ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOE. WtfGtLLNG'S NIEUWSBLAD VAN VKÜDA» 23 JANUARI l»Si N®. EEN TREURIGE GESCHIEDENIS. Met verschrikte gezichten itonden de Jon gens zwijgend bij elkaar op het schoolplein En de voorbijgangers, die niet wis en, wat er gebeurd was, verwonderden zich over die sttVe waren zóó gewoon, aan de onbeschrijflijke herrie, die er eiken dag weer opnieuw voor en na schooltijd door de lieve jeugd werd g - maakt, waren zoo gewend aan sloei- en vr,dht- partij'jes, aan verwoede voetbalwedstrijden, aan geschreeuw en gejoel, dat zij verwon'erd in het rond keken om te ontdekken, waaraan die sombere stemming te wijten was Zij zagen evenwel nietsalleen uit de gezichten van de jongens, die li g-oepjes b:j elkander stonden, b'eek overduid lijk, dat er iets eras'Igs was gebeurd, iets,- dat diepen in druk had gemaakt op het speelsche jonge T0lkje- Gerard van Vliet *was een van de aardi v e jongens op school; niet alleen zijn onderwijzers vonden dat, maar er was ge°n enke'e van zijn kameraadjes, die niet graag-m**' G rard omging. Hij Was niet een van die ui b inkers, van d e blokkers, die nooit zin hebben in een Opgewekt spelletje en al ijd maar zoet hms'oe gaan neen hoor, hij was graag haant e de voorste" als het op ravotten aankwam, dd aap a'le spelletjes trouw mee, hoe wild r hoe liever. En toch s'ond hij bij alle onderwijzers, zonder uitzondering,, in een goed b'aad e enrs e-is natuurlijk omda' hij goed leerde in de klas go<d oplet'e. maar vooral omdat h'i zulke oolijke opmerk'n en kon maken, waar de hee'e klas. de ond~rwij>er induis om dh~n mo^d en ook, omdat hij s-'eeds onmi M'd'Ijk ber ld was. iemand van dienst 'e z'in, ais hem dat gevraagd werd. Nooit was hem i s te "Veel, als hij daarmede anderen kon ^e'pen en ook zijn schoolkameraad'es wisten da zij aHi]1 oi> van Vliet konden rekenen, als zij me' boeken of huiswerk in de war zaten. Eiken morgen bracht Gerard ziin zusm naar school, een allerliefst b ond me|s:e vah ze,Ten jaar. waar hij dol op was en die ^aar grooten broor om haar vingert'es wond. Wa' was Ge rard tro'sch op zijn li"f zus'e.en hoo bang. dat haar iets zou overkomen. Zij vcmd Ifl' zp1f lal lang groot genoeg om alleen naar school 'e gaan maar nnen hoor. hoe h'i zich soms mo'art haasten om zélf op tijd te zijn Gerard lie1 zich nooit die wandeling naar Mi^p'Vs schooi on turnen. Het kleine ding kle'sje honderd uit en cle groote jongen gaf haar onvermoeid "ant woord op alle vraren, welke in haar iong breint je opkwamen Voor haar kleine verd i *- tolij!<he'd;es vond zij b'j hem ai'ijd een ^ewil'lg oor eji hij had er zoo'n slag van haar to 'roos- t, ri da' het donkere wo'k'e dir-ct weer voor bijdreef en het zonn^'e doorkwam. Mie jongens van Gerard's school kenden de kleine Miep en ze wa^n a'lemaal even pn-dl* voor haar; dkn bracht er een 'n mooi piaa'ie voor haar mee, dan kr°eg zij van. 'n ander e^n pracht van een kn'kker en zij deed dan zóó lier en bedankte zóó vriendelijk. da+ de groo'e jongens èr soms verlegen b'1 stonden. Gerard Kif was dan haast nog dankbaarder dan zijn zusje en genoot mét glinsferende ongem, als bli zag, hoe lief iedereen zijn kMoe MieD vond. Het had hi paar nachten zachtjes geboren en op het wa'er van den singel, waar Gerard en Miep 's morgens bij het naar sahool gaan •t8l langs liepen, was 'n dun vllesja Ijs. Mlepjd popelde om erop te gaan en beweerde, dat het ijs haar gemakkelijk zou kunnen dragen, zij was nog zóó liaht, het ging best. Haar groote broer wist ech er wel béter, kneep haar hand:« nog wat steviger in zijn harde jongensknulst, alleen al uit angst, dat