Draagendhrnbod
De rustige plaats
WEEKBLAD VOOR WALCHEREN
36e JAARGANG
VRIJDAG 26 SEPTEMBER 1930
Ook op het gebied
ran Kantoor- en
Schrijf behoeften
zQ.it wij good en
goedkoop I
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
M1DDBLB.
ADVERTENTIEPRIJS
20 CENT RER REGEL
INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT
CONTRACTEN SPEC. TARIEF
ABONNEMENTSPRIJS
40 CENT PER 3 MAANDEN
FRANCO PER POST 45 CENT
LOSSE NUMMERS 5 CENT
No. 37
DRUKKERIJ
H. WEGELING
VLISSINGEN
Wij zorgen voor
natte uitvoering
van uw Drukwerk
en zijn toch het
laagst In prijs I
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
Uitgave i H. Wegeling, Noordstr. 44^ Telef. 130, Vlisslngen. BijkantoorDrukk. De Lange Jan, Noordstr* C 34, Middelburg
„En U, mevrouw", zei Mirden eindelijk weer,
„hoe gaat het met U?"
(Wordt vervolgd).
DRUKKERIJ
H. WEGELING
VLISSINGEN
Wegeling sJlieuwsblm
Over Goede Manieren schrijft de „Amster
dammer" in haar laatste Zondagsnumïner. Daar
over dit onderwerp wel nooit genoeg zal kun
nen Worden gezegd, willen we een gedeelte
van dit artikel onzen lezers voorleggen. „Hoe
is het mogelijk, zoo vangt het aan, dat de
menschen vroeger jaren dit of dat mooi kon
den vinden!" Zoo hoort men "wel eens zeggen
en dan 'wijst men U op meubelen, uit de
vorige eeuNv bijvoorbeeld, vol overbodige krul
len; op een kerkinterieur, dat geel Werd ge
lakt, omdat de menschen dat „frlsscher" von
den dan het mooie, bruine eikenhout wat de
vaderen er in aanbrachten; op een mode, die
zelfs de gezondheid benadeelde: vrouwen die
zich zoogenaamd „inregen", of die er foe me
dewerkten dat vogelrassen werden uitgemoord,
omdat ze een vogel of vogelveeren op den hoed
moesten dragen. We lachen om die hebbelijk
heden, om die smakeloosheden uit een vorige
periode., zooals een volgend geslacht ons Weer
zal uitlachen, om wat wij nu mooi en kost
baar achten. Als we dit alles nu anders zien,
dan een vorig geslacht, komt ër een gevaar
op, n.l. dat we maar alles gaan verwerpen,
Wat het ons heeft nagelaten. Het behoort wel
lot de hebbelijkheden van ieder volgend ge
slacht, om wat een vorig heeft tot stand ge
bracht, zooveel mogelijk te kleineer en, we moe
ten daar toch niet aan willen meedoen, -want
licht zou wat onze vaders en grootvaders ons
lieten aan goede dingen, daardoor in hét ge-
jdrang komen. En die goede dingen zijn er on
tegenzeggelijk ook. Tot de nalatenschap van
hen, die ons voorgingen behoort de beoefening
ook van goede manieren. Men hoort in onzen
tijd Wel eens zeggen, dat het in acht nemen
daarvan verouderd is. Jongelui, die trouwen
gaan koopen geen stoelen meer met allerlei
lofwerk en de vrouwen dragen geen crioline
kneer en zoo kan men ook het volgen van
goede manieren uit den tijd rekenen. Dat Was
vroeger mooi Toen werden die dingen op prijs
gesteld. Nu niet meer. Je geeft je eenvoudig
zooals je bent. Je zegt, wat je voor den mond
komt. Men noemt dit dan eerlijk. En als
iemand dat niet aanstaat, Welnu dan zoeke
hij maar andere conversatie Wij geven ons
eenvoudig zooals Wij zijn, en daarmede uit We
moeten natuurlijk zijn en waar. Anders verval
je in schijnheiligheid. Dat lijkt allemaal ver
schrikkelijk mooi, n^aar het is toch erg leelijk.
