Draag en Aanbod Transpireerende De rustige plaats Ie BLADfjf WEEKBLAD VOOR WALCHEREN DRA[SIHA-VAN-WLKEMBUR( n 36e JAARGANG VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1930 DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. ADVERTENTIEPRIJS 20 CENT RER REGEL INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT CONTRACTEN SPEC. TARIEF ABONNEMENTSPRIJS 40 CENT PER 3 MAANDEN FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT No. 34 DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. Uitgave H. Wegeling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vllssingen. BijkantoorDrukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg ZIJ die zich mef^jOCT. op dit Blad wenscfön te abonneeren, krijgen de vóór dien datum verschijnende nummers GRATIS. De Uitgever oksels en voeten Ook op het gebied van Kantoor- en Schrijf behoeften zijn wij goed en goedkoop I Wegeling sJlieumsblad Wij zorgen voor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst in prijs i „Ter navolging". Onder dit opschrift schrijft G. in „Pniël" over een jong echtpaar, dat nogal bervreesd was voor onderlinge ruzie. En die vrees was niet heelemaal ongegrond, want hij was van een heftig temperament en zij was bijz.onder prikkelbaar. Nu maakten ze samen deze afspraak: als hij uit de fabriek kwam in een booze bui, zou bij de punt van zijn roode zakdoek uit den zak van zijn wambuis laten uithangen, en als zij de bokkepruik ophad, zou zij een punt van haar schort, in haar cein tuur steken. Als dan de een merkte, dat de ander dit „stormsignaal" geheschen had, kon de ander zich wat in acht nemen, opdat er geen uitbarsting plaats had. Op deze wijze werd wezenlijk menige botsing voorkomen. Maar toen zij op zekeren dag voor 't eten samenkwamen, elk met dat „stormsignaal" gewapend, barstten zij allebei in zulk een hartelijk lachen uit, dal zij malkander beloofden ook zonder dit hulp middel te beproeven het leven in vrede en in liefde verder door te gaan. Inderdaad, deze beide menschen waren althans zoo verstandig op eikaars zwakke zijden te letten. Als men dat maar meer deed, ook al hangt het storm signaal niet uit. Men kan veel voorkomen. En voorkomen is beter dan genezen. In de Zaan- sche schetsen van de „Amsterdammer" wordl verteld van een nare kippengesohiedenis. Een verhaal uit het leven, zooals 't meer voorkomt. Die kippen ook, die over 't meest hooge gaas heenvliegen. Vrouw Bosman was er geheel be duusd van. Na een woordenstrijd met vrouw Zwarts, was ze geheel van streek in een stoel neergezakt. Geen wonder, vrouw Zwarts is een vreeselijk mensch, een echte furie met vinnige stem en platte taal, die altijd de -haas wou spelen over hare buren. En nu het gebeurd was, dat een van hare kippen op het erf dezer vrouw was gekomen, en door haar met steenen werd bekogeld, nu was ze erop afgevlogen en had haar geducht de waarheid gezegd. Had^ zij niet eerder ook al allerlei kwaad van haar verteld? Nu Was de maat vól en ten aamhoore van luistergrage Kuren had ,zij haar diepe ver ontwaardiging gelucht „Als een stormwind was zij op de gehate vrouw toegesneld en heel wat had ze haar verweten". Och we weten wel hoe 't gaat, als een mensah zijn .gal uitspuwt, dan vergeet men zichzelf. Gelukkig kan de schrijver vertellen van het gaas, dat er tusschen deze beide vrouwen was. Gelukkig, want het ware niet bij woorden gebleven, als er niets tusschen haar beide was in geweest. Zij waren door alles heen, en eigenlijk de een zoowel als de andere, hadden zij wel bijzonder graag op elkaar ingevlogen, elkaar heen en weer ge schud, de haren geplukt, elkaar gebeukt en geslagen, net zoolang tot zij niet meer konden. Gelukkig, dat het gaas er was. Nu bleef het al leen bij woorden. En toen zij terugging, ging ze met het 'gevoel van „woesten triumf". Thuis gekomen, voelt ze echter een gevoel van neer slachtigheid over zich komen en ze dacht er over na. Was dit alles nu wel zoo heldhaftig? Zoo'n scheldpartij. Had het ook anders ge kund? Eigenlijk wel: „Als zij eenvoudig! die domme kippen eens vasthield. Ze hadden