Draag en j&anbod DE i Ie BLAD HEERENBAAI EEKBLAD VOOR WALCHEREN Winterteenen 86» JAARGANG VRIJDAG 17 JANUARI 1930 DRUKKERIJ H. WBQBLINQ VLISSINOa Ook op het gebied yan Kantoor- en Schrijf behoeften zijn wij goed en goedkoop I DRUKKERIJ DU LANGE JAN MIDDELB. No. 2 DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN ADVERTENTIEPR 20 CENT PER R \mW, MBDBDEBL 4 CONTRACTEN SPEC. ABONNEMENTSPRIJS 40 (8BNT PER 3 MAANDEN FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT W{J zorgen veor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst In prijs Uitgaves H. Wegellng, Noordstr. 44, Telef. 130, Vlissingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg DRUKKERIJ DE LANGE J AN MIDDELB. KLOOSTERBALSEM, ECHTE FRIESCHÏ 20-50cf. per ons 20. Wegelingsïïieurvsblm Onder het opschrift „Safety first", veiligheid cdsoht nuchterheid, gaf do „Apeldoornsche Crt" van. Zaterdag een artikel, dat in ruime omge ving bekend dient te wezen en wel naar aan leiding van een bericht in genoemd blad over een auto-ongeluk, waarbij de redactie melding gemaakt had van „den invloed van sterken fbank" Er waren er, die meenden, dat be trokkenen 't er „niet bij moesten laten zitten". perszuster komt daarop met hare verdc- Üigbig en pleit daarin voor nuchterheid als eerste ©lach. Vooropgesteld zij, zoo betoogt het Mad, dat onze mededeeling ter zake be rust op behoorlijke gegevens en dut er weinig rubato overblijf! voor ©enigen twijfel ten aan zien van de juistheid. Er komt editor een an dere vraag naar voren, met name deze, of 't gewenscht, ja noodzakelijk is, een detail, als hier bedoeld, in de berichtgeving J.e vermel den. Wordt daardoor niet noodeloos extra leed toegebracht spedaal aan familieleden van be trokkenen? We willen dit laatste niet ontken nen, maar toch meen en we, dat deze bijkom stige omstandigheid ons en de Pers in het algemeen niet ontslaat van den pliaht om aan een en ander ruchtbaarheid te geven. Niet om de personen in kwestie onaangenaam te zijn, maar uit een oogpunt *van „bevordering der openbare vellighoM", Een schip op het strand is een baken in zee. Aldus een oud spreekwoord, Dat, niettegen staande zijn ouderdom nog niets van zijn waar de heeft verloren. Met een kleine variatie is dit steekwoord ook van toepassing op de veiligheid van het moderne verkeer. Elk ver keersongeluk, waarbij bijkomstige en onnoodige, te vermijden oorzaken een rol spelen, moet gesignaleerd worden, die oorzaken moeten met nadruk liefst - onder de aandacht van het publiek gebracht worden, opdat op den duur een publieke meening gevormd wordt, welke zich tegen die oorzaken verzet en ze tenslotte uit de wereld helpt Hier is geen sprake van een of ander prin cipe, waarover men van meening zeer diep kan verschillen, hier gaat 't om een aangele genheid van zuiver practischen aard, waarbij een elk onzer, om zich zelfs wille, betrokken is, Het verkeer is in "de Laatste J aren We vertellen hier natuurlijk niets nieuws van een haast beangstigende intensiviteit gewor den, en 't groeit nog met den dag. 5 't Eischt van ons allen, die op eenigerlei wijze den weg gebruiken, de grootst mogelijke voorzichtig heid en overleg. Geen dwaze dingen, die de meest ernstige gevolgen kunnen hebben en dat eiken dag nog hebben. De regels van den weg rijn waarlijk niet voor niets samengesteld, maar voortgekomen uit de harde noodzakelijk heid. Zonder die regels, en zonder dat daaraan do hand gehouden werd, zou het verkeer een chaos worden, waarin met geen stok orde te brengen zijn zou, Gelukkig, er zijn er zeer Abelen, die dat be grijpen en zich stipt aan do verkeersregel houden, niet alleen automobilisten, maar ook voetgangers en andere weggebruikers. En veel zijdig rijn de pogingen, Welke worden aange wend, om steeds meerderen van de noodzake lijkheid daarvan te doordringen. Er zijn