Wlant Wat zijn de gevolgen van die z.g. na
tuurlijkheid? Deze bijv., dat de algemeene toon
der gesprekken vervlakt. Dat woorden toelaat
baar blijken, die allerminst beschaving ver
raden en dat iri gezelschappen soms een hou
ding wordt aangenomen, die een vorig geslacht
met recht onbeschoft zou geheeten hebben. Dat
is niet alleen zoo bij ons, in andere landen
ontwaart men hetzelfde verschijnsel. In een
Fransch blad kWam onlangs een artikel voor,
Waarin werd gezegd, dat het vroeger met
trotsch gesproken woord„wij, Franschen ver
tegenwoordigen de etiquette en de hoffelijk
heid voor de heele wereld, in deze eeuw niet
meer gelden kan". Vanwaar dit verschijnsel?
Men zegt wel eens, dat het hieraan ligt, dat
de menschen van onzen tijd Zwakker worden
en nu de brutaliteit en de ongemanierdheid
behoeven om die zwakheid te verbergen. De
groote mond moet het o zoo kleine hart 'be
schermen. Anderen zeggen, dat de toestand is
ontstaan door den scherperen strijd om het'
bestaan Zoo licht wordt men tegenwoordig
van zijn plaats verdrongen. Er is in de meeste
vakken veel meer aanbod dan vraag en als
men nu maar een flinken brutalen mond óp
Kef en de menschen maar goed hooren, waf
je durft met „den- mond dan altijd, dan
heeft men althans eenige kans, dat men zich
zal handhaven op de plaats, die men zich ver
overd heeft. En eindelijk Wordt de grootere
ruwheid toegesahreven aan den oorlogstoestand
die inderdaad op de menschen verruwend in
gewerkt heeft. Het is heel goed mogelijk, dat
al deze dingen tot het neerhalen van Wat men
noemt de goede manieren hebben meegewerkt
Maar het verschijnsel is er. Enhet "moet
als onduldbaar worden bestreden. Immers het
bezit van goede manieren is van onschatb'ne
waarde. Men brengt het heusch niet ver, als
men zich geeft zooals men is. Want op deze
wijze houdt vanzelf ook de strijd op tegen wat
zondig en verkeerd is in het eigen hart En
het nalaten en hetontwijken van dien strijd
heeft nog nooit iemand gelukkig gemaakt.
VLISSINGEN. Volgens den toelichtenden
staat van hoofdstuk IX der rljksbegrooting,
Wordt met den Minister van Defensie van
gedachten gewisseld over de oprichting van
een vierde radiopeilstation in of nabij Vlis-
singen of nabij Cadzand, Welke in het belang
van de scheepvaart wordt geacht
Donderdagmiddag kwamen alhier onge
veer 125 leden van het Verbond van Neder-
landsche Werkgevers aan, die hun jaarlijksche
excursie ditmaal naar Zeeland maken. Zij ge
bruikten in de tweede klas wachtkamer van
het station een aangeboden koffietafel, Waarna
de rit ging naar de Kon. Maatsoh. „De Schel
de". Des avonds werd door de directie een
diner aangeboden in hotel „Britannia". Vrij-
DRAlSfflA-YANVALKENBURQ'S'-
e A ••iLEVERTR;
LEEUVfrARDCn
dag vertrokken allen naar 'ZeeuWsch-VLaan-
deren.
Voor den bouw van een hïeuw lichtschip
is een bedrag van f 75.000 uitgetrokken. Do
totale kosten Worden geraamd op f450.000;
voor de verbouwing van het proefstation der
kustverlichting te Sckeveningen is f 5000.— noo-
dig.
Donderdag kwamen nog 800 badgasten
óver van de Belgische kustplaatsen en' werden
er 19 auto's overgezet
Ter gelegenheid van de sluiting van het
seizoen werd Zaterdagavond in de „Oude
Vriendschap" een feestelijke bijeenkomst ge
houden door de Vlissingsche Zwem club.
Geslaagd voor het examen als machinist,
diploma A de heer N. P. van Riet
Van 13—19 September Werden in "het ge
wone bad 457 en in het volksbad 232 baden
genomen.
Verlofganger Indische dienst A. C. La er-
noes, onderbaas-ketelmaker bij het marine-eta
blissement.
