Draagen Jtanbod PUROL M Wand'enSniïwonden^ EEN WINTERNACHT WEEKBLAD VOOR WALCHEREN Wie geen !ICillilE(6 pepermunt gebruikt, laat de meest verkwikkende versnapering aan zich voorbijgaan 88e JAARGANG VRIJDAG 8 DECEMBER 1928 drukkerij H. WBQBUN.Q VLISSINQEN Ook Ör het gebied ven Kantoor* en Schrijf behoeften 2|Jn wij go ei en goedkoop 1 MIRDELB. so mwmtwm. ABON.NBMEiTOP.Rus2 4.0 «BNT PER 8 MAAÖÊDSN KRANGO PER POST 45 GENT LOSSE NUMMERS 5, GENT No. 49 DRUKKERIJ H, WEGBLING VLISSJNQEN WIJ zorgen y;ow nette" uitvoering van uw'Drukwerk en zijn tooh hel laaget In prijs I DRUKKERIJ DE LANOE JAN MIDDELB, ËËKSLE BLAB WÊÊB* dl® zleb met 1 Januari op dit Blad wenschen te abonneeren, krijgen de vóór dien datum verschijnende nummers GRATIS. Ds Uitgever a crown. 0, Jo, Sinterklaasfeest ls hot kinderfeest, zeg gen wij niet bij uitnemendheid, want het kind voelt ook lots van do heerlijkheid van het Christuskind, en Diens feestdag is ook voor het kind gewichtig genoeg, om hot den voor rang niet te ontzeggen. Maai' dat ls anders laat ons zeggen: gewijder, iets wat het kind als bij intuïtie ook aanvoelt Maar hoe vroolijk, omfaiet te zeggen hoe opgewonden vroolijk kan het kind zijn als het de grootere en kleinere pakjes op St.-Nioolaas-avond opent en zich met groote oogen verlustigt in al dat mooie en heerlijke, dat' zijn dèol is geworden. Het beziet dit alles met echte kinderoogen. Wat een blijd schap voor de ouderen, zich te vermeien in de vreugd van hun kind. Alleen daarom zouden fve dit feest niet willen missen. De goede Sint ls de Incarnatie van het goede, dat) wij onzen kinderen gunnen en dat wij ook in de levens der groote menschen zoo graag zien als hun deel. En hoe meer wij nu probeeren, dat goede in te dragen, hoe beter het zal zijn, want wie goed doet, heeft zelf dat voldane gevoel iets geweest te zijn woor een ander. Vreugde en blijdschap zij er In onze huizen en gezinnen. In het geven en in het ontvangen beide. De dag van den Heiligen Nioolaas spore allen aan tot het hebben van goede gedachten en blijde bereidwilligheid voor elkander. WeffelingsHieuwsblad DE lange JAN AJMRilrEMEWriS mem. tmmm* 40 mm wmmmm spac. tariee Uitgave a H, W^^llng, Noordstr. 44 Telef. 180, Vlleslngen, Bijkantoor? Drukke De Lange Jan, Noardstc. C 34 Middelburg •mm mmMïmMMi December. Maand van allerlei gedachten. Van intieme huiselijke gezelligheid. Van fees ten voor groot en klein. Maand, in welke men elkander tegemoet komt rhet vriendelijkheid en vreugde. Geein maand is er welke zoozeer de gedachten der menschen concentreert op het goede als deze maand. Bij den aanvang het St-NiooUiesfeest, tegen het eind het Christus- feest, zo zijn liéido zeer verschillend. En rei kend tot do diepste betooklenis vooral van, liet laatste feest, ls dit mot geen ander te verge lijken. Iïet steekt torenhoog boven ieder ander uit, ook boven dat van don Heilige^ van Myra. Maar toch: beide leenen zich, om zich uit te putten in goede gedachten voor elkander. En bedde gaan gepaard met den lust, elkander iets van zijn goede gezindheid te doen ondervinden. Wanneer zich dit uit in het geven van geschen ken, kleinere en groot ere attenties, naarmate men zelf over meer of minder te Beschikken heeft, dan is 't het eerste feest dat zich daar toe het best leent, zal het zich uiten In verzoe ningsgezindheid en vredesbegeerten, dan leent zich het tweede daartoe beter. Maar in' ieder geval is de Decembermaand, de aangewezen tïfd om re roorm. dat men het goed meent met elkander. En de banden, die de menschen onderling aan elkander binden, worden hech ter samengetrokken, en de sympathie, die men voor elkander heeft, wordt