üoor Jong en Oud ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOË. WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 7 FEBRUARI 1930 No. 5. De wedloop begon. De lepelaars schoten flink op, dock Polly «x ALS HET GELD OP DEN RUG GROEIT.... (SLotX Oef luchtte Krelis, toen het mandje ein delijk vol was, van zulk werk wordt men moe. Ik zal eens even rusten en een boterham gaan eten en ook een lekker kopje koffie maak ik klaar Dat kan er nu wel eens af Langzaam deed hij wat hij gezegd had. Hij was werkelijk doodmoe, want het was een rwaar werkje geweest, dat geld plukken. Even rust had hij dus zeker wel verdiend. Hij sneed rich een extra dikke boterham en maakte een geurige kop koffie klaar. Ziezoo, nu ging hij eens even bij de tafel zitten. Zielsvergenoegd wilde hij in rijn stoel gaan zitten en even heerlijk achterover leunen. Maar dat ging niet.... De geldberg zat hem in den weg. Nu, dat was het ergste niet. Krelis lachte hartelijk en ging rechtop zitten. Ja, hij zou er even aan moeten wennen, aan dien nieuwen toestand, maar gelukkig, het was in ieder ge val een aangenaam ding om aan te wennen. Hij at een stukje van zijn brood en nam een slokje van zijn koffie. Dat deed goedhij had den geheelen dag immers niet gegeten. Zachtjes overlegde onze held bij zichzelf wat hij nu zou gaan doen. Zou hij nog blijven wer ken? Neen, dat was natuurlijk onzin, voor een man die het geld voor het grijpen had. Boven dien Tiij had genoeg te doen met het plukken. Zou hij groote Landerijen koopen. Ach, neen, wat h«d je daaraan? Zou hij dan buiten in een groote villa gaan wonen? Eiken dag lekker eten en drinken en voor alles een bediende? Dat leek hem wel wat Maar ach neen, wat had je tiaar eigenlijk aan? Als je goed en wel in je villa woonde, kwamen de menschen van de kerk natuurlijk iederen dag bij je om geld te vragen voor de arme menschen. En hij zou wel gek rijn. Stel je voor. Had men hem wel eens iets gegeven, toen hij arm was Zoo mijmerde Krelis en zoo kwam het dat hij eerst niet merkte, dat de geldberg op rijn rugveer heel wat grooter geworden wus. Maar MmÊKmmmÊmmÊÊmiÊmmÊKmiKmmÊmÊÊÊimÊmÊmÊÊKmmÊÊÊtmMÊÊ—i—iÊKam nauwelijks had hij een kwartier gerust of hij voelde het weL De geldberg werd heel zwaar en Krelis begon hoe langer hoe meer voorover te zitten. Hij kon de vracht bijna niet meer dragen. WeLdra werd het hem te machtig en of hij wilde of niet, hij moest weer aan het plukken gaan En weer werkte hij ijverig voort, maar aange zien hij geen mandje meer had nam hij nu een emmertje en toen dat vol was den kolen bak. Toen ook die vol was had hij geen ge schikte dingen meer om het geld ln weg te bergen. Hij legde het dus maar eenvoudig op den grond Zoo kwam de morgenstond. Hijgend en dood moe was Krelis nog steeds aan het plukken. Hij was wel blij, dat hij zooveel geld had maar hij kon het plukken toch niet meer volhouden; Hij richtte zich op. Gelukkig, alles was bijna van zijn rug, al voelde hij wel, dat het groeien niet ophield. Maar het zou nu toch wel weer even duren. En vlug ging WJ weer naar bed. Hij moest rusten want hij kon niet meer, zoo moe was hij. Hé, met een zucht van verlichting strekte hij zich even uit Het was wel niet prettig, dat hij al weer een bobbeltje op zijn rug voelde, maar hij lag tenminste toch even. Eindelijk dan was het wonder geschied, zajn rijkdom was gekomen. Nu eerst zou Krelis een gelukkig man zijn. Maar het was toch alsof zijn geluk niet volkomen was. Al wilde hij het zelf niet dadelijk bekennen, was hij tooh niet heet anaal tevreden. Zeker, dat het geld op zijn rug groeide was niet erg, dat had hij immers zelf altijd gewild, maar dat plukken, zie je, dat was erg. O, lieve help, daar begon het weer. De geld berg werd hoe langer hoe gi ooter. Weg was de rust, weg de slaap*, waar ons boertje zoo naar verlangde. Tooh wilde hij nu niet weer met plukken beginnen. Hij wilde slapen, ieder een moest toch slapen. Kwaad draaide hij zich om en ging voorover liggen, 'ie, zoo, nu kon het groeien hem niet hindereu. Maar het was niet gemakkelijk om in slaap te komen en het lukte hem dan ook niet Bov sndien begon de geldberg erg zwaar te worden. Hij groeide en groeide en werd tenslotte zoo .'