ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOE. WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 28 NOVEMBER 1930 No. 47. SPREID VREUGDE OM U HEEN. -/toooiu s Bob's ideaal was, een van die jongens te zijn, die men altijd in de humo.isii .cue 'b.aden ziet afgebeeld, als zij bezig zijn kwajongens streken ail te halen „Georg van de rebellen club" of iets dergelijks. Maar het was eigenaardig, als hij van die grapjes uithaalde, liep hel nooit zoo goed af, als wanneer bijvoorbeeld Georg en zijn kor nuiten het deden. Bovendien, Bob was altijd wel. 'n beetje bang voor straf. De aub van Georg gaf daar niet om, maar dat waren ook geen werkelijke jongens. Z ij konden oude hoe ren aan ezels vastbinden en gom in iemand's ooren gieten en zoo al meer, zonder dal ze ergens bevreesd voor behoefden te zijn. Maar Bob probeerde zoo,ets maar nooit; er was iets binnen in hem, dat hem waarschuwde, dat hij lui maar niet doen moest. Tf cl» hield hij èrg van 'n grapje en hij vond, dat Ui aanstaande Sl. Nioolaas prachtig ge- so'ii kt was om iedereen eens flink te foppen. - Ik zal ze allemaal goed voor den gek houden, besloot hij bij zichzelf, behalve moe- d< r Kijk, zijn moesje begreep haar jongen op- pei ijest en kon haast in zijn hart lezen. Zij wa.i ook erg vroolijk, maar.... voor den gek Ie utleiv liet zij zich niet. \l 'n week vóór St. Nicolaas was Bob erg druk bezig en zijn twee oudere zusters zeiden to' Ikaar: - Rob is z ker St. Nicolaas-aardigheden aan h i ui denken. Zij waren dus op him hoede ii waarschuwden vader en Emma, de keukesn- ni'iil. F. -n an de vervelendste dingen voor Bob was Ti i feil, da' hij bijna d* ééni >s'e jongen op school was. Hij en zijn zusjes gingen op een kleine pa.rticu.iere school, die genouden werd door twee alieraardigsie oude dames, kennis sen van moeder. Eiken dag kwam Bob de noote school 'n paar maai voorbij, en frch, hot verlangde hij telkens, met al die 'andere jongens op de speelp.aats te mogen ravouen. Best mogelijk, dat als ik van de dames Wachter héél leelijke portretten teeken, dat ze me dan van school sturen, dacht hij hoopvol. Want hij had één talent; hij kon gezich en teekenen, zóó afschuwelijk, als je nog nooit in je leven gezien hebt. En zoo was hij druk in de weer voor St. Nicolaas en hij teekende voor zijn vriendjes en zijn familie de allerleelijkste por reuen, met scheeve oogen, rare neuzen, en zoo al meer. Maar voor moeder kocht hij een prach tige doos met rose en witte borstp aat en tee kende er een keurige kaart bij. Bij he. cadeau tje voor vader deed hij ook een moo.e kaar. wèl echt grappig. Het was een hart mei armen en beenen, dat slond te dansen. En Bob schreef er een gedicht bij ook: „Kijk mijn hart eens dansen! 't Springt in 't rond van pret! Omdat het voor m'n lieve Pap, Op 'n plaatje is gezet! Hij zorgde ervoor, a! es zorgvuld'g te ver bergen, want zusjes wil en wel eens rmdsnuf 'elen. Maar hij bleek de kaarten loch niel go- d veggestopt te hebben, wftnl Elly en Lena von ten ze en Waren héél erg boos, toen zij de >oi"tretten zagen, welke hun broer, je had ge- teekend. Laten we het aan moeder vertellen, zei riena. 