Verzorg uw Handen met Purol Abdijsiroop donboks 2e BLAD Van Week tot Week Iets Nieuws! BURGELIJKE. STAND WEGELÏNG'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 10 JANUARI 1030 Na 1. BINNENLAND. Stormachtig begin 1930. Het oude Jaar een record dat niemand verbeterd •wenscht te zien. Intusschen: werk; aan den winkel. Baldadigheid. Ook een re cord. Werk van „opgeschoten" Jongens. Drukte in de residentie. Verdiensten en gezelligheid— al gaat deze laatste langs de massa heen. Aantrekkings kracht De „adelijke" dame geweigerd. De conferentie geen gelegenheid voor „flaneurs" om den tijd te dooden. Maat regelen ter voorkoming van rampen als die te Paisley in Schotland. Naar binnen openslaande deuren uit den tijd. Kalmte alleen kan je redden. Een waar Woord De eerste week van het nieuwe jaar heeft zich gekenmerkt door veel- en drukbewogen- heid in de natuur. Evenals in het buitenland hebben ook hier te lande op onze kusten zware stormen gewoed en menig schip heelt het weer zwaar te verantwoorden gehad. De voor spellingen omtrent een strengen en langduri- gen winter zijn tot nog toe althans tot op het oogenhlik dat we dit schrijven nog niet üi vervulling gegaan. Wat niet wegneemt, dat ook hier het bekende woord: „wat niet is kan nog komen" waar is. We zitten midden in den winter en het kan gaan vriezen wanneer het wil. De dolle liefhebbers van de ijssport buiten beschouwing gelaten, zullen er wel niet veel menschen zijn, die naar herhaling verlangen van den vorigen winter al is aan den anderen kant een „open winter" naar veler inzicht ook niet het ware. Bij den aanvang van het nieuwe jaar zijn zooals gebruikelijk vele en velerlei wenschen uitgesproken, aan de hartelijkheid en de wel gemeendheid waarvan men maar het besl doet niet te twijfelen. Waarom zouden de menschen ook op den eersten dag van hel jaar niet eens in groote meerderheid oprechl kunnen zijn. Afgezien van al het goede, dal het afgeloopen jaar gebracht heeft en dat men elkaar bij den nieuwen Jaarkring zeker weer toewenscht, zijn er dingen en omstandighe den te over, die men als weldenkend mensch elkaar zeker niet toewenschen mag en kan. Hierbij denken we er bijvoorbeeld aan dat hel afgeloopen jaar een record-jaar geweest is Wat betreft de verschillende branden. Het oude jaar was een jaar van branden we wezen er in 't kort al op in een vorig over zicht. Niet alleen over 't geheele land mag van een record gesproken worden. Het record was ook plaatselijk, wat o.a. van Amsterdam ook gezegd mag 'worden, zooals dit uit een desbetreffende statistiek blijkt. Het totaalaan tal branden in Amsterdam bedroeg dan in het afgeloopen jaar ongeveer tweehonderd- vijftig meer dan in 1928. En daaraan heeft voor een deel ook de langdurige en strenge winter schuld aan gehad. Het aantal schoor steenbranden toch was aanmerkelijk hooger. Verder de groote droogte, die oorzaak was, dat sommige branden zoo te Amsterdam als elders een grooteren omvang kregen. In verschillende plaatsen heeift hert; stadsbeeld nog al schade geleden. Overigens mogen de groote branden dit goede gehad hebben, dat er werk aan den Winkel kwam. Intusschen is het record, van 1928 er zeker wel een dat naar we hopen in het Loopende jaar niet verbeterd zal wor den. 