ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOË WEGELINO'S NIEUWSBLAD VAN VfcUöAÖ NÖVjrifBEft 1&3G No. 16» DE OUDE IJS-HUT, Beppie Smit en haar onderzuOl. gee t hebben werkelijk ge oh edenis genaakt en hatajI,öerpsgcnooten zui.en nog dikwijls aan haar denken. Beppie was zes jaar oud en 'n nic' tje van Nooitje Vlas. Noor je wist heel goe.l, da- hel kit ine meisje véé. te jong \va om mee ie gaan schaatsenrijden mei haar en h. ar oudere \r,e i-j dinneh, maar Beppie srme te zoo dingend, da Nomitjer haar toch maar meenam. Bo vend.en had Beppie's moeder, tan e Ber.ha. gezegd: Doe me 'n plezier en neem haar mee, als je kunt. Ik heb hel erg druk. Beppie had een paar prac'tige scherpe schaatsjes en was erg ben euwd, hoe zij moi_s' leenen rijden. Ik ben bang, dat het ijs vandaag erg hob belig zal zijn, meende Noo t e. En dat was ook werkelijk zoo en Beppie deed maar niets als vallen, ondanks de mooie scher pe schaatsen. Al heel gauw had ze 'n gevoel of ze één groote buil was, van haar hoofd lol haar voetjes. Nooitje, riep zij na 'n poosje, ik scheid er maar u t mei schaatsenrijden. Schaatsenrijden? vroeg he nichtje g'im- Ik denk, dat ik maar 'n bcelje ga rond wandelen, antwooidde Beppie. Enkele van de gnootere jongens hadden op den oever een vuuitje geslookl en Beppie gi g er bij staan om haar verkleumde vingertjes Le warmen. r- Pas op, waarschuwde een van de jongens, Beppie vliegt dadelijk nog in brand. Dat hoorende, bond Noor.je haar sdhaatsen af en ging naar Beppie toe. Kom, dan gaan we naar huis, Beppie, ziei ze, jij zult veel te koud wotden met hier zoo stil te S'q-n Ik blijf hier ook niet stilstaan, antwoordde Beppie, ik gp romlioopen. En meteen holde zij over den bevroren grond weg. Niet te ver weggaan, hoor, dat ik je ui het oog verlies, riep Noor je haar na. Toen ging deze weer naar den vijver terug om te gaan schaatsenrijden en hie d onderwij 'n oogje op h t kie ne meisje, da aan haar zorgen was toever rouwd. Zij zag, dal Beppie bij het oude ijs-hu je was b.ijven s aan e i er nieuwsgierig omheen liep. 'n Seconde daarna zag zij, dat het kind naar den vijver loe kwam draven en .hoorde zij haar met '11 helder si.em- metje roepen: Noo-oo-oo-ooitje. Jaaaaa, wat is er? riep Noor je terug. Wat zijn dal voor aardige Uekens op da' aardige huisje? gi'de Beppie uit a le maahl en wees naar het ijs-hu! je. Dat is de ijs-hut, riep Noortje 'erug, be hendig tusschen de bobbels van heL ijs door glijdend. En waarom zijn de planken ervan zoo ruw? schreeuwde Beppie terug. Omdat ze niet met -ohuurpapier zijn ge schuurd, grinnikte een va-u de jongens, die bij Beppie stond. Heb je nog méér le vragen? Maar Beppie scheen terveden gesle d e<n hol de weer naar de ij shut erug. Noortje zag haar naar binnen gaan. Nu, dat gaf niets. Noortje was er óók al eens in geweest. Veel ijs was er nu niet in; zij herinnerde zich 'n hoop zaagsel in den hoek en een Oude bank. Neen, zij be hoefde ziah voor Beppie niet ongerust te mar ken. Na enkele oogenblikken kwam het kleine frneisje echter weer naar den kant van den