ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOE. 1 WEGËLING'S NlfeUIVSBLAB VA* VRUBAtt JANCAJU 1«1 t EEN GOED BEGINT lil het huis van "Willem en Jan werd de oudejaars-avond echt gezel'ig en ouderwei sch gevierd. De ooms en tan!es kwamen op visite en natuur'ijk brachten zij voor deze bijzondere gelegenheid ook de neefjes en nichtjes mee. 't Was immers maar eens in het jaar, nietwaar, en dan mochten de jongens en meisjes ook ■wel eens opb'ijven lot het middernadhtielijk uur. Ook Willem en Jan waren van de partij, dat spreekt. 't Was al tien uur en de feestvreugde was op het hoogtepunt. Zoo juist had Jan aan zijn broer verteld, dat hij nog een heele schaal met oliebollen in de keuken had zien staan. Dat was een meevallertje, want de jongens dachten vast en zeker dat alles al op was, zooveel was er reeds gesmuld. En daar kwam Greetje, het zusje, zoowaar met een groote kom anijsmelk de kamer binnen. Ook dat nog. Alle menschen en kinderen genoten, dat het een aard had. Oom Willem stond op. Hij ging boven op een stoel staan en commandeerde een oogen- blik stilte, omdat naar hij geheimzinnig deed Weten hij iets te zeggen had tot alle aan wezigen en niet het minst tot de jeugd. 7e be grijpt dat alles opeens muisstil werd, want oom Willem was een echte grappenmaker, vooral als zijn neefje, dat naar hem genoemd was, in de buurt zat en hij zoo nu en dan een extra-grapje tegen hem kon maken..,. Willem was dan ook al een beetje zenuw achtig en met angst vroeg hij zich af wat voor streken oom nu weer met hem uit zou halen. Maar het viel nogal mee. Oom sprak over het afgeloopen jaar, dat voor de fami1 ie gelukkig niet ongunstig was geweest. Er waren geen zieken en gelukkig ook andere dingetn waar men om treuren moest. Het was te hopen zei hij, dat alles in het nieuwe jaar maar zoo zou blijven en dat was toch eigen1 ijk een heel een voudige en heel povere wensch. Oom was te vreden en hij hoopte alleen maar dat hij tevre den zou mogen blijven, iets beters vroeg hfl niet. Alleen twee dingen waren er en daar moest hij nog iets van zeggen. Zijn zoon Hen drik Was in het oude jaar voor een examen gezakt en nu hoopte hij, dat hij er in het nieu we jaar wat beier van af zou komen. En het tweede ding was, neef Willem, die een heel aardige jongen was, maar die wel wat meer overleg en Wat meer moed zou kunnen gebrui ken. O, het was een heel aardig kereltje, maar hij was niet flink genoeg. Hij moest leeren de dingen flink aan te pakken en nooit bang te zijn Toen oom uitgesproken had begon de heele familie te lachen en in de handen Ie klappen, fïiaar alleen "Willem keek een beetje zuur en hij kreeg ook een heel roode kleur. Het was ook niet zoo prei tig, wat oom van hem gezegd had, alleen die domme Willem had niet ge merkt, dat zijn oom hem weer eens in het ootje had willen nemen. Kom jongen, fluisterde moeder, die Wlm's kleur wel zag, oom heeft je alleen maar willen plagen, dat weet je toch wel. Hij meent er geen steek van. Je moet maar denken: hij houdt veel van zijn pe'ekind en daarom maakt hij wel eens een grapje. Maar Willem was er nog lang niet zeker van en tersluiks gluurde hij nu en dan eens naar oom Willem's gezicht, maar helaas, daar was niets op te zien. De avond verstreek langzamerhand en om elf uur was de laats Ie oliebol opgegeten en 't laatste druppeltje anijsmelk eveneens uit den kom verdwenen. Moeder haalde wat lekkere broodjes en met een rood geziciht van de druk te en de warm!e in het vertrek vroeg zij wie er nog honger had. Maar in brood had niemand zin, men schaterde het uit om de