't Is, zouden we zeggen, «1 welletjes ge weest Er zijn van die recoids, waarvan wel niemand verbetering wenscht. Of we in het afgeloopen jaar ook op het gebied der crimi naliteit een record „geslagen" hebben. Om hierover te kunnen oordeelen, zullen we de eventüeele statistieken moeten afwachten. En het record op het gebied der baldadighedd? Onwillekeurig is men geneigd, bij het verne men van een buitengewoon kras staaltje van baldadigheid te beweren dat men „zooiets" nog nooit beleefd heeft. Misschien zou men hier alleen van gradueele, niet van principi eel© verschillen kunnen spreken. Vermoedelijk was de jeugd in vorige eeuwen ook niet voor de poes. Doch, record of niet, ongewoon is zeer zeker het staaltje van. baldadigheid, dat dezer dagen gemeld werd. Dat betrof het feit dat in een tot de gemeente Wanneperveen be boerende plaatsje door eenige opgeschoten jon gens een onbewoond gebouw „omvergehaald" werd, zoodat er slechts een ruïne overbleef. Ongetwijfeld moet men de jeugd ook de opgeschoten jongens (een vrij onbepaade en algemeene term) haar amusement gunnen. Men kan nu eenmaal niet „alles" verbieden, noch mag echter „alles" toelaten. Enfin zooals gezegd het gebouw werd in een ruïne her schapen. Werk aan den winkel dus, als men dan toch nog iets goeds in het geval wil zien. De llaagsche conferentie brengt ook thans weer veel drukte en beweging in de residentie. In zooverre is ze voor ons oen buitenkansje, dat er wat aan verdiend wordt om van de ge zelligheid nog niet te spreken, die intusschen vrijwèl langs de massa heen gaat. Er lekt van wat er geconfereerd wordt niet zoo heel veel naar buiten uit. Wat op zichzelf al zoo heel erg niet is omdat de materie, welke daar onder de afgevaardigden behandeld Wordt in al haar onderdeelen van dien aard is, dat wel geen publiek ook het Haagsche niet den wensch of den eisch zal stellen, dat het (besprokene) gemeen goed wordt Misschien zou het anders zijn als ons land meer direct bij de zaken be trokken was. Doch ons land, of liever onze residentie is in hoofdzaak gastvrouw. Toch moet er van die conferentie onzichtbare aan trekkingskracht uitgaan, welke op fantastisch aangelegde geesten invloed heeft. Naar gemeld wordt, waren er ook tijdens de eerste confe rentie in Den Haag ook menschen, die allerlei voorwendsels bezigden om zich een plaatsje in de vergaderzalen te verschaffen. Bij de conferentie van thans moet zich het geval hebben voorgedaan, dat een bultenlandsche dame die zich achtereenvolgens als barones en als gravin aandiende, toegang trachtte te krij gen tot de zittingen, ook dc geheime. Wat zij van het bijwonen der zittingen verwachtte of hoopte is niet bekend en dat doet 'ook niets ter zake, waar de ongewenschte gast ondanks haar adelijke titels en de door haar opgegeven relaties en antecedenten, eenvoudig buiten de deuren gehouden werd. Wat ook maar goed is, daar het succes van de indringerige dame al licht een precedent geschapen zou hebben, waarvan misschien door menig Haagsch fla neur gaarne gebruik gemaakt zou zijn om. zich ook toegang te verschaffen. Er zijn nu eenmaal menschen, die zich al heel lekker gevoelen, als ze de kans krijgen In een of fr'ndere vergadering, waar ze niets mee te maken hebben, den tijd te dooden. Er zijn misschien "wel landen, waar een dame als de hier bedoelde, onmiddellijk onder verdenking van spionnage gevallen zijn. De bioscoopramp te Paisley in Schotland geeft aanleiding tot de vraag of hier te lande wel alles in het werk gesteld wordt om te zorgen, dat dergelijke rampen hier onmogelijk zijn. Ongetwijfeld zal het geval te Paisley wel oorzaak rijn, dat nog eens in 't bijzonder de aandacht van de betrokken autoriteiten geves tigd wordt op de maatregelen welke in bios copen en andere inrichtingen waar veel pu bliek bijeenkomt, genomen worden. Naar we in het „Hbld." lezen moeten in de eerste plaats wel in de groote steden de maatregelen van dien aard rijn, dat een ramp als die welke te Paisley voorviel vrijwel ondenkbaar is. Om maar iets te noemen, we mogen wel aannemen dat de inrichtingen, scholen en dergelijke, van welke de buitendeuren naar binnen opengaan, vrijwel uit den tijd rijn. Vermoedelijk hebben we dit wel te danken aan de treurige ervarin gen welke men elders o.a. in Amerika met naar binnen opengaande buitendeuren heeft opgedaan. De Rotterdamsche correspondent van genoemd