er echter nog teveel, die meenen, dat de verkeers regels niet voor hen geschreven rijn, die doen alsof zij alleen koning zijn op den weg, die geen rekening houden met mogelijke gevaren, welke zich elk oogenblik kunnen voordoen, die niet aan zich zei?' denkon wat ze por slot van rekening, zelf moeten weten maar, wat erger ls, ook niet aan anderen. Die categorie vindt haar vertegenwoordigers niet in de laatste plaats onder autobestuurders. We zeggen niets kwaads van autobestuurders, In het algemeen Verre van dat In aanmerking genomen het ontzaggelijke autoverkeer, is het aantal onge lukken betrekkelijk beperkt. Er zijn ongelukken te over, welke aan een ellendigcn samenloop van omstandigheden moeten worden toegeschre ven en die zelfs de beste moest voorzichttlge automobilist niet zou hebben kunnen voorko men. Ons verzet gaat dan ook niet 'uit naar dezulken. Maar er zijn anderen, dip een 'oor zaak in het spel brengen, welke had kunnen en had mooten worden vermeden. „Veiligheid cdscht nuchterheid", schreven we hierboven. Nog ©ens, dut heeft met een of ander principe. pMs te maken. Dat is uitsluitend een- kwestie van praotijk voor ons alien. We weten bij ervaring, welke groote ver antwoordelijkheid er rust op de schouders van den autobestuurder. Hoe eik oogenblik en op elk punt van den weg, oen plotselinge beslis sing van hem gevraagd kan worden, welke, als ze even te Iaat genomen wordt, of verkeerd, de ernstigste ongelukken kan veroorzaken. Er mag niets zijn, maar dan ook niets, dat rijn paraat heid kan schaden. „Onder den 'invloed zijn" is daarbij oen van de gevaarlijkste, zoo niet de ge vaarlijkste, factoren. Er gaat bijna geen dag, althans geen Week voorbij, of dit treedt aan den dag. We herinneren, om niet te ver in het verleden terug te grijpen, aan het geval bij Worm ervoer, waar tijdens de Kerstdagen, een dronken autobestuurder een meisje aanreed. Het kind zal voortaan met één been door het leven moeten. We herinneren aan den chauf feur van een auto-maatscliapiplj te Haarldm, die herhaaldelijk ongelukken veroorzaakte. Men vuile het lijstje zelf maar aan. Dat verkeersgevaar moet de wereld uit, hoe eer hoe beter. Verkeersongevallen zullen steeds blijven voorkomen, ook ernstige, maar ongeluk ken, als hier bedoeld, zijn onnoodig, omdat de oorzaak overbocl' en ten strengste af te keuren is. De waarheid daarvan moet doordringen tot allen, die de handen klemmen om het stuur van een auto, tot alle weggebruikers. Er zal meer moeten gebeuren. Er zal streng moeten worden opgetreden, tegen hen, die het verkeeer in gevaar brengen, die, door gemis aan voldoende verantwoordelijkheidsbesef, him eigen leven en dat van onderen m de waagschaal stellen. In Engeland treedt 'men tegen dezulken niet malsch op. Ontzegging van het recht om oen auto te besturen, voor good, is de uiterste straf. Een strenge ZWopo r De gruwelijke jeuk ver dwijnt onmiddellijk met AKKER'i zuivert - verzacht geneest KOnn goad «oo goëdr /^OULVjX (eoh k W *wi, *i pgwlei pwdel) nr straf, maar gerechtvaardigd, want 't gaat hier om groote, algemeen© belangen. Ook in Scandi navische landen worden de schuldigen hard aangepakt,. Zoover zijn we xn ons laud nog niet. Of 't niet zoover zal mojaten komen, wan neer men blijk blijft geven zijn hersenen niet in besoonkhen toestond. (Utr, Dgbl.) 19 Nov. Te Delft rijdt een motorrijder eene fietsrijder aun. Do laatste bleef bewuste loos liggen. De eerste rook naar sterken drank te wffifen gebruiken? Wie een groot dool wil moot groote middelen aanvaarden. Veiligheid voor alles. W!j kunnen niet anders dan ons Veluwsch orgaan gelijk geven, do waarheid van wat het schroef, werd op dienzelfden dag door de „Wereldstrijd" bevestigd, in welks kolommen een artikel voorkwam, onder het opschrift „Als do dranfc is in den manen verder alleen maar een reeks ongelukken in November 1929. Ook die reeks nemen wij ter verduidelijking over: 2 Nov. In Den Haag werd onder hevig ver zet een man gearresteerd die onder invloed van drank te Veenestraat in verkeerde richting met rijn auto bereed. (N. H. Crt.) 4 Nov. Te Wildervank rijdt 's nachts een auto tegen een boom op. Auto totaal vernield, een der inzittenden hersenschudding, ande ren lichte verwondingen. Alcohol schijnt hier van grooten invloed te rijn geweest (Noord-Oosten). 