ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOE. R R R R EINDE. WEGÈÜNtï'S rfïiÜw3dibAJ> Van VfiiJDAÖ 25 APRIL 1Ü3U No. 16. „SPIEKEN", T* Jullie xult het ïelf ook wel weten, doordat ie het op school dikwijls hebt kunnen zien, dat lang niet alle kinderen even gemakkelijk kunnen leeren. Er zijn domme en er zijn knappe leerlingen, nietwaar? Daar kan men niets aan veranderen, want het is een kwestie van aanleg. Soms vindt men een zeer vlijligen en leergierigen jongen, die toch heel dom is, omdat hij een slecht verstand heeft en ook ziet men vaak een jongen, die eigenlijk heel lui is', maar toch in het leeren nummer één omdat hij een helder verstand heeft. De meeste kinderen zijn echter gewoon, dat Wil zeggenzij kunnen best leeren als zij er wat knoeite voor willen doen. Zoo'n kind nu. was ook ons Marietje, waarover dit verhaal gaat Zij was niet dom en ook niet zoo heel knap, maar zij was gewoon. Alleenzij had een hekel aan het leeren. Het kon haar nie's schelen te weten dat Amsterdam de hoofdstad van Nederland was en waar Parijs lag, ach, dat liet haar geheel en al onverschillig. Arme Marietje, zij begreep niet, dat rtien al die din gen in het Latere leven dikwijls zoo hard noodig heeft De school was een gruwel eigenlijk moest zooiets maar liever heelemaal niet be staan. Het eenigste waar Marietje wel plezier in had. dat waren de lessen in de na'uurkunde. de geschiedenis en de dierkunde. Maar niet om dat zij deze vakken nu zoo erg mooi vond, zie je, maar omdat de onderwijzer dan meestal zooveel vertelde. Dan kon zij lekker achterover in haar bank zitten en luisteren en dan be hoefde zij niets te doen O, hoor ik jullie al roepen, dan was zij dus lui. Maar echt lui was zij toch ook niet, want thuis kon zij werken als de beste. Weet je wat haar fout was? Zij was a'l^en maar lui als het op denken aankwam. Zij had er een hekel aan om haar hersens in te spannen en daarom zou zij wel altijd dom blijven. Soms sloeg zij onder de lessen zulk een treu rig figuur, dat zelfs haar eigen vriendinnen in den lach schoten. Een keer zelfs wist zij bij de aardrijkskunde niet eens waar Rotterdam Lag en dat had zij allang geleerd en bovendien woonde zij er zelf. Kunnen jullie je zooie's doms indenken? Er ging een gebrul door de geheele klas, de kiildeien ro d, n bijna uil hun banken, maar de onderwijzer lach.e niet. Die vond het zoo erg, da h'.j er ;ich voor schaamde zoo'n meisje in zijn k'as te hebben. En hij liet haar den volgenden h el langen sir ai're gel vijfhonderd maal sch ijven: „Ik ben in Rotterdam g-boren. AHe men- schen op de wereld welen dat Ro'terdam aan de Maas ligt en dat hét de grootste havenstad van "Nederland is. Alleen ik weet het niet". Binnen drie dagen moest zij de vijfhonderd regels af hebben, anders zou de me"s'er er duizend van maken. Maridje hufde braaf toen zij des avonds aan het si a'werk be^on. Zij was al een heelen tijd bezig en toen had zij er pas ■leftig. Om het ongekik nog erger te maken kwam h aar vader toen eens even over haar schouder kijken oin te zien wat zij te schrijven had. De brave man wist niet hoe hij het had °n natuurlijk moest Mariet'e hem alles ver tellen. En weet je wat er toen gebeurde? Vader bleef s'il en rustig naast baar zitten om te zorgen dat zij de rege^ heelemaal af schreef, drie avonden lang. En nog was zij niet mee klaar. Daarom riep vad^r haar in den ochtend van den vierden