DE VERLOREN ZOON
STER-TABAK
86* JAARGANG
VRIJDAG 21 FEBRUARI 1930
DRUKKERIJ
H. WE0EL1NQ
VLISSINOEN
Ook op het gebied
van Kantoor- en
SohrIJf behoeften
zijn wij goed en
goedkoop I
DRUKKERIJ
DE LANOE JAN
MIDDELB.
ADVERTENTIEPRIJS
20 CENT PER REGEL
INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT
CONTRACTEN SPEC. TARIEF
WEEKBLAD VOOR WALCHEREN
ABONNEMENTSPRIJS
40 CENT PER 3 MAANDEN
FRANCO PER POST 45 CENT
LOSSE NUMMERS 5 CENT
UitgaveH. Wegeling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vllssingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg
No. 7
DRUKKERIJ
H. WEGELING
VLISSINGEN
WIJ zorgen voor
nette uitvoering
van uw Drukwerk
en zijn tooh het
laagst In prije
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
Ontmoet ge wel eens
iemand,die zegt: „Ik houd
niet van een pijp tabak?"
i-aat hem eens kennis
maken met
Spoedig zal hij tot een
echten liefhebber zijn be
keerd en U dankbaar zijn
voor den goeden raai
HIJNHARDT'S
werken
'H- ■-"fkor
Wegelingslit'ouwsb/ad
Vraag en Aanbod
Onze lezers herinneren zich nog wat on
langs verschillend© bladen schreven over de
z.g. schoonheidskoningin, ook hoe de keurings
commissie werd beetgenomen. Een dei* ro-
dacteuren van „Het Volk" had zich verkleed
en de photo ingezonden. Ook was een jonge
dame te oud bevonden. Vele bladen schreven
destijds over dit misselijk gedoe en lieten niet
na te Wijzen op de nadeelig© gevolgen, welke
deze meisjes-keurlng op haar zelve hebben,
als se tot koningin der schoonheid gekozen
zijn. Het zijn sterke boenen die de weelde
kunnen dragen. Al* men echter nu een» voor
goed wil Inzien welk heilloos werk zulk een
commissie doet en al* Jonge meisjes die mee-
nen. dat zij mooi zijn, eens willen b©grij|>en,
welke do gevolgen kunnen rijft van mcuseho-
lljke dwaasheid, gepuurd gaande aan men-
schelljke IJdelheid, dan moeien zij eerst de
les ter harte nemen, welke uit Engeland komt.
Daar is een „Miss Engeland", de Britsche
schoonheidskoningin van enkele jaren terug.
Die zit in de gevangenis. Omdat ze gestolen
beeft en bij een winkeldiefstal is betrapt,.
Haar straftijd is drie maanden. En dan?....
Ja dan is rij vrij en moet ze weer in de maat
schappij terug. Zal men haar dan nog zoo
rereeren als enkele Jaren terug? Of zal
men meer letten op writ ze gedi&n heeft, dan
op haar schoonheid? ïlanr moeder is er niet
erg gerust op. Zij heeft tenminste aan een
der Engrisehe hinden ©en brief geschreven,
als Ingezonden stuk en smeekt het publiek
daarin, haar dochter gelegenheid t© g©v©n,
weer In de maatschappij te kunnen terugkeeren.
En dan treft één ding. ZIJ wijst er op, dat
de schuld van alles ligt bij dl© hrcren, die haar
kind uit 50000 jonge meisjes als het schoonste
hebben uitgekozen en haar het Jioofd °P h°I
hebben gebracht. Nu is het natuurlijk heel
gemakkelijk dezen jh eeren de schuld te geven,
maar moeder en dochter zijn zeker niet vrij te
pleiten. Ze moesten beiden te hoog willen
staan, om zich aan zulk een onzin te geven,
om er zichzelf aan te wagen. Het kan niet
anders, of zoo iets moet karakterbedervend
werken. Waarbij dan nog komt, dat uiterlijke
schoonheid niet de ware schoonheid is. Die
ligt veel dieper. Die moet in het hart des
■i|>- i iuj.il' u '.■''.lm
menschen gevonden worden. Wij willen maar
zeggen, dat moeder en dochter ten slotte de
gevolgen moeten dragen van eigen ijdelhedd
en wij hopen voor haar, dat de biltere vrucht
dwaasheden zal hebben genezen. Maar zeker,
er ligt een groote kern van waarheid ln, als
deze moeder de heeren der schoonheidscom
missie de schuld geeft. Wij aarzelen niet om
te zeggen: de meeste schuld. Hier is een
speculatie op menseheUjke IJdelheid en wie
een beetje gezond verstand en mtsnschenken-
iiis heeft, ook kennis van wat er om gaat in
een Jong meisjeshart en dat moot toch ge
vraagd kunnen worden, van wie meisjes keu
ren die wéét, hoe verkeerd dit alles werken
moet Maar daaraan schijnt niet gedacht Men
offert de zielen voor de lichamen. Droef toe
ken van een decadenten ttyd. Moge de los uit
Elngeland niet vergeefs geleerd worden en
moge het nu eens uit rijn met dat uitzoeken
van vrouwelijk schoon bij Jonge dames. Dat
kftn: als niemand der heeren zich dnnrmee
meer wil belasten, of als zij het toch willen
nis alle melsies zeggen: wij staan te hoog voor
dat onzedelijk gedoe we danken U. Eere
ian zulke meisjes. Er zijn toch ook nog wel
verstandige moeders? Een ander treffend ver
baal wordt ons verhaald van een wonderkind,
dat omstreeks lfiOO ln Europa en Amerika voor
het publiek en voor vorsten optrad, en dat de
moellijkite rekenproblemen spelenderwijs kon
oplossen. Astronomische riJTers kon het ver
menigvuldigen en deelen, er den wortel uit
trekken en ze tot een macht verheffen, zonder
oott één fout te maken. De jongen kwam uit
Boeda-Pest. Hij groefde op tot man. De roem
gjng tanen. Hij werd klerk ot> een kantoor.
