Vraag en Aanbod DE VERLOREN ZOON STER-TABAK ■■BR WEEKBLAD VOOR WALCHEREN VRIJDAG 28 WAART 1830 DRUKKERIJ H. WE0ELIN0 VLISSINQEN Ook op het gebied ven Kantoor- en Schrijf behoeften zijn wij goed en goedkoop I DRUKKERIJ DE LANOE JAN M1DDELB. No. IS DRUKKERIJ H. WEOELINQ VLISSINQEN ADVERTENTIEPRIJS 20 CENT PER REQEL INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT CONTRACTEN SPEC. TARIEF ABONNEMENTSPRIJS 40 GENT PER 3 MAANDEN- FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT WIJ zorgen voor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn tooh het laagit In prlJeJ Uitgave H. Wegollng, Noordstr. 44, Telef. 130, Vllssingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg, DRUKKERIJ DE LANOE JAN MIDDELB. Een pijp, waaruit gtseaS^cr- iabak wordt gerookt, is als een miskende kameraad. Uw vriend wilt gebet beste geven, doe ook zoo met Uw pijp, stop ze met En Uw pijp zal een vriend blijken te zijn, die weinig van U vraagt, maai U veel genot schenkt MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maagtabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. £8* JAARGANG WegelingsJlieumsblad KLEINE GEBEURTENISSEN. Het plein voor hot jongenshuis van d< „stichting" lag verlaten in do zomerscho mid fighitte, Het was Zondag en allo kinderer 'waren naar het spoel veld. Bei;-ve Ariè. Lij ging om de Veertien flag'n Let ras:-. Dan werd hij met jaloersche oogen aangezien dooi de wegtrekkende bende. Om den anderen Zon dag kwam zijn vader. Hij had een vader, wat lang niet alle jongens van de stichting kon (len Zeggen. En, wat nog belangrijker was, hij had een vader, die goed oppaste, die 's Zondagsmiddags mocht komen om Arie te halen. Dan gingen ze samen wandelen ip hel dorp, AÜ€ Jongens benijdden Arie om dit groote geluk. Hij stond op de stoep van het gebouw, ar men uitgestrekt langs zijn lijfje, zonder z"n handen in de zakken te steken, trotsch op zijn nieuw Zondagscih pak, verlangend uit te kij ken naar de poort, waardoor vader Ieder oogenblik kon komen. De dienstdoende sur veillant rookte zijn pijp en wachtte mee. 't Werd later dan gewoonlijk. Maar komen zou vader zeker. Hij had nog niet twee dagen geleden een ansicht gestuurd dat hij op den gewonen tijd kwam en Iets zou meebrengen? Vjader bracht altijd wat mee. Maar Arie at het nooit direct op. Hij bewaarde zijn lekkers een paar dagen langer hield hij niet uit lang genoeg om zoo nu en dan zijn rijkdom eens aan een vriendje te vertoonen met de quasi-onverschillige mededeeling: „dat heb ik van vader". Hij behoefde niet op te snijden over zijn familie, zooals de andere jongens deden. Als je al hun verhalen gelooven moest nou, dan fwaren ze allemaal rijk en de een nog fijner dan de andere. Maar dat was opsnijerij, -dat Wisten ze wel van elkaar, ook al zeiden ze 't pooit. Een soort stilzwijgende afspraak eikaars illusie niet te verstoren. Arie had de bewijzen. Eéns in de veertien dagen, kwam va- fier zelf en als de directeur dienst had dan gaf die vader net zoo goed een hand als wan neer een surveillant toestemming gaf' zijn jon gen een poos mee te nemen. En was het nog noodig Iets te vertellen van je familie, als je zóó vaak lekkers kon laten zien, dat vader zeif gebracht had,? Maar nu begon Arie toch ongerust te wor den. Het werd veel later dan gewoonlijk. Hij had al een paar keer geïnformeei*d of het horloge van meneer wel goed ging. Ze begon nen al de mogelijkheid te veronderstellen dat vader den trein gemist had. „Of misschien ziek gewordenbepeinsde Arie. Maar nee, dat zou wel niet. 