2e BLAD 'Springende Handen Kloosterbalsem HET JAAR 1930. B#| dMStere PEPERMUNT „Geen goud Zoo goed" J PAUL'S NIEUWJAARSDAG WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN WOENSDAG 31 DECEMBER 1930 No. 52. In de „Groene Amsterdammer" vonden wij eenige weken geleden een plaat, voorstellendé de dood, die gezeten op een stoel tusschen vaten dynamiet en buskruit in afwachtende houding,' zich de vraag stellende „Wanneer?" Het was deze plaat, die ons in gedachten [kwam toen wij ons de vraag stelden, wat het jaar 1930 ons eigenlijk wel gebracht heeft. Een afwachtende mensch, gezeten tusschen tonnen graan, vaten petroleum, enz. die onverkoopbaar waren maar ook tusschen Vatejn dynamiet en buskruit ziehier de mepasoh van 1930 gekarakteriseerd. Onzekerheid op alle gebied. Onzekerheid op economisch, onzekerheid op politiek terrein. Zou de toeneming der werkeloosheid eindelijk eens tot staan gebracht worden, zou er einde lijk eens een einde komen aan de toenemende malaise in landbouw, nijverheid en handel? Het was de vraag, welke men zich het ge- heele jaar door stelde. Zou de politieke he mel eindelijk eens opklaren, zou eindelijk eens de onzinnige wedstrijd in bewapening worden gestaakt? Het was een andere vraag, waarmee zich de politici in 1930 doorloopend bezig hielden. En intusschen werd de economische toestand met den dag slechter dag na dag groeide het leger der warkeloozien, geen wéék glrig er voorbij, of er werd weer een of an dere fabriek gesloten, langzaam maar zeker werd iedere hoop op een spoedig herstel ver nietigd. En ook wij Nederlanders kwa men tot de conclusie, dat Nederland geen oase in de woestijn, geen eiland in den oceaan kon blij ven. Eén industrie was er, die bloeide de oorlogsindustrie. Op het gebied der "defensie werd geen afwachtende houding aangenomen. Rusland ging vóór: de bevolking van Leningrad werd van gasmaskers voorzien en ook onze fninister sprak het uit, dat eindelijk eens een begin met den aanmaak van gasmaskers ter bescherming van de bevolking tegen lucht bombardementen moest worden gemaakt. De voorbereidende ontwapeningsconferentie leed 'n volledig fiasco. In Duitschland en Oostenrijk zagen we een ontzettende vrees aanjagende versterking van het fascisme. De Duitsche verkiezingen gaven aan de nationaal-socialisten meer dan honderd zetels in den Rijksdag; de nationaal-socdalistC- sohe partij werd in één slag de op één na de sterkste partij en niet te ontkennen is haar invloed ook op de Duitsche buitenlandsche politiek. „Het Volk" meldde eenige wéken ge leden, dat thans de sociaal-democratische par tij zich aangordt tot den strijd tegen de natio naal-socialisten, maar daarbij zeer terecht de vraag of het niet te laat is. Het einde der democratische regeeringsmethodes in het Duitsche Rijk schijnt werkelijk in zicht té" zijn, Dqnken wij even aan het verbod van de film „Van het Westelijk Front geen nieuws". In Oostenrijk heeft de klinkende verkiezingsover winning der soc. het fascisme nog eenigszins kunnen keeren, maar ook daar loopt naar het ons voorkomt de democratie op haar laatste beenen. De Zeppelin-tochten brachten ons in herinnering, dat het Duitsche volk nog over een groot initiatief beschikt. Al schijnt- het met de Do X behaalde succes nu niet bij zonder groot 4e zijn. Vergeten we niet te vermelden de öntfcettendé mijnrampen in Alsdorf en Saarbrücken, waar bij zoovele werkers in eeuwigen nacht zoo jammerlijk om het leven kwamen. Spreken wij over het vliegwezen, dan komt ons voor 'den geest de vreeselijke ramp van de R 101 en zijn wij in Engeland aangeland. Wij denken dan aan de vele, vele moeilijkheden, waarmede de Engelsche industrie te kampen, heeft en aan het 'betrekkelijk geringe succes der Labourregeering in haar pogingen tot li- kwidatie der werkeloosheid. Wij denken aan woeilg Britsch-Indië en aan de Ronde-Tafel conferentie, waarbij de zgn. Congres-Partij