verlevendigd. En het is waarlijk gelukkig, dat In deze veelzins donkere wereld nog dagen gevonden worden, waarin men eenig licht tracht te brengen' in het leven van menschen en kinderen, die mis schien niet al te veel van het licht des levens genieten. We denken hier aan de gevangenen, aan eenzamen en veriatenen, het oude moeder tje op haar zolderkamertje, de wees in zijn innerlijke verlatenheid. Maar zelfs daar, waar men niet al te zeer gehukt gaat onder het don- van het leven; is h^t toch een nnettige eewaarwording, ars men bemerkt, dat er goede eed achten zijn bij anderen, die deze in tastba ren vorm vertolken, op een avond, die blijd schap en vreugde wil geven. Daar is ons kind. assess! ki\.vA^v._ ^,0 A.-I.:<V.X.J, Wor+h^r VLISSINGEN. In het Concertgebouw werden een tweetal HuRebroeck-avonden gegeven door de C. K. W. O. De heer HuUebroedk maakte met zijn gehoor een reis door Vlaanderen en illustreerde, wat hij zeide, door het zingen zijner verzen. In hetzelfde gebouw gaf de heer C. K. A. Nonhebei uit Middelburg voor het Instituut voor Arbeidersontwikkeling een lezing, over het Wonder der huid, het natuurlijke hemd. dat het heele lichaam1 overdekt ert dat dfent tot regulatie-orgaan voor gelijkmatiger iwarmfe. Aan de hand van enkele platen werd dit onderwerp behandeld. In de Doopsgezinde Kerk gaf Ds. O. L. van der Veen een lezing over den bekenden thooloog-musicus-gcneesheer Prof. Dr. Albert Sch.wcd.lzcr, dlc zijn werk in Afrika beschouwt niet als liefdadigheid, maar als een boetedoe ning voor de schuld, die de blanke rassen te genover de gekleurde op zich hebben gela den, door hun te brengen de ellende van den alcohol en vele ziekten. De V. T. V. gaf een tweetal avonden, in welke, eerst de adspiranten en daarna de le den, van hun geoefendheid blijk gaven. De zaal was overvol. Vanwege de werkliedenvereeniging „Maar ten Luther" is een bibliotheek opgericht met aanvankelijk 600 nummers. Van het stoomschip „Rljperkerk" van de Holland-Afrlka-lljn is op do Westkust van Afrika,, de 18-jarige messroom steward Ch. M., •wonende alhier, overboord geslagen en ver dronken. Het motor-vrachtschip „Poelau Tello", op de werf der N. V. Kon. Mij. „de Schelde" alhier in aanbouw voor de Stoomvaart-M5j. „Nederland", zal Maandag 9 December naar buiten worden gebracht, een paar dagen proef tochten houden op de re ede en dan naar Am sterdam vertrekken. Verplaatst de oommies bij den post-, te legraaf- en telefoondienst G. M. Standaeft, thans w.n. directeur te Axel naar het kantoor alhier. De heer G. J. F. Bly, inspecteur van den Belgischen loodsdienst alhier, is benoemd tot directeur van den loodsdienst te Antwerpen. De kapt.-luit. ter zee J. A. Kruijs, afge treden commandant van Hr. Ms. pantserboot „Brinio" alhier, is aangewezen voor den dienst in Oost-Indië em zal 11 Dec. met het motor schip „Indrapoera" uit Rotterdam zijn bestem ming volgen. Hr. Ms. mijnlegger „Medusa" Is alhier teruggekeerd, onder bevel van luit. ter zee le kl. W. H. C. Hoog. De heer J. A. Casteleïjn alhier» staat als no. 1 op de voordracht voor onderwijzer aan de O. L. School te Westkapelle. Geslaagd voor examen eersten stuurman do heer L. Kortewcg, als twoode stuurman de heer „J. J. Jonk. Vrijdag had een officieel afscheid plaats van ld en opperschipper C. Mo ederzoon, chef der equipage van Hr. Ms. „Noord-Brabanlt". In de cantine werd de heer M. toegesproken door den sergeant-seiner J. Labruijère, Men bood hem een mooie rooktafel aan en verder bloemen voor mevrouw en dochter. Per auto Werd de familie naar huis gebracht. In de groote zaal van de „Oude Vriendschap" had een grootsche huldiging plaats