08. Ivy had eenige eendeneieren noo- Jig voor de thee, en daar ze er geen kon vinden, wendde *e zich to4 Freddy Vrijdag. De zeeman waa bezig een goocheltoer met eieren voor te bereiden. „O, prachtig, daar zijn eieren," riep Ivy verheugd uit. „Mag ik ze hebben voor de theet" „Ja zeker," zei Freddy, „jij krijgt xe binnen een minuut. Kijk nu leg ik de eieren onder het tafelkleed, en dan kat ze verdwijnen k de dooa, dfce daazoodar Maar toen de zeeman de dooa oplichtte om de eieren te laten zien, bleek het, dat zijn goocheltoer niet heelemaal waa uitgekomen, zooals hij verwacht had. De eieren waren in de doos, dat was zeker Maar Creepy en Crawly waren er ook, en wat het ergste was, ze had den de eieren in hun bek. „O, nu zijn er geen eieren voor de thee," riep Ivy teleurgesteld uit. ,,'t Spijt me," zei Freddy. ,Maar hoe kon ik ook weten, dat die slan gen in de doos zaten." Neen, meende Elly, dat mogen wij óók niet doen. Wie zullen wel wat Anders be denken. En zij bedachten ook wat anders. Op den dag van St. Nicolaas straa'de Bob van geheim plezier. Eerst gaf hij moeder haar mooie doos met borslp'aat en kreeg 'n zoen en 'n lieve b ik van haar lieve bruine oogen Daarop gaf hij de zusjes ieder 'n klein ca deautje met de twee vreeselijke por rel ten, welke hij van hen geteekeuld had. Zij lach en er natuurlijk har'e'ijk om en gaven hem op hun beurt 'n af obuwelijk gezich', dat zij ui' een spotprent hadden gekn:pt. Pap was met Bob's geschenk erg in zijn schik. Toen ging Bob naar buiten om zijn overige St. Nioolaas-gaven rond te bezorgen. Naast hen woonde een lief klein m eis ie, dat hij werkelijk heel aardig vond, maar hij hield ervan, haar te plagen. Hij legde het pakje op de stoep, trok aan de bel en ging om den hoek staan, hopende, dat zij zelf open zou doenHij had 'n vreeselijk portret van haar geteekend, met scheeve oogen'. en er onder stond: „Wat ben jij vreeselijk dik". Het kleine meisje kwam aan de deur en raapte het pakje op; Bob zag het haar open maken. O, riep zij, o Mama. Kijk eens. Van Bob. Het mooiste cadeautje, dat ik nog ooit gekre gen heb. Bob kon zijn ooren niet gelooven, maar daar zkg hij toch zijn buurmeisje staan dansen en springen van plezier. Ze heeft missehien geen sikkepit verstand van Kunst, dacht Bob, die heelemaal in de war was, en misschien vindt ze het wel leuk, zoo dik te zijn. H j sloop weg en kwam even later z'n vriend Jan tegen. -• Hé, riep hij, ik heb wat van St. Nicolaas voor je. Meteen stopte hij Jan het pakje in de hand, holde daarop weg en klom boven op een schut ting, klaar om te vluchten, zoodra Jan op hem zou aanvliegen. Jan keerde het pakje wan'rouwend om en om ui maakte het ten slo'te héél voorzichtig open. Tul) zag, dat hij het portret eruit nam, er lan gen tijd op staai-de en las, wat er bij geschre ven stond. Daarop slak hij alles in zijn zak. Dank je wel, Bob, zei Jan ten s'o le, met n verlegen gezicht, ik zal zorgen, dal St. Nico laas jou wat teruggeeft óók. Bob zat boven op de schutting en vroeg zich verbaasd af wat Jan mankeerde. Hij had 'n afschuwelijke tcekening voor hem gemaakt en hem geplaagd met'u klein meisje van de Zondagsschool. Jan denkt zeker, dat ik hem een plezier heb willen doen, dacht Bob neerslachtig. Nu waren er nog de dames Wachter. Bob