niet tegenwoordig is en waardoor aan alle hoop, dat de Britseh-Indische kwestie zal worden opgelost, eigenlijk den bodem is ingeslagen. Ook de Conferentie met Canada is op niets uitgeloopen, terwijl we maar weer afwachten, wanneer Egypte weer eens van zich zal laten spreken. Palestina baart Engeland ook al niet minder zorgen. Om blijkbaar de Arabieren gun stig te stemmen, werden "den Joden allerlei hindernissen bip hun pogingen tot vestiging eener nationale woonplaats in d«n weg gelegd waarover de Zionisten allesbehalve te spre ken zijn. De tegenstelling Joden-Arabieren brengt ons op het nationaliteiten-vraagstuk. We denken aan Polen en aan de verdrukking van Duitschers en Oekraïners. Trouwens schijnt het regeeringssysteem onder leiding van gene raal Pilsoedski in het algemeen wel ^an forsch aan te pakken te houden en van verkiezingen zoo als wij die hier kennen schijnt In Polen geen sprake te zijn. Met alle mogelijke middelen werd eene meerderheid geforceerd. De oppositie-leiders hebben veel te verduren speciaal op de gevangenen in Brest-Litowsk schijnt men het voorzien te hebben. Spanje is in revolutie. Nog is dictator Berenguer er in geslaagd zich staande te houden. Maar dat per saldo de republikeinen of wat veel erger is de communisten er in zullen slagen het bewind ten val te brengen lijkt ons na het geen wij over de zaak lazen welhaast zeker. Het is slechts een kwestie van tijd. Het idee ,ran de dictatuur het fascisme vooral zou door een dergelijken val een zeer gevoelige nederlaag lijden Met beste HK 9 opwekking en verfrissching. En dat het fascisme in Italië reeds gevoelige nederlagen geleden heeft is aan geen twijfel onderhevig. Het fascisme staat en valt met de onkreukbaarheid der leidende personen; het eischt groote leiders, welke onomkoopbaar zijn. In den aanvang had het fascisme dergelijke leiders. Maar wij weten maar al te goed, dat wanneer een partij zich ontwikkelt,, wanneer het aantal aanhangers grooter wordt, de kwali teit van den aanhang vermindert. En zoo schijnt het in Italië reeds zoover te zijn ge komen, dat op vele plaatsen reeds sprake is van corruptie. De slechte economische verhou dingen schijnen aan een en ander niet vreemd te zijn. Om uit de misère te komen is men tot eene loonsverlaging overgegaan, ter vijl meit alle kracht aan een prijsverlaging wordt ge werkt. Het Russische bolsjewisme ergerde de wereld, door zijne verkoopprijzen zoodanig te stellen, dat van dumping werd gesproken den ver koop beneden kostprijs. Bovendien vergastte het de wereld op een proces, als nooit gezien het proces tegen de zgn. Industrie-partij. Algemeen werd aangenomen, dat dit bestemd was voor binnenlandsch gebruik: de bevolking moet in verband met het zgn. Vijfjarenplan den .buikriem nog maar wat nauwer aanhalen. De Zweedsche luciferskoniug Kreugel deed de wereld versteld staan van de groote kapi talen waarover hij beschikte. Aan vele, in armoede verkeerende regeeringen léénde hij fabelachtige sommen, waartegenover hij het het lucifersmonopolie dan verkreeg. Fabelaehtigde sommen werden verspeeld in Frankrijk, het land dat geen werkeloosheid kent. Het aantal financieele prpooessen was legio, waarbij uitkwam, dat vele politieke per sonen vaak bij die financieele schandalen be trokken zijn. Zelfs de val van het ministerie- Tardieu Schijnt er het gevolg van te zijn ge weest. België wordt meer en meer de satelliet van Frankrijk. De voorgenomen militaire Werken hebben alle oogen op het Bel genland gericht. Over de oorzaken dan den doodelijken mist is men het nog steeds niet eens geworden. Ook de machtige Unie kent thans de werken loosheid. In de VereenIgde Staten ontbreekt wat men noemt de traditie en een groot leger van werkeloozen is daarom daar veel gevaarlij ker voor de orde dan in Wtest-Europa. Langen tijd heeft men de werkeloozen zonder uitkee- ring gelaten, maar op het oogenblik