dag al om zes uur en weer moest zij gaan schrijven. Om half negen waren toen de vijfhonderd regels af en kon zij met een gerust hart naar school gaan. De onderwijzer pakte, zonder een woord te soreken, het bundeltje papier van haar aan en wierp het meteen in den papierbak. Toen vroeg hij: „Weet je nu waar Rotterdam ligt?" Marietje knikte verlegen en schoof stilletjes in haar bank Zij zat altijd naast Jan van Woerden, een leuke, ijverige 'jongen,, die ook heel goed kon leeren omdat hij een scherp, verstand had. Da was wel een tref voor Marietje, want natuurlijk was het echt iets voor haar om zoo nu en dan feens stilletjes in Jan's schriften te neuzen Vooral bij het rekenen of taalwerk. Dan spiek te zij bijna haar geheele les van Jan af. En z1" wist het altijd zoo stilletjes te doen, dat noch de onderwijzer, noch Jan er iets van merkte. 57. Robbie iei, <3ai hl] k>0 graag •p den hoogsten top ran het eiland soa klimmen, en daarom bracht de «eeman hen naar den voet van den hoogsten berg. Zij namen den wil den bok mee, die hen, naar Fred dy'* «eggen, nog goed* dienrtefl toon kunnen bewijzen. Na een langdurige kwamen m aan hei laatste en •leohtate gedeelte van de bestijging Robbie stelde toot, dat de bok hen on verder mom dragen. „Ia dat wei veilig tH noeg Xopqf beeorgd. De bok dacht, dat Topsy het legen hem had, en schudde zijn kop als antwoord. Hij bemerkte echter niet, dat Robbie juist bezig was op zijn horens te klimmen, en door het schudden verloor de arme jongen zijn evenwicht en beiden tuimelden over den afgrond de diep te in. Topsy gaf een luiden gil, toen ze Robbie en den bok daar over den rand zag verdwijnen, maar Freddy greep nog juist bijtijds den bok bij de achterpooten om hen beiden to redden. „O, Robbie, wat had ik moeten beginnen, als ik zonder jou terug had moeten gaan," huilde Topsy. Zoo gebeurde het vaak, dat Mari^'je haar sommen heel goed maakte en de onderwijzen' haar een goed cijfer gaf, terwijl hij toch heel goed wist, dat zij in het rekenen juist heel slecht was. Soms stelde hij haar op de proef, (door haar voor de klas te roepen en haar op het bord dezelfde soort sommen te laten ma ken. Dan kon fij het niet En Lachend zei de onderwijzer Öan dat hij er niets van beg-eep. M ar na' uurlijk begreep hij het juist heel goed. Hij wachtte slechts op de gelegenheid, dat zij eens door de mand zou vallen, want natuurlijk kon hij niet eiken dag opnieuw in het bijzonder op Marietje let ten. Maar Marietje viel door de mand en goed ook. Het was op een dag dat Jan een onge'uk'e bad. Hij kwam in het schoollokaal en wel ab eerste der leerlingen. Een paar mimi'en slecht was hij alleen toen kwam de onderwijzer oov die even weg geweest was. binnen. En daderij1 kreeg Jan een standje omdat er een bloempo' "it de raamkozijnen in stukken op den vloer lag. Jan stond als aan den grond genageld, Wan' hij had den hloenmot zelfs niet op den grond zien lieden en dat hij het din" omver ge s toote*- zoit hebben was eem oudi" ondenkbaar. De on derwijzer echter dacht dat Jan niet voor zijn daad durfde uitkomen en dat hij steehts on' MenHe om straf te ontloopen. Wie ander' mo^st het gedaan hebben? Do onderwijzer had van zijn kant wel eeni gelijk maar even zoo goed Jan, die volkomer •>n«5cbiPHicr was. Wie den blodm'not dan we" omfjepooid had dat is tot ot> den huidioèn dag "ori geheim geMeven. Ik weet het ook niet. M,aar genoeg