was overtuigd, dat die on'zeitend boos zoudm zijn. Hij haastte zich naar school. De beide dames hadden hoopen cadeautjes gekregen. Zij namen de pakjes van Bob aan en toen zij die opengemaakt hadden, gaven zij gilletjes van genoegen en zoenden hem al'ebei om 't hardst. (Wordt vervolgd). OM NA TE TEEKENEN, Wij willen nu eens niet een klaargemaakte teèkcning geven, we ke a leen gekleurd behoef' te worden. Dat k'euren op zich ze f is natuur lijk een héél nut ige bezigheid, in de eerste plaats, doordat mrn er gevoel voor kleurver- houding door krijjt, da! wil z g'en, dal men leert zien, we'ke kleren wèl "met elkaar k in nen Worden, gebruikt en welke nie*, en ten tweede, doordat men er nauwkeurigheid bij het teekenen door leert. A's je 'n leekening slordig kleurt, zoodal overal de k'euren over de lijnen komen en in e'kaar vloeien, dan ga je zélf inzien, dat het zóó loch a Ie behalve mooi is, en- den volgenden keer doe je méér je best, om zorgvuVbger 'e zijn. Dat is dus het goede van p'aat'es k'eur - maar téékenen is loch wel wal ón 'e!'s. D maak je zélf wat en aan ve'en*van jullie dat welMcht meer voldoening geven. Wij willen het, om te beginnen niet te moei lijk maken en houden ons voorloopig hoofd zakelijk bij réchte lijnen. Toch kandaarmede 'n aardige tcekening gemaakt woyden, dat zien jullie wel aan ons voorbre'd. Alleen de thee pot en het melkkanne'Je hebben ronde lijnen, maar daarvoor 1 Is zuivere cirkels ge bruikt. zoo «m iul'ie met 'n passer kunnen omgaan, ook en moeilijkheden zal geven. de tcekening klaar, dan. kun;; n jullie op h t tafelkleedje naluurlljk nog 'n eek leurden ind maken of 'n patroon tee kont!, zooals je I dat zelf het aardigst vindt. En ook kop'es kunnen gekleurd worden, hetzij eff'n, he'zij I met 'n klein dessin erop, 'n b oeme j ol iets dergelijks. HOF. Zijn juVir al wel eens in een doolhof ge weest? Zoo'n èch e doolhof, mei spiege's e i poortjes, H'e ei-enüjk geen poor jes zijn, '•van' er vlak achter s'aal 'n dich e mu r? Vinden jullie h t niel 'r beetje ij e'ijk? Ik wel, hoor. Als je met vroo'ijk gezelschap bent, of je heb' de blauwe lucht boven je, dan is het zoo erg niet. Wij waren dezen zomer nog in 'n soor dwaaltuin in de omstreken van ApeMoorn; die lag ook gohrel buiten Het was mooi wet en er werd braaf gelachen; d&n is het we! grappig, dat je maar steeds ronddoolt en te1- kens dezelfde menschen tegenkomt, die óók zoeken. En in oo'n op°n dwaa'tuin, waar ie door het uitzicht naar boven al ijdt ongeveer kwnt bepalen, in welke richting je loopt, is het niet zoo r oeilijjc, dan den juisten weg t® vinden. Neen, wij waren eens in het b^ii'en^and bin nen in een groot gebouw, da' g2heet ingericht was ais doo'hof, met smalle gange ;©s en overal s pi ego en verborgen licht, zoodat je steeds van wij werd gebracht. Het was er bovendien doodstil. Werkelijk, het W" rd na 'n poosje griezelig en hot was 'n op'uah iug, toen wij na héél ;i;é: lang dwalen den uitgang vonden. zoo'q doolhof geeft ons p'aa'je nu ook. Mn ar zonder spiegels en zonder misleidend licht. Daarin zullen jullie den juis'er. weg wel vlug vinden, hoowol het geioAkkdjikjatf lijkt dan het ia.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 5