Vraag en Aanbod EEN WINTERNACHT DE HEERENBAAI WEEKBLAD VOOR WALCHEREN EERSTE BLAD p Schrale huid I Wie een dagelijksch middel wenschf Ier opwekkinq en verkwikkinq, kan .Pm-I NS pepermunl niei missen 85e JAARGANG DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN DINSDAG 81 DECEMBER 1929 DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELBb ADVERTENTIEPRIJS 20 GENT EER REGEL INtSEfi. MEDEDEEL. 40 0BNT CONTRACTEN SPEG. TARIEF Uitgave H. Wekeling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vllttlnfiön. BijkantoorDrukk. De Lange Jan, Noordetr. C 34, Middelburg ABONNEMENTSPRIJS 40 «ENT PER 3 MAANDEN FRANCO RBR POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT No. 63 drukker!^ H. WEGELING VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB, a MUZIEKNIEUWS Op het Nationale muziekconcours te Rotterdam behaalde de mandollne-vereenl- ging „Tovido", directeur de heer M. P. Ven- tevogel j.l. Donderdag 26 December, in de 1ste afdeeling een eersten prijs met 408 punten. Met 23 punten boven het minimum (385 punten moest behaald worden) heeft de vereeniging alzoo een mooi succes be haald en hiermede bewezen, dat „Tovido" muzikaal wel wat weet te presteeren. In de 4.,Jaren, dat we deze vereeniging op den voet volgen en meermalen in ons blad een gezond oordeel hebben gegeven over hun ne uitvoeringen, is nu onze meening over de kwaliteit der vereeniging nog vaster ko men tó staan door dit schitterende succes. En daarom vereeniging en directeur van harte gefeliciteerd. Zaterdag werd een uitvoering gegeven in ,De Oude Vrienschap", waar o.a. de beide concoursnummers ten gehoore wer den gebracht. ECHTE FRIESCHE 20-50cf.*>erons Apotheken geopend te VliMlngen i 1 Januari (Nieuwjaarsdag) t Te Middelburg i 1 Januari (Nieuwjaarsdag) WIELRIJDERS, LIGHT OP» Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensq. 3 Jan. te 4.21 uur 4 u te 4.21 6 te 4.22 6 u te 4.23 1» 7 le 4.24 tl 8 u te 4.24 9 n te 4.25 VVWkW Ook op het gebied van Kantoor- en SohrIJf behoeften zijn wi] goed en goedkoop I Wegelingsffieumsbla WIJ zorgen voor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst in prijs I In do „Strijdkreet" werd verhaal cl van men- •chen, die in Amerika oen gevangenis bouw den. 't Zou een inrichting worden voor «waar gestraften, levenslang of voor zeer langen tijd van hunne vrijheid beroofd. Gerulmen tijd werd er aan gebouwd. De werklieden hieuwen de groote steenblokken, droegen materialen aan, verrichtten het metselwerk, bevestigden de dikke ijzeren tralies, waarmede de cellen weruen afgesloten. En toen de gevangenis ge reed was, werden deze werklieden opgesloten in het gebouw, dat ze zelf hadden helpen op richten. Dil gevangenhuls was door de gevan genen zelf gebouwd. Wij dachten dat dit een echt zinnebeeld is van wat wij rnenschen kun nen doen. Een zinnebeeld ter overdenking op den Oudejaarsavond. Bouwen wij niet allen ons eigen huis? Maar als wij aan het ednd des jaars zijn gekomen en wij bezien ons huls, hoe Is het? Een vriendelijk tehuis, met al de lieflijkheden welke aan die gedachte verbon den zijn, of een gevangenis, met al de el lende welke zich daaraan verbindt. Het is werkelijk niet hetzelfde, hoe wij het Jaar doorbrachten, bouwend aan een zonnig huis of aan een sombere gevangenis. Het is ook werkelijk niet hetzelfde, hoe we op 31 Dec. ons huls zien.. En dit is wel zeker de groote ernst van den Oudejaarsavond, dat wij zoo tel kens, alles indenkend, wat we deden, moeten zeggen, dat had anders gemoet. Zoo staat de drinker er tegen aan te kijken en hij moet het als een gevangenis zien, waarin hij met vele sterke banden gebonden is. En de ontuchtige, en de speler en de dief en de moordenaar. Zij allen zien hun huis waaraan zij dit jaar hebben gebouwd, en ziet het Is een gevangenis. Het mooie van hun leven is er èf. Het is alles naar en somber en droevig. Een spreekwoord zegt, dat ieder mensch de smid ls van zijn eigen ge luk. Er is veel op af te dingen, maar er ligt toch ook een kern van waarheid In, vooral oou als men in plaats van geluk ongeluk" durft lezen. Want het is toch niet anders, dan dat een mensch, die het verkeerde zoekt en doet - het ook ontmoet. En de twaalf slagen van den torenklok klinken als bazuinen van het oordec1. dat zich In hét leven onvermijdelijk voltrekken moet. Misschien brengen zij tot inkeer. Misschien zal het huis dat Wij ons bouwden, zoo verwijtend aanzien, .dat er ge- ^i Naar hal EngeJsch. 