Daarna daalde hij af tot pakhuisknecht en
^o^ol<e"d', het aantal, nraankomels in het ma-
Tnzlln. Thans heeft hii a's werklooze ormame
ccvrnasd in het Bnednpester armenhuis, Hii
was een „wonderkind" zrgt de Amsterdam
mer" "mnr heeft het wonder niet kunnen ver-
werkel liken,
We dachten aan bet woord: Zoo vergaat de
glorie der wereld, Wie daaraan denkt, kan
voor veel bewaard worden, Een goede ee-
dnebte ook voor de velen, dte Mussollnt be
schouwen als .onze God". Het „Giornnle d'
Abruzzo e Mollse" bad n.l, gesebreven- ..Mus
solini onze God z,al beslissen". Terecht rien
nen Boomsch Mad J/Unita Snbtna", de re
dact te tot de orde. maar het antwoord luidde
ets volgt* ..Wanneer wil zoenen, ..Mussopni
onze God" dan drukken wii daarmee een 5f*els-
•oestand uit die al den ontplharen vol eet ineen,
vooral den iongeren. eigen is. voor wie Mus
solini werkeliik een God is: de God van een
heerlijk geloof, dat zijn martelaren, zijn belij
ders en zijn belden heeft .gehad en dat thans
de eenige oase van geestelijk licht is midden
in het overige der Wereld, die er nog niet in
geslaagd is te treiden uit de duisternis van
'M.ujaiiiLJJUJia-' jmmm uw m '""uu,
materialisme en onrust", In één ding geve
wc dit blad gelijk: het spreekt van een „ziel
toestand" jawel, maar we bedoelen lv
zoo: een zeer kranke zielstoestand. Gevaarlijk
z.i'k voor de volgelingen ook voor de
verheerlijkte,
Lil de oude historie komt een les, die
spreek* van een Oostersch vorst. Deze mar
op het toppunt zijnor glorie, wandelde op bo
dik van zijn koninklijk paleis te Babel, En hij
zelde: „Is dit niet het groote Babel, dat Ik
gebouwd heb tot een huis dos koninkrijk
d or do sterkte mijner macht en tot eer mi
nor heerlijkheid I" Ook hier geldt het sproei
woord van do sterke boenen en de weeldi
Maar het oude verhaal vervolgt: ,,Hot woon
n tg zijnde ln des konings mond, viel er et'
stem uit den hemel: U, o koning Nebukadnc
Mr wordt gezegd: Het koninkrijk is van 1
urgaan. En men zal U van de mensohein ver
slooten en uw woning zal zijn bij de heeste
les velds, men zal U gras te smaken geven
als de ossen". Die stem uit den hemel, vrij
v.Mlnald, wil zeggen: Nebukadnezar wenl
krinkzlnnig. Van hoogmoed. Werkelijk het
lonlnkrljk wordt van U genomen. Zoowel dal
\"nn de schoonheid, als van de macht en wie
eerst wordt aangebeden, vereerd op welk ge-
I icd dan ook, als Jonge dame, al* wonder
kind, al» dictator slrak» koml het eind
dnarvan. „Sic transit gloria mundl",
VLISSINGEN. De hij de Ned. Herv. ge-
mrente beroepen predikant, Ds. L, J, C, Vis
boek te Heemse, heeft dit beroep aangenomen
De luit. ter zee 3e kl. L. D. Kroon, aai
boord van het wachtschip Vllssingen, is be
stemd naar Oost-Indië te worden uil gezonde
Vrijdag herdacht de heer Iz. Geschien
magazijn hel per aan de Gasfabriek, den da
waarop hij voor 25 jaar in dienst trad. Namen
de directie werd hem de zilveren medaille me
diploma en gratificatie Uitgereikt. De heer en
mevr. v. d. Jagt schonken hem een vulpen
houder. Namens hel' personeel werd hem nog
een gouden horlogeketting aangeboden.
