Voor Jong en Oud
ONS JEUGDVERHAAL
DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSO!
WlGffT.TXG S KIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 15 NOVEMBER 1929 No. 46.
HET KABOUTER-PALEJS.
Henricus was een jongen uit één stuk. Sterk,
schrander, ijverig, af m toe een beetje on
deugend, maar soms ook erg lief, kortom een
longen zooals er maar heel weinig zijn, maar
zooals zij eigenlijk allemaal wezen moesten.
Henricus was op een avond in November
een beetje vroeger naar bed gegaan dan ge
woonlijk. Nu zal je zeggen: daar moet je ook
zin in hebben. Nu. eerlijk gezegd, zin had Hen
ricus er ook niet in, maar het toeval wilde,
dat hij dien avond een beetje opvallend ge
kucht had. en nog al eertJdeur had van het bij
den kachel zitten. Dil was voor zijn moeder
aanleiding om uit ie maken, dat hij ,.niet goed"
was. Hij had bepaald een .,kou onder de le
den" en bijgevolg moest hij. hals over kop
ia ar bed. dan zou hij morgen misschien wel
beter zijn.
Hallo, dacht Henri onmiddellijk, want hij
was dol op anijsmelk, dat kunnen we trerfen.
Hij keek vlug naar de klok en zag dat het
half negen was. Om negen uur of kwart over
negen moest hij iederen avond naar" béd. Het
scheelde dus maar een goed half uur. Als je
daar nu een glas'anijsmelk mee kunt verdie
nen denk je er niet lang, over na, hé.
Eerst keek Henricus een beetje gek, want
hij voelde zelf niels en hij s'ond ook al op
hel pun! om te zeggen dat hij lieven opbleef,
loen zijn moeder zei dat het misschien we!
heel goed voor hem zou w<?2en om eerst een
«■las warme anijsmelk,. Ie drinken
Henri zei dus niets meer maar hij keek
dotseling een heel je treurig, zoodat zijn moe
der zich bnastlo den .drank voor hem klaar te
maken. Natuurlijk dronk onze vriend het lek
kere vocht niet zoo een. twee. drie op. Neen,
hij was zoo verstandig; om er flink lang, over
te do n z^o.lat hij nog,ecu kwartiertje smok
i e dp Toen hij ordelijk in bed lag was
hei i ai \;our negen.
Man.moeder, .Henricus is beslist niel
goed. Zng je we! hoe stil en vlug hij naar bed
ging toen ik liet lvein,zei. ...i)
Hm. hm. kuchte vader, terwijl hij wat
dieper achter zijn krant wegzakte en een glim
lach verborg. Do goede man snapte er blijk
baar meer van dan zijn vrouw
Henri voelde zich een oogenblikje be:
lèhaamd. Het was loch larn. dat moeder nu
dacht dat hij ziek was, terwijl hij zoo» „lekker
als kip" was. Maar ja. waarom kijkt zij dan
ook zoo naar liet puntje van je neus en zegt
dan. ..Jij bent niet goed....'' net alsof dat op
je voorhoofd geschreven stond. Henri soesde
er nog even over na en tenslotte besloot hij
om morgenochtend maar le zeggen, dat hij
niel ziek was maar toch wel de medicijnen
had willen hebben
Maar of het nu d'oor die medicijnen kwam
of niet. het is een feit dat Henri heel warm
werd onder zijn dekens en ongelooflijk vlug
in slaap viel. Ilij haalde heel diep adem en
als de lucht weer uit zijn neusgaten ging piepte
het con beetje. Het was voor een ander niet
pnetlig om het le hooren, maar dat hinderde
niet. want Henri sliep alleen in zijn kamer.
Toen echter dien avond laat moeder en vader
nog even boven kwamen en zij het piepende
geluid hoorden en Henri's rood gloeiende
gezicht zagen, keken zij elkaar een beetje be
zorgd aan
- Zie je wel. fluisterde moeder.
