ONS JEUGDVERHAAL
dj; avonturen van robbie crusoë.
frvv
55 V/W\
EINDE.
69
57
56.
•52
WEGKLIN&'S NIEUWSBLAD VAM VRIJDAG l* JÜJU* i*M
WILLEM ONGEDULD.
(SLOT)
Den eersten Zaterdag ging Wim met rijn
kwartje de straat op. Er was kermis en ot-
schoon hij wist dat hij des avonds met vader
en moeder hier en daar naar toe zou gaan kon
hij niet wachten. In zijn eentje deed hij drie
maal een toertje in den draaimolen, tweemaal
reed hij ezeltje en een keer gleed hij van oe
rodelbaan. Toen was het kwartje op.
Den volgenden Zaterdag was het kwartje
nog eerder op. Hij kocht "er eenvoudig een
glas limonade voor
Den derden Zaterdag holde hij wederom
dadelijk nadat hij het kwartje in den zak had
de straat op, maar ditmaal liep het al heel
ongelukkig. Nauwelijks was hij buiten of hij
struikelde over iets dat achteloos weggewor
pen was en hij viel languit op straat. In rijn
val strekte hij de handen uit en daardoor kwam
het dat het kwartje, dat hij vasthield, op straat
viel en met een sierlijk boogje wegrolde om
In een put te verdwijnen. Willem schrok zoo,
dat hij de pijn niet eens voelde. Als een haas
zoo vlug krabbelde hy overeind om zich over
het putje te bukken. Maar van het kwartje was
geen spoor meer te ontdekken. Troosteloos
over het verlies begaf hij rich naar huis om
bij moeder rijn nood te klagen eneen
ander kwartje te gaan vragen. Maar daarmede
had hij al bitter weinig suaces, want moeder
werd boos en zei:
Wat doe je ook met dat kwartje op straat?
Oom heeft je geschreven dat je het geld be
waren moest tot alles bij elkaar was. Had dat
dus liever gedaan dan zou je het nu niet ver
loren hebben.
Willem zei niets meer maar den volgenden
Zaterdag, toen hij zijn vierde kwartje ontving,
liep hij vlug naar het postkantoor om er
spaarzegels voor te koopen
Helaas, deze verbetering in zijn gpdrag was
slechts van heel korten duur. Het vijfde kwart
je n.l. besteedde hij om een vlieger te koopen,
die dadelijk nadat hij hem opliet in een boom
bleef hangen en door den wind gescheurd
werd.
En nog dacht Willem Ongeduld er niet aan
dat vroeg of laat.oom zou komen om hem re
kenschap van het geld te vragen. Het zesde
kwartje werd voor twee dingen gebruikt. Voor
vijftien cent kocht hij zich een luchtballon in
het overblijvende dubbeltje gaf hij in het busje
van een juffrouw die geld ophaalde voor een
liefdadig doel. Daarvoor kreeg hij een bloe
metje op rijn kiel gespeld
De ballon was den vo genden dag leeggeloo-
pen en onbruikbaar geworden.
Het zevende kwartje verschafte hem meer
plezier. Daarvoor kocht hij een prentenboek
met verhaa.tjes erin. Die las hij allemaal en
daardoor had hij een echt gezelligen Zondag
middag. En toen het uit was kreeg het bdekje
een plaatsje op vaders boekenrek.
Voor het achtste kwartje kocht hij weer
spaarzegels en wel omdat zijn vader hem zoo
raar aankeek toen hij er mee naar buiten wi.de
gaan. Met het negende kwartje kocht hij een
bewijs van toegang voor een voetbalwedstrijd.
Het tiende kwartje.... kwam niet.
Dien Zaterdag wachtte Willem vergeefs op
het briefje van oom en reeds wilde hij weer
wat zeggen, toen moeder zei, dat oom dezen
keer zeker het geld niet had kunnen missen.
Toen slikte Willem maar gauw zijn leelijke
woorden in
Maar toch was het niet zoo want dén volgen
den Zondag kwam oom Willem zelf het tien
de kwartje brengen. Lachend kwam hij binnen
en vroolijk groette hij vader en moeder. En
daarna keerde hij zich tot Willem Ongeduld,
die een beetje onrustig op een stoel zat.
Zoo, Wim, wel jongen, hoe gaat het?
Goed oom, zei Wim zachtjes.
En waar zijn nu je andere negen kwartjes?