hierover, het ergste was dat Jan ^en hevig stdYidie kreeg en wel in het hiizonder omdat de onderwijzer zijn ontkennen laf noem de De arme iongen die anders voor geen klein geruchtje vervaard was trok zirii het geval ten zeerste aan. Hij huiMe in ziin ha"k en was oen geruimen tiid zoo van streek dat hij aan Mots adders denken kon. dan aan dien naren hloonrnot Was hot wonder dat hh ditmaal ziin hoofd' niet Téii het werk had toen hot uur voor reke- non gekomen was? Hii weckte wel, maar tel kens sneden de woorden van dor» onderwiizer Weer door ziin ziel en zoo k^am het dat h>" ~en menigte fouten maakte Van de acht ^TTI- Men waren er slechts drie "goed-, De andere waven volkomen mis En Marietie? Jullie hegriipf natunrink al dat zit hvaaf gesniekt had. Nanwehiks ziin eerste rekensom of zii nam dadeh'ik df pors over. En zoo ging bet met aTlë sommen ■vHhiinhaar ijverig krabbelend en schrijvend oonde zii vlug de ui*komsfen van J"n 'Vbalve 'de laatste. In deze bad Jan zMk e~n "rove fout gemankt dat zo1 fs Marietie h^4 onder bet oversrhriiven meri-fe en 7.^0 M"" mogeliik trachtte zii de som goed uit t° ■>en. Toen rij de juiste uitkomst bad, do^cr :n haar schrift de fout met een paar n lijr 'os door en schreef de oMossing er on^er •ion ontbrak, Wan tdadelijk daarna Hot me -^ ie schriften ophalen en de leesboekjes ui leelen En 's middags was het lieve leven aan de ang. - De onderwijzer was een leukerd. Hij ricr erst Jan voor de klas om hem te zegger 'at hij zeker bij de a.s. verhooging zou bi ij vei ilten als hij op zoo'n manier zijn somme laakte. Ik heb nog nooit zoo iets gezien, zei h' Voos, hier heb je zelfs gerekend 4 maal V s 28. Voor zulke fouten moest jij je toch zeker schamen De arme Jan werd wel het slachtoffer. Hij voelde zich nog ongelukkiger dan dien och tend. maar hij wist natuurlijk niet dat de,on derwijzer er niets van meende en hem slechts een geducht standje gaf om Marietje des te erger te treffen. Hel eigenaardigste in deze klas is ech ter, zoo ging de onderwijzer schijnbaar ui'erst verbaasd voort, dat we hier nog e<n mcirie hebben dat precies d^z^'Me fouten maakt als Jan van Woerden. Marietjje kom eens bier. Marietje kwam met een hoogroode, k^ur op baar wangen en onder het hoongelach der geheele klas naar voren Kijk eens hjer Marietje, zoo begon de (mottende stem weer, toen ik zag dat jij ook schrijft: 4 maal '9 is 28, dacht ik eerst dat ik net zelf niet goed wist. Maar in de schriften '•an de andere kinderen zag ik dat het 36 was. En zoo is het met deze deeling en met die vermenigvuldiging precies hetzelfde. Jij en Jan krijgen steeds dezelfde ui!komst en jullie ma k-en precies dezelfde fouten. Ik heb al ge- lncht- zou het misschien komen doordat je in dezelfde bank zit? Marietje schaamde zich vreeselijk want het •elach in de klas klonk zoo spottend, dat zij hof bijna niet verdragen kon. Zelfs Jan van Woerden schaterde het uit Want die begreep nu wel waarom de onderwijzer hem zoo kwaad toegesproken had. Ga tnaar weer zitten kind. maar niet meer op je oude plaatsie, hoor. Ik zal je een andere bank geven, want om je de waarheid te zeggen geloof ik dat Jan van Woerden niet te vertrouwen is en dat hij leelijk van jou afkiikt. De onderwijzer keek oo'iik toen 'hij dit zei en het geioel in de ki«s «h-oride aap. tot een «MrkaAiL Hij pakte Marietje bij den aim an bracht haar heel deftig en afgemeten naar een 'eege bank, heelemaal achter in de klas en wel drie rijen van de laatste kinderen af. Marietje hield zich dapper, dat moet ik eerlijk zeggen. 