7 Nov, T© Amsterdam botsten 's nachts twe© huurauto's tegen elkaar, tengevolge van bet feit, dal» een der bestuurders beschonken achter "het stuurrad zat. Gnoolo materieielo schade. (Alg. Handelsblad). 9 Nov. Te Beverwijk arresteert de politie een man, die in kennelijken staat van dron kenschap een vrachtauto bestuurde, (Haarlem's DagbL) 11 Nov. Te Hillegom wordt iemand gearres- tcoord, die met rijn auto over de straat zwalkte. De man bleek zicii .hevig iK*iron- kon te hebben. (Opr. Haarl. Courant), 12 Nov. Te Boffert (Gr.) wordt een arbeider door een auto overreden en gedood. De be- stuurder bekende onder invloed van ster ken drank verkeerd te hebben. (Tel.) 16 Nov. Te IJselstein wordt een wielrijder aan gereden door een vrachtauto, die over den weg slingerde. De aangeredene blijft be wusteloos aan den kant liggen. Vermoe delijk verkeerden de inzittenden der auto in beschonken toestand. (N. R. Crt) 30 Nov. Bij Maasbracht (L.) wordt een voer man door een motorfiets, waarop twee Duitschers zaten, aangereden. De voerman en een der Duitschers zwaar gewond en beiden kort daarop overleden. De beide Duitschers waren onder invloed van drank. N. Rott Crt) Als V. A. S. dit alles in de „WereldstHjd" Weergeeft dan kunnen wij toch niet anders dan met de „Apeld. Crt" zeggen: „Nog eens, dat heeft met een of ander principe niets te Naar hst Engelscb. De klok tikte de minuten verder door, ter- wüjl zij den man gadesloeg, die met den dood worstelde. Over eenige minuten zou het te laat zijn misschien was het al te laat. Gemarteld tusschen haat en plicht, onderging Blanche de groote verzoeking van haar leven. God gal haar kracht en ten laatste overwon rij;. Wet cc ook van mocht komen, zij voelde, dat rij den man niet kon laten omkomen, zonder ee i poging te doen om te redden. Vad r. vergeef mij", jammerde zij, terwijl nu voor de eerste maal de tranen langis haar wangen vielen. „Vergeef mij, ik kan hem niet laten sterven". Mug naar den schoorsteen gaandei, nam zij het fleschje en schonk met een bevende hand de levenwekkende druppels uit, dan ging rij naar het bed. En nu kwam weer een afschuw over haar, te donken, dat rij het wezen, dat rij sterk haatte, zoo dicht moest naderen en zelfs aanraken. Ziji' stond stil en bad om kracht: die werd haar gegeven. Geheel haar ziel met haar besluit stalende, boog rij over den man heen, lichtte rijn hoofd met één hand op en met de ander bracht rij het glas aan rijn lippen. Zijn oogen waren half gesloten, maar rij openden zich een oogen blik en keken haar dankbaar aan, toen hij de medicijn dronk. Toen uitte Blanche een hartverscheurenden kreet, overweldigd door deze verheven poging en viel, wild snikkende, op haar knieën. Daarna verloor zij naar bewustzijn en bleef voor een tijd, zonder cenig teeken van leven, zitten. Tezelfdertijd hield de doodstrijd van den man op en viel hij in een diepen slaap onder den too vera chtigen invloed van het drankje. Eindelijk bewoog rij zich en kwam weer 1 -l het leven terug. Weer uitte rij dat wan hopig gejammer, dat uit het binnenste van haar hart scheen te komen. Z[i stond op. Al haar gedachten waren in genomen door den wensch de kamer te ont luchten en verborgen te rijn voor den blik van den man, wiens leven rij moest bedden. Zijn leven behoorde aan God, niet aan haar taarom had zij het gespaard, Maar kon