Op den hoek Lange Groenctwmid-Wol
straat had een aanrijding plaats tusschen twee
vrachtauto's, welke beide lichte schade be
kwamen.
De Ned. motorschoener „Foxho" van
Londen naar Antwerpen kwam hier met mo-
torschade aan.
fapx&kl
Het Engelsche stoomschip „Professor"
dot te Middelburg een lading hout hoeft gelost,
is naar Liverpool vertrokken,
Een der gestrande visschersvaartuigen, de
„Vliss. 5", is in de haven binnengekomen. Het
andere do „Vliss. 26" is gezonken. Een sleep
boot trachtte dit te bergen.
De financieele commissie in de Belgi
sche Kamer heeft haar aandacht gewijd aan
het vraagstuk van den Belgischen loodsdienst
alhier. Sommige leden verklaarden zich voor
standers van het denkbeeld om den geheelen
dienst over Ie plaatsen naar Belgisch grond
gebied, terwijl anderen den wensch te kennen
{Naar het Duitsch.)
1.
In de helft van de 17de eeuw leefde in Bern
een eerwaardige dame, mevrouw Helena Am-
thor, de weduwe van een zeer rijken en gezie-
nen burger en raadsheer, die haar na een 12-
jarig huwelijk met twee kinderen achtergelaten
had, terwijl zij nog in den bloei harer jaren
was. Zij had elk aanzoek voor ©en tweede hu
welijk afgeslagen en telkens verklaard, dat zij
nog één ding op aarde te doen had, n.l. haar
kinderen tot rechtschapen menschen op te
voeden. Maar zooals het meer gaat, al te goede
zorg werkt vaak het tegenovergestelde uit van
wat zij beoogt; zoo ook hier. Het oudste kind,
dat bij den dood van zijn vader pas elf jaar
was, was een flinke, maar eigenzinnige jongen,
die een mannelijke tucht meer noodig had dan
de teere, toegevende verzorging der moeder,
die dezen zoon als de beeltenis van haar te
vroeg gestorven man verafgoodde en zijn vaak
overmoedige wenschen niet kon weigeren. Het
gevolg daarvan was, dat de jonge André, hoe
grooter hij werd, des te slechter werd en zijn
moeder in dank voor haar dwaze liefde veel
verdriet aandeed. Toen zij tot inzicht van haar
verkeerde opvoeding kwam, was het al te laat
De smeekbeden en vermaningen van zijn oom
en zelfs de ernstige waarschuwingen en geld
boeten. die hij door zijn wangedrag zich van de
zijde van het stadsbestuur op den hals haalde,
konden zijn verwilderde natuur niet temmen,
zoomin als de tranen van zijn bezorgde moeder.
Ln zoo stemde mevrouw Heiene eindelijk toe
in datgene, wat haar na het verlies van haar
man het bitterste was de scheiding van haar
zoon. Een neef in Lausanne, een welvarende
koopman, had aangeboden hem bij zich in
huis te nemen, in de hoop, dat een nieuwe om
geving en regel matigen arbeid een heilzamen
invloed op den verwaarloosden knaap zoi^eo
hebben. André, die toen juist twintig jaar oud
geworden was, vond het prettig uit het eer
biedwaardige „berenhok", zooals hij zijn va
derstad noemde, in Lausanne te komen, waar
hij zich, ondanks het toezicht van zijn neef
een veel vrijer én vroolijker leven voorspelde.
Hij nam zonder de geringste aandoening af
scheid van zijn moeder en zijn twaalfjarig zusje
Lize en bewaarde de aanzienlijke som reisgeld
in zijn beurs zorgvuldiger dan de moederlijke
vermaningen in zijn hart. Het was nog geen
half jaar later, toen uit Lausanne het bericht
kwam, dat André heimelijk uit de stad was
weggegaan met achterlating van een aanzien
lijke schuld in speel- en wijnhuizen en dat hij
een hem door de zaak toevertrouwde som( gelds
meegenomen had.