Bij het overstappen van de motor afhaal-
boot op het tnotorafhaalvaartuig, is de machi-
nedrijver M. tusschen beide vaartuigen ge
raakt. In bewusteloozien toestand werd hij naai;
het Gasthuis vervoerd.
De 2e school compagnie van het regiment
kustartillerie alhier, zal 25 en zoo noodig 26
dezer en 29 en zoo noodig 30 dezer schiet
oefeningen met geschut houden resp. op den
westelijken oever van de Marinehaven en ten
zuiden van het licht van Kaapduinen.
Stprm en regen hebben Zaterdagnacht
nogal huis gehouden. In de Kerkhoflaan brak
een. draad der radio-distributie, ook enkele
lichtdraden Werden Vernield. In de Paling-
straat liepen huizen gevaar onder te loopen.
Door het openen der rioolschuiven voorkwam
men erger. Verschillende lampen zijn geraakt,
zoowel eleotriscbe als gaslantaarns. Op het
strand Werden van enkele cabines luiken af
gerukt.
Hier ter stede ontving een wissellooper
in plaats van een rijksdaalder oen nieuW Bel
gisch 10-franc stuk. Men zij gewaarschuwd.
Wegens defect aan den motor ankerde
bp de reede het* Zweedsahe motorschip „Anny
Johnson", op weg naar Antwerpen.
MIDDELBURG. De Godshuizen te Middel
burg. Aan het verslag yan het bestuur der
Godshuizen te Middelburg over het jaar 1929
is het volgende ontleend:
flet totaal aanlal verpleegdagen in het Gast
huis bedroeg 26.790 of gemiddeld 73.4 per
dag (kliniek 60.2; paviljoen 13.2).
In 1928 bedroegen deze cijfers resp. 26.386,,
gem. 72.3 per dag (kliniek 57.1; paviljoen 15.2).,
Het hoogst aantal verpleegdagen op één
dag aanwezig was 80 (18 Januari). In' 1928 was
het hoogste aantal 87, het laagste 49.
Het totaal aantal eerste-klasse patiënten be
droeg 50 met 996 verpleegdagen, uitmakende
5.4 o/o van het totaal aanlal patiënten en 3.7
o/o van het totaal aanlal verpleegdagen. (In
1928 i-esp. 32 (3.7 o/0) Cn 741 (2.8 o/0).
Het aantal tweede-klasse patiënten bedroeg
209 met 4383 verpleegdagen (resp. 22.4 o/o en
16.3 o/o van het totaal aantal patiënten en ver
pleegdagen. Deze cijfers waren voor 1928 186
(21.6 o/o) en 3539 (13.4 o/0).
Het aantal derde-klasse patiënten bedroeg
673 (72.2 o/o) met 21.411 verpleegdagen (80 o/0
van het totaal aantal). Voor 1928 waren deze
cijfers 648 (74.7 o/0) en 22.106 (83.8 o/0).
Voor rekening van het Burgerlijk Armbe
stuur te Middelburg werden verpleegd 158
patiënten, W. o. 3 dagpatiënlen (16.9 °/o van
het totaal aantal patiënten) met 9734 ver
pleegdagen (36.3 o/0 van het totaal aantal ver
pleegdagen).
Voorts werden verpleegd voor rekening van
den Raad van Arbeid te Middelburg 40 (952
verpleegdagen); Raad van Arbeid te Go-es 6 (115
verpleegdagen); Rijksverzekeringsbank 59 (1546
verpleegdagen); Raad van Beroep Ongevallen
wet 1; Militair Geneesk. Dienst 7 (144 ver
pleegdagen); Consultatiebureau 28; Kinderzorg
6; Landbouwonderlinge 3; Boeren- en Tuin-
dersonderlinge 1; Oude Mannen- en Vrouwen
huis 1; gemeente Middelburg 2; inrichting
„Zonneveld" 1; armbesturen, kerkbesturen, dia
conieën e.a. 9; Vereeniging voor Ziekenhuisr-
verpleging .op Walcheren 258; particulieren 384.
