WEET GIJ WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 11 APRIL 1930 No. 14. TWEED VOOR VQORJAARS-MANTELS. Wf >}i «r>vj ■f Av sV**:1 A v- - 8 Tweed Is een heerlijke stof en wel in het bijzonder voor mantels, die men in het voor jaar draagt. Het weefsel is los en daardoor heeft men weinig last van de broeierige warm te, waarvan men op winderige maar zonnige lente-dagen anders ozo vaak te lijdein heeft. Men is beschut voor zoover dat noodig is, niets meer. Daarom is het ook niet verstandig om tjweed in den winter te dragen, want dan kan Ida felle Noorden- of Oostenwind er soms scherp doorheen blazen. Bij het model, dat wij hier geteekend heb ben, is aan tweed gedacht. Het ontwerp is losjes en eenvoudig. Lange revers en een klein kraagje vormen de afwerking van het bovenste deel, terwijl de aardig gesneden manchetten en zakken de rest doen. De sluiting geschiedt met behulp van een enkelen knoop en zoo noodig een of twee verborgen drukknoopjes. Zij die den mantel maken willen zullen daar bij veel gemak hebben van het diagram dat *ij onder het model geteekend hebben en Waarop het geheele patroon is uitgelegd. Men ziet daar ook hoe de verschillende plooien moeten vallen. Het knippatroon kan men bestellen aan onze bureaux onder opgave van no, 198, in de fcutten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. VOOR GATEN IN EEN GORDIJN. Als er gaten in het gordijn gevallen zijn, kan men het bij het wasschen nog wel een keertje repareeren. Men handelt als volgt. Men neemt ten eetlepel stijfsel, d.w.z. de gewone koud- Water stijfsel, die men ook voor boorden of manchetten gebruikt en daarbij een theele peltje fijne borax. Deze ingrediënten roert men goed dooreen in een theekopje met koud water, waaraan men en kwart-theelepel ter pentijn of parafine heeft toegevoegd. Nu mo-et men natuurlijk een stukje gordijn stof hebben, dat groot genoeg is om over het stuk met de gaten te leggen. Heeft men dat, dan wringt men dit stukje goed uit in het wa ter uit het kopje en daarna spreidt men het over het natte, beschadigde gordijn. Daarna strijkt men er met eer warm strijkijzer een paar malen duchlig overheen en het Losse stuk blijft zitten. Natuurlijk gaat het bij een volgende wasch weer los, maar dat hindert niet, want gordij nen wascht men niet zoo dikwijls, dus men is weer een flink poosje geholpen. LOSSE BLOUSES. De dracht van blouse en rok werd bij haar terugkeer met meer sympathie begroet dan Zoo men durfde verwachten. Men was in het eerst bang dat deze mode vrijwel geheel had afge daan, maar het bleek ras, dat de vrouwen nog wel degelijk de practische zijde er van wisten te waardeeren. Inderdaad geeft een losse blouse met een dito rok doorgaans veel gemak. Deze blouse is bestemd om van zware zijde te worden gemaakt. Dat ziet men reeds aan het model, dat volkomen glad is en zonder opsmuk, dus dat dan ook alles van de stof tnoet hebben. En wat is er mooier dan een glanzende en zware zijde? Een ceintuur is er niet: de blouse wordt met twee sterk geplooide punten over elkaar geslagen. Het sterk inge haalde schouderstukje maakt het mogelijk ook boven in het front wat plooitjes aan te bren gen. Een vestje van ©en doffe stof, of van rips voltooit het geheel. Zij die er het aanschaf fen van een mooie zijden stof voor over heb ben kunnen er op rekenen zich met deze blou- ke van een zeer gedistingeerd toiletje te voor den. Het knippatroon kan men bestellen aan onze bureaux onder opgave van no. 200, in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. GEHOORZAAMHEID. Het valt niet altijd even gemakkelijk om een kind wat gehoorzaamheid te leeren, dat ïnerkt men wel als men de tallooze geschriften der opvoedkundigen leest, die steeds maar weer op ditzelfde aambeeld hameren. Er zijn er die zeggen: zooveel mogelijk verbieden of de kinderen er met veel woorden op wijzen als zij iets moeten nalaten (want anders weten zij bet immers niet) en er zijn er die zeggen: juist niet verbieden want dat wordt een ge- woontè waar het kind zich later niets meer van aantrekt En toch zijn er een massa heel eenvoudige en ongeleerde moeders, die niets van do op voedkunde lezen en heel gehoorzame kinderen hebben en aan den anderen kant zijn er een manssa geleerde of, misschien beter gezegd geschoolde moeders, die met al haar am bitie en geduld en overleg niets meer berei ken dan 'dat zij heerlik onder den plak van haar kindertjes zitten... Een* groote waarheid begint in de opvoed kunde door te dringen en die luidt: een kind wordt niet als slaaf geboren. Het is .nu alleen maar zoo jammer dat men die waarheid öp zoo geheel verschillende ma nier erkent. De een zegt: dan mag ik het kind ook niet zoo bevelten en overheerschen maar de ander meent juist, dat als het kind zoo vrij geboren wordt het wel ©en beetje in het oog gehouden mag worden want anders wordt hel hem de baas. Voor beide redeneeringen Is Iets te zeggen, maar