toch een prachtige ren, Waarin ze naar kippenlust scharrelen konden. En ze wist toch, dat vrouw Zwarts een lastig mensch was, die direct haar wafel openzette, om te schelden en te schreeu wen. Zulke menschen moet je allen wind uit de zeilen nemen". Juist, zulke gedachten had ze eerder moeten denken. Dan was veel erger nis voorkomen. Waarom toch wil men niet liever wat toegeven, rekening honden met eens anders karakter? Wie toch zijn geest verwint, is sterker dan hij die een stad inneemt. Vorige week werd den 1500sten sterfdag her dacht van den grooten kerkvader Augustinus. Deze had een verstandige moeder. Van haar wordt verteld, dat als in haar woonplaats Sa- gaste twee vrouwen met elkaar ruzie hadden gekregen, en boos uit elkaar waren gegaan, dat zij haar beiden ging opzoeken en dan van de andere zooveel goeds zij kon bijbrengen, ver telde. Vaak hielp dat en de vrede werd geslo ten. Stormsignaal berouw, uitnemende din gen, maar het mooist is wat Monica deed. Laat ons haar daarin navolgen. VLISSINGEN. Donderdag kwamen nog 2100 passagiers met de^Prov. booten mede, er wer den 48 auto's overgezet Zaterdag 6 Sept. zal de eerste steenleg ging voor het ziekenhuis „Bethesda" door Mevr. Blum-de Niet, plaats hebben, des nam. 3 uur. v De heer Ir' W. H. Brinkhorst, sedert 1 September 1923 hoofdingenieur van den Rijks- behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct. per bus, en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Waterstaat alhier, is tegen 1 October a.s. over geplaatst naar Utrecht. Zondag nam Zuster S. Jacobs in het Leger des Heils afscheid om in de Kweekschool te Amsterdam tot officier te worden opgeleid. De reclame-locomotief de Paramount, die de hoofdsteden van Europa bereist met een reclame-auto, bezocht ook onze stad, en had veel bekijks. Alhier passeerden de Italiaansche onder zeebooten „Balillia" en „Antonio Ciejo" ko mende van Spezzia en gaande naar Antwerpen. Met een lading melasse voor Bergen op Zoom kwam hier aan het Engelsche stoomschip „Tartary" van Boston. De heer J. C. Bus opzichter-machinist der Ned. Spoorwegen alhier, vierde zijn 25-jarig ambtsjubileum. Namens de maatschappij, over handigde de ingenieur der tractie, de heer J. M. Folkers te Breda hem het gebruikelijk ca deau, ook het personeel gaf blijk van waardee ring. Wegens de groote warmte in het lokaal van de tentoonstelling van den Kunstkring „Het Zuiden", werd het paviljoen eenige dagen ge sloten. Ook werden de scholen der gemeente Vrijdagmiddag en Zaterdag wegens de warmte gesloten. Geslaagd voor het examen als waterbouw kundig opzichter onze vroegere plaatsgenoot, de heer A. M. Lagaaij te Rotterdam. Zaterdagmiddag had ten politiebureele het afscheid plaats van den heer J. F. van Berkel, benoemd tot commissaris van politie te Culemborg. Verschillende autoriteiten wa ren aanwezig. Toespraken werden gehouden door den inspecteur van politie Toussaint, door den burgemeester en den commissaris van po litie, verder door den kapitein der Kon. Maré- chaussée en den gepensioneerden inspecteur Bartelse. De heer van Berkel dankte voor de goede van veel waardeering getuigende woorden en de daarbij gepaard gaande souvenirs. Zijn heengaan Wordt algemeen betreurd. Zaterdag is het 50.000ste 'bad genomen door de jongejuffrouw M. Frelier, die daarvoor een goud armbandhorloge verkreeg, hetwelk haar door den burgemeester overhandigd werd.. Het Koninginnefeest is in onze oude Scheldestad weer als gewoonlijk gevierd. De morgendienst in de Groote Kerk droeg een fees telijk karakter. Medewerking werd verleend door de gemengde zangvereeniging „Hoop op Zegen". Ds. Hartjes had tot tekst gekozen Matth. 22 21b „Geef den Keizer dat des Kei zers is, maar Gode dat Gods is". In de Chr. Geref. Kerk werd in den avonddienst gepreekt door den leger- en vloot- predikant Ds. H. Jansen te 's-Gravenhage. Deze sprak over Pred. 4: 12b „Een drievoudig snoer wordt niet "haast verbroken". Maandag had onder gelui der klokken een kinderoptocht plaats, 's morgens om 9 uur met muziek van „St.