ONS JEUGDVERHAAL AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOÊ. DE WITTE PRINSES. Zie«oo, zei haar moeder, toen lij Hanna had geholpen met aankleeden op den. middag, van Winnie's verjaardag. Nu moet je maar denken: „Mooi is, wie mooi doet". De rnen- schen zullen toch wel van je houden, als je je best maar doet, anderen genoegen te doen. En ga nu maar achterom, raadde zij aan, dat je jurk niet met spetten komt Hanna ging dus de achterdeur uit en net toen «ij aan het eind van de heg was, kwamen er vijf of zes kinderen den prachtigen tuin van de Van Amstels in. O, kijk eens, schreeuwde Piet Gimbefg is dat niel het Katoenen kind? Zou die ook op het partijtje komen? DAt was te veel. Het zonnetje in Hanna's oogen doofde plotseling uit en zij keerde zich niet een ruk om In dat korte oogenblik had zij gezien, dat alle kinderen kleine pakjes in de hand hadden en zij begreep oirniddellijk dat hel verjaarscadeautjes voor Winnie waren. Het was al erg genoeg, „Katoenen kind" te zijn Bovendien nog met leege handen aan Ie komen. «IA! kon zij niet Bij de ga-lachte alleen al rolden de tranen haar over'de wan gen en zij liet zich languit in het gras vallen .Ach, was toch mijn papa maar weer beter, huilde zij, zonder er aan te denken, dat men haar kon hooren. Dan zouden we weer geld hebben en alles Je papa zal wel weer gauw beter zijn Hanna- keek op en zag Winnie naast zich staan. Winnie zag er snoezig uit in een prach ige jurk van lichtblauw zijden mousseline, mei èóse bloemen geborduurd In haar gonzende Zwarte kruFen had zij rose en blauwe strikken en TTanr.a vond, dat z'j nog nooit een meisje had gtzien. dat er zóó schattig uit zag Kom je? haastte Winnie haar, haast r-dereen is er al en mams heeft me gestuurd om je te halen. Ik kom niet jammerde Hanna. Waarom niet, vroeg Winnie verbaasd. Omdat ik niet wil, viel Hanna tegen haar uit. ik verzet geen stap naar je. Ook al goed, antwoordde Winnie koel, als jij er zóó over denkt zal ik je wel niet meer lastig vallen, en zij draaide zlah boos om. Dat Was méér dan Hanna kon verdragen, O, Winnie, smeekte zij wees toch niet boos op me Maar ach ze schelden me uit voor „Katoenen kind" en ikikik heb geen énkel cadeautje voor je Winnie keerde zich ineens weer naar Hanna om en -sloeg haar handjes met een wanhopig gezicht in elkaar, zóó hard. dat een voge'lje. dat boven haar hoofd op een tak zat ver schrikt wegvloog. Zóó iets doms heb ik nu van n^'n heele leven nog niet gehoord, r'-ep zij uit. Je jurk is zoo mooi als het maar zijn kan. En ik heb al zóó'n massa cadeautjes gekregen, dat ik er géén meer hebben wilmaar- ik wil jou hebben en ik zou het héél onaardig vinden, als je niet met me meeging. DAAr kwam het zonnetje weer in Hanna's oogen. Meen je.. meen je dat werkelijk? Wï' je mij er heusch graag bij hebben? twijfelde zij nog WEOELING'9 NIEUWSBLAP VAN VftÜDAG U NOVEMBER 1990 No. VL Natuurlijk wil ik dat ladhte Winnie. Kom, loop gauw naar huis en veeg je tranen af, dan zal ik op je wachten. Hanna sprong dadelijk op en was in c«n seconde verdwenen. Wat is dèt nu? Wat heb je nu gekre gen? riep Winnie hoogst verbaasd uit, toen Hanna weer naar 'buiten kwam. Een verjaarscadeau, gichelde Hanna, mamma zet dat ik het aan jou mocht geven, liet is ons „witte prinsesje". Zij droeg in haar armpjes een prachtige, dikke, sneeuwwit® kip met een vuurrooden kam en lichtgele pooten. Het dier knipoogde heftig, want het begreep er niela van, wat er inet haar golieurde. Weet je, wat we zullen vertellen, begon Hanna enthousiast, dat zij vroeger een prach tige chique dame was en dat een booze dwerg die op zekeren dag koning wilde worden, haar in een