zij de afschuw niet overwinnen, waarmede alleen al rijn tegenwoordigheid haar vervulde. Zij had eens haar plicht gedaan; rij kon nu niets meer doen. Haar plaats was niet langer hier. Haar gezicht scheen veel ouder geworden, toen zij langzaam naar de deur strompelde. Voor rij haar bereikte deed een kreet vanuit het bed haar schrikken, zoodat rijf bijna gilde. Zich onwillekeurig omdraaiende, zag zij hem met uitgestrekte handen naar haar kijken, „Frtlulein", jammerde hij, „wat is er ge beurd?" Vervolgens voegde hij er bevende aan toe: „O, ik herinner het mij. Zij stond als uit steen gehouwen haar oogen wijd openge sperd, haar gericht doodsbleek, terwijl zij naar hem keek. Hij uitte eein kreet van pijn, roepende: „Waarom kijkt U mij zoo vreemd aan? Ik dacht ik dacht, dat ik dood ging; maar nu ben ik sterker, geloof ik. Die medicijn gaf U mij maar daarvoor zou ik gestorven rijn. God zegen je Blanche. God zegen je". Zegeningen van hem. Het was te verschrik kelijk. „Zwijg", zeide zij, zoo zwak en zacht, dat rij bijna niet verstaan kon worden. „Spreek niet tegen mij; ik kan het niet verdragen"., En rij verborg haar gericht in haar handen. „Een woord, maar één woord, hoorde rij hem jammeren, „Is het mogelijk, dat U hem kende dien Franschman?" De vraag bracht haar tot richzelve, riep alle smart over haar verlies weer in haar wakker. Met een gezicht zoo hard als staal, liep rij naar het bed terug en, den man met droge oogen aanziende, antwoordde rij „Het was mijn vader". Hij kromp ineen, alsof hij door een slag getroffen was, en uitte een kreet, vol van verdriet en medelijden. Op dat oogenblik zag zij haar arm aanraken, en omkeerende zag rij de oude huishoudster, die ongemerkt de kamer was binnengekomen. „Juffrouw, ik ben het; ik dacht, dat ik U hoerde roepen. Mon Dieu, wat is er gebeurd?" Blanche antwoordde niet, maar als van kou de bevende, wendde rij haar hoofd af; ver volgens ging rij naar de andere kamer, gevolgd door de oude vrouw. Het raam stond nog wijd open en hier en daar was de vloer met sneeuw bedekt. „Juffrouw, kijk het raam is open, O, U zult een erge kou op den hals halen het is een bar koude nacht". Maar Blanche stond blootshoofds in den erker, onbeschut tegen wind en sneeuw. Ver schrikt door haar blik en manier van doen begon de oude vrouw weer te vragen: maar toch kreeg rij geen antwoord. „Juffrouw, bent U boos? Wat is er gebeurdV Waarom doet U zoo vreemd?" Ten Laatste, weer tot zichzelf gekomen door den kouden nachtlucht wees Blanch© naar de binnenkamer en vroeg d© vrouw daar naar to© te gaan en plaats te nemen. Zij had het besluit genomen om baar woord voor woord de instructies van den dokter te vertellen. „Want", dacht rij, „ik wil voor God gerecht vaardigd rijn. Wanneer ik mijn vader daar boven zal ontmoeten (en ik hoop, dat het spoedig zal rijn) dan zal hij weten dat tot aan mijn dood tk kwaad met goed vergolden heb en geschreven en ongeschreven wetten heb nagekomen". Maar nu was al haar kracht uitgeput het bittere lijden van dien winternacht was voorbij. Zonder een woord van de vreeselijke waarheid te zeggen, ging rij haastig weg, de bude vrouw in schrik en verwondering ach- terlatende. Vlug door het donkere kasteel gaande, ter wijl de wind de muren schudde, en de sneeuw zich voor de deur ophoopte, bereikte zij haar eigen kamer, viel wild op haar bed neer en begon zenuwachtig te snikken met haar vader's naam op haar lippen. HOOFDSTUK XIV. Toen het dag werd, leefde de gewonde nog en Lag in diepen slaap. De oude vrouw zat naast hem, uitgeput van het waken. Gedurende den nacht had rij hem van tijd tot tijd het drankje ingegeven volgens de instructies van haar jonge meesteres, en het scheen een bijna wonderbaarlijke uitwerking gehad te hebben. (Wordt vervolgd"). s

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 1