Ik heb het tiende ook meegebracht zie je?
Wim kreeg een hoogroode kleur. Nu voelde
hij opeens spijt over al zijn ondoordachte en
onnuttige uitgavenHet geld was weg, wal
moest hij nu tegen oom zeggen? Maar opeens
schoot hem iets te binnen.
Ehoom, haastte hij zich te zeggen.
Ik heb spaarzegels, ziet U
Hé, zei oom, dat is jammer. Zie je, ik
heb voor het tiende kwartje dezen mooien
spaarpot gekocht en daar wilde ik je nu de
andere kwartjes in laten doen. Maar enfin, haal
dan nu je zegels maar
Willem haalde de zegels. Maar oom keek
verbaasd toen hij zag dat het er maar heel
weinig waren.
Dat is maar voor vijftig cents, Wim.
Waar is de rest van het ge'd nu?
Willem sloeg de oogen naar den grond, hij
durfde niets te zegg n
Het spijt me heel erg Wim, zei oom nu,
want ik had je willen voor tellen een spaarpot
te beginnen. Dan zou ik nu je eersten rijks
daalder verdubbeld hebben. Maar nu je
maar vijftig centen bez.t geeft ik niet meer
dan dat.
Spijtig keek Wim op. Ts'ong©, tsjonge, da'
had hij moeten welen. Dan zou h'j nu vijf gul
den gehad hebben. Oom lette niet op hem.
Hij deed de spaarzegels mi t het spaarboekje
in zijn zak en wierp een gulden in den spaar
pot. Toen zei hij:
Wim ik zal je nog één kans geven. Ik zal
je nog vijf Zaterdagen een kwartje s uren en
dan kom ik weer terug om te zien wal je er
mee gedaan hebt. Hier is je spaarpot, ga nu
maar weg
En Wim greep zijn laatste kansje dankbaar
aan. Toen oom na vijf weken terug kwam
sprong Wim op zijn knie en toonde hem blij
zijn spaarpot waar nu twee gud n vijf en
twintig in zat. Oom deed er nog een rijks
daalder en een kwartje bij en zoo kwamen de
vijf gulden toch bij elkaar. En den volgenden
dag gingen zij samen op stap en kocht Willem
zich een pracht' van een spoorsta ion, Waar
hij heel blij mee was en waar hij nog lang mee
speelde. Zijn volgenden verjaardag pastte hij
natuurlijk wel beter op en toen behoefde hij
ook niet zoolang te wachten op zjjn geschenk.
49.
Freddy Vrijdag wilde op een
morgen vroeg op staan, en hij
zeide, dat hij nabij den ingang van
de grot wou slapen en dat hij
Muriel zou vragen hem te wekken*
„Maar Muriel zal je wakker,
maken door je aan je ooren te
trekken", zeide Robbie", „en da£
vindt je toch ook niet prettig."
„Nee, dat is zoo, maar ik heB
een ander plan", zeide Freddy,
terwijl hij een stuk touw vast
maakte aan zijn groote teen en
aan een poot van den lepelaar
bond. „Munal zal wakker worden
bij het opgaan van de zon en wan
neer hij dan aan mijn teen Jrek^
zal ik wakker wordezL*
Toen de zon opkwam deed de
Iepelaar, wat de zeeman had ver
wacht, maar Freddy was van mee-
ning, dat Muriel wat meer deed
dan wakker worden. Hij fladderde
op en trok Freddy aan zijn tee a
van de grot naar de zee en de
arme zeeman kreeg een nat pak
vóór de tepelaar zag, wat hij ge
daan had
„Ik wilde, dat je me wakker
maakte", schreeuwde Freddy,
„maar niet verdrinken'"
„Het spijt nfe", zeide Muriel,
„maar ik had vergeten, dat je teen
aan mijn poot was gebonden."
a
Gevat.
In den trein zit een heer met een elgen-
aardigen, zeskantigen bril op. Eein medereizi
ger rit den heer eenige oogenblikken ver
wonderd aan te staren en vraagt dan: „U zie!
zeker iets heel bijzonders door den bril?"
„Ja", antwoordt de anccr geprikkeld, „i*
zie een enormen ezel".
„Ah zoo", doet de vrager droogjes, „dan Is
het dus spiegelglas".
EEN WONDERSCHAAP.