Het totaal der wegens verpleging of be
handeling in het Gasthuis uitgeschreven reke
ningen bedroegen f 151.615.54, verdeeld over
kliniek f 109.927.421/2paviljoen f 17.014.21; ra
dio-therapeutisch instituut f 17.141.90i/2 5 rönt-
genninrichting in de chirurgische afdeeling
f1885; ziekenauto f843.50; laboratoriumonder
zoek f 4053.50, consultatiebureau f 750.
Onder deze bedragen zijn begrepen de ver-
pleeggelden komende voor rekening van het
Burgerlijk Armbestuur te Middelburg ten be
drage van f 41.596.30 en van de Vereeniging
voor Ziekenhuisverplegjng op Walcheren ten
bedrage van f 14.817.75.
In de chirurgische afdeeling werden 470
patiënten opgenomen, waarvan 179 mannen,
193 vrouWen en 93 kinderen. Hiervan werden
geopereerd 267 patiënten.
In de interne afdeeling werden 144 patiën-
14.
Mevrouw Irene ging nu langzaam verder.
Toen Mirden voor haar stond, maakte hij een
buiging. Zijn gezicht was bruin en ernstig
geworden.
„O mijnheer van Mirden", zei mevrouw
Irene en gaf hem een hand, „is U weer hier?"
„Voor een opdracht" zei Minden, „ben ik
eenige dagen van het front weggegstuurd. Daar
ik hier een bezoek had af te leg<^en, kwam ik
hierheen en heb nu ook het geluk, U mevrouw
te mogen begroeten".
„Dat is heel aardig van U", zei mevrouw
Irene koud en beleefd.
Mirden liep nu langzaam naast haar. Hij
keek naar den grond en scheen verlegen.
„U heeft een harden tijd gehad", begon me
vrouw Irene weer.
„Ja, ja", antwoordde Mirden. „Het ging er
soms heet van langs, maar mooi was het ook.
Daar merkt men pas, wat er een levensdurf
in iemand 'steekt. Het is ongelooflijk, wat mij
in vredestijd zoo op onze kantoren verwijfde."
„Ons dapper leger", merkte mevrouw Irene
op. „Ja, prachtvolle kerels", gaf Mirden toe;
en te zien, hoe zij allen tot het uiterste hun
best doen, dat is mooi".
Nu zwegen zij eenige oogenblikken.
Mevrouw Irene keek kalm voor zich uit,
alsof zij met een onverschilligen bezoeker wan
delde, waarmede zij niet gemakkelijk kon pra
ten.
Alleen Paul voelde, hoe 'de hand van £ijn
moeder koud werd en licht beefde.
„O ik", antwoordde mevrouw Irene, „ik ben
blij dat ik hier in de stilte en eenzaamheid
mijn gedachten aan mijn lieven man kan Wij
den".
„O zeker, zeker", zei Mirden „maar het leven
zal toch ook weer zijn rechten laten gelden".
„Zal het dat", zei mevrouw Irene en er
klonk een lichte geraaktheid uit haar woorden.
„Dat weet ik niet, of ik het die rechten zal
geven. Als het leven van een geliefde gestor
vene afgesloten voor ons ligt, dan beginnen
wij het pas goed te begrijpen, dan overzien
wij het nog eens om het steeds grondiger te
verstaan. Ik geloof, dat dat iemands leven
vullen kan. En het is een troost en een
boete" voegde zij er zacht aan toe.
Het klonk bijna boos, toen Mirden zei:
„Ja, de gestorvenen staan altijd sterk, zij heb
ben altijd gelijk".
„Zij staan sterk" herhaalde mevrouw Irene
haar bleeke wangen werden een beetje
rood. „Als wij nu pa-s een geliefde gestorvene
ten volle begrijpen, dan willen wij ook heele-
maal naar zijn wil leven en ik geloof, dat hij
nog bij ons is, dat hij het voelt, dat wij hem nu
begrijpen, dat wij voor hem leven en hij ver
geeft ons, dat wij vroeger zoo dwaas waren,
het niet te kunnen.
Terwijl mevrouw Irene sprak, keek Mirden
haar oplettend aan en iets van verbazing Was
in zijn oogen gelegen en toen hij begon te
spreken, bracht hij de woorden er scherp en
ongeduldig uit.