kip heeft veranderd, zoodat niemand meer wist waar ze was gebleven. En dat er een goede fee zal komen, die haar later weer in de Witte Prinses zal veranderen. Ik denk, dat zie eerder in, een kippepastei en kippesocp zal veranderen, 'grinnikte Piet Gimberg, die stilletjes door het gat in de heg Was gekropen en alles had afgeluisterd. Winnie keek boos om Pat zal met de Witte Prinses nooit ge beuren, zei ze, want zij is het mooiste ver jaarsgeschenk, wat ik gekregen heb. Winnie stak haar armpje door dat van Han na, die de Witte Prinses stevig vast hield, m de twee kleine meisjes wandelden met geluk kige gezichtjes naar het groote huis van de Van Amstels en voegde zich daar bij de an dere kinderen, die reeds aan het spelen, waren. EINDE. 'N KUNSTJE MET LUCIFERS. o-v/ 1 Zoo'n kunstje met lucifers is altijd een aardige tljdpassoering en wij gelooven niet, dat de puzzle, welke wij nu geven, jullie je onge duld zal doen verliezen Daarvoor is hij niet tnoeilijk genoeg. Maar de oplossing is toch wél aardig; wij zuUen die de volgende week gtvui z o lat jullie in dien tusschentijd je krachten er aan kunt besteden. Zooals jullie kunt zien, heb je 24 lucifers noodig, waarmede 9 vierkanten gevormd wor den, en nu is het aardige, dat Wanneer je van die 24 lucifers er zes wegneemt, de negen vier kanten worden veranderd in dr'e vierkan'en, d.w.z. er ontstaan drie nieuwe vierkanten en de 9 oude vervallen. En nu maar aan het leggen en verleggen net zoolang tot je er bent. 60 „7. >oalg jullie weet, kan ik «ren n die kat spelen, zeide Ivy. „Ik beo werkelijk gek op die Poily. Ik bon nieuwsgierig te weten, of zij tiet prettig vkxh, net als andere katten ale haar haie wordt geaaid.** „Ja, maar Polly ie niet als de andere katten," zeide Topey, „kijk maar eerui hoe 'n langen nek m neeft." „Dat geeft toch met»," set (ie Ivjt „Ik kan haar hak van boven naar beneden aaien. Ik beb wei m, oca 'n Kleurplaat, die echt bij den tijd van li jaar past. De zomer hebben wij achleir tk rug, September en Oclober hebben nog w mooie dagen opgeleverd, maar nu schijnt he! finaal afgeloopen te zijn. Bloemen ziet men haast niet meer; 'n enkele roos houdt n< fiioodig den strijd tegen den siorm vol, dr dahlia-struiken dragen ook nog hier en daar wat bloemen, maar liet is alles zoo futloos, zoo verwaaid en zoo vocht:g. Alleen de herfst- astertjes doen hun naam eer aan en irachlen aan den tuin nog een vroolijk tintje te geven. Maar riAt is dan ook alles. Maar nu is ook het oogenblik gekomen, om voor zijn tuin plannen te gaan maken, voor het volgende jaar Déze struik ziet er ver armd uit; wég ermee, daar kunn-m we be er een Andere voor zetlenDie rand viooltjes Gaar heeft dezen zomer in hel geheel niet vol daan daar nemen we óók wat anijers voor. Dat appelboompje, daar zit geen sikke it groei in, we zullen bet maar omhakken, appebjes krijgen wij er toch niet van. Zoo dacht Frits op ons plaatje er ook over; hij bad zijn neef Pieter als logé en had ge dacht, dat 'die hem wel duchliv zou he'pen bij het bewerken van zijn tuin. Maar mis, hoor. Die jongen was véél te dik, dat kunnen jullie wel zien Hij stond maar onhandig te sohutU» ren en liet Frits het 'eigenlijke werk doen. Kijk tnaar eens even Frits hakt het boompje om en Pieter heeft het zóó druk metraad- geven, dat hij het boompje zoo meteen boven op zijn hoofd laat terech!komen. Enfin, het is maar gelukkig, dat hij bij Frits logeert, want wij hebben er een aardig kl eurplaa tb >r, niet9 Pieter geven we e;mooi donkerblauw en broek en mouwen \an dezelfde kleur, met baarbij een vuurrood vest en bruine schoenen. Z'n gezicht en handen, dat welen jullie wel. Géél met 'n