ONS JEUGDVERHAAL
1
Weet gij?
DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSO]
WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 13 DECEMBER 1929 No. 50.
NA SINTNICOLAAS.
Hebben Jullie Zaterdagmiddag al die fa
brieksfluiten en kanonschoten ook gehoord.
Over heel Nederland was het en zeli's in ons
Indië. Dat was bedoeld als- een at'saheid van
SL/Nioolaas zie je, die op dat tijdstip aan
fcpond gegaan was en den terugweg naar
Spanje opaocht
Wij hebben den goeden Sint natuurlijk een
aangename reis en een behouden thuiskomst
gewen scht. Het is hem zeker wel gegund na
al de pret en de vreugde, die hij in het land
gebbacht heeft.
En zoo behoort het feest zelf ook al weer
tot het verleden.
Hoe hebben jullie het gehad? Ik hoop goed.
En heb je nog gescphenken ontvangen. Het zal
,vel, want St.-Nicoloas slaat maar heel wei
nig kinderen over.
In de straat waar ik woon, ken Ik een ae-
kfMYn Jan Smulders. Die heeft van Sinter-
k'nas maar eventjes een autoped gekregen
met echte banden. Het had echter maar wet
nig gescheeld of het geschenk was zijn neus
voorbij gegaan- Dat zat zoo:
Je weet wel, Sint Nicolaas houdt er van
rijn geschenken als echte verrassingen bij je
binnen te smokkelen. Het komt altijd op een
oogenbük dat je er net even niet aan denkt.
700 ging het ook bij Jan Smulders. Die zat
don geheelen avond al bij den schoorsteen en
telkens keek hij boven de kachel in den pijp.
Hij dacht zeker dat Sinterklaas op die manier
to zien was en daarom had zijn moeder al
eens geezgd, dat hij tcch niet zoo dwaas moest
doen. Maar weel je, Jan had vaak genoeg ge-
hoqrd, dat de geschenken; wel eens door den
srjjQorsteon worden geworpen. En nu dacht
dat mij' overkomt en mijn cadeau valt
•vjfljde g'oeiende kachel, dan verbrandt het
<v;: y.]<ui ben ik meteen bokkie.
Nu, dat was zeker zoo dom nog niet ge
dacht en daarom zat Jan bij de kachel, klaar
om dadelijk het pak op te vangen als het
soms uit den schoorsteen zou komen vallen.
Van lieverlede begon hij te suffen, zeker door
de warmte, en hoe het nu kwam weet ik niet,
maar hij moest ineens denken aan een paar
honderd strafregels, die hij nog op zijn ge
weten had.
En op dat oogenblik gebeurde het
Ring, ring, ring, ring, ring, ring....
Zoo hard was nog nooit op de wereld een
huisschel overgegaan. Jan zat stijf van den
schrik. Maar daar drong het tot hem door, dat
(Ut vriendelijke belletje misschien van zwar-
'en Piet of misschien zelfs wel van St,-Nico-
aas afkomstig kon zijn. Hij sprong op en
holde als een dolleman naar de gang. Hij rukte
le deur open enzag niets.
Snel keek hij de straat in. Ja, heel in de
verte, was het alsof hij iemand heel hard weg
Zag loopen. Het kon zwarte Piet wel zijn,
die kaai immers zoo geweldig hard loopen.
Jan keek eens goed op den drempel, daarna
op zij van de huisdeur, tenslotte in de kozijnen,
maar hij vond niets.
Nou, dacht hij, dan weet ik het ook niet,
hoor. En hevig teleurgesteld ging hij weer
naar binnen.
Daar keken vader en moeder hem verbaasd
aan.
Wat is er Jan? vroeg vader. Was het
zwarte Piet niet, die daar belde?
Ik weet het niet zeker. Ik meende dal ik
hem hard de straat uit zag loopen, maar er
ligt niets voor de deur
Ach jongen, riep moeder terwijl zij haas
tig? opsprong, dan heb je natuurlijk niet goed
gekeken. Zwarte Piet is geen bengel, die zoo
maar aan de bel trekt
En haastig liep het goede mensch de gang
in om zelf eens te kijken of er niets voor haar
Jan lag. Jan en vader volgden haar en met hun
drieën zochten zij goed. Wel vijftig meter aan
beide kanten van het huis zochten zij de
straat af, maar zij vonden niets.
Eindelijk zei moeder:
Maar vader, dat kan toch niet. Als zwarte
Piet nu bij ons gebeld "heeft, en dat hebben
wij toch allemaal gehoord, dan moet er toch
iets zijn. Weet je wat, zei ze opeens, ik zal
even bij de buren vragen
En nog voor vader of Jan haar konden te
genhouden had zij reeds bij buurman Jansen
aan de bel getrokken. Meneer Jansen deed zelf
open.
Ach, meneer Jansen, zei moeder vriende
lijk, heeft zwarte Piet hier misschien iets
gebrfacht wat niet voor U of uw zoon be
stemd was
Dat is te zeggen, antwoordde de heer
Jansen, terwijl hij een knikje gaf in de rich
ting waar vader en Jan stonden toe te luiste
ren, er is bi| ons een auto-ped gebracht
t Ach ja, natuurlijk, ziet U wel, viel moe
der haastig in, dat is verkeerd. Die auto-ped
was voor onzen Jan bestemd.