zij van hem wegw zou loopen om tócih op het ijs te gaan, en waar schuwde haar zoo dringend, dat kleine Miep ten slotte begreep, dAt zij nog wat geduld moest' hebben. Als het vannacht flink vriest, dan is het Ijs dik genoeg en dan gaan wij er morgen op, heusoh. Ik heb dan den heelen middag den tijd, want het is Zaterdag en dan ga ik met je mee om je te leeren schaa senrijden Goedf Neen, mopper nu maar niet langer, want van daag ga ik vast en zéker niet. Het is nog véél te gevaarlijk. Maar kleine Miep, die gewend was, dat zij altij l haar zinnetje kreeg, als zij maar lang grpoeg aanhield, bleef toch mokk'n en vo d lu l i rg overdreven van Gerard, da hij zoo bang was. Je zou zien, dat er vandaag bes kinderm ep het ijs gingen en 'dan gi ig zij ook. Ech flauw van Gerard. Als hij nu niet bij haar was ot wrest, had zij hel ook al wel eens gepro- bt erd Altijd 's morgens Öa' méé'oopen ook.... 2ij kon toch best alleen. Vader kwam haar 's middags 'n eindje tegemoet, d s dan had z wjI eventjes lijd over, vóór hij er was. En 's middags was h t on ze'tende gebeurd. Nauwelijks was de school af e oo en of kein" Miep holde met 'n paar vrien 'inneljes na r den waterkan' en pr beerde h el voorzich i 1 of lift ijs stérk genoeg was. En warempel.,.; dal ging Jyst, hoor. Zie je nu wel, daaht zij bij z'chziif, dat Gerard véél ie bajag gewoel is. I k durf wel. Voetje voor voe'je, ha"d in hand met een schoolkameraadje, ging Miep steeds verder Tan den kant af en ui- niets ble^k, dat het ijs nle sterk genoeg was. Nog 'n derde meis'e waag'.e ziöh erop..,, to' plotse'ing een lull gekraak weerklonk, gevo'gd door ang tig gegil zoowel van de kinderen óp het ijals van die, weke Op den kant s onden toe te kijken. De dunn ijskorst had hel gewicht niet lang°r kunnen dragen, *n bar t, s eeds verder afbroVk 1 n van het ijsen de haas ig van alle zijden lo snel lende menschcn zagen niets anders meer dan een gapende opening in het ij s, waarin groo e luchtbellen ops'«gen. Opeens Ndrong zich een man frmt *ilde g a baren door de aangroei nde meri t ei wi de op het ijs gaan, om de kinderen hulp te ko men.. Van alle kanten 'drong men op om hem te gen te houden. Neen, van Vliet. Je kunt niet op hot JJs gaan; het is véél 'e zwak. W&cht; nog even.... er worden planken en ladders gehaald daarmede kan je h t dan ,pr beren, maar nu is het roekeloose waaghalzerij Maar de arme man was zlch-'e'f niet meer meester. Hij was kalm aan komen wandelen om zijn kl'dne meisje tegemoet to gaan, toen hij Ineens had hooren schreeuwen, dat er kinde ren door het ijs waren gezakt. Haas'ig nader bij komende had hij -toen een onvoorzichtige stem gehoord, die riep, flat "kleine Miep er ook bij wasHij rukte zicih los van de ar men, welke hem tegenhielden en sprong van den waterkan' op het ijs, dat zich natuur'ijk tot ontsteltenis van 'do toeschouwers, onmiddel lijk begaf. (Wordt vervolgd). HET HOUTEN ROS. Freddy Vrijdag vm moe en Eafl pijn aan zijn voeten, terwijl hij bezig was een groote kist van het •chip weg te «leepen. Halverwege het kamp moevt hij een oogenblilg ophouden. „Pfff, dat ie een heet baantje,** riep hij uit, „ik weet werkelijk niet, hoe ik d*ze kift naar het kamp zal sleepen." „Ja, dat moet een cwaar werk fijn," zei Topsy, „want Polly eo ik maakten ons al ongerust over je. „Ik wou, dat ik eer. kar had, zoodat c de kist naar het kamp kon rijden," sei Freddy. „Maar dat is geen gewoonte, om hier van karren gebruik te maken omdat biet rij Of- Toen Oreepy en Crawly, de twee •langen, hoorden, wat de zeeman zei, rolden ze zich rondom de kist en trokken die zoo voort. „Wel ik ben stom