ONS JEUGDVERHAAL L DZ AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOÈ. WÈub'UM&i van vitwiLto At» bi» sa*?m Wo. 30. LOGEETJES. j*v Mientje, 'n meisje van 'n jaar of acht, en haar zusje Greetje, die pas vijf jaar oud was, Wonden met hun ouders buiten. Ze ha lden in de stad 'n massa familie wonen en op ze keren dag kwam er 'n brief van een van de ooms, dat zijn dochtertjes, Ada en Lousje, 'n weekje bij hen buiten zouden komen logceren. Je begrijpt, hoe blij Greetje en haar zusje -xHiet dat bericht waren; Mientje en Ada wa ren ongeveer even oud, en de bei le and'Tun scheelden maar 'n paar maanden in leeftijd. Wat zal dat heerlijk zijn, zei Mien je tel kens weer, een speelkameraad e van mijn eig n leeftijd te hebben. Ada en ik gaan leuk met elkaar spelen; misschien geelt moeder wel 'n partijtje, dan vraag ik al de meisjes van m'n klas En ik zal fijn kunnen spelen met Lousje, ;meende de kleine Greet, terwijl haar oogen van verlangen glinsterden. Zeg, jiaar hoor eens eventjes, viel moeder in, jullie vermaken je met elkaar, hoor, met z'n viertjes. Geen apartjes, dal doet men nie., als men logeetjes heeft.... Eindelijk kwamen dan de beide nichtjes, maar toen zij er eenmaal waren, was de blijd schap van Mientje ineens verdwenen. En wat was de oorzaak daar wel van? Wel. Ada en Lousje hadden natuurlijk voor de gelegen heid aardige heel dunne jurkjes aan en nu meende Mientje, dat zij er met haar katoenen jurken, die toch voor builen het meest ge schikt waren, heel erg alledaagsch uitzag. 's Avonds vroeg zij dan ook aan haar moeder of zij den volgenden dag en zoolang als de logeetjes er waren, niet haar allermooiste ge borduurde jurk aan mooht doen. Mevrouw Meertens glimlachte en liet Mien tje rustig uitpraten; daarop ging zij met haar naar de kleerkast en nam er de prachti-ge urk uit, waaraan zij zoovele uren geduldig had zitten borduren. Kijk nu 'ns hier, lieve kind, zei ze met 'n glimlach. Moeder heeft aan deze jurk voor iou, en net zoo een voor Greetje, 'n paar we ken lang gewerkt. Ik wi'de zoo graag, dat wan neer jullie eens naar 'n partijtje gingen, je e dan werkelijk heel netjes uit zou zien. Ga je nu in deze jurk spelen, dan zal ze natuurlijk al heel gauw vuil zijn en misschien gescheurd, zoodat wanneer je uit gaat, je niets anders zul hebben dan je katoenen jurken. Voor 'het ma ken van nieuwe jurken heb ik dezen zomer geen tijd meer en je zult dus nu moeten kie zen. Wil je je mooie jurk aan, 'om daarmede in den boom te klimmen, of door 't water te plassenik heb er niets tegen, maar.... dan moet je ook je katoentjes dragen als je uitgaat, en dan niet erover mopperen. Mientje kon 't daar héélemaal niet mee eens zijn en zij pruilde: Ik wil altijd mooie jurken hebben, net als Ada en Lousje. Mevrouw Meertens wees haar echter onmid dellijk terecht: Nee, kind, dat gaat niet; Ada en Lousje wonen in de stad; als ze gaan wandelen, zijn, er overal goed bestrate wegen, wi'.len ze ergen in 'n park gaan spelen, dan is het gras er netjes geknipt en alle sleenen en vuil zijn op geruimd Maar als jullie naar buiten gaan, i 't boseh of waar dan ook, dan heb je klee ding noodig, die er t g:n kan. Kom. kleiiu meid, maak jezelf n' t onp ezierig door je te gaan vergelijken met je nichtjes. Laat ze zien, hoe heerlijk wij het h'er bui en hebben Het beste zou zijn, als zij d?ze dagen jurken an