gedachte dat men na de oliebollen en melk nog honger zou hebben. Alleen Greetje was de laatste minuten wat stil geworden. Zij was een echte slaap kop en kon nu de oogen niet open houden.',,». De andere kinderen gaven eikaar tersluiks *n knipoogje. Pang. 74. Op sekeren dag, toen RoBBla n Topsy met den seem an uit waxen* werden te overvallen door eed hevigen zandstorm en moesten be schutting zoeken m een kleine grol. Toen de storm bijna over vu, waagden zij ziah uH de grot om hun weg naar het kamp te vervolgen,, doch ze hadden door het door dea storm opgejaagde sand te waden. nKjjk eens naar dien grappige* boom, die daar in hel aand groeit"# merkte Robbie op.; „Ik denk niet, dz4 Set een Boom li," zei Freddy. „Ik heb er iaa» «ainsfce aooit ac£ gmm V Jufst toen Freddy Vrijdag gespro ken had, hiel Polly haar kop uit bet zand op. HDaari Ik vertelde je al, dat het geen boom was," sei de seeman. „Het was de «taart ran die arme Polly»" ging hij voort „Ze moet gedurende al dian tijd in dien vreeselijken sandstorm tasten zijn geweest." >,Hoe zullen we haar uit het sand trekken 1" „Ik hoor Salomo den ballonvogel dezen kant opvliegen," zei Robbie, misschien kan hij one hier allen wel optillen.'J Plotseling knalde er iets door de lucht. Een revolverschot. Tsjonge, tsjonge, dat begon al al vroeg. Wel een beetje gek vond vader, maar de jongens en meisjes dachten er anders over. Toe, laten we een poosje naar Duien gaan, vader, zeurde Jan, .^r daar kwam voorloopig niets van in. Vader hield niet van het schieten op oudejaarsavond en hij wist ook veel te goed dat "het door de politie feltelflk verboden was. al liet men het dan ook oogluikend toe. Maar vader had toch voor wat anders gezorgd. Een beetje pret zou er zijn. En stilletjes verdween hij in de achterkamer, waar hij uit een pakje een kleine hoeveelheid mooi en onschuldig vuurwerk haalde (Wordt vervolgd). OUDEJAARSAVOND. Een écht tooneeltje van den Oudejaars avond. Broertje en zusje hebben toestemming gekregen om voor de eerste maal in hun leven den overgang van het oude in het nieuwe jaar hiéé te vieren, en zij hebben opdracht om di rect te waarschuwen, zoodra het oude jaar een eind heeft genomen en de klok aangeeft, dat het nieuwe jaar zijn intrede heeft gedaan. Zij staan dus vol belangstelling voor den grooten slatigen hangklok en verbeiden met spanning het oogenbük, dat het uurwerk ztyn twaalf slagen van middernacht zal doen hooren. Is dit geen alleraardigst onderwerp voor een kleurplaat f Wij meenden van wel. De oude donkerhouten klok met gelige wijzer plaat en koperen gewichten, de kleeding van broertje en zusje, de bloempot op de venster bank en daarvóór het blauwig doorschijnende gordijn. Van dat alles is een praohtpi aatje te rnaken, mits jullie de kleuren goed kiest, en het kleuren zelf netjes en nauwkeurig doet. Wij zullen géén aanwijzingen geven voo* wat de te gebruiken kleuren betreft, Volgt daarin jullie eigen ideeën, dan heb je van hel resultaat ook méér pleizier. DE VERDWAALDE PROFESSOR Mijnheer de professor was jarenlang opreis geweest en kwam nu weer thuis. Hij wandelde onbezorgd naar huis, doch opeens was hij den weg kwijt. Er was in al dien t$d zóóveel bij gebouwd, dat het wel een doolhof leek. Hy dwaalde en dwaalde.... on kon dan weg naar huis maar niet vinden, da arme professor. Kunnen jullie hem helpent Op ons plaatje kan je zien, hoe al die nieuw* straten gebouwd waren, kriskras door elkaar. Het is niet te verwonderen, dat rif* professor er duizelig van werd

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1931 | | pagina 7