Is dit een wonderschaap of niet? Je zou het
wel gelooven hé, als je die itaart eens wat
nader bekijkt. Heb je ooit zooitts gezien? Maar
toch, het betreft hier werkelijk geer wonder
dier. Het is een gewoon schaap en h«t eenig-
ste bijzondere voor ons is de dikke taart.
Maar in het land waar dit schaap thuü; be
hoort is zelfs dat niet zoo wonderlijk.
Luister. Ergens in Amerika is een land
streek waar de boeren vroeger eens de ge
woonte hebben nigevoerd om de staarten hun
ner schapen niet te scheren of te knippen.
Waarom zij dit deden weet men niet meer,
maar een gevolg daarvan was, dat ©enige jaren
later de schapen vaak met een dikke en
zwaar behaarde staart liepen terwijl zij overi
gens nog kaal waren. Merkwaardig is echter
dat in den loop der jaren bij het ras der aldus
behandelde schapen een verandering viel waar
te nemen. Zij kwamen langzamerhnad met
steeds zwaardere staarten ter wereld en van
lieverlede ontdekten de boeren dat het slaart-
haar (of de staartwol) grooter waarde bezat
dan het overige gedeelte der schaapswol. Zij
werden er dus zuinig op en lieten het haar
aan de toch reeds zware staarten zoo lang
mogelijk groeien, omdat het dan natuurlijk
meer opbracht Ran kort haar.
En zoo komt het dat men op tallooze Ame-
rikaansche boerderijen de schapen riet loopen
als op dit plaatje staat afgebeeld. Onder de
staart bevindt zich een wagentje, waardoor
in de eerste plaats voorkomen wordt, dat het
haar afslijt door het voortdurend over den
grond slepen en in de tweede plaats het
schaap zelf beveiligd wordt tegen de gevaren
die er aan verbonden zijn om de staart te
laten hangen. Die blijft immers overal haken
en schuren om niet te spreken van de insec
ten die er in kruipen.
Je ziet dus, een wonderschaap is dit niet,
tnaar het is voor ons toch wonderlijk ge
noeg om er iets van te weten.
EEN FOTO UIT DEN DIERENTUIN.
66
n
45 «Vo
-59
.V
tO
Tfe
•72
•7}
•7*
•49
55. '50
.5»
47
46
4$
&2
4»' '4*
tl
'ZZ
•te»
•so
tl
54'
55
•K>
tO' Ut>
.29
'IS.
o
•l*
ti4
•9
y 24
Ziehier een foto uit den dierentuin. Niet
erg duidelijk, vindt je wel? Maar daarom
niet getreurd. Wie benieuwd is om te zien
wat de foto voorstelt heeft slechts weinig te
doen.
Men haalt een potlood en trekt daarmede
een lijntje van cijfer 1 naar cijfer 2 en dan raar
3 en naar 4, net zoo lang tot men alle cij ers
met elkaar verbonden heeft. Het laa s e der
cijfers is no, 76. Als je daar bent aange .omen
moet je dus ophouden en dan staat het dier,
dat wij gefotografeerd hebben, heel duidelijk
voor je.
Wie echter goed raden tan moet echter van
te voren eens trachten uit te vinden welk
beest het worden moet. Aan de cijfertjes heb
je daartoe juicts, want die rijn zoo geplaatst
dat je toch niets van de vormen van het dier
kunt zien. Maar er staan nog een paar boog-
jes geteekend en daaraan heb je bij het raden
een weinig steun. Het rijn n.l. de teenen van
het beest. Toe, denk nu eens na, welk dier
heelt zulke teenen?
Er is maar één beest op de wereld dat zoo
is, dus je*kunt nooit missen. En dan trek je
tnaar het lijntje om te zien of je gelijk hebt
HET WAPEN DER INDIANEN.
Dat zou je niet zeggen, hé, dat er op dit
plaatje een afbeelding te vinden is van het
wapen der Indianen. En toch is het zoo, <&-
leen je moet den tomahawk uit het warnet van
streepjes en vakjes 'zelf opdiepen. Dit is echter
niet zoo moeilijk als het lijkt, hoor. Je begint
maar met het vakje nummer 1 op to zoeken
en dat zwart te maken. Vervolgens zoek je
nummer 2 en 3 enz. en al diie vakjes maak
je zwart, totdat je den tomahawk hebt. Dan
moet je natuurlijk ophouden met vakjes zwart
fnaken. Probeer het maar eens, als je good
oplet, zal het wel meevallen.