'Dan had hij vast wel geschreven. De trein kon ook wel te Laat zijn. Maar dan was-ie veel te laat. Langzamerhand was Arie's fieesU-gezicht betrokken. Hij begon bang te 'wtordcii dat er wat was en dat hij strakjes naar het speelveld zou moeten gaan, waar ze hem zouden vragen „of vader dan niet geko men was" cm hij zou niet eons oen antwoord weten als ze vroegen waarom hij was uitgo- j bleven. Juist toen de surveillant hot voorstel op' perde dat Aria maar niet langer wachten moest, kw&m vader. Uit de verie schreeuwde hij al; V aoer, za'k 't jong maar meenemen?".... Arie keek verbijsterd. „Wat dee vader gek.... en hij had zoo'n rood hoofd.... zou hij toch ziek zijn?...." Meneer was vader tegemoet gegaan. Een kort gesprek met heftige gebaren van vader. Hij werd weggestuurd. Vader vloekte en schold en dreigde. Hij riep Arie, dat-ie komen moest. Hij was de vader, hij was baas over zijn eigen zoon. Maar Arie durfde niet.,.. Hij bleef staan op de stoep, doodsbleek. Hij begreep ©ven met kijn hand over Arie'a voorhoofd, maar zei niets. Wat zou hij ook kunnen zeg gen? Er is lmm.irs hooi weinig troost voor zulk diep menschen-iOed, v. L. VLISSINGEN. De heer A. J. P. de Bilde alhier, is benoemd tot tijdelijk onderwijzer uan de Nutsschool te Slikkerveer en Mej. I. Bliek tot onderwijzeres aan de Openbare School te Brake!, waar xdj thans tijdelijk werkzaam Is. Geslaagd voor examen machinist^ diploma A, de hoeren A. Gi-oenenberg ©n H. P. Min- derhoud, voor derden stuurman do heeren G. C. But Wzn. en A. van Roa Het Zwoedscho stoomschip „Emily" is, na te Middelburg een lading hout gelost te hebben, naar Sti onstad verp okken. In een der zalen van bet Concertgebouw hadden zich in oen kn-hel gassen gew>rmc, welke tot ontploffing waren gekomen. Eeg pottebuis viel tengevolge van den luchtdruk van het dak. maar veroorzaakte geene onge lukken. Op den hoek Korte Gr oenewoud- Wal straat had weder oen aanrijding plaats tusschen een motorrijder en een fietsenden jon gen. De "fiets werd beschadigd, de jongen kw.am met den schrik vrij. In verband met de inrichting van het „Gothische Huis" te Goes tot museum, brach- niet wftt er gebeurde, maar hy begreep wefrj ton enkele autoriteiten een bezoek aan ons dat het iets héél ergs was. i Stedelijk Museum. Zij werden rondgeleid door Daar ging vader weg. HIJ slingerde. Bij de j den burgemeester en den conservator van het poort draaide hij zich nog eens om en riep weer scheldwoorden tegen den surveillant Toen verdween hij om den hoek Langzaam kwam meneer terug. „Vandaag mag je niet met vader mee, Arie", zei hij zachtjes. Arie knikte. „echt Zeeuwsch" Museum. Men vond het een en „overzichtelijk" Museum. De zomerdienstregeling bij de stoomvaart maatschappij „Zeeland" gaat in op 13 April Van 13 April tot en met 14 Mei zal de boot van hier vertrekken om 12.40, aankomst te Tr i o» i Parkeston Quay (Harwich) *19.10, vertrek van Komt vader nu volgende week... .r aar-! den en te zeide hij. „Misschien wel „Is dat niet vast?" „Dat weet ik nog niet.... dat hangt er van afdat moet de directeur wetenen toen wat opgewekter: „je gaat zeker liever niet naar het speelveld hé?.... Dan blijf je vanmiddag maar bij mij. jongen!" Arie knikte weer. Hij voorvoelde dat het uit was. Hij wist niet dat de directeur zijn toestemming aan vader zou intrekken na het gebeurde. Hij begreep niet wèt wet was en hij vroeg ook niet meer. Hij stond te kijken.... heelemaal verbouwereerden ineens snikte hijkrampachtiglanguit liggend op de stoep, zoodat zijn Zondagsch pak heelemaal vuil werd Toen een uur later de jongens van het speel veld terugkwamen, was Arie weer de oude. Hij vertelde aan leder, die het maar hooren wilde, dat vader een telegram gestuurd had, .dat-ie 't te druk had met zijn zaakj Maar 's avonds op de slaapzaal, toen alle jongens al sliepen, lag Arie nog zachtjes te huilen. De surveillant die de ronde deed, streek j (Liverpool Street station) 21.15. Vertrek van den trein uit Londen 10 uur, aankomst fcs Parkeston Quay 11.25, verli-ek van de boot om 