloge en zei: „Nu jongens, jullie hebben eetn half uur den tijd om te spelen. Als jullie binnen ko men heb ik wat tegen jullie allemaal te zeg gen. Sta niet op mijnheer Tinkler, voordat U heelemaal klaar met eten bent".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1931 | | pagina 1