jullie aandeden: als zij je dan verschalende spelletjes leeren, die ju lie nog n'et kennen, lan kan je 't samen heel pre' ig hebben. Zoo gingen de kinderen don vo'geilden mor gen naar buiten, om, zoodra het gras droog was van den dauw, op het groole grasveld ach ter het huis te gaan spelen. Daar begonnen di on Lousje met aan hun nichtjes 'n aardig"? dans te leeren, zooals de Noorsche kinderen d e n hun ia g dan en- z lie ten en zongen tezamen en hadden met z'n viertjes heel veel pret. Na eenigen tijd werden ze moe en gingen in 't gras zilten om uit ie rusten. Nu gaan we „Visite maken" spelen, zei Ada. Ik ben de moeder en Mientje, jij bent de vader, en Lousje. dat is de grootmoeder, die komt ons bezoeken. Greelje is de mevrouw, die naast ons woont. Maar hier bu ten kun je naast niemand «wonen, protesteerde Mienlje. Wel zeker, zei Ada, dat kan best. Kijk, zie je daar, dat is 'n huis, en ze wees naar 'n paar scringonboomen, waar^ an de takken door ell aar heen gcs ing 'rd waren, zoo lat er 'n soort poortje gevormd was. Nu ga jij daar l.vonen, Greet, en na 'n poos vliegt je huis in brand en dan kom je naar buiten hollen, en dan helpen we je. Greetje ging dus naar „het huis van hier naast" en Lousje draafde weg om 'n pop te halen, dan kon zij grootmoeder zijn.. (WORDT VERVOLODy v OM TE KLEUREN. 51. Freddy Vrijdag wilde graag, dat eenige vuile potten, die hij gevon den had in het hok voor het Keuken gerei aan boord van het vergane schip, werden gewasschen. Hij meende, dat men ze goed kon ge bruiken om er uit te drinken, als ze gehoon waren gemaakt. „Ze zitten te dik onder stof om ze te wasschen," zeide Ivy. „Stof ze eerst af met een harden borstel, dan zal ik ze voor je wasschen." Freddy kon evenwel geen borstel ▼inden en hij vermaakte iedereen door de potten af te stoffen met zijn geitachtigen baard. Doch onder de potten, welke hij van het wrak had meegebracht, was pok een oude pot met lijm, waarvan een beetje aan den buitenkant zat. Freddy Vrijdag zag niet, wat hij bezig was af te stoffen, doch ont dekte spoedig, dat zijn „sikkie" aan den oot vast zat. Hij probeerde het baardje er af te trekken, doch hij had alleen pijn aan zijn kin er van en hij had het eevoel, alsof hij zijn haren tot aan de wortels er ai trok. „We zullen het zaakje met de schaar moeten afknippen," meende hij. Ivy hield den lijmpot vast, terwijl Willie Woensdag de Bchaar ging halen. „Knip de haren zon dicht moge lijk bij den lijmpot» ai", bromde de zeeman. De kindertjes, die je hier ziet, zijn eigenlijk een beetje ondeugend. Zij hebben uit de ka mer een lekker zacht kussen gehaald, maar inplaats dat zij het gebruiken om er op te rusten, zijn zij er mee gaan spelen. Telkens werpen zij het elkaar toe en natuurlijk zal het op die manier niet lang duren of het gaat kapot. Zooals je ziet is er zelfs al een stukje opgezet. Probeeren jullie nu eens d't mooie plaatje te kleuren, hetzij met kleurse', hel zij met wa terverf. Als je waterverf gebruikt, moet je natuurlijk goed oppassen, dat de voclhige verf op het vezelige papier niet „uitvloeit. Wil je zeker van je zaak zijn, kalkeer dan eerst het plaatje op een stukje Bijltjes-papier: dan kan de verf niet vloeien. /De kleuren die je gebruiken wilt, kim je best zelf kiezen, want, zooals je ziet, komt het hoofdzakelijk aan op de kleertjes van de kinderen en hoe die er meestal