11.45 en aankomst alhier 17.30, De dienstregeling van 15 Mei af tot en met 4 October is als volgt vastgeteld: Vertrek van de boot van hier 13.20, aan komst Parkeston "Quay 19.10, vertrek van dein trein 19.45, aankomst Londen 21.15. Vertrek van den trein uit Londen 10 uur. laankomst te Parkeston Quay 11.35, vertrek van de boot 11.45 en aankomst alhier 18 uur. Het Comité, dat zich vormde om het tekort van het Diaconessenwerk te verminde ren,^dcrit rneie. dat de weldadigheidsuitvoe ring opbracht f358.27Va, terwijl aan giften is ingekomen f70 en vóór de uitvoering reeds f73.50 'was bijeengebracht, zoodat In het ge heel f 5001.771/2 kon worden ter hand gesteld aan den penningmeester. Voor de afd. Vllssingen van den Ned. Chr. Vrouwenbond hield de heer G. van Wiek ten in het Militair Tehuis een lezing met lichtbeelden over Egypte en Palestina In „Britannia" hield de heer Bakker, penningmeester der Ned. Reisvereeoiging ©en lezing over de Ardennen, Zaterdagavond hield de afd. Vllssingen van den Ned. Bond van Abstinent Studeerenden (Naar het Duitsch.) 6. Dat scheen eindelijk het meisje te vervelen en toen zij geeuwend omkeek, viel haar blik op mij, dien zij nog heel niet opgemerkt had, want toen ik binnenkwam, sliep zij juist een beetje tegen den schouder van haar vrijer ge* leurd. Nu moesl mijn kltóing baar wel op» vallen, of den ring, die ik non mijn vinger droeg, of ik viel in eenig ander opzicht in haar smaak, hoe hot zij, zij begon een brutaal oogen- spel met mij, gaf mij achter den rug van haar vrijer allerlei teekens met haar hand, waaruit ik niet wijs kon worden en daar ik nergens op inging, maar vlugger mijn wijn opdronk om spoedig weg te gaan, ging zij eindelijk, alsof het zitten naast den droefgeestigen speler haar verveelde, weg en ging zij onbeschaamd naast mij op de bank zitten, met haar hoofd achter overgeleund om beter te kunnen slapen, hei melijk echter knipoogde zij naar mij en zette haar voet naast den mijnen. Die met het lid- teeken scheen onraad te vermoeden, riep haar in het Fransch toe daar weg te gaan, en toen zij zich slapende hield, werd hij woedend en beval mij, mij uit de voeten te maken. Hij had wel gezien zei hij, hoe ik het meisje tee kens gegeven had en haar van hem weggelokt had. ik bleef, hoewel ik innerlijk van woede kookte, uitwendig kalm en zelde, dat niemand mij hier kon wegsturen, daar ik niemand in den weg lag, en als iedereen, mijn wijn be taalde. Nu werd hij buiten zichzelven van drift en rukte het meisje van de bank weg en riep de herbergier toe, waarom hij zijn huis niet vrij hield van verdachte gasten, noemde mij een spion en greep mij ten laatste, omdat zijn meisje mijn partij koos, voor in mijn buis vast, waarbij hij mijn kraag scheurde. Ik zag nu wei in, wat ik mij op den hals gehaald had; want ook zijn kameraden, drinke broers, spanden zich tegen mij en de waard, die van dat gespuis léefde en vreedzame bur gers .gewoonlijk niet spaarde, zeide mij met barsche woorden, dat ik in zijn eerbaar huis, dat slech's gasten met goede manieren in. zich opnam nie's te maken had. Goed, zei ik. Ik wii het algemeen? gennepen nte' langer sto ren, wierp geld op den ta-el cn wilde mij ver- wijderen. Toen ik echter reeds de knop van de deur in mijn hand had, wierp zich plotseling het meisje aan mijn hals en fluisterde mij toe haar mede te nemen, daar zij haar gezel schap moede was, Ga heen, zei ik, ik wil niets met je te maken hebben. Toen begon het bui ten te onweeren en binnen werd het lawaai voortdurend erger, daar haar vrijer mij na derde en liaar van mij wilde aftrekken. Het geroep en geschreeuw van de anderen over stemde het ratelen van den donder buiten. Het meisje hield zich aan mij vastgeklampt, als een wilde kat, die zich met haar nagels aan een boom