tikje rood erover heen. Pieter is een gezond heerschap, dus je moogt hem wel een blosje op zijn wang geven. Frlts heeft *n khaki blouse aan; jullie weet Kvel, de kleur van de militaire uniformen, groenbruin of bruingroen, hoe je het noemen wil. De broek kan óók khaki zijn, of anders donkerblauw of zwart. De rest dasje, kou sen en schoenen och, dat kan je doen,, zooals ie Wilt. Frissche kleuren, en vooral netjes. Dat de kleur van het dasje riiet op de blouse komt en de kleur van de kousen- niet op Frits* knieën De schutting is donkerbruin met een grijze paal op den hoek; de stammeties van de boo- men zijn ook donkerbruin of donkergrijs en dfl blaadjes donkergroen met ook 'n ietsje bruin erin herfsttinten. Ziezoo, het overige wijst zich van zelf. Nu raaar je best j*?daan, dan krijgen: jullie een héél aardig geheel DE VERDWAALDE HOND M ooi* te probeeeen, prettig vindt." het MatrweüjkB bad Ivy met haar vin ger over den nek van de sat u e •treken, ot zq wae verbaaed te zien, dat Pofly heen en weer kronkeiue, van haar kop tot haar staart „Nee, maar'ik wist niet, dat PoMv ■iet tegen kriebelen kan," verklaar de Ivy, „kijk nou ©enz." *„Doe het nog eens Ivy," vroeg Robbie, „ik hoe er van Polly zoo ka zien." Hij heette Fidèl, 'n heel aard-ge hondennaam, die ren beteek enis heefl. Die naam beleekenl trouw, dus 'n hond mei zoo'n naam behoor! trouw te zijn, anders is hij geen Fidèl, niet waar Maar 'de hond, waar wij het nu over hebben was heelemaa' niet i rouw, alhoewel hij Fidèl heette Het was zoo'n echte hond, die van zwerven hield, en hij was met -.geen slok in huis te houden En al kreeg hij van rijn baas nog zulk lekker eten, hij vond wa' hij op straat zoo bij el ka ai sohoo orde, nog véél lekkerder. En slaag? Het hiep nes hoor Als de baas hem sloeg, omdat hij wo.gge'oopon was, dan liep hij onidd rij1, wéér weg en nog véél lmnliT Neon, trouw was Fidèl hee'emaal niet. ('och kwa-- hij a'tijd weer naar huis terug;, al duind" het %,lan soms da-oen Verarmd ën v -rmagercl stond hij dan we r Ineens voor de deur te. janken, om binnen-se1 a'en te worden. Maai eens op 'n keer dacht de baas toch, Alat hij Fidèl voor goed kSvijt was; hij bleef 4 dagen Weg en hij kwam zóó mager terug, dat j< kon zien. dat hij in dien tijd niets had ge geten of gedronken Hij was een klein poortje inge'oojjen en snuf felend langs den grond was hij steeds verder gegaan, tof hij eindelijk op plaatsje hoele- inaal tusschen muren kwam, waar hjj niet verder kou. Enfin, te eten vond hij er niets^ dus rnaaj- gauw weer naar buiten Maar mis, hoor. Dut lukte niet zoo glad. Daar stootte hij met z n neus alweer legen 'n muurtje. Weer terug.wéér *n muurtje. Na 'n poosje rond dwalen kwam hij op 'n plaatsje Lussohen mu ren. Dat was warempel helze.fde, waar hij al geweest was. Hij begon opnieuw te zoeken, maar Mkens liep hij vast of kwam op hel zelfde plaatsje terecht. Dat komt er van, als je altijd maar wegloopt Fidèl hoeft er zwaar voor moe en boelen, want eerst na vier dagen vond hij den ui!gang van dozen doolhof en kwam hij uitgehongerd ihuis. Zouden jullie den uitgang <«rder hebben kunnen vinden? Misschien wel, hè? Maar toch, zou ,h ét niet gemakkelijk zijn geweest, want het was werkelijk een moeilijke doolhof. Wij hebben er een plaatje van gel eekend en nu tnoeten jullie eens probeeren, of je daarop vlug den weg kunt vinden, dien Fidèl heeft moeten nemen. Wïj wiFen wedden, dat jullie óók nog wel eens je neus tegen een muurtje zult stooten, net als het ontrouwe hondjft Maar vier dagen zullen jullie wel niet behoe ven te aoeken Enfin, prtxbeert hot maar aeoa*

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 9