Vader knikte.
En ditmaal hadden de ouders gelijk. Want
al wist Henri het zelf niet; hij had; wel de
gelijk een kou gevat en, was nu, ergf koortsig,
Maar hij lag zoo warm Ln zijn bed en hij sliep
zoo vast, dat hij zeker den volgenden ochtend
wel weer beter zou zijn.
Precies om twaalf uur in den nacht woelde
Henri zich in zijn slaap om en aldus kv m
hij op zijn andere zijde te liggen. Toen kwam
Tin us, de kabouter bij hem, Hij had Tinu al
meer gezien en dus keek hij heelemaal niet
vreemd op. Integendeel hij was blij het kereltje
weer eens terug te zien. Zij liepen samen een
eindje op over een groot groen grasveld en
juist wilde Henricus aan zijn metgezel vragen
hoe hij het maakte, toen deze dezelfde vraag
aan. hem stelde.
Wel, antwoordde Henri, ik maak het
goed, ik heb het alleen maar een beetje erg
warm
O, zei Tin us, dat is gauw verholpen. Dat
komt natuurlijk, doordat jullie menschen te
genwoordig van die gekke warme kleeren dra
gen. Ik zal je even een ander pakje) aandoen.
Hokus, pok us, pats.... ziezoo, dat is alweer
klaar.
En werkelijk, Henri had opeens een ander
pak aan Een dun en ruim wambuis en inplaat»
van een broek lange kousen Een muts mat
een veer, en een paar zachte heel luchtige
schoenen Een fijn pakje, precies zooals de
deftige pages uit de middeleeuwen droegen
Henri verbaasde zich heelemaal niet over deze
plotselinge verandering, wam. dat had hij vroe-
ger al geleefd: met Tin us kon je rau alles
boieven Die kon alles en voor een ander
pak zorgen was voor hem bepaald kip
Zeg Tinu#. begon Henri op ens, non
moet je me toch .ais vertellen wiaac jo eigen
lijk woont Ik heb o tot nog tooi altijd maar
alleen gezien. H<>b je heelemaal geen familie
en misschien ook g en huis? Dan zou je wel
bij ons kunnen komen wonen, want wij hebben
plaats genoeg.
Dank je, heel vriendelijk van je, antwoord
de Tin us, maai- als je denkt dat ik alleen op
de wereld ben en geeneens een huis heb ver
gis je je toch heel erg. Trouwens a.lsi ik geen
huis had, maakte ik er eentje dat is nogal wie
des, hè?
Daar had T ud nog niet .an gedacht Na
tuurlijk, Tin us kon best een huis te voorschijn
tooveren en als het moest zou hij wel een
paar vrienden ok kunnen tooveren. liet was
een vreemde .Laap hoor, die Tin us.
Kijk eens hier, vertelde de kabouter nu.
Je ziet, ik oen een dwerg en je weet natuur
lijk dat de dwergen een apart volkje zjjn.
Welnu, mijn volk woont in het land, waar we
nu loopen. Zooeven zijn we de grens gepas
seerd, maar dat heb jij niet gemerkt We heb
ben ook een koning en die woont in een paleis,
zooals menschenkoningen eenvoudig niet kun
nen hebben. Dat is logisch, want wat wij
hebben willen tooveren we le voorschijn. Ala
wij dus zouden hooren dat een menschenko-
ning een echt zilveren toren op zijn paleis had.
dan tooveren wij een gouden en als wij zou
den merken dal het een of andere menschen-
volk de mbo -l" koningin van de wereld had,
dan tooverdeu Wij een nog voel mooiere ko
ningin.... 5nop jo dut?
Henricus snapte hei heel goed. Menschen
konden tegen de kabouters niet ooncurreeren,
dat had hij ul lang geleerd. Hij zou echter
w;el eens wat van het kaboutervolk en van
den koning willen zien en hij nain. do vrijheid
om dit aan Tinus te zeggen.