vasthoudt, zoodat het mij mid den in mijn toorn en ergernis een oogenblik bang te moede werd en ik dacht: Als je moe der je zoo eens zag. Intusschen flitste er zoo'n hevige bliksemstraal, dat zelfs het woeste ge zelschap een oogenblik stil werd, de muziek ophield en de waardin hardop begon te bid den. Van dit oogenblik maakte ik gebruik mij te ontdoen van het opdringerige meisje en buiten de herberg te komen. Maar toen ik weer op de brug was en den hemel dankte, dat ik er met een blauw oog van afgekomen was, rende plotseling de gansche wilde bende op mij toe, nu gewapend en midden op de brug kregen zij mij te pakken, en als ze niet allen door dronkenschap onzeker op de beenen, gestaan hadden zou mijn laatste uur geslagen' zijn. Het Fransche meisje kwam mij dapper te hulp, en toen zij zag, dat haar vroegjeire vrijer, diemet het iidteeken, mij een dolk in mijn schouder stak, schreeuwde zij als een waanzinnige, drong mij tegen de brugleuning aan en beschutte mij met haar lichaam. Ik had j nu mijn leven op he! spel a ond in en oogn- j IVIV mijn korte degen uit de schveJe geirnV:* ken en zwaaide als een razende er mee om mij heen, zoodat allen terugweken, tot op mijn grootste vijand na, die door dronkenschap en liefde verblind was. Hij rende op mij toe en daar hij zich niet bukte, rechtuit in mijn de gen, zoodat hij brulde als een gewond beest ea toen Zonder geluid voorover vieL Dadelijk was alles doodstil, men hoorde alleen het on weer en onder de brug het bruisen van het water. Maar toen er een bliksemstraal flitste, kon men duidelijk op straat de hoofdwacht zien naderen, die op ons afkwam. Stop hem in de boot, hoorde ik één van zijn kameraden roepen; het beste zou zijn, als men hem maar dadelijk in het water gooide. Intusschen ha<f het meisje den man, die zachtjes kermde bij de schouders gegrepen. Kom, riep zij, haast je. Daar is de politie al. Men zal ons allen gevan gen nemen. En toen ontstond ei* zoo'n drukte op de smalle brug om den gewonde naar den kant te dragen, zoodat niemand zich moer om mij bekommerde en ik beschut door de duis ternis en den stortregen ongestoord WOg kón gaan. Het overige weet U, edele vrouw. Denkt j U eens in, wat er met mij gebeurd zou zijn,! als U mij uw bescherming ontzegd had. On- nitwischbare schande zou mijn deel geworden zijn, ik zou ais ruziemaker, misschien als moordenaar gegrepen zijn, terwijl ik niemand had om van mijn onschuld te getuigen. Bn de heer Aufdembuhel, inplaats van mijn vader te melden, hoe hij zich verheugde, dat zijn zoon de oude vriendschap vernieuwd had, zou mij hoogstens in de gevangenis opgezocht hebben en voor mijn rechtvaardiging ongeloovig zijn hoofd geschud hebben, terwijl ik in uw oogen lees, dat U mij niet voor een leugenaar houdt, maar medelijden met mij hebt en my uw bripercle hand ni?t c n'hou Ier ?u't. Na deze lange vertelling, die hem zichtbaar opwond, daar hij zich de mogelijk slechtere afloop voor oogen stelde, zonk de jonge man weer in zijn kussen terug en sloot met een diepen zucht zijn oogen. „Houd goeden moed", zei mevrouw Helena en haar zwarte oogen waren vochtig. „Het zal U onder mijn dak aan niets ont breken, en daar ik U eenmaal huisvesting ge schonken heb, zal ik U hier houden, alsof U mijn eigen zoon was, ook indien uw heele persoon mij niet zeide, dat ik aan uw woor den geloof kon slaan. Valentijn denkt, dat U over een week weer uit bed kunt komen. Tot zoolang eisch ik maar één ding, dat U met U zal laten doen, wat wij goed voor U vinden, noch door ongeduld of treurige gedachten uw toestand verergeren zult. Als U het goed vindt, zal ik aan uw moeder schrijven, daar U zelf uw arm niet kunt gebruiken. Ik zal haar melden hoe het U gaat en dat er geen gevaar bij is". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 1