heeft daar het eten uit de staatskas ziju beslag gekregen. De drooglegging riep de dranksmokkelarij in het leven; geen week gaat er voorbij, of we vernemen een nieuw middel, dat de smokke laars uitvonden om de politie om den turn te leiden, wanneer zij hun zeer winstgevend be drijf uitoefenen. In Zuid-Amerika beleefden we evenveel re voluties als er' staten zijn, terwijl de revolutio nairen in Guatemala ons ervan doordrongen, dat ook Midden-Amerika niet van alle revolu- tionnaire smetten vrij zijn. De opstandige koer den veroorzaakten strubbelingen tusschen Isra ëlitische staten en wel Turkije en Perzië. In China herstelden verschillende generaals op de bekende wijze de orde, terwijl de andere Mongolen, de Japanners, niet alleen last had den van een aardbeving doch ook nog van de opstandige Formosanen. Trekken wij ons terug in ons klein landje, dan beginnen wij melding te maken van den radio-strijd. Hij toont ons hoe een klein land groot, ik bedoel zeer klein, kan zijn. Wij kunnen ons werkelijk niet goed meer herinne ren wat zich op dit gebied in 1930 heeft afge speeld. Maar het resultaat kennen we wel: we weten, dat het thans zoover gekomen is, dat er heibel is bij de V.A.R.A. en bij de A.V.R.O. Schijnbaar om spoediger tot 'samenwerking te geraken. Rot vlootplan van minister Deckers ver wekte in Nederland nogal eenige beroering. W'e kregen een petitionnement van de S. D. A. P. en N, V. V. waarop heel wat handteekeningen vorzameld werden. Nochthans is het vlootplan or door eekomen in Tweede en Eerste Kamer en binnenkort zal een aanvang gemaakt worden mot den bouw van een derden kruiser en een flotielievaartuig. Voor den Nederlandschen landbouw was 1930 allerminst ennstig, hetgeen voor een niet gering doel moet worden toegeschreven aan de moeilijkheden om over de opgerichte tol- muron hoen te seringen. Zoowel Duitschland als Frankrijk gaan steeds meer den protectio nistisch en weg op. Een gevoeligen klap dreig de onze 'Nederlandsche veeteelt te zullen krij gen door het tusschen Duitschland en Finland gesloten handelsaeeoord. Door de krachtige houding der Nederlandsehe regeerirtg Werd echter het gevaar afgewend. In het Nederland sehe parlement werd de crisis in den landbouw hot geheele iaar door besproken. Wp kregen verlaging van den suikeraccijns, eene nieuwe nachtwet eh tarwewet. Of een en ander den boer uit zijn netelige positie zat verlossen, wordt zelfs door den grootsten optimist In twiifel getrokken. De ondanks de actie van den Volkenbond maar steeds hooger wordende tol muren in Europa heeft Nederland en de Scan dinavisch p landen dichter bij elkaar gebracht. Eenige dagen geleden wijn de Nederland«dhe Belgische en Scandinavische delegaties voor de tweede maal in Oslo bij elkaar geweest om een overeenkomst tot tolvrede te sluiten. Op het gebied van het vliegwezen heeft Nederland in het afgeloopen jaar heel wat gepresteerd. Want de opening van een geregelden postvlieg- tuigdienst op Nederlandsch-Indië is waarlijk wel de vermelding waard. Hierbij dient te wor den herinnerd aan moeilijkheden, welke ons door de Turksche regeering in den weg werden gelegd. De eerste Nederlandsehe vliegenier Evert van Dijk vloog over den Oceaan. Nog nooit is er zooveel regen gevallen als in 1930. Talrijke overstroomingen waren er het gevolg van. Zelfs is er gevaar geweest dat de dijk bij Lobith zou doorbreken, hetwelk een ontzet tende ramp zou hebben veroorzaakt. Nieuw was voor Nederland, dat het vlieg brevet kon worden uitgereikt aan eene vrouw. Zooals ook voor de eerste maal het doctoraat in de handelswetenschappen werd verworven door eene Nederlandsehe schoone. Een vrouwe lijke veearts was eveneens een novum. Tenslotte vermelden wij nog de veroordeeling van kapitein Borren tot één dag hechtenis, aan welke zaak onafscheidelijk verbonden is die onbekende jongedame, welke - aangeboden heeft die ééne dag voor