-Caecilia". In de „Willem III" was een kinderfeest georganiseerd, waar de heer A. Schout, bestuurslid van den Vlis- singschen Oranjebond een toespraak hield. Een poppenkast en goochelen waren bijzondere at tracties. Van alle openbare en vele particuliere woningen woei de driekleur, ook de schepen hadden zich gepavoiseerd, wat een feestelijk aanzicht gaf. Aan H. M. is namens den Vliss. Oranjebond een telegram verzonden. Om half elf werd op het marineterrein aan den Prins Hendrik weg een parade gehouden. Het muziek korps der matrozen luisterde deze plechtig heid op. Daarna werd een wandeling door de stad gemaakt. Des avonds was er concert op llen Boulevard Evertsen gegeven door „St- Caecilia". „Ons Genoegen" concerteerde in het Bellamypark. MIDDELBURG. Het bestuur der Godshuizen daartoe in staat gesteld door het Dr. de Man- gasthuisfonds, besloot tot aanschaffing van een modernen zieken-auto. Op de algemeene begraafplaats Werd ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den 33-jarigen W. die bij den Sloedam door een auto werd aangereden, aan de gevolgen waar van "hij overleed. Ds. J. J. Homburg, Herv. pre dikant te Goes, sprak een kort woord. Een palmtak, gezonden door den heer v. d. B. te Goes, die het slachtoffer had aangereden, dekte de baar. De referendaris T. van Houwelingen, ver bonden als adjunct-inspecteur aan het bureel alhier, is met ingang van 8 September aange- Wezen voor de functie van sous-chef van de 4e afd. van het hoofdbestuur der P. T. en T, te 's-Gravenhage. Met ingang van 1 September is benoemd tot {telefoniste bij den interlocal en dienst de leerling-telefoniste A. C. Crucq te Goes. Vrijdagavond werd boven de Gasfabriek een groote vlucht vriesganzen in V-vorm waar genomen, vliegend naar het Zuiden. Op initiatief van de heeren A. C. en P. de Vos en met medewerking van den heer A. Bliek, waren 31 eigenaars van auto's bereid gevonden hum wagens beschikbaar te stellen voor een rondrit van oud-en van dagen. Ondanks de geweldige hitte was de Nieu we Kerk geheel gevuld, alwaar des avonds het koor der vereeniging „Tot Oefening en Uitspan ning" een zeer gevarieerd program uitvoerde, met medewerking van den organist, den heer 11. Eens zelfs waagde hij het zijn hand op een van de beesten te leggen. Zijn hart klop'e. Maar nu begreep hij, dat dat moed beteekende: men was bang en deed alsof men niet hang .was. Vanaf zijn prille jeugd was hij angstig geweest een donkere kamer binnen te gaan. want het kwam hem atlijd voor, alsof er zwijgende, grijze mannen in de donkere hoeken stonden. Maar hij zou voor geen geld van de wereld gehad willen heb en, dat iemand dat wist. En toch, fcoo dacht hij, „ging het iedereen, ook den grooten menschen, zij kenden allen die grijze zwijgende mannen maar zij hielden zich maar alsof die er niet waren. Als een koe Anna kwaad zou willen doen, zou hij er op af gaan, ondanks zijn angst, ja, hij hoopte, dat er zoo iets zou gebeuren. Thuis in den tuin speelde hij dan „moedig" zijn. Op een middag had Paul het plan opge vat om alleen naar het bosch te gaan. De mogelijkheid bestond, dat hij slangen zou te genkomen, maar dat schrikte hem niet af. Vanaf den Weg ging hij recht het bosch in, liep midden door het struikgewas en hij stelde bij zich zelf vast, dat er hier heelemaal geen reden was om bang te zijn. Een ekster vloog bijna rakelings langs Paul heen, zoodat hij de blauwe vederen van de vleugels kon zien. De frissche lucht van de groote varens deed hem aangenaam -aan. Zoo slenterde hij op zijn gemak onder de hooge dennen. Plotseling hoorde hy van achter een daaranboachje in zjjn aabyhaid eau geluid, dat hem vreemd voorkwam. Het leek op het schelle hulpgeroep vam een klein dier, dan weer als het blazen van een kat. Paul wilde eerst omkeeren, maar zijn nieuwsgierigheid kreeg de overhand. Hij kroop door het dennenbosch je en voor hem lag een kleine open plek, die bezaaid was met vlokken van het wollegras. En midden in al dat wit en al dat licht stond Loulou in zijn blauw linnen blouse, zon der hoed, met bloote voelen, en hield met zijn eene hand Anna's arm