voor de laatste het meest. Een kind is viij, zoo vrij als een vogel in de lucht. Elke «/ader of moeder, die niet ziende-blfoid is, merkt dit op en voelt intuïtief dat er ©enigszins getemd" moet worden. Hei vrije in het kind spoort hel aan te doen wat het wil, maar na tuurlijk stuit het daarbij op verzet, omdat er nu eenmaal vele dingen zijn, die het niet mdg doen. En dan ontstaat de periode die alle ouders zoo goed kennen en waarin het kindje op alle mogelijke manieren probeert den eigen wil te doen zegevieren. Het is er van vroeg tot laat op uit te zien „hoever het gaan kan" en dagelijks wordt tusschen ouders en kind een stille strijd gestreden om de heerschappij. Of het kind hier bewust of onbewust handelt, dat kan buiten beschouwing blijvein. O, wee, echter, als het kind overwint. De ouders behooren te overwinnen en niet half maar geheel. Omstreeks het vierde jaar geeft het knid zijn pogingen op en eerst dan ■Weet men of men het baas gebléven is. Het zal gehoorzaam en volgzaam worden of niet. In het laatste geval zijn de ouders de verlie zers, dat spreekt, en dan helpt het niet meer of men nog tracht het verloren gezag terug te winnen, liet kind blijft baas, zoolang het leeft. Zijn vrijheid heeft gezegevierd en nu is het verder slechts een kwestie van karakter en aanleg of die vrijheid zal overslaan in on gebreideldheid. Straffen moet men daarom niet na, maar voor het vierde jaar. Hoe men straft, dat moet men zelf weten, al moge hierbij gezegd Worden dat men bij zoo'n kleintje met slaag werkelijk niet veel bereikt. Het ontnemen van kleine genoegens doet veel meer. En verder is het een kwestie van veel geduLd en van standvastigheid. Een aapje van twee en een half jaar ziet er geen bezwaar in om' een ge- heelen occhtend op hetzelfde thema^ te bor- duern. En als moeder het niet wil probeert het zijn zin te krijgen met alle middelen die ten dienste staan; eerst vragen, dan opvallend lief zijn, dan stilletjes handelen, tenslotte dren zen, dan weer plagen, enz. Een kolossaal ge duld ïs vaak noodig om dan tenslotte niet in arrenmoede toe te geven ofin woede uit te barsten. Met beleid en geduld zal de ver- stanidge moeder echter winnen. En dan moge het haar goed doen te weten dat het per slot meestal maar een kwestie van een paar jaar tjes is. Dan begnti het „opstandige" kind lang zamerhand „mensch" te worden en kan de wer kelijke opvoeding pas goed beginnen. En daar van zal men dan tenminste plezier beleven. VOOR VISITES. \iat de ontdekking van Amerika ongeveer 6000 gulden gekost heeft? en dat Columbus in dien tijd als admiraal 700 gulden per jaar verdiende en zijn matro zen van 60 tot 75 gulden per jaar? dat bananen, in tegenstelling met andere vruchten, geen zaad hebben? en dat onze aarde ongeveer 1.840.000.000 bewo ners heeft, waarvan 680.000.000 Christenen? en dat de wereldoorlog volgens ramingen aan 10 e ex-geallieerden 500 milliard gulden heeft gekost en aan de vijanden der geallieerden plm. 180 milliard gulden? en dat de koudste winter der laatste halve eeuw viel in 1894-1895? en dat toen gedurende 28 dagen de temperatuur 22 graden beneden nul was? en dat dappere menschen hun voordeel weten te doen met den tegenstand, dien zij ontmoe ten, terwijl zwakke en laffe naturen worden ontmoedigd? en Voor het ontvangen of afleggen van beioek is deze japon wel zeer doelmatig. Het Is een gekleed oostuum, zooals men dat noemt, maar geenszins stijf of „stemmig". Bij voorkeur drage men het 's middags of ook des avonds bij niet- officieele gelegenheden. Het bovenstuk is rond de hals-opening met georgette afgewerkt en hieraan is weer een zeer smalle ruche bevestigd. Bovendien vindt men daar nog een jabot. De kapjes op de mou wen zijn op dezelfde wijze gemaakt. De japon is niet wijd maar valt toch wel ruim genoeg om wat vulsel in de taille te geven. Daartoe is er een ceintuur aanwezig, die ran dezelfde stof moet zijn en met een eenvoudigen gesp eventueel ook met dezelfde stof overtrokken. De rok heeft een lossen voorbaan. Dit is om een paar klokplooien te verkrijgen. Een geheele klokrok is het dus niet, maar he. hier gegeven ontwerp lijkt ons wel zoo aardig, Het knippatroon kan men bestellen aan onze bureaux onder opgave van no, 199, in de maten 42, 44, 46 en 48, Kosten 55 cents. DE LENTE KOMT. Is ook de winter 7.00 fel niet geweest, Zoo blijft toch de komst vn de Lente 'n feest Zij schenkt hare vreugde, zoo vol en zoo rein Aan arm en aan rijk en aan groot en klein. Verbergt zij misschien haar gezicht nog [een poos, En giert nog de wind, is het weer wel wat [boos;- Lang kan dat niet duren, dat weten wij vast. Dan lacht ze opeens en ze komt en....verrast. Dan straalt toch de zon weer vol warmte en [pracht, En schenkt aan de aarde weer gloed-nieuwe [kracht. Dan juicht ook de jeugd weer, zoo dartel [en blij: De Lente, die is er: de winter.... op dj.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 12