den veroordeelden kapitein te gaan zitten. H. Doe het At Jaar beter dan den vorlgen j Winter. Zorg dat g« een pot Akker' Kloosterbalsem in huls hebt, en bescherm Uw huid tegen Inwerking van koude en Vocht, door haar lederen avond voor het 1 naar bed gaan. In te smeren met Akkers Oorspronkelijke Nieuwjaars vertelling door FOREST. Het was Zaterdagmorgen, de laatste dag vóór Kerstmis. In het leerlokaal van de kost school van meneer en mevrouw Van den Oever zaten alle leerlingen bij elkaar, zoo juist was door een der leeraren meegedeeld, dat de va- ciantie dien dag inging en nu kwam de direc teur nog even binnen. „Jongens", zei hij, „zoo- als jullie weet begint heden de vacantie. Ik hoop, dat die voor allen heel prettig zal zijn. De lessen beginnen op Maandag, den negenden Januari. Wie van jullie gaat vandaag al naar huis?" „Ik, mijnheer, ik ik", werd door eenige oudere en jongere leerlingen geroepen. „Goed", vervolgde de directeur, „kom dan strakjes nog even op mijn kamer, dan zultlen we voor- zoover nog noodig, de reisgelegenheid be spreken". De jongens, die de Kerstdagen op de kost school zouden overblijven wachtten nog even in het school vertrek. De anderen begaven zich gezamenlijk naar de directeurskamer. Zij allen konden nog dienzelfden middag of avond het ouderlijk huis bereiken. De overige leerlingen bleven de Kerstdagen de gasten van den direc teur en zijn vrouw, die, zooals elk jaar ge schiedde, een feestje zouden geven. De deêlnë- mers van dit feestje zouden na de Kerstdagen vertrekken. Onder hen waren ook Frits en Paul van W'enderen, de eerste was veertien jaar oud, de laatste elf jaar. Paul was nog slechts enkele maanden op de kostschool. De vader van beide jongens was notaris in een stadje in het noorden. Het was Paul in het eerst niet meegevallen op de kostschool. En vooral de lange afwezigheid van huis had hem ook in den laatsten tijd nogal gehinderd. In Augustus toch was hij op de kostschool geko men en nu was het al Kerstmis. Bijna vier maanden was hij al van huis. Geen wonder, dat hij hartelijk verlangde zijn ouders weer te zien en Zijn broertje Wim, dien kleinen dreu mes van zeven jaar. Ook Frits verlangde naar huis,, maar hoe groot ook hun verlangen was, ze vonden het toch wel prettig het Kerstfeest bij meneer en mevrouw Van den Oever mee te trfaken en ze stelden zich van dat feest heel veel voor. Van andere jongens hadden ze al meermalen gehoord, hoe gezellig het hij dat feest toeging en hoe aangenaam de directeur en zijn vrouw het hun leerlingen wisten te ma ken. In de groote zaal zou een Kerstboom ko men; er zou muziek gemaakt worden, er zou gesmuld worden van allerlei heerlijks en dan de geschenken. Als Paul aan een en and.eC dacht, begreep hij niet, dat er jongens waren, die het prettig vonden nog vóór Kerstmis heen te gaan. Maar Paul vergat, dat er onder die jongens velen waren, wie thuis ook een Kerst feest wachtte. De ouders van Frits en Paul maakten elk jaar den Oudejaarsavond tot een bijzonder feest. Frits en Paul hadden dus het vooruitzicht van nog een mooi feest na Kerst mis. De avond van den eersten Kerstdag werd door de jongens, die gebleven waren, heel ge zellig doorgebracht in de ruime huiskamer van den heer en mevrouw Van den Oever., En op den tweeden Kerstdag, des avonds, had het langverwachte feest plaats. Hoe prachtig zag het tot feestzaal ingerichte schoollokaal er nu uit. De mooi verlichte Kerstboom, in het mid den, beladen met geschenken, de heerlijke cho colademelk, het uitdeelen der geschenken, de prettige spelletjes, muziek en zang, "hoe, de jongens, ook Fiats en Paul ervan genoten. Maar, - 31 DECEMBER. Als de oliebollen geuren en de kachel vuurrood gloeit, als straks in m'n ieege glaasje •warme punch weldadig vloeit als de krant is uitgelezen en de dag ten einde gaat, aal 'k sentimenteel gaan lulsfren naar de klok, die 12 uur slaat. Want je hecht