.waar, dat Krelis onder het gewicht bijna stikte Hij moest weer gaan plukken of hij wilde oi' niet Hij wilde opspringen, maar o, wat was dat moeilijk. Het gewicht dat hij liggende had kunnen dra gen, kon hij niet tillen als hij overeind stond. Hij plofte weer met een smek in bed terug, zoodra hl) getracht had op te staan. Als een dolle begon hij nu te plukken. Hij lag voorover en had het vreeselijk benauwd, terwijl hij met beide handen de geldstukken van zijn rug trok en woedend door de kamer smeet Van vreugde was geen sprake meer Integendeel, al zijn geluk was heen. Krelis weende bitter, want nu begreep» hij wel, dat wat eerst een zegen leek, een ramp was geworden. Hij zou geen minuutje rust meer hebben, rijn geheele leven lang niet meer. Steeds róu dat verschrikkelijke geld op zijn rug blijven groeien en hij moest blijven plukken, steeds maar door, want anders zou hij onder de vracht bezwijken. En ook nu plukte hij als razend en het ge lukte hem na een uurtje den berg weer klein te maken. Doodmoe stond hij op en stapte het bed uit Overal lag het geld over den vloer gestrooid, maar het kon hem niet schelen. Hij huilde en jammerde zoo verschrikkelijk, dat men het buiten, op den straatweg booren kon. Een voorbijganger klopte op de deur an toen Krelis opendeed, vroeg de man wat hem toch scheelde. O, beste brave man, verlos mij alsjeblieft van dat vervloekte geld, kreet Krelis wan hopig P© man staarde hem stomverbaasd aan, maar daar Lij sug dat het Krelis ernst Was, begon hi) vlug al het geld van den vloer te rapen en in een zak te doen. En na hem kwa men nog meer voorbijgangers, die het voor beeld volgden. Het mandje verdween, en den kolenbak en het emmertje en tenslotte was er niets meer over. Maar het kon Krelis niets schelen. Als hij nieuw wilde hebben behoefde hij slechts naar zijn rug te grijpen. Maar hij wilde niet eens nieuw geld hebben. Veel liever was het hem als de geldberg verdween.. En weer moest hij plukken maar hij was zoo moe, dat hij niet kon. En de berg werd al grooter en grooter. Hij kon het gewicht niet meer dragen. Wanhopig liet hij zich op de knieën vallen en hij smeekte om genade en of alsjeblieft dien verschrikkelSjken geldberg van hem weggenomen kon wordenIn zijn wan hoop riep hij uit, dat hij nooit meer naar geld zou verlangen, dat hij een braaf en goed mensch zon worden en niet meer gierig zou rijn Toen hij dit allemaal gezegd had begon de berg opeens te slinken. Met Ingehouden adem bleef Krelis geknield liggen, net zoo lang tot hij voelde, dat zijn rug weer gewoon was. Toen sprong Lij op» en weer begon hij te dansen, maar nu had hij er tenminste reden toe, want nog nooit in zijn leven had hij zich zoo geluk kig gevoeld3 De geldberg was weg en bleef weg. Nooit is onze Krelis rijk geworden, al verdiende hij later goed zijn brood. Maar ook nooit heeft hij zich meer ongelukkig gevoeld omdat hjj arm was. Integendeel, dik rijls heeft hij later nog met smart aan de o© ^enblikken gedacht dat het geld zoo maar op zijn rug groeide.... Oplossing Kruiswoordraadsel No. 120. Horizontaal: 1 Leeuw, 5 bod, 6 uit, 8 Are, 9 free, 10 els, 13 Eva, 15 rat, 16 pal, 17 tafeL Verticaal: 1 lor, 2 !E)d4 3 uui\ 4 wie, 5 bakefr, 7 Tegal, 11 lat, 12 sta, 13 Epe, 14 val. KRUISWOORDRAADSEL Na 130. In de vakjes naast elkar (de horiazontale) moeten woordjes van de volgende beteekeais worden ingevuld: 1. vier vakjes: een ander woord voor stapel of hoeveelheid. 4. vier vakjes: komt uit een schoorsteen. vijf vakjes: een ander woord voor dwalen. 9. drie vakjes: stadje ln Gelderland. 11. drie vakjes: een muzieknoot. 13. twee vakjes: zit ln laden en kasten. 14. twee vakjes: een voegwoord. 15. zeven vakjes: beteekent: vondst of ontdek king. 16. twee vakjes: e«Q muzieknoot. 17. twee vakjes: een bij woordje 19. drie vakjes: een huldedicht 21. drie vakjes: een Friesche meisjesnaam. 22. vijf vakjes: een ander woord voor leugen. 