van den heer dokter Vermaas, die zijn 40-Jarlg Jubi leum als arts herdacht. Namens de commissie, daartoe, werd het woord gevoerd door den heer M. Laernoes, die den burgemeester verzocht een schilderij aan te bieden, welke aller gevoe lens vertolken moest, hetgeen deze met groot genoegen deed. De groote sympathie schrijft spr. toe aan dokters gelijkmoedigheid en opge wektheid, die hem tot den vriend der menschen maakte. Door hem werd eens even gememo reerd welke functies de jubilaris zooal heeft waargenomen, en die zijn niet weinige. De schilderij, die wend aangeboden stelt voor: Schardijnvisschers in de monding der Schelde In nevel, terwijl een zonnestraaltje daardoor breekt. Mevr. Vermaas ontving een bloemen hulde met een bedrag, gepaard gaande met het verzoek dit voor een weldadig doel te besteden. Ook van buiten kwam een fraaie bloemenhulde. Verschillende sprekers voerden nog het woord, die hun gevoelens van dank en vertrouwen ver tolkten. Ter gelegenheid van dit jubileum mocht Dr. Vermaas nog van verschillende zij den belangstelling ontvangen, o.a. van het kan toorpersoneel en den chef-loods van het Bel gisch loodswezen en van de Vereenigde Belgi sche Loodsen. Moge Dr. Vermaas nog lang zijn praotijk tot heil van velen kunnen waarnemen. De luit ter zee 2e kl. J. A. de Back is ontheven van zijn detacheering bij de mil. gas- Naar tw» E»geb»cJ\, 15. Terwijl zij een schreeuw uitte, bedekte Blan che haar ooren met haar handen, daar. zij de klank van de stem der oude vrouw niet langer wilde hooren, .maar het oude vrouwtje, heele- maal niet bevreesd^ en misschien zelfs verheugd door de uitwerking van haar woorden, wilde doorgaan met spreken, maai* op dit oogenblik kwam de Uhlaan te voorschijn. Terwijl hij zijn oogen uitdagend op de oude vrouw gericht had, vroeg hij haar te vertrek ken, daarna Wendde hij zich beleefd naar Blanche. „Frauledn", zeide hij, mag ik de eer hebben U naar het kasteel terug te leiden? of indien U rond wil zwerven, mag ik dan met U mede gaan? Het is niet veilig voor U alleen rond te dwalen; en ofschoon ik de vijand van uw Land ben, zal ik U beschermen". Voor dat zïj antwoordde, keek Blanche be deesd om zich heen. Hartman n, die haar blik opmerkte, zeide: „Uw kwelster is heengegaan, zooals U riet Ik heb haar gezicht goed gadegeslagen, zoodat ik nooit een dronk water uit haar handen zal aannemen. O, Fraulein, uw vrouwelijke landgë- nooten zijn niet als U, moet ik tot mijn spijt zeggen; als het anders was, zou er geen oorlog meer jijn", „Zij heeft reden om bitter te zijn", zeide Blanche, „zij heeft twee zonen verloren". „En U, Fraulein", antwoordde de soldaat, „kan misschien een vader verloren hebben". Het meisje keek hem aan met een gezicht, waarop groote angst te lezen stond. „Is mijn vader dan gesneuveld, mijnheer?" zeide zij met zulk een onderdrukte angst, dat het hart van den soldaat ineenkromp, „Ik hoop van niet, Fraulein, maar hij is op het oorlogsveld". „Zeker, hij is in den oorlog, maar ik smeek God nacht en dag hem weer veilig bij' mij te rug te brengen". „En ik hoop, dat uw gebed verhoord mag worden. U houdt veel van uw vader, nietwaar?" „Hij is alles, wat ik in de wereld heb". Een poosje liepen zij beiden in stilte ver der; toen stonden zij stil, met hun gezicht naar de zee gekeerd en de soldaat sprak weer: „U heeft nog nooit een groot verdriet onder vonden, Fraulein?", vroeg hij. „Nooit, totdat mijn vader wegging om in den oorlog te gaan, mijnheer. Wij hebben hier altijd in het kasteel gewoond, en hadden een zeer vreedzaam en rustig leven, totdat de oorlog begonr en hij van mij weggenomen werd". „En was U toen alleen? U heeft