uitzien, weet je zelf ook wel. En het gras is natuurlijk groen. Het kussen moet je maar helder geel maken, met een rood-wit geruit stukje er op. Doe nu je best maar eens, hoor. HET RAADSEL VAN DEN KLOK. HET POPPEN-MOEDERTJE. Zfe eens op dit horloge en zeg Ann of je er iets raadselachtigs aan vindt. Neen, hè? Nu het is dan ook een heel gewoon klokje, dat. als tijd twee minuten over twee aanwijst. Dan ben je net op sdool, hé? Ja, miar laten we nu maar rekenen dat het Za.erdagmi ldag is en dat jc 'lus thuis bent, want anders zou je geen lijd hebben om dit raadsel op te lossen 1 Luister. Elk cijfer van de klok stelt een letter voor, maai natuurlyk mag ik n et zeg gen welke letters want dat moet je zelf uit vinden. Om je daarbij te helpen geef ik je de \olgende inlichtingen. Wan 1—4 is een ovts«b' If nde naam uit de Bijbelsohe geschie denis. Van 2—6 is een meisjesnaam (verkort) van 3—6 is eveneens een verkorte meisjes naam. van 58 is een herkauwend sehaap-ach- tig dier uit Zuid-Amerika. 7—10 is een heel kleine wurm-soort, die men wel aantreft in bedorven vleesch. 810 is een zeer kort groet- woordje, dat de Duilschers veel gebruiken. 811 is een naam waarmede een voorname ma tschappclijke stand wo"dt aangeduid. 10—1 is een eiland waaraan een groote geschi d- kundige herinnering verbonden is om at daar een der grootste mannen xaller eeuwen in bal lingschap geweest is. 12—4 is de naam van Bijbelsche stad. Dénk niet dat dit raadsel erg gemakkelijk is, hoor. Het is ook wel n:et erg moeilijk, maar het kan toch wel lang duren eer je de juiste woorden geraden hebt Je moet maar beginnen met de woordjes, die je bijna ^eker weet dat ij gord zijn, bijv. de naam van het eiland, weet je wel? Volgende week komt de oplossing. Bertha is nog maar een kind, Maar zij weet wat zorgen zijn. Zie, hoe zij haar popje mint, 't Koestert in den zonneschijn. Weet je wat het met haar is? Zij is thuis het eenigst kind. Tot haar spijt en ergernis, Heeft zij ook geen enk'len vrindl.»,. Ach, zij woont ook zoo alleen, Uren ver van 't dorpje af, Gaat zij zelf er wel eens heen, Krijgt zij wis en zekerstraf. Slechts met vader of met moe, Mag zij naar het dorpje gaan, Anders gaat z'er nooit naar toe; Blijft z'er wekenlang vandaan. En zoo zie je haar dan hier, Op haar bankje met "haar pop. Heusch, zij heeft genoeg plezier, De eenzaamheid let zij niet op. Voor haar popje naait zjj wat, Om te dragen met mooi weer. En hoe prettig vindt zij dat: 't Lieve kind verlangt niets meer. DE WIJNKELDER VAN DEN BARON. Oplosing: Zie hier hoe de slimme huis knecht acht flesschen wegnam en toch de overblijvende zoo wist te plaatsan dat er vyf en twintig op een ry stonde*. WEET GIJ? dat België in 1910 is begonnen met de uit gifte van speciale postzegels voor liefdadige doeleinden? en dat dit voorbeeld daarna gevolgd is door Zwitserland, Diiitschland, Nederland, Spanje, Portugal cn and -re landen? en dat de Amaronerivier een gemiddelde diepte heeft van ruim GO meter? en dat er echter deelen in het bevaarbare ge deelte zijn, waar de bodem nog nooit bereikt is? en dat de mens oh doorgaans meer presteert» kan dan hij in werkelijkheid verricht. Haar zicht er op. Dame, voor 't teerst bij een voe'bilmitch: „Waarom geeft men niet elke party een bal, dmm kan dia wadarcydaah* plaganj ophouden".

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 3