Jan stond paf van verbazing. Hoe kon moe
der nu weten welke geschenken St.-Nicolaas
bij W7illem Jansen zou brengen? Zou zij St
Nicolaas dan van tevoren gesproken hebben?
Maar reeds kwam de oplossing van 't raadsel.
Het kan, dat geef ik toe, antwoordde ae
heer Jansen. Ziet U, wij hoorden vreeselijk
hard bellen, maar Wij twijfelden er toch aan
of het wel blij ons was. Toen wij echter gin
gen kijken, za^on wij dat bij U niet open ge
daan werd en loen vonden wij het pak daar.
En de heer Jansen wees een plaats aan voor
het raamkozijn, precies tusscl. u zijn huisdeur
en die van Smulders. En hij ging voort:
Ik twijfelde wel even, natuurlijk, want
het pak stond hier zoo, dat het evengoed
voor U als voor ons bestemd kon zijn, maar
zooals gezegd, het duurde nogal ©enigen lijd
voor er bij U werd opengedaan. Toen heb ik
het maar mee naar binnen genomen.
Jan dacht dat heb je er nu van. Ik zat na-
tuuifijk zoo te suffen bij de kachel en ik
schrok zoo, dat ik' door alles tezamen te laat
bij de deur kwam. Enfin, hij kon gerust zijn, er
was toch blijkbaar een geschenk voor hem al
was het dan bij, Jansen gebracht En nog wal
een. auto-ped.
—Willem, riep nu de heer Jansen naar
binnen. Willem breng vlug die auto-ped be
rieden. Die is niet voor jou, maar voor Jan
Smulders.
Maar dat was toch alles behalve prettig
voor Willem. De jongen kwam met een ontdaan
gezicht te voorschijn, doch de auto-ped bracht
hij wijselijk niet mede. Een beetje brutaal
vroeg hij
Wie zegt dat?
Ik, antwoordde zijn vader kort, maar
Willem was zoo teleurgesteld, dat hij den
strijd "nog niet opgaf.
Slot volgt.
DE BESCHAAMDE TEEKENAAR.
oOnce teekenaar had de bedoeling eens een
mooi plaatje te teek en en, dat voor moest stel
len hoe men in den herfst het leukste spe-
hti kan. Nu, wat dit laatste betreft, is hij al
wel* geslaagd. Men kan duidelijk zien, dat de
kinderen zich kostelijk amuseeren bij het ver
stoppertje spelen. Zij loopen zich warm en
lijk-chtan zich achter de kale boomen en strui
ken zoo goed en zoo kwaad als het gaat te
verschuilen.
Edoch, de teekenaar heeft ln deze teekening
een leelijke fout gemaakt en daarom zijn wij
heel boos geworden. De teekenaar werd erg
'erflegen want fiij zag het zelf ook wel, dat
Mi niet goed had geteekend. „Maar", zoo zei
hij. „ik ben er bijna zeker van, dat onze lezer
tjes en lazenesjcs de fout niet eens zullen
zien". Nu dat hebben wij ons natuurlijk niet
Laten zeggen en daarom drukken wij de teeke
ning hier af en wij geven jullie den raad eens
goed te zoeken. Zorg dat de teekenaar geen
gfeïïjk kr{gt hoor, dus vindt de fout maar
liefst zoo snel mogelijk. Wij zullen de volgendi
week vertelllen wat het was, dan kun je na
zien of je het bij het rechte einde had.
Er is nog wat met dit plaatje. Uit angst dal
jullie de fout wel zouden vinden heeft de tee
kenaar zijn naam willen verzwijgen, maar da
gaat natuurlijk niet, hé. Je moet aan een tee
kening of een schilderij' kunnen zien wie hel
gemaakt heeft. Wat heeft de slimmerd nu ge
daan. Hij heeft zijn naam zoo gezet, dat je
hem haast niet vinden kunt. Zoek dus ook zijn
naam eens op.
rfop
KRUISWOORDRAADSEL No. 201.
In de vakjes naast elkaar (de horizontale)
moeten woorden van de volgende beteekenis
worden ingevuld
3. rijf vakjes een groot dier, dat men vaak
straat ziet.
twee vakjes: een muzieknoot.
7. twee vakjes: ls een getij bij het zeewater
8. twee vakjes: de verleden tijd van een werk
woord. dat een handeling aangeeft die een
mensch moet verrichten om in het leven te
blijven.
9. twee vakjes: een lengtemaat.
10. twee vakjes: beteekent vaak hetzelfde als
binneb.
12. twee vakjes: een muzieknoot.
13 vijf vakjes: zegt men van niets dat nergens
nuttig voor is.
Do vakjes onder elkaar verticale) stellen
woorden van de volgende beteekenis voor:
1 twee vakjes is een van je allernaaste man
nelijke familieleden 3
2 twee vakjes: een voertuig fn den vrinter.
4 twee vakjes beteekent hetzelfde als: reeds.