verbaasd," riep Freddy uit. „Ze hebben de kist als het *are wieltjes gegeven en het lijkt wel, of die nog rubber banden er om hebben, ook." „Het zijn flinke slangen," ver klaarde Robbie tegen den zeeman, „als je in het kamp bent, moet 'e se maar een dubbel portie eten geveo, ae hebh««j bet verdiend." Jan en Lies hebben zoo, .veel geschenken gehad in de afgeloopen Decieinber-maand, dat het nu nel is alsof er voor hen een geheel nieuw leven is begonnen. Sommige dingen zijn zij geheel vergeten en als zij die dan plot seling zien staan, denken zij verrast: „O ja, dat is er ook nog". Lang niet alle kinderen worden zoo goed b"d?cht hèV Da' kan ook niet, want niet alle vaders en moeders kunnen evenveel geld voor hun kind^rin b^teüen, da we en jul ie zeker ook wel. Maar ach, evenmin als veel geld de mensehen gelukkig maakt, evenmin maak een groote massa duur en mooi speelgoed een kind gelukkig. Zie nu deze twee eens aan. Zij hebben zoo ontzettend veel om zich mee te vermaken en t-cli maken zij den gehcelen dag ruzie, want na uurlijk willen zij steeds met hetzelfde spelen. Nauwelijks zit Jan op z!ja hobbelpaard of Lies probeert hem er weer af te duwen Het is haar dezen keer niet gelukt en nu staa! zij van nijd het arme dier aan den staart te trekken. Wat een schande, hé. Gelukkig dat het maar een plaatje is Het komt ons voor, dat deze plaat erg g|e- schikt is om er met kleursel iets heel moois van te maken. Vinden jullie dat ook nlet'f Haal dus maar gauw je gereedschappen voor den dag ein begin. "Wélke kleuren je het beste ge bruiken kunt zal ik maar niei zeggen, dat weet je misschien zelf ook wel. Alleen moet ik je vertellen, dat het paard een schimmel is, het geen je zien kunt aan de vlekjes op zijn huid. Nu, veel plezier bij je arbeid en veel succes er mee. DE KLEINE SNELTEEKENAAR. Eén soldaatje te teekenen, dM is zoo'n toer niet. Maar 'n héél gelid naast elkaar, allemaal netjes in den pasjonge, dat zal niet méé- vallen. En toah is het heusch geen heksentoer. Kijk maar eens naar de plaatjes, die hier bij staan. Je teekent eerst den eenen soldaat, met ge- strekten pas, geweer op schouder. Dan trek je van elk uitstekend punt een rech'e lijn, op zoo'n wijze, dat al die lijnen in één punt op eenigen afstand van den soldaat samenkomen. Ben je zoover, dan is het tweede plaatje klaar. Dan blijft er alleen over, de ruimten tusschen de samenvloeiende lijnen op te vullen met korte lijntjes, evenwijdig aan de figuur van den soldaat. Als je dat alles voorzichtig en accuraat •doet, dan zal je eens zien, wat 'n aardig effect dat geeft en wat 'n keurige ril soldaatjes je dan geteekend hebt. KLEURPLAAT. Dat is 'n gemakkelijk keurplaalje, hooren vrij jullie al roepen. Zéker, moeilijk is het uie naar om van dize eenvoudige teekening toch nog iets keurigs te maken, d&ür ben je zoo één, twee, drie niet mee klaar. Om te beginnen is daar het tafelkleed. Dat is geen wit tafelkleed, neen, dat is 'n tafel kleed met 'n mooïen rand, of met 'n mooi des sin, 'n bloem, of iets dcr«e'ijkr en dit moeien lUllie er nu eens mooi bjjkleuxgn. Zie «y, dit valt niet mm, welt Eu dan de koffiepot? Dat is ook maar wiet /oo'n doodgewone witte pot, neen Warempel u ct. Dat is 'n blauwe kan, of 'n bruine kan, met 'n aardig tfwart figuurtje erop. De bordjes precies zoo. Ook 'n kleurtje e» ti figuurtje. En ten slotte de kopjes; die ujn wat te klein voor *n dessin erop, maar ge kleurd kunnen ze in ieder geval worden. Neen, we hebben 'n keurig servies op tafel. Zorg au julli» nu maar, dat «r aatjtf uitziet

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1931 | | pagina 7