vast, terwijl hij met de andere een zweep zwaaide en haar onbarm hartig op haar rug en schouders deed neer komen. Zijn gezicht was rood van boosheid en hij herhaalde met een heesche stem: „Zal je het nog eens zeggen?" Anna kromde zich. onder de zweepslagen, schreeuwde luid, blies, schop te met haar magere beenen tegen Loulou en probeerde hem met haar nagels te krabben. Maar hij ging voort met haar te slaan. Paul sloeg enkele oogenblikken verschrikt dit schouwspel gade, vervolgens vloog het bloed naar zijn hoofd. In een paar stappen stond hij ademloos bij hen en bracht met moeite de woorden eruit: „Ik wil niet, dat je haar slaat". Loulou liet Anna los, keek op en vertrok zijn gezicht. „Wurm", zei hij, „wat wil je? Pas maar op dat je ook niet krijgt." „Ik ben niet bang", antwoordde Paul en bal de krampachtig zijn handen tot vuisten. „Kom maar op". Loulou lachte, „Je zou Je toch in hel dichtst bijzijnde muizenhol verstoppen", zei hij min achtend. Anna stond met verwarde haren, een rood gezicht, dat nat was van tranen, haar oogen leken nu zwart en schitterden erg. Haar mond was half geopend en zij hijgde. Bij het vechten was haar jurk los gegaan en was er door Loulou's harde hand een scheur in gekomen, zoodat ze over haar schou der afgleed. „Kom", zei Paul en wilde Anna's hand pak ken, want hij voelde een groote bewondering voor haar in zijn kinderhart. „Kom, 'ga mee, ik wil niet hebben, dat hij je slaat". Anna trok echter haar hand weg, stak haar onderlip naar voren en zei knorrig: „Wat wil je toch; het gaat je toch niet aan?" Loulou lachte spottend. „Dat wurm is wild vandaag; hij heeft paardenvleesch "gegeten, la ten we weggaan, je ziet toch, dat hij dadelijk zal beginnen te huilen, dat kleine kind". Met deze woorden keerde hij zich om en ging het bosch in; hij wierp zijn hoofd naar achteren en liep een beetje wijdbeens. Anna bukte zich zonder Paul aan te zien en raapte van den grond een krans van den nengroen en lijsterbessen op, die door het vechten van haar hoofd gevallen was en g£ng achter Loulou aan. Zij liet haar hoofd hangen. De gescheurde jurk hing nog van haar schouder. Paul staarde de vertrekkenden na, tot zij achter de lennen verdwenen, toen ging hij op den grond liggeh, middenin de vlokken van het wollegras en begon zoo te schreien, dat zijn geheele lichaam schudde en het hem leek, alsof er wat in hem springen moest. Sinds dien dag liet Paul zich niet meer door Loulou en Anna aan het tuinhek zien. Hij verstopte zich achter een struik, hij wilde niet'gezien worden maar zelf wilde "hjj wel zien. Als hij naar de kleine bruine voeten van Anna keek, die voorzichtig over het grint liepen, kreeg hij een prettig gevoel, dat hem tot nog toe vreemd was, maar waarin toch iets van smart ook lag. Nu sloop hij vaak, zoo tegen twaalf uur den tuin uit, liep de dorps straat in tot den stal van Anna's vader en gluurde door de staldeuren. Daar zag hij Anna dan, zij stónd in het stroo naast den dampen den tobbe met melk, een donker figuurtje in al dat geel, zij lachte zoo, dat het door de hoele stal klonk en zij speelde met een bruin kalf. Dit beeld nam Paul met zich mee naar huis en het bleef hem den heelen dag bij. „Waaraan denk je, kind", vroeg zijn moeder hem. „Aan niets" antwoordde Paul. „Ik geloof" merkte mevrouw tegen tante Dina op, „het buitenzijn maakt het kind te droome- rig" Droomerig zei Paul in zichzelf, wat wisten die groote menschen van de zorg en het ver driet, waardoor hij gekweld werd. Op een middag stond Paul weer afchter de struiken en wachtte op Loulou en Anna, toen hij paar «huis geroepen werd. Marie stond in de deur. „Paul, kind", zei ze „je moet thuiskomen". Zij deed haar best er kalm uit te zien, kneep haar lippen op elkaar en had roode oogen. In de huiskamer vond Paul zijn moeder en tante Dina op de sofa zitten; mevrouw Irene "hield haar zakdoek voor haar gezicht en schreide. „Ach, mijn kind", riep zij, toen Paul bin nenkwam en zij sloot hem in haar armen, „je goede vader is gesneuveld". (Wbrdt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 1