3 rijf vakjes een muziekinstrument voor
de huiskamer.
rijf vaMra: een industriestad in Z.-Hollland
11 twee v .jes: Is het tegenovergestelde van
uit.
14 twee vakjes: beteekent vaak hetzelfde als
achter" of „volgende".
15. twee vakjes: e«r. stark raikend knolgaww»
Oplossingen Kruiswoordraadsel No. 200.
Horizontaal: 3 eo, 4 eg, 6 deurbel, 9 den,
10 sap, 11 loemp, 12 lui, 14 uit, 16 angstig1,
19 ga, 20 os.
Verfrraa' 1 kou. 2 hob, 3 eenling 5 ge
ruis, 6 de, 7 reeks, 8 la, 13 ua, 15 ig, 17
gal, 18 tol.
AFSCHEID VAN SINTERKLAAS.
De goede Sint, die brave man
Heeft weer zijn werk volbracht
Talloos velen, jong en oud
Zijn door hem bedacht
Velen heeft hij blij gestemd,
Dankbaar en tevreden.
Had hij zelf, de goede Sint
Ook tot blijdschap roden?
Wel, de Sint was wat ontstemd
Werd er niet verteld,
Dat hij per vliegtuig kwam?
Hij per vliegtuig? Is zijn boot
Dan niet goed genoeg?
Daarmee kwam hij nooit te laat,
En ook nooit te vroeg.
Immers was hij hier op tijd
Naar het oud fatsoen,
In zijn stoomboot over zee,
Zal 't nooit anders doen.
In een auto rijdt hij rond
Heeft men ook beweerd.
Niet meer over daken hoog,
Met zijn witte peerd.
En ook dit heeft hem bedroefd
En het deed hem vragen1!
„Waarom zou ik, oude man,
Me in een auto wagen?"
'k Moet toch op de daken zijn,
In den schoorsteen, kijken?
Neen, de auto zou me vast
Bij mijn werk niet lijken.
Neem de koffer vlug.
Heusch, de Sint was toen hij ging
Lang niet in zijn schik
En hij stapte op de boot
Met een droeven blik.
„Piet" zei hij, „we gaan naar huls
Als het niet verandert hier,
Kom ik nooit terug" FOREST
Troef.
Een Amerikaan en een Schot stonden bij de
'iagara-waterval. De Amerikaan moest na-
uurlijk opscheppen. „Ik heb daar eens een
man tegenop zien zfwemmen", zoi
„Weet je 't zeker?" vroeg de Seuot
„Natuurlijk".
„Nou, dat komt uit, die man was ik".
Een Pessimist
In een bepaalde streek van Texas had het in
geen maanden geregend, doch men had een
aaneenschakeling van stoffige, winderige da
gen achter den rug, Op zekeren dag hielden
twee spoorwegarbeiders op straat een gesprek
en een hunner maakte de opmerking:
„Het ziet er aan den hemel uit, alsof er
een donderbui komt opzetten ik geloof,
dat wij voor vanavond een flinke regenbui krij
gen". f
„Loop heen", zei de ander, „dat is een ledige
goederenwagen, die naar het Westen gaat om
gevuld met zand terug te komen".
dat de export van radio-artikelen, in October
1928 f 2.391.000 en in Oct. '29 f8.863.000, dus
bijna viermaal zooveel bedroeg? en
dat de export van gloeilampen eveneens in
hetzelfde tijdvak is gestegen van f 1.909.000 tot
f2.554.000? en
dat Clemenoeau gezegd heeft dat er niemand
meer voor het oorlogvoeren te vinden zou
zijn, als zij gezien hadden wat hij; gezien heeft
dat er per jaar ongeveer 1.150.000.000 stuks
banderollen voor sigaren worden verstrekt wel
ke aan belasting f82.000.000 opbrengen?
18
Toen Robbie en Toipaj op een
goeden dag over de 'heuvels zwier
ven, kwamen ze Freddy Vrijdag
en Ivy tegen met een kudde kleine
antilopen. Freddy was bezig schijf
jes te snijden van een «tuk brood.
,,Wat zijn dat aardige kleine
dingen," zei Topay. „Voed je ae
met brood?"
,,Ze krijgen stukjes geroosterd
brood," zei de zeeman. „Antilopen
zijn verzot op geroosterd brood."
„Dan moet jij dat geroosterd
brood maar maken," zei Ivy. „Ik
weet wel, dat ik het voot dezen ge
heelen troep niet zal dóen. Ik heb
meer dan genoeg te doen son der
dat."
„Het is absoluut overbodig ge
roosterd brood te maken," zei de
zeeman. „Deze antilopen hebben
geleerd hun eigen geroosterd brood
te bereiden."
Terwijl hij dit zei, legde Freddy
Vrijdag een snede brood op de
hoorns van ellke antilope, die naar
hem toekwam.
„Kijk eens, hoe ao naar de keu
ken rennen, om ze in de ovoo te
leggen," lachte Freddy. „Ze vra
gen je heelemaal niet het brood
voor hen te roosteren, Ivy."
„Hoe kon ik weten, dat ze zelf
hun brood roosteren?" zei Ivy.
(Maandag vervolg)