blad wijst er op in eein beschou wing o.m., dat naar de meening van een der brandweerautoriteften in geval van brand een eerste vereischte is, de aanwezigen rustig te houden en zoolang dit mogelijk en verantwoord is niets van den brand te laten bemerken. En zoo zal het wel bij alle mogelijke ongevallen zijn. Het ifi den volksmond zoo gebruikelijke „kalmte kan je redden" is, vooral bij ongeval-, len, een waar woord, dat het betrachten ten volle waard is. BUITENLAND. Een voorspelling van vorst Von Bis marck. Teere plekken van het Britsche Rijk. Britsch-Indië. Zijn haat tegen de overheerschera De tijdens den oorlog door Engeland genoten hulp. Een be lofte die nog niet vervuld werd, maar waaraan Britsch-Indlê vasthoudt. Het In disch Congres te Lahore, waar de eischen krachtig gesteld worden. Afwijzing van flnancfeelo verplichtingen, boycot van de wetgevende lichamen. Waakzaamheid. De Haagsche Conferentie. Schulden der Oost- Europeesche Staten. Over de wensche- lijkheid van strafmaatregelen na de aan vaarding van het plan-Young. Een abuis van Mac Donald Von Bismarck moet indertijd beweerd hebben dat Engeland rijn graf zal vinden in Zuid- Afrika. Hij, Von Bismarck, was niet de eerste de beste en in rijn tijd zullen de omstandighew den er wel naar geweest rijn, dat een staatsman; van rijn inzicht, aanleiding kon vinden in wat er in Afrika gebeurde in zekere mate Enge- land's ondergang te zien. Edoch wat er in Afrika lang na Von Bismarck's verscheiden gebeurde, wijst er voorloopjg nog wel niet op, dat de voor Engeland weinig amusante voor spelling zal uitkomen. Wat zou de ijzeren kan selier gezegd hebben, indien hem ten dage, dat hij de voorspelling omtrent Engeland uitte, geantwoord had met een tegen voorspelling: binnen enkele tientallen van jaren zal' het Duitsche Rijk niets hoegenaamd niets meer van rijn •koloniaal gebied in Afrika, noch ergens anders, meer het zijne kunnen noemen? Men zou zoo zeggen, dat Engeland wat betreft Z. Afrika, nog lang „boven aarde" zal kunnen blijven. Maar, al is dan momenteel Afrika ze ker niet de teere plek waar Engeland aan ten onder zal gaan, teere plekken heeft het Brit sche Rijk ongetwijfeld, al zal het dan nog zeer de vraag rijn of het daaraan ten onder zal gaan, Een van die teere plekken is ongetwijfeld Indië, het Britsohdndische .gebied,.Engeland heeft meermalen getoond inzicht te hebben te moeten hebben voor de noodzakelijkheid en zijn verschillende Dominions zelfs tandigheid toe te staan, hier in meerdere, daar in mindere mate. Maar de eisch van de inlandsche bevol king kan allicht de vrijgevigheid van het Brit sche gouvernement in ruime mate overtreffen. Britsch-Indië met zijn millioenenbevolking is nu juist niet wat men noemt een gemakkelijk bestuurbaar pnderdeel van het Britsche ftijk gebleken, is dat ook door soms heel hardhan dig optreden nimmer geworden. Het verdeel en heersch aangenomen dat het in de Britsche bedoelingen lag, heeft althans in Britsch-Indië geen kans van slagen gehad. De millioenen be volking hoe verscheiden ook in volksaard, en godsdienst, hoe ook verdeeld door, onderlingen naijver, is in oen opzicht één en onverdeeld namelijk waar hot betreft zijn gemeen- schappelïjken afkeer cn haat jegens den Brit- schen overheerscher. Engeland heeft aani Indië ook door den oorlog iets te danken. Leverde de bevolking van Britsch-Indië niet haar con tingenten voor het in Europa strijdende le ger? 't Is moeilijk te zeggen welken invloed de hulp van Britsch-Indië hoeft uitgeoefend op de zienswijze der Britsche regeering. Maar een feit is, dat nog tijdens den oorlog, in 1917, door den toenmarrgen minister van Indië een Het la gelukt de van ouds bekende Abdij siroop te „stollen" tot een gemakkelijk in den zak mee te nemen „bonbon", met be houd van al de gene zende bestanddeel en. Alom verkrijgbaar. 