toch van hem gehoord?" „In 't eerst bijna dagelijks, maar nu heb ik al verscheidene weken niets van hem verno men. En laatst", zeide zaj „heb ik vreeselijk rare droom en gehad". Zij hield op, keek hem aarzelend aan, daar na, vervolgde zij, door zijn blik gerustgesteld: „Eemige nachten geleden, droomde ik, dat mijn vader bij me was niet hier in het kasteel, maar op een eenzame plaats en dan heelen tijd, dat wij bij elkaar waren, had hij zijne hand op mijn hoofd en mompelde: „God zegen je, arme Blanche". En het kwam mij voor, dat hij een gnoot verdriet wist, dat over mij zou komen en dat hij daarom1 treurig wax. Wat kan het beteekenen mijnheer?" Zouden die droomen geen onheil voorspellen? Als mijn va der een ongeluk overkomen zou, zou dat mijn dood zijn." En voor een oogenblik haar zelfbeheersching verliezend, bedekte zij haar gezicht met haar handen en snikte luid. De soldaat wachtte, totdat de hevigheid van haar verdriet voorbij was, toen hij zei: „U hebt meer reden om mij en mijn landge- nooten te haten dan ik dacht. Ik heb misbruik van uw liefdadigheid gemaakt door zoo lang te blijven. Ik zal dadelijk tiaar uw soldaten schrijven om mij naar Técamp te brengen." Vlug haar oogen afdrogend, keerde Blanche zich naar hem toe: „U bent nog niet sterk genoeg om» te gaan, mijnheer". „Ik heb niet het recht langer te blijven; Ik heb droefheid over uw huis gebracht". „O, spreek daar niet van. Evengoed zou men kunnen zeggen, dat ik droefenis over uw huis heb gebracht, sedert uw zuster een broer, uw moeder een zoon verloren heeft Het is de oorlog die vreeselijke oorlog, die naar ik hoop, spoedig mag eindigen. Sinds U moeilijk heden heeft, bent U niet langer mijn vijand tenzij uw hand zich tegen mijn dierbaren! ra der opgeheven had, dan", „En dan, Fraulein, zelfs dan zoudt U mij verpleegd hebben, zooals U deed, toen ik in uw macht was?" vroeg hij nieuwsgierig. „O, mijnheer, vraag U dat niet", antwoordde zij, terwijl zij haar bleek gezicht van hem af wendde, „Dan zou het door Gods genade zijn, indien ik dan mijn plicht deed. Ik ben niet sterk of goed. Ik ben maar een meisje". „U zljt meer U is een engel". „Mijnheer". „.Ik zeg nogmaals, U is een engel. En God sta mij bij ik bewonder U met heel mijn ziel". Hij sprak, zooals zijn hart hem ingaf en strekte zijn handen naar Blanche uit Met een verschrikte kreet ging zij achteruit, terwijl zij halfbevreesd in zijn oogen keek. Toen hij een poging deed om haar te naderen, gaf zij met tiaar hand te kennen, dat hij weg moest gaan. „U moet zoo niet tegen mij spreken", zeide zij, terwijl zij zich omdraaide. In een oogenblik stond hij naast haar. „U moet niet heengaan", zeide hij, „U moet mij zoo niet verlaten. Ik weet,, dat ik U belee- digd en gekwetst heb. Hoe kan het anders? Maar U moet zeggen, dat U mij vergeeft dat U mij niet veracht Als ik had kunnep verdragen, dat U geen goede gedachten over mij had, zou ik mijn woord gebroken» hebben, geloof ik en weggegaan zijn, mijn geheim mét mij mede dragende; maar de vrees van utwé minachting weerhield mij. En nu heb ik ge sproken". Zij stond stil, maar antwoordde niet, en hij kon haar gezicht niet zien, want het was afge wend, „irraulein", mompelde hij, ,,U bent niet booslop mij? Ik moest geweten hebben, dat het niet anders kon, U bent zoo mooi. Maar U hebt zelf gezegd: waarom zouden wij vijandig rijn? Mag ik uw hand kussen, Fraulein? „Neen. mijnheer, doe dat niet" „Dus U vergeeft mij niet? TT, die zulk een goddelijk erbarmen toonde, toen ik verkeerd had gedaan tegenover uw land, kan nu niet vergeven, dat ik U heleedlgd heb". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 1