19. zegd wordt: zóó niet meer. Het zal een nieuw bouw worden. Van den grond af aan. Een radicale hervorming van ons leven. En al bouwen wij niet bepaald een huis, dat gevan genis genoemd mag worden, toch zal het eind des jaars ons doen zien, hoeveel onvolmaakt er was in ons bouwwerk, hoeveel stevige en hechter wij hadden kunnen bouwen, en door de ervaring geleerd, roepen wij het ook uit*. D&t niet meer, en dat niet, Ons bouwen zal nolleder worden in het jaar dat we mogen ingaan. En gelukkig de mensch, dlo niet jam merend en woonend behoeft te staan bij het bouwwerk jdjnor "handen. Muor dlo blij en dankbaar mag terugzien op wat hij deed en dlo met vernieuwden moed mag voortgaan, het nlouwjaar la Mot odole gedachten en edele gevoelens, menschwaardig zooals het ons be taamt. Tegenover de „gevangenis" staat de „Tempel". Moge zoo ons Sylvester zien, «Is In oen tempel van reinheid, goedheid, schoon heid, waar alles lieflijk ls en wèl luidt. En vanwaar de muziek des geluks klinkt over de velden van het menschenleven. Wij wenschen al onze lezers zulk een blik op het huis zijns levens, dat hij in de vervlogen dagen heelt gebouwd. VLISSINGEN. In opdracht van den Minis ter van Koloniën zal Ir. H. W. Brinkhorst, hoofd van den Hijks Waterstaat zich mot het stoomschip „Crijnssen" naar Curacao bege ven. In een perceel tn het Bellamypark had een schoorsteenbrand plaats, ontslaan door brandend roet. De politie bluschte den brand. Op den Koningsweg brak een verbindings draad van een hoogspanningsdraad van het elecitrisch net De Centrale, door de politie gewaarschuwd, nam direct maatregelen. De officier van den marine stoomvaart dienst 2de kl. R. de Bruijn, wordt 7 Januari geplaatst op den mijnveger „Medusa". De eerste ploeg niet-voorgeoeflenden der lichting 1930, niet bestemd voor de officiers- of de onderofficiersopleiding bij het 2e reg. on bereden artilleerie te Naarden en het regiment kustartillerie in Den Helder en alhier, komt 5 Mei voor de eerste oefening onder de wapens. Cand. L. Holbrigter bedankte voor het beroep naar de Chr. Geref. Kerk alhier. MIDDELBURG. Alhier werd de algemeen© vergadering gehouden van de Zeeuwsche Maat schappij van Landbouw, in welke samenkomst de heer Siebenga, rapporteur van het Zeeuw sche pachtbur ut, de nieuwe regeling van de pacht een de pachtoommissie inleidde. Ds. A. Verhagc. komt voor op hot 2-tal bij de Gerei Gem. te Veenenidu,ui. VEERE. In een buitengewone zitting van don gemeenteraad word de hoer H. Dronkers als burgemeester geïnstalleerd. Aan do grens der gemeente opgewacht, word hij naar het stadhuis geleid, waar wethouder F. J, Gastel hem toesprak. •n gesprongen bandon C snezen direct en blijven serlqk zacht «o lenig met j AKKER's KLOOSTERBALSEM bijt niet! KOeen goad èod gotdr vanpeuxme taihik vVJ<»H7 fr/«i (fcafc k>h**m.%pmémmpméÊê nXoaytOrlPMtttirhpiltyJhr SlUlR* 1153 OCKENBURG, WalltMflt A.s. Zondag is geopend de apotheek van ENuERLNG, Nieuw straat. NONHEBSU Korts Delft. A.S. Stongag is 4» *A0« VAN DE GARDJ3, Kocte Noordsteasfi. Donderd. Vrijdag O M «I - - vmmM .a 'j. ZL v.v. v. óv.'. ,.i oj.. „Luister Blanche. Wij waren uitgezonden, om een dorpje te bestormen dat door een handje vol Franschen beschermd was, Toen wij voor waarts slopen in de schaduw van de boomen, zagen wij iemand van den vijand als een schild wacht in het volle maanlicht staan. Zijn rug was naar ons toegekeerd; hij scheen ons niet te hooren aankomen. Ik viel op hem aan en voor dat hij zich kon omkeeren, of vluchten. Ik velde hem neer met mijn zwaard; hij viel zonder een geluid te geven". „Laat mij toch gaan", jammerde het ver schrikte meisje. „Ik kan er niet naar luisteren". Maar ofschoon hij haar maar zwak en be vende vasthield, had zij de kracht niet om zich zelf los te trekken. „Wij plunderden de woning", ging hij op heeschen toon verder, „en daarna kwam ik weer in het maanlicht. Plotseling hoorde ik een zwakke stem, die mij riep. Stilstaande, zag ik, dat de officier, dien ik neergeveld had, niet dood, maar stervende was. Vervuld van mede lijden knielde ik naast hem neer en trachtte hem op te richten. „Te laat", mompelde hij; „maar als U een man zljt, beloof me dan één ding, als U blijft levèn, dit aan den Franschen generaal te geven en vertel hem vertel hem „Hier begaf het spreken hem; maar met een laatste krachtsinspanning haalde hij van z(jn borst een medaillon aan een gouden ketting en toen hij mij in mijn handen gegeven had, viel hij achterover, levenloos". „Vertel verder", riep