vijver draven en hoorde Noortje haar roepen: Noo-oo-oortje. Jaaaaawat is er nu weer. Waarom zitten er in die oude bank geen spijkers of nagels? schreeuwde Beppie. Omdat hij geen vingers heeft, antwoordde een van de meisjes grinnikend. En waar is al dat zaagsel voor? gilde Beppie opnieuw. En waar dient dat ijs voor? 67. Robbie vroeg Loetje en Loutje, of ze trek hadden in een water meloen. Robbie gaf ze dus de verlangde vrucht, met een vork en «nes erbij om 'm open te maken. „Laten we er mee achter de rot sen gaan," zeiden de tweelingen, „en terwijl ze een bankje met zich meenamen, gingen ze op zoek naar een koel plaatsje. Robbie moest lachen, toen hij zag, hoe de tweelingen sjouwden met den meloen en het bankje. „Waarom draagt niet één van hen het bankje en dé ander den me loen?" zei hij verbaasd. „Ik denk, dat 't is, omdat ze altijd alles samen willen doen," teide Freddy. Robbie en Topsy volgden Loetje en Loutje om te zien, hoe die dén watermeloen zouden verorberen. 'i\,\ vonden de tweelingen zitten achtei de rotsen, bij de Artis-keuken. Ze aten van dezelfde schijven. Murm en Madge waren uit de keuken ge komen om er naar te kijken, en beide vogels zagen hoogst veron waardigd toe, hoe Loetje en Lotc de meloen opaten „Kijk eens, al het sap loopt <>ve» hun kleeren," riep Muriel „Ja, en ze eten beiden uit dezelt de schijf," zeide Madge. „Ik moer je zeggen, ik houd meer van men schen «net goede tafelmanieren En van wien is dat huisje? A oh lieve hemel, wat 'n vragen, zuchtte Nooitje, ik geloof, dal ik haar maar mee naar huis zal nemen. Maar Beppie amuseerde zich kostelijk. Zij holde weer naar hut terug en b'eef een heele poos binnen, zóó lang, dat Noortje haar ging halen om naar huis te gaan. Zit je mei zaagsel lespe en? vroeg Noor'je. Ja, zei Beppie Kijk 'ns, wat 'n leuke poo- ten die bank heeft. Heb jij ooit zoo'n aardige bank met zulke leuke poo en gezien? Ik niet. En er staat wat op geschreven ook, zie je wel. Maar Noortje had haast, want hel was in- tusschen laat geworden. Zij zel e de bank, welke haar k'eine nicht'e had omgekeerd en met zaagsel gevu'd weer op haar poo en, nam Beppie bij de hand en haast'e zich heen. Ik zal aan je moeder vragen, of je bij ons moogt blijven elen, zei ze. Tante Bertha gaf maar al te gra^g haar toestemming; Beppie's oudere z^s'er M rié had over 'n paar dagen een partij'ie en er was 'n drukte in huis van belang met al de voorbe reidingen daarvoor. Zoo. juffertje Vraagal ze1' Not'1'es vuHer haar p?oedenda<?, toen de fami'ie aan 'afel ging. T^"h ie vandaag niets te vragen. Hij hield er wel van. de kleine Reünie zoo •>n en dan pens te n1anen, maar overigens hield htj érg veel van het m«*isk©. Rppnip krep* knPt'es in haar wangen en legde haar 'ervMfe neer. O 'k h h Móoen vragen antwoordde zij hnar groote b'auwe oogen op haar oom geves tigd. P-aeM'". TarMp hij 'aat maar eens hoo- ron. WM h"b ie al zoo te vragen? Vr.-tplt U rne dan eerst emsBennie hanldp d;pn over het kleine ijshuisje. Van wim is dat? Pat hu'jc is van Klaas Beukema, ant- woo'vtdp oom. Fnenwaar dient al dat zaagsel voor? om over h"* üs te sfronv»n\k dan bh"*t dp koude er "oed 'nen dan kan «r roomys: van "emaa'-t worden Won Vr>mf TIP*. 