60 cent per doos. verklaring werd afgelegd, die te beschouwen was, althans vermoedelijk welbeschouwd is,, als een toezegging van het verleenen van een zekere mate van zelfstandigheid, van een eigen regeering. Het is begrijpelijk, dat men van Indische rijde alles gedaan heeft om aan de ministerieele toezegging zoo stevig mogelijk vast te houden. Intusschen de vervulling der belofte liet en laat nog op zich wach ten. De vorige Engelsche regeering onder Bald win, niet genegen of niet bij machte tijdens den oorlog gedane belofte in te lossen, is er ten slotte toe over gegaan een oommissie te benoe men do z.g. oommissie Simon die in Britsch-Indië op studie is gegaan met de be doeling na het verzamelen van de noodigo gegevens rapport uit te brengen aan het Par lement. Doch, de bevolking van Britsch-Indië bleek te ongeduldig om den uitslag van het on derzoek en de daaruit mogelijk voortvloeiende concessies af te wachten. En zoo is het dan gebeurd, dat aan het einde van het oude jaar en in het begin van het nieuwe te Lahore het Indisch Nationaal Congres gehouden is, waar voor Engeland har de noten gekraakt zijn en waardóór de situatie voor Engeland zeker veel ernstiger geworden is. De eisch van onafhankelijkheid werd te Lahore in krachtige termen gesteld. Er werd o.m. aangedrongen op afwijzing van alle fi- nancieele verplichtingen welke door het Brik sche bestuur aan Indië worden opgelegd, waar onder begrepen de door Engeland met betrek king tot Indië aangegane schulden. Het Con gres werd op Nieuwjaarsdag beëindigd, en al moge zich nu in den boezem van het congres reeds dadelijk na de sluiting een crisis geopen baard hebben en een deel van de congres commissie zich hebben afgescheiden, het ove rige deel moet nog genoeg vurige strijders tellen om te trachten de door het congres ge nomen besluiten te handhaven. Desniettemin meot men in Engeland nog wel eenige hoop koesteren dat de afgescheidenen de kern zullen vormen van een gematigde partij, die voor ver dere samenwerking met de Britsche regeering te vinden zal rijn. De „Daily Herald" het or gaan der Labour Partij in Engeland, de in Lahore genomen besluiten betreurende, wijst er op. dat deze. besluiten geen wijziging zul len. brengen in de houding der regeering, die tot gemeenschappelijk overleg inzake bestuurs- hervorming bereid is, een en ander vermoede lijk ook in verband met het rapport den oom missie Simort, dat in het begin van Maart ge reed zou komen. Ofschoon men in Engeland zelve, nog maar niet gelooft aan geweldige omwentelingen, moet tbch hetgeen op het congres te Lahore gebeurd is, in verband ook met een poging (niet op het congres wel te verstaan) om den onderkoning Lord Irwin te dooden, aanleiding tot groote waakzaamheid rijn. Wat betreft de poging tot moord, gepleegd op den onderkoning, kim gemeld worden, dat do bekende Indische leider Gandhi zich een vijand van dergelijk geweld heeft verklaard. Te 's-Gravenhage la do Tweedo Conferentie inzake het plan-Young geopend. Daar zal nog hoel wat te bespreken vallen en al wordt door velen deze conferentie reeds de slotconfe- rentle genoemd, er zijn er ook, dip deze be wering te stout vindon cn het niet onmogelijk, zelfs niet onwaarschijnlijk achten, dat de 2de Conferentie nog gevolgd zal moeten worden door een derde. Was bij de eerste Conferentie het vraagstuk omtrent de door Dultschland te betalen oorlogsvergoeding wel het voornaamste deel, de hoofdschotel, op deze Tweede Confe rentie zal ook de aandacht geschonken worden aan het kleinere goed, de Oost-Europeesche Staten als Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije moe ten eenigszlns beducht zijn. dat er op hunne belangen niet genoeg gelet zal worden. Bij het plan-Young gaat het in hoofdzaak over het Duitsche Rijk. In sommige Fransche