25. vier vakjes: beteekent: niets doen. 26. vier vakjes: een wortel groente. In de vakjes onder elkaar moeten woordjes van de volgende beteekenis worden ingevuld: 1. vier vakjes: beteekent: gaaf, ongeschonden, niet kapot 2. drie vakjes: een huldedicht 3. twee vakjes: een groote rivier ln Italië, 4. twee vakjes: een muzieknoot 5. drie vakjeseen g ewicht. 6. vier vakjes: het onderste gedeelte van een geweer. 8. zeven vakjes: het aan wal komen van een schip. 26. „Polly en de giraffe zullen de lepelaars laten hardloopen," seide Freddy Vrijdag, „en we zullen eeo twee-beens wedloop voor de lepe* laars en een zevenbeenswedstrijd voor Polly en den giraffe houden. Robbie begreep er niet» van, wag de zeeman bedoelde, tot hij sagy dat Freddy de dieren zijn sokken aandeed. Twee been en in één sola „O, ik zie, wat je bedoelt," weiI Robbie en hij had «ehilr w, vaL giraffe bègonnsa tfc éohraaaiftfê Is® voor&i de kat zette é&t kfeéi o$i fan je welste. „Arme Polly,seide Ivf, Jk denk, dat er een speld of iets an ders in de sok zh." Ze was niet tevreden voor de zee man de eok uitgetrokken had om te zien, waarom de dieren zoo •ohreeuwden. Toen Freddy de sok tritsoh'odde, viei er een jonge krab uü. „Ik daobt bet wel," zei Ivy. Wat een nare krab om haar zoo te bijten." „De lepelaars zullen den wed strijd winnen," zeide'Topsy. „Ze zijn bijna niet meer te zien, soo ver zijn ze al." „Nee," zeide Ivy dapper. „We rillen het weer over laten doen Het zou anders niet fair zijn tegen over Edwin en de kat" 10. vijf vakjes: oen koning uit de Bijbelsche geschiedenis. 12. vijf vakjes: heeft teder mensah in het hoofd. 16. vier vakjes: ls een zwarte bewoner van Afrika. 18. vier vakjes: beteekent: strook of stuk, bijv. bij chocolade. 20. drie vakjes: schoenmakers-gereedschap. 21. drie vakjes: een meisjesnaam. 23. twee vakjes: een uit schoolboekje* beroemd geworden Jongensnaam. 24 twee vakjes: een bijwoord. Oplossingen: Hoeveel jongens rijn er met vacantle? Er rijn acht jongens zichtbaar, maar boven dien rijn er ook nog acht jongens onzichtbaar, zoodat er in totaal zestien dien dag vrij hebben en uitgegaan zijn. Waar de acht onzichtbare jongens zijn zal ik je even zeggen-. Een staat er buiten het plaatje, maar rijn schaduw kunnen wij nog zien. Een ligt er achter den boomstronk, want wij zien zijn voeten. De leeraar geeft aan een jongen oen fiesch, dat is duidelijk te zien, dus hier hébben wij er nog één. Een jongen is in den afgrnod afgedaald, kijk maar naar de beide andere Jongens dia hem nakijken en het touw vasthouden. Twee jongens spelen met een vlag. Wij riaa de vlaggen uitsteken. Een jongen speelt met een vlieger en een is er met een luchtballon. Int otaal dus: acht onzichtbaar. ki totaal dus: acht onzichtbaar. WEET GIJ? dat het inkomen van de Amerikanen over het afgeloopen jaar 95.000.000.000 dollars be dragen heeft? dat dit plus minus 2000 gulden per persoon draagt, babies en grijsaards Inbegrepen? en dat er in 1929 in ons land f762.900.000 meer in- dan uitgevoerd werd? en dat een vermeerdering van het invoersald© zeer goed kan beteeeknen, dat onze vorderin gen op het buitenland uit hoofde van bewezen diensten en van rente en aflossingen van lee ningen rijn toFegenomen? EEN TEEKEN-PUZZLE Ais je dit plaatje ziet, zal je misschien wel een beetje duizelig worden. Nu, dat kunnen wij ons ook best voorstellen, want het Ls zeker niet gemakkelijk om te ontdekken, wat er nu eigenlijk op geteekend is. Daarom zullen wij je maar een beetje op Weg helpen. Het is een kip, en een mooie kip ook Om haar te riem is het echter noodig dat je eerst uitzoekt, welke van al de vakjes bi) het lijf van het beest behooren en welke niet; Hoe je dat te weten komt? Tamelijk eenvoudig^ boor. Je begint met het vakje een heel dunne tjes met potlood zwart te maken en dan ga je tioor met vakje twee en zoo vervolg je het werk, net zoo lang tot je de kip hebt Maar pas nu op, d?t je geen vakjes zwart maakt, die er niet bij booren. Daarom zeiden wij reeds, doe het met v unne potlood-streepjes. Als je dan eens eeo vergissing begaat, kun je met vlakgcxm het vakje weer schoon vegen. "NVie goed oplet zal vanzielf wel ontdekken, Wanneer de kip klaar is en hij het werkja als klaar kan beaabowwen»

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 3