aan ouwe dingen, en dat nieuwe, ach wie weet wat het ons straks nog zal brengen aan beroerdigheid en leed; '30 was nou juist geworden een vertrouwde kameraad, qu daar g&èt-ienou tabèh dan goeie, brave, beste maat. En twee levensgroote tranen pleng ik bij dit droef adieu, gelijk had de dichter met z'n: „Partir, c'est móurir un peu". Prosit, oud-jaar, 't beste wensch ik je op je verre, vreemde reis, ja 't is waar, rust had je noodig, want je werd al aardig grijs. Nee, kijk dan 's naar dat joggie, dat daar juist naar binnen treedt, zoo gezond en levenslustig als ik er geen tweede weet, nog geen donsje op z'n wangen hé, jongmensch, waar ga je naar toe? Blijf je, mooi zoo, ook 'n glaasje?., .r** Of mag je dat niet van je Moe? Met wie heb ik het genoegen? Ach, dèt doet me nou plezier. Dus ben jij nou '31, blijf dan maar hi jaartje hier. En vertel 's, jonge schat, wat je al zoo hebt meegebracht voor dien zi'elsverlaten dichter, je hebt 'm toch wel goed bedacht? Moet dat een verrassing blijven, als 't dan maar 'n blijde is. Och, als ik je zoo zie zitten ben je, als 'k me niet vergis, toch wel een bemin lijk ventje.... pès op, maak dat glas niet stuk Laten we 's tesamen drinken: Heil, véél zegen en geluk. (Nadruk verboden). de pret zou verstoord worden. Juist zou de di recteur, de heer Van den Oever, beginnen met het voorlezen van een mooi Kerstverhaal, toen er aan de deur getikt werd. „Binnen", riep de directeur. Een bediende trad binnen. „O, Ja cob, ben jij het? Wat is er jongen?" „Een te- legram, meneer, zoo juist bezorgd". „Een te legram?" vroeg de directeur. „Een telegram?" en hij keek zijn vrouw eens aan, die zoo min als haar man kon vermoeden, van wien en van waar nu nog een telegram kon komen. De di recteur, die haastig was opgestaan, ora het te legram van Jaaob aan te nemen, bekeek "het, draaide het een paar maal om en om. De jon gens staakten hun druk gesprek en zij, evenala een der leeraren die het feest meemaakté, ké- ken min of meer ongerust naar den directeur toen deze het telegram opende. Wat zou het zijn? Een telegram op dezen avond, nog zoo laat, dat moest, dacht men, wel iets ernstigs zijn. Bedaard las de directeur den inhoud van het telegram. Hij fronste de wenkbrauwen even en wendde zich tot zijn vrouw: „Wil je even meegaan Marie, in de andere kamer?" Naar aanleiding hiervan (hij wees op het telegram) moeten we even iets bespreken". Mevrouw stond op en verliet dadelijk met haar man het feestvertrek. „Wel, wat is er? Toch niets ergs, hoop ik?" vroeg ze, zoodra zij en haar echtgenoot in <3e andere kamer waren. „Zie hier. Marie", sprak 'de directeur, „dit telegram is van notaris van Wenderen, de vader van Frits en Paul. Hij fneldt ons, dat de jongens deze vacantie niet naar huis kunnen komen. Hun kleine broertje is ernstig ziek en voor zoover ik uit dit telegram kan begrijpen zou het nu te druk zijn om de jongens thuis 'e hebben." „O, wat zal dat den kleinen Paul spijten", riep mevrouw uit. Ja, het is heel jammer; hij had zich zoo op het weerzien van zijn ouders verheugd. Maar, Marie, er is niets aan Ie doen. Wil je hem en Frits strakjes, als de andere jongens naar bed zijn, even zeggen?" Mevrouw wendde zich om, wilde weer naar het feestvertrek te- ru koeren. „Wacht eens", riep de diretoeur, „dat vergat ik nog. Onder aan het telegram lees ik „Brief volgt". Misschien hooren we dus spoedig wel iets meer", ,,'t Is te hopen", zei mevrouw, „dat het dan weer betere tijding is, o, wat zal die lieve jongen verdrietig zijn, als hij hoort, dat hij hier moet blijven. Gisteren heeft hij me nog een heel verhaal gedaan over de pret, die hij thuis zou hebben en de spellet-' jes die hij met zijn kleine broertje zou doen. Zou 't arme kereltje nog beter kunnen wor den?" „We zullen den brief moeten afwachten, Marie, maar kom, ga nu naar hinnen. Denk

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 5