kringen biaakt men er rich druk over, wat er zal moeten gebeuren, indien Duitscchland na do aanvaarding van het plan-Young toch tenslotte eens in de behoorlijke nakoming van rijn ver plichtingen mocht te kort schieten. Volgens hen mag Frankrijk niet afzien, van de rechten, welke het gegeven werden door het Verdrag van Versailles, moer bepaaldelijk het recht tot het nemen van strafni aal regelen tegen een weigerachtig Dultschland, Dat deze en derge lijke gedachten in Frankrijk lcvem zal wellicht oorzuak zijn, dat aan Duitsche zijde eenige on rust gevoeld wordt on wol in dio mate, dat men omtrent de mogelijkheid van strafmaat regelen toch wel graag eenige zekerheid had, hoe het daarmee ten slotte als het plan Young in werking is, zal gaan. Van zekere Fransche zijde dus wenscht men het sancti©i recht te behouden, terwijl van Duitschen kanlj de eisch gesteld wordt, dat na de aanvaarding van het plan-Young, van geen sancties, van geen bezettingsmaatregelen of wat ook, meer sprake zal zijn en dat er al eens geschillen mochten ontstaan over de uitvoering van het plan-Young, deze geschillen door arbitrage uit don weg geruimd zullen worden. Er zal in Den Haag nog heel wat te praten vallen. De hoofden van de regeeringen in de ver schillende landen hebben bij de intrede van het nieuwe jaar hunne stemmen laten hooren zooals gebruikelijk. Ook Mac Donald hield een rede en beging daarbij een klein abuis, waarop onmiddellijk door een der Engelsche bladen gewezen werd. 't Abuis gaat overigens langs alle staatsbelang heen. Mac Donald zei dat niet alleen een nieuw jaar begon, maar dat men tevens aan de intrede van nieuw! de cennium een nieuwe reeks van tien jaren stond. Dit werd betwist en terecht. Het tien tal jaren is pas vol aan 't eind van 1930. Het nieuwe decennium begint dus pas met Ingang van het volgende jaar. Waar zelfs een Engelsch premier al niet op gevangen kan worden. VLISSINGEN van 2—9 Januan 1930. Ondertrouwd: M. van Eenennaam 23 j. en J. C. Kemeling 21 j. Getrouwd: W. P. Brouwer 27 j. en G. Muis 26 j. J. van der Kuijl 45 j. en J. P. Crucq 31 j. G. J. Balmakers 30 j. en E. C. K. den Hartog 23 j. M. J. Kole 26 j. en D. Musch 26 j. Bevallen: H. J. A. Graafmans geb. Prince s, I. Baerveldt geb. Postma d. C. A. Kroo- nen geb. van de Grijp z. E de Jonge geb. Sohier d, Overleden: H. C. RIemens wed. van C. A. van der EIJk 65 J. W. J. P. Mink vrouw van A. Korteweg 73 j. S. G. E. Koks vrouw van J. de Ruijter 71 j. G. P. van Eldijk wed. van W. A. de Vroom 74 j. E Amadio jd. 75 j. C. Verboven d. 20 mnd. MIDDELBURG, van 29 Januari 1930. Ondertrouwd L. C. Volkars, 22 j. en J. F. de Kam 22 J. J. P. Petiet, 26 j. en N. M. Polderman, 24 j. Getrouwd J. Baljeu, 22 J. en P. S. Joosse 22 j. Bevallen P. A. L. Beun-Boucherie, z. M. C. Baljeu-de Smit, z. A. C. Cosijn- van Bokstel, z. J. Herwink-Elbertson, d. P. Pleijte-Klap, d. J. E. de Thouars Vermaas z. P. J. E. Jeras-Polderman, d. J. Poortvliet-Gelok, z. F. C. A. van Kerk- voort-Drabbe, z. M. H. van Opstal- Priester, d. A. L. M. Mes-Renier, z. A. J Schrler-Riemens, d J. A. Abraham- se-Bierens, d. OverledenM. B. Vink, 84 jwed H. M. Kesteloo M. P. Breeman, 79 j., ongeh. d. D. G. van Niel, 46 j., geh. met M. P.J|C. C. Jensèn A. Jobse, 78 jwedn. C. Poulusse A. A. Koster, d 7 weken Neufègliae, 64 ongeh. z. SEROOSKERKE over December 1929. Geboren: 15. Jacob Arie, zoon van Jacob Arie de Ligny en Neeltje Oele 23. Johanna, doch ter van Bartel Wattel en Centina Cornelia van den Broeke. Ondertrouwd: 4. Pieter Kodde, 61 j. wedn. van Leuntje Malj aars en Cornelia Willemina Schout 60 j. wed. van Aarnoud Minderhoud. Getrouwd: 20. Pieter Kodde 61 j. weduwn. van Leuntje Maljaars en Cornelia Willemina Schout, 60 j. wed. van Aarnoud Minderhoud.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1930 | | pagina 7