'Zij stortte geen traantje maar rij durfde ook niet op of om te kijken. En zij bloosde zoo hevig, dat het in haar gevoel was alsof het zelfs onder haar haren nog rood werd Dit lesje heeft rij nooit kunnen vergeten, vooral bok omdat de andere kinderen haar maandenlang geplaagd hebben door haar tel kens toe te roepen, na schooltijd en in het ••ustkwarticr: wil ik het je zeggen? of: kom ie bij mij eens kijken? Met dit al echter, heeft rij na dien tijd al haar werk zelf moeten maken, dat kon wel niet anders want he* spieken was haar onmogelijk pmaakt. En hieraan heeft Marietje het te 'Janken, dat zij tenslotte toch nog wat geleerd ''eeft Anders zou zij beslist even dom van school gegaan rijn als zij er gekomen was. EEN GEDULD-WERKJE. Oplossing: Hier is het witte mannetje, dat wij de vorige maal beloofden te zullen afdruk ken om jullie te laten zien of je den puzzle goed had opgelost. Het was geweldig moeilijk, hè? Of vonden jullie het nog al vlug. Nu, wij hebben er zelf aardig wat moeite mee gehad, ooral met het zeil van het schip en de wasch- tobbe. Maar tenslotte kwamen wij er toch, en vij gelooven, dat het met jullie ook wel zoo gegaan zal zijn. Probeert nu zelf maar eens zulk een puzzle 'e teekenen. Rebus No. 174: Hoofd onderwijzer temidden Ier kinderen. EEN LETTER RAADSEL. f Hier zie je een heel gewoon vierkant, dat erdeeld is in' vier maal vier is zestien vakken, n elk vakje moet een letter komen, welke let- 'rs onderling in een bepaalde volgorde moeten morden geplaatst en zekere woordjes moeten ormen. Zooals je ziet moet in vier van deze vakjes de letter R komen, zoodat het duidelijk is dat al de woordjes eenmaal de letter R in zich hebben. Nu moet hel zoo zijn, dat élk woordje twee maal in het vierkantje staat en wel een maal horizontaal en een maal verticaal. Het Eerste rij lie van rechts naar links gelezen geeft dus hetzelfde woord als het eerste rijtje van boven naar onder gelezen. Begrepen? Nu dan: in het eerste rijtje komt de naam van een zijstraat van de Donau, in het tweede rijtje komt een meisjesnaam, vooral zeer be kend uit de Bijbelsche geschiedenis, in het derde rij (je komt een woord bekend uit de muziek. IJ et be'eekent „zangstuk" voor enn so lo-stem". -I11 hel laatste rijtje komt Iets waar mede men vaak geholpen wordt of waarmede men vaak anderen helpt en waarvan het spreekwoo'd zgt, dat het meestal erg duur is. Als bijzonderheid verklappen wij nog dat er voor het vormen dezer verschi'l n 'e woordjes in totaal sl cMs vi^r letters van het A, B, C noodig z"n. .Aang zien de R er reeas staat heb ben jullie er dus nog slechts drie e zoeken, die echter elk een paar keer gebruikt worden, behalve een letter die slechts één keer ge bruikt wordt. Volgende week komt de oplossing. WEET GIJ dat het voetbalspel in Engeland al sedert 1175 bekend is? en dat er een tijd kwam, dat men er zoo aan verslaafd was, dat koning Edward II in 1314 het spel verbood^ op straffe van den kerker? (dat men om den top te bereiken, moet doordringen tot den bodem der dingen? en (dat voor goede daden de belooning is, dat men een beter mensch wordt? dat de opvoeding hierom van zoo groot be lang is, omdat zij invloed heeft op het geheele leven?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 3