Deze schuld en alle overige betaalde me
vrouw Amthor zonder aarzelen, sprak er nie
mand over en beantwoordde alle vragen naar
haar zoon steeds met hetzelfde anfworod: het
gaat hem goed en van tijd tot tijd schrijft hij
over zijn reizen. Het laatste was geen leugen;
daar hij, wanneer hij geld noodig had, wat nog
al eens voorkwam, zich tot zijn moeder wendr
de, die hem nooit tevergeefs liet vragen. Wat
er anders in zijn en haar brieven stond, Wist
geen sterveling. Zij sprak den naam van haar
zoon niet meer uit en begon nooit zelf over
hem te spreken; zoodat ook de anderen ten
laatste huiverig waren om haar verdriet aan
te roeren en André voor de heele stad zoo goed
als dood was. Hijzelf scheen dat best te vin
den, hij verlangde er nooit naar zijn geboorte
stad weer te bezoeken. Toen hij meerderjarig
geworden was en hij zich van zijn voogden
wilde vrijmaken, meldde hij kortweg, dat hij op
dien en dien dag in een café te Straatsburg te
vinden zou zijn voor de uitkeering van zijn
vaderlijk erfdeel. De voogd, een reeds bejaard
man, kon en mocht zijn jonge pupil niet zoo
ver tegemoet reizen. Daarom besloot mevrouw
Helena op reis te gaan, een laatste stille hoop
in, tiaar hart, dat het wederzien op het ver
vreemde gemoed van den zoon een weldadigen j
invloed uitoefenen mocht Toen rij echter na
tien dagen terugkwam, was de zwaarmoedige
trek in haar gezicht nog dieper dan vroeger
en niemand kon zeggen, haar vanaf dien tijd
te hebben zien lachen.
En toch had het noodlot, dat zoo zwaar voor
haar was ook een troost dat een niet zoo zwaar
gewond moederhart bevrediging gegeven zou
hebben. Haar ander kind namelijk Lize, 'die
zoowat acht jaar jonger was dan de verloren
zoon, was zoo volgzaam en lief en de vreugde
van alle menschen, zooals haar broeder van
alles het tegenovergestelde geweest was.
Al deze goede eigenschappen waren ook niet
in» tiet minst met een ernstigen wil bij haar
aangekweekt, daar moeder, vooral in de eerste
jaren, zoolang André nog bij haar was, voor
dit jongere kind zoo streng was, als zij toe
gevend voor haar lieveling was. Lize was nog
een jong schoolkind, toen zij reeds heimelijk
tranen vergoot, om dat rij bij haar broer ten
achter was gezet en verdriet had om de onmo
gelijkheid om ook maar een vriendelijk woord
£f een liefkozing te krijgen, waarmede de
strenge vrouw tegenover den wilden jongen
niet zuinig was. Daarentegen werd al het ver
driet over het slechte gedrag van den zoon
het lieve kind toegerekend, waaraan de broer
zich zoo weinig gelegen liet liggen, alsof zij
heel niet op de wereld bestond. En toch bleef
het kind de zachtmoedigheid en vroolijkheid
zelf, alsof het al vroeg al het verdriet, dat
moeder uit haar evenwicht bracht, begreep en
besloten had alle onrechtvaardigheden, die zij
ondervond, als de luimen van een zieke te
beschouwen.
Later, na de vlucht van den jongen uit Laai-
sanne, en terwijl hij meer en meer door zijn
meedburgers werd vergeten, verbeterde de hou
ding met haar moeder, die nooit blind geweest
was voor de goede eigenschappen van haar
kind, maar langzamerhand, door een duivel-
sche macht beheerscht, haar eigen ongeluk verr
oorzaakt had. Haar zwaar gewonde moeder
trots verzette er zich tegen ook maar door een
zucht te verraden, hoe bedroefd zij door haar
zoon was. Zij gunde Lize nu de eerste plaats
aan haar hart, en het leek vaak, als trachtte
zij te vergoeden, wat zij in vroegere jaren haar
vcor leed gedaa" had. Nog altijd was zij spaar
zaam mtt liefdesbetuigingen tegenover haar
kind. Maar als zij 's avonds voor het naar bed
gaan met haar smalle, bleeke hand over het
bruine haar van het kind streek of haar kuste
of „mijn lief kind" tegen haar 4eide, werd
Lize rood van vreugde en kon pas na een uur,
van geluk in slaap vallen. Ook zorgde moeder
er voor, zooveel het met haar ernstige ge
moedsaard overeenkwam, het kind alle genie
gen der jeugd te laten smaken, vroeg Zondags
vriendinnen in het eenzame weduwenhuis en
den mooien tuin, die daarachter lag en liet
haar 's zomers aan kleine uitstapjes en feestjes
deelnemen; maar om naar gelegenheden te
gaan, waar gedanst werd, weigerde zij hals*
starrig, hoe netjes het daar ook mocht toegaan.
Het was alsof een innerlijk gevoel in haar
tegen de voorstelling opkwam, dat de zuster
zou dansen, terwijl misschien juist in dat
zelfde uur haar broer een einde maakte aan
een verloren leven. Want dat het daarop zou
en moest uitloopen was het spook, dat rijn
schaduw dag en nacht over haar ziel wierp.
(Wordt vervolgdJ.