„O, zeker, eerbied voor onze dooden. Nu
liggen daar op het slagveld duizenden edele,
dappere mannen, maar "Enoet het het leven nu
onder het gebod van den dood staan? Omdat
wij moeten leven, willen wij ook aan do le
venswetten gehoorzamen".
„Ach, maar die dwaze, onedele wetten", viel
mevrouw Irene hem in de mie, „o neen, daar
heb ik genoeg van".
Mirden haalde, nauw merkbaar, zijn schou
ders op en toen hij vervolgde mot spreken,
klonk zijn stem Weer zacht en moedeloos.
„Ja dan hebben wij ongelijk, wij die niet
gesneuveld zijn, te leven. Onze goede tijd komt,
zoo schijnt het, pas, als wij dood zijn, dan
worden wij sterk, hebben wij gelijk".
Irene scheen de bitterheid, die uit deze
woorden sprak, niet te liooren. Zij bleef staan
en zei: „Neen, mijnheer van Mirden, ik wensch
U veel goeds toe, een mooi, gelukkig leven.
Het was heel aardig van U, mij een bezoek
te brengen"
Mirden boog zich over de hand die zij
hem reikte en kuste haar. „Ik geloof', mom
pelde hij, „dat het zeer dwaas was".
Mirden was weggegaan. Mevrouw Irene
sloeg niet den weg naar haar villa in, maar
ging een pad door de weiden heen; zij hield
er van te zien, hoe de schemering het dal door
zijn schaduwen en nevel omhulde. Aan den
nog helderen hemel was een ster te zien.
„Kijk die ster eens", zei mevrouw Irene
„hoe hij naar beneden groet. Als ik zulk een
ster vzie, is het mij net, alsof vader .naar ons
keek, alsof hij dichtbij ons was".
„Is vader er nog", vroeg Paul zachtjes, „zijn
wij er nog, als we dood zijn?"
„Ik geloof van wel, mijn kind", antwoordde
mevrouw Irene, „ik geloof, dat onze geliefden
ons, die nog op aarde zijn, niet verlaten
kijk toch, die mooie bloem daar, ga ze plukken
wij zullen ze voor vador's portret zetlcn".
Paul liep eenige schreden; de gedachte aan
zijn vader, die nog bij hem zou zijn, deed hem
aarzelen naar het weiland te gaan, maar hij
en plukte de bloem.
Ös ixdddïstfiosi brandde in de dorpsstraat
toen Paul er haastig doorheen liep.
Vanuit de geopende vensters kWam de reuk
van middageten, klonk het geluid van woon
den, borden en schalen of het luide bidden
der menschen,' die aan tafel zalen-
De koeien loeiden in de stallen; bij het
tuinhek maakten de kippen holletjes in het
zand om zich daarin af te koelen.
Op dit uur heerschte er groote luiheid in
het dorp.
Paul had het plan opgevat om Anna te zien.
Sinds de wandeling in de elzenbosohjes meen
de hij een recht op liaar te hebben en op dit
uur was hij veilig voor Loulou. In den stal
van haar vader keek hij door de deur.
Er scheen niemand in te zijn, alleen de
koeien stonden voor hun kribben en kauw
den luide op hun voer.
Paul waagde zich in den stal. Eenige hanen
begonnen te kraaien, sommige koeden keken
minachtend naar hem op. Paul keek om zich
heen en ja waarlijk, daar in den hoek op een
hoop stroo lag Anna en sliep. Zij lag op
haar rug, haar gezicht was warm door den
slaap, het krullende haar zat vol met stroo-
halmen.
Haar handen had zij over haar borst ge
vouwen, jhaar bloote voeten lagen kruiselings
over elkaar.
Paul stond voor haar, hield zijn hoofd schuin
naar zijn rechterschouder en sloeg haar met
aandacht gade. Hij bukte zich en kietelde met
zijn wijsvinger één van Anna's voetzolen.
Dc voet werd teruggetrokken en over het
gezicht van "het slapende meisje ging een trek
van ergernis. Anna werd onrustig, sloeg 'haar
oogen op en zag Paul slaapdronken aan. Toen
richtte zij zich een weinig op en zei niet vrien
delijk: „Ben jij het?"