Blanche uit, als onder den invloed van iets, waaraan zij geen weer stand kon bieden en beefde als een blad van een boom, „om Godswil, ga verder". „Ik zwoer hem zijn laatste verzoek te vol brengen. Als een Lafaard stelde ik het steeds maar uit Den volgenden morgen gingen wij' op marsch. Maar kijk Blanche". Bevende trachtte hij zijn klecren open te ma ken en haalde er een ketting en een medaillon uit tc voorschijn, dat op zijn hart verborgen had gelegen. Op dat oogenblik ging een kramp trekking door zijn lichaam en met een diepe zucht viel hij achterover in de kussen* Zijn hand hield het medaillon nog vast Doodsbleek maakte Blanche zijn vingers los, haalde het er uit en hieLd het in het licht Haar hoofd duizelde, het schemerde haar voor de oogen, maar met de kracht der wanhoop druk te zij op de veer en opende het Een kreet van schrik kwam over haar lippen. Zij zag de beeltenis van haar moeder naast de hire, toen zij nog een kind was. Het was het gouden medaillon, dat zij haar vader gegeven had den avond, voordat hij, wegging. HOOFDSTUK XIII. Met een luiden gil, die hetzelfde oogenblik op haar lippen bestierf, het medaillon nog in haar hand, viel Blanche de Gavrolles bewus teloos bij het bed neer. Hoe lang zij zoo gelegen had, kon zij niet zeggen; nu echter opende ziij haar oogen, ging op haar knieën zitten, kroop over den grond naar het bed, greep de dekens stevig vast en staarde wild naar Hartmann, die op zijn 'rug Lag, zwaar ademhalend*. O Crown Terwijl zij zich aan de dekens vasthield en vlug ademhaalde, keek zSj met groote oogen, zooals een ter dood veroordeelde naar de ver schijning van den dood kijkt Vervolgens, waggelend op haar voeten en haar armen in de lucht heffend, uitte zij eet alleptreurigste jammerklacht, vol schrik en vreeselijke wanhoop*. „Vader, ft ader". Het was een hemelsche goedertierenheid, dat zij op dat oogenblik haar verstand niet ver loor. Haar oogen stonden zonder tranen, haar hart was koud als ijs. Zij was door een moordenden slag ongevoelig geworden. Alles wat zij doen kon, was de zwakke en jammerende klacht te uiten: „Vader, vader". Langzamerhand begon de werkelijkheid tot haar door te dringen. Haar hart was gebroken, gansch en al ver vuld door een hevigen en vreeselijken schrik. Niet alleen, dat zij het eenig© wezen, waarvan zij op de wereld hield, verloren had, maar zij had hem door zulk een ongelukkigen en vree selijken samenloop van omstandigheden verlo ren. Hij was vermoord gerworden in de volle kracht van zijn leven; en, alsof dat al niet genoeg verdriet was, had de wreedheid van het lot den moordenaar naar haar huis gebracht. Het lot had zij nlevon, in haar handen gesteld en had alles dusdanig in elkaar gezet, dat zij den man verzorgd had, dien zij had moeten haten. Het was allerverschrikkelijkst Zelfs haar geloof in God was aan het wan kelen gebracht. Hoe konden er als er een lief* hebbende Vader in den hemel was, zulke din gen gebeuren? Zij haatte zichzelf zij haatte da heala wereld. O, als zij het geweten had als zij het maar geweten had. Zij stelde zich alles voor. Zij zag alles, zoo als het gebeurd was, Zij zag den eenzamen man onder de sterren staan, wachtende, mis schien aan zijn kind denkende, dat ver weg was; dan den woesten vijand, die als een wild beest door de duisternis sloop, en achter hem aan kwam als een moordenaar, hem bijna doo- dende, voordat hij een kreet kon uiten. Zij zag niet alleen dit, maar meer. Zij zag het stervende gelaat, dat naar de sterren keek. de zwakke handen, die zich aan den moordenaar vastklemden; zij hoorde de laatste woorden; de treurige boodschap, uitge sproken door de stem, die zij zoo goed kende En de moordenaar lag daar, op haar vader's bed, daar door haar medelijden gebracht, ten tweeden male door haar zorgen van een ellen- digen dood gered. Zij liep wankelend weer naar het bed, en keek op hem neer, met saam geknepen handen en een doodsbleek gezicht Haar heele ziel ver zette er zich tegen hem nog hier te houden. Zij Verlangde er naar om hern van bed te trek ken en hem in de koude sneeuw te jagen. Op een stoel naast zijn bed lag zijn zwaard. Z5j zag het een wilde gedachte ging door haar hoofd hem te dooden, terwijl hij sliep, hem dooden, zooals hij haar vader had gedood. Toen die gedachte bij haar opkwam, voelde zij dat zij het kon doen. Het zou rechtvaardig zijn, dacht zij. O, kon zij maar wraak op hem nemen en dan sterven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 1