't /op'n IftiiV biiirieis? "Haf Vom'. om.rla* hpt zoo Ipuk "ebonwd is. Fn waarom hebben ze die leuke bank er in goz"t? Waf voor 'n Ipuke bank? O, het is zoo'n rare bankmet heel •rpkke pooten en aan den onderkant staat er wat op geschreven, zei Benpip onge'ogen. Ik zou er bést zoo een wfPen hebben. Misschim wil K'aas Beukema de bank wel aan je verkoooen, meende tante.. Fn wat is één en rijf èn acht en negen? Dat moet je nog eens zeggen, lachte oom, en nam potlood en papier. F 'n n rijf en acht en ne^en. Oom schreef de cijfrrs op en was net bezig, ze bij elkaar op te tellen, toen hij plotseling ophirld en uitriep: Mam dat is een iéVal. één rijf acht en negen. Waar heb je die cijfers gezien? Aan den onderkant van die aardige bank, antwoordde Beppie. Maar dét wordt interessant, rien oom uitr Na hrt eten nam hij Noortje en Beppie mee naar K'aas Beukema. d>'e riak bij woonde, en na wat heen en weer nra'en wandelden zij met hun allen naar het ijshutje. Het was geweldig interessant. De mannen hadden groote lan taarns bij z'ch en zij kwamen eron la'er de hut weer uit, de oude bank tusschen zich in dragend. Tom ging het naar het huis van Klaas Beu kema en daar. in het heldere lamplicht, lazen ril de woorden, die Bmnie aan den onderkant had rien staan. ZIJ luiden: „Aan allen wien het moge aangaan. Ik, Pie- ter .Turpema/oon. verklaar da' Prins Mauri's hepft gebruik gemaakt van mijn hu? en op H'-jje b«nk heeft "eze'en VerdT bewijs hieraan bevindt zich in een "pFeim vaHe in de zuld- we«4eiffke muur van de hut. Ge'eekend: Pie'ec .Tttrrnmagopn", W*f 'n o mchn.'M'ng verwek'e dgt, APen o»'«ef'en door elkaar en n»nr de vra"°n van Rmntp tn,*de niemand, hoewei ze 'och hard gnnneg rch «#*UWde, Daar rr'n" men weer t"P''g nanr de iichut, Tinf rftirrepl von** de mpur we" en vond na **en'" 7oe-i*e'n 'n «tuk hout da' bmvooi", Daa^ac'h'pr h'"©?' 'n ho"© In de muur t" z'in m he"ond -irh. ivq oom noemde 'n afdeHt" 'n "©hrif'eMI?'© ^f(%i«Vlor'nrr en daarb'l fvea ftou^en muu'en K'ik, ftp* Voo't'e de verk'^r'n" n°U drt -t eds maar i*rBrrpnd'0 Reunlp, Prins t. f,. iiit'i» den" hu* rfedurpn^e d-n oor1og urn 9r>nnle foeu l^ii 'n h,p* laa>* *>e-»i" A«r#", TToUpnd van d" SWflu'aemtpn t" b"*T'dpin H1*' rfp f p! "t"r Thnrr^on di" "o-'d ul'kpin VOOr «en of andp'ien d'^n^t weH'cn ^pz" hmi he- tnon.it harl maar P'i'pr l>p^•1rlO,. hip' "e'd te h"Wprnn WH l'Otld hnf tp v,ptl|r» om het OT) tp ff'fh'uilVen Fn pinf/vj» .Trf~e,v'a was de O"er-ovor-o"orm*oot"adrr van K'aas Beukemn, of Jfoo i"ts. O ff Pennjfl fn Rdtinle npl na rtlpn tlld nrv" 0v; O. Went ri' wond 'n ech'e hp'd'n en er wc-rd o<rr»r h."ir rtn-g' r"'Pn |n dpt krantpri Tin h"t OU do h"nk ulp'-dm hp"lomaat «dh e"»me«kt on toon oou'o-pn Mid daarna /'p Inandpn vpn d" Knn'nrin werd, rli but mooi irpncjord pa er ivflvon top«v,T nn 'n mur'pi'koms, en poiitFar,^n,e'n en br - voorTPfiinnm m Fn Reppie was er óók en zü ra" e~ lief uit.... en