Dat kan, antwoordde deze dadelijk. Ik
beai zelfs heel blij dat je het vraagt, want;
je zult bij ons een heeleboel kunnen zien
waar je wat van leeren kunt Den, koning) kan
ik je ook laten zien, want het toeval, 'wil, dat
het mijn eigen broer is
(Wordt vervolgd).
14.
Robbie, Topsy en de zee mee wa
ren juiai met Polly aan he* wande
len, toen ze Ivy uit de riohting van
de rivier zagen komen met een jam
potje in haar handen,
,,Kom «enz gauw, BobbfeP liep
zij, „hier heb ik een prachtige goud-
vizoh voor je. Ik heb hem «elf in de
rivier gevangen, m ft weet, dat je
ervan howfe.*
„Pony houdt odfc tan," iet
"-eddy Vrfldag. „Aanstonds anl je
haar hooren «pinnen, aAl m liet, wat
je daar b* ft bat*«
Hg had nog niat gezegd, of Polly
bega® haar neus langs Ivy's rokken
te wrijven, waarbij ze een snorrend
geluid maakte ala van een naai
machine. Ivy schrok er zoo van, dat
«e het jampotje op den grond liet
valta, waarbij de goudvisch oat-
■tapta*
„Noem je dat «pinnen!" riep zij,
terwijl ae trachtte op de been te
blijven. „Neem die kat weg, asje
blieft. Zij werpt me omver I"
Toen sag Polly plotseling de visch
op den grond, en met één hap was
de goedvisch opgegeten.
bosschen.
9. drie vakjes: oen zomergroente.
10. drie vakjes: een woordje dat aanduidt hoo
men reist ©f iets doet.
14. twee vakjes: komt van een kip.
15. twee vakjes: een ander woord voor thans.
Oplossing Kruiswoordraadsel no. 190.
Horizontaal: 1 (kool, 4 soep, 7 radio, 9 Ada,
11 Ier, 13 Ba, 14 ru, 15 nalatig, 16 Ot, 17 es,
19 oer, 21 Ari, 22 onnut, 25 toko, 26 teer.
Verticaal: 1 JCrab, 2 Ora, 3 la, 4 si, 5 ooi,
6 Peru, 8 draaien, 10 Dante, 12 erger, 18 Oost,
18 sier, 20 rok, 21 «de, 23 no 24 ut
DOM ELSJE.
KRUISWOORD; RAADSEL.
In de vakjes naast elkaar (horizontale dus)
noeten de woorden van de volgende bet eeke
lis worden ingevuld
1. vijf vakjes het tegenovergestelde van vroe
ger.
6. drie vakjes oen oppervlaktemaat v. grond
8. twee vakjes een vervoeging van het werk-
vivoH zijn.
10. twee vakjes een onzer naaste mannelijke
«mine-leden
l i. /ever vakjes- doet men «als men iels moois
op het tooneel ziet.
12 twee vakjes oen veelgebruikte afkorting
van woorden.
13. twee vakjes: een muzieknoot.
14. drie vakjes: een voornaam cijfer.
16. vijf vakjes: een verkorte jongensnaam.
In de vakjes onder elkaar (de verticale dus)
moeten de volgende woorden worden ingevuld:
2. twee vakjes: vul in a a.
3. zeven vakjes: doet men bij het voetballen.
4. twee vakjes vul in e e.
5. vijf vakjes: een boomvrucht (niet eetbaar)
7. rijf vakjes vindt men in mooie parken en
Elsje zag een vogeltje,
Ach, het diertje zong zoo moot
„Kom, zei Els, ga met mij mee,
,¥k Geef je een lekker warme kooi"
Maar een vogel in ons huis
Is gewis zijn vrijheid kvrijt
Gaat hot eerst gewillig mee
Later krijgt het toch weer «paft.
Broertje huilt en.«nikt het uit
Elsje zelve smeekt en bidt
Maar het vogeltje is wijt,
En bljjft zitten waar hot. git