zii vroeg nie>s Hoe o" kwam?, Dat kwam, omdat sÜj zélf zoover vragen beantwoorden moest. Iedereen wilde weten, hoe het toch mei de ontdekking van da hut gegaan was. Ik heb altijd in die hut gespeeld, toen ik 'n kleine jongen was zei K'aas Beukema, maar er was iemand noodig met 'n onderzoe kenden geest, om de geschiedenis ervan te ontdekken. Drie hoera's voor onze kleide Bep pie, die zoo goed geholpen hecfl. de horna ri-'g aan onze groote voorouders ia onze harten levendig te houden. EINDE. KUNSTJE MET LUCIFERS. irn Negen vierkanten veranderen in drie vier kanten door het wegnemen van 6 lucifers. Hier hebben jullie de oplossing. TEEKENING MET FOUTEN. Hoeveel vergissingen hebben jullie onlangs in die teekening gevonden, waar 'n meisje op 'n schoolbord 'n optelling maakt? Wïj vonden er vier. De optelling zélf is niet juist, want 221 plus 61 is 282, en niet 292. Hel meisje schrijft met haar linkerhand. Het bord is hee- leimaal mis, veel te breed van boven, en ten vierde: de gaten in de poolen van het bord staan niet op dezelfde hoog'e aan weerszijden. KLEURPLAAT. 'n Prachtig plaatje, juist doordat zoo'n pape- i.ai 'n „ara" heet er zoo een zulke schit terende kleuren hecfl. Hebben ju'lie wel op gemerkt, dat dat al ijd samengaat met onwel luidend geschreeuw. De pauw, de papegaai, de schitterende paradijsvogel, a'le brengen afschu welijke geluiden voort, lerwijl daarenlegen de onvolprezen nachtegaa', onze schóóns'© zanger, 'n allereenvoudigst vederenpfckje heeft, De snavel van onze papegaai is wit. de ring tusschen oog en snavel rood. Verder zijn kop en bovenlijf fel groen. Nu de uiteinden van de vleugels; die moeten paars gekleurd worden, naar de punten uitloopend in rood. Dan beginnen we aan den staart, of liever gezegd de staarten. Het eers'e gedeelte dat on der de uiteinden der vleugels, moet held r- b?«nw zijn en van het verdere gedoe'te, den eigenlijken staart, is hel middengedeelte, dat wil zoggen de binnenste verren, rood, lerwijl de zijkanten weer blauw zijn. JttPle ziet, wftt 'n mooie kleurencombina'ie dat is en wanneer je het kleuren zorg vu1 dig doet. dan krijg je 'n alleraardigste teekening. Over do» bootu behoeven we wel niets te zeggert, dat 'j1 jul'le zelf wel, hoe dat mo"t Wta-t iiSnkerbruiu n beetje groen... Fn nu maar voorzichtig <'w den gang. WEET GIJ? dat tarwe reeds meer dan 3000 jaar vóór Chr. in Egypte bekend was? dat deze graansoort In ons land do >r de Ro- moinen ,werxi ingevoerd, wat bMjkl uit de korrels, we'ke in sommige Friesche terpen zijn aangetroffen? dat de Nederland-che superfosfaatinduslrie een eerste plaats ter wer-'d innocml, dank z'J de moderne out:'a',e der br'rij r.n en de niccesvolle concurred e met de Engels che In dustrie in Engeland ze'f? dat de productie van superfosfaat in Ne derland in 1929 een hoogte bereik'e van 633000 ton, terwijl het verbruik 29T009 Ion bedroeg? dat dp automobiel, waarmee nu wij en mar Joor Seflpave in Florida het were'dsnelheida- rooonl brak, bijna 2QÜ.0ÜU gulden koetat?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 9