oor Jong en Oud a ONS JEUGDVERHAAL DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRUSOË de hyena. 1 WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 18 OCTOBER 1929 No. 42. ONGEHOORZAAMHEID EN ROEKELOOSHEID. Luclen en zijn kleine broertje Jules waren twee echte Belgische jongens. Zij konden bab belen dat het een lieve lust was en zij waren net ioo kiitig en bewegelijkheid als kleine fox-hondjea Twee echte leukerls, die iedcren dag opnieuw weer pretjes wisten te verzinnen en moeder handen vol werk bezorgden van wege al de scheuren en gaten, die sij telkens opnieuw in hun kleeren haddta.... Zusjes hadden sij niet. Gelukkig maar, zei Luqien, die de oudste was, altijd, zooveel te meer eten is er voor ons. Ja, die Luden had altijd zijn antwoord klaar. Juultje was heel wat jonger, wel een »aar of zes. Vorige week was hij net acht jaar geworden en bij die gelegenheid had hij wa rempel ook voor het eerst in zijn leven een geschenk van zijn broer gehad. Een doosje met een k gelspel was het. Helaas mocht Juultje r niet te dikwijls mee spelen omdat Luden z If zou graag kegelde. Juultje k'aagde dan en ïei: Ik heb het toch vo< r mijn verjaardag ge had. Ja. zei Luden danfünaar ik heb het je gegeven. Luden vond dus. oracat hij da kegels gege ven had. dat hij er dus jóok wel mee mocht spelen. Juultje had op dia manier niet zooveel aan z^n geschenk, maar ach, het kon hem eigenlijk niet zoo heel veel schelen. Hij had nog wel ander speelgoed en meestal was hij toch met zijn broer bui tem Dan speelden zij allerhande dingen waar geen eens speelgoed bij noodlg had. M tint wiM'-h bes isl eei Het was riicen maar jj jaar leeiiji e eigenschap plaats was (<hij erg or tweule p;aa s was h" roektlo shvid had hij tul» r lum zijn tie s w!v.r,lui'.i zmimii! id was uigmaftl naar bd aez' ind ren v»u zijn lecLi nog predig aan het k'Ii n waren. Hot zi in zijn leeffjd. zei moeder vergoe* i jkond. A'le jongens van twaalf jaar zijn zulke uigerielen. Dat denk je maar. zei vader dan, het zit zijn aard en dat mo t er uit. Ik zal hem 1 mores leeren. Juullje was heetomnah bt zoo. maar vader [en moeder waren altijd bang. dat Lucien zijn roert ie ook bru'aal e*- ongehoorzaam zou paar leuke jongens, tier, dat Lucien een .uriiad. Ia de eerste iioorzaam en in de .•r rdeke'oos. Aan zijn Ot al 'e danken dat gnomon had en lijn ie reden, dat hij me den werd als andere maken. Voorlooplg echlér scheen dut gevaar nog niet zoo heel groot, want Juultje toonde zich altijd zeer korak!er-vast. In de -lands reek waar de jongens woonden had de natuur op grillige wijze rondgespookt 7.oo waren er bijv. tallooze grolten, eeuwen oud en over de geheele wereld beroemd. De grotten van Han en Rochefort trokken jaar lijks duizenden bezoekers naar het plaatsje waar Lucien en Jules woonden. Die groote grotten, die uit onderaardsche gewelven van eenige kilometers lengte bestonden, waren ech ter met hekken afgesloten. Men mocht er zonder betaling en zonder geleide van den gids niet in. Eu dal was maar goed ook, want anders zouden de mensclien en kinderen er bij tientallen verdwalen en omkomen. Er waren echter in de buurt nog tallooze kleine kloofjes en spleten 'in den grond waar men wel in kon, omdat dit zonder gevaar was. Zoo bevond zich bijv. even buiten het dorp een grotje van een tiental meters lengte. Aarde donker was het daarbinnen en in het midden waar door een kiertje even wat zonlicht scheen, bevond zich een zijarm welke naar een klein poeltje voerde. Een groot mensch r Tusschen alle plaatjes, die je dan misschien eens van dieren" gezien hebt, zul fe toch maar ijlden een portret van de '.yena gezien hebben, is het niet zoo? De hyenai>ezorgt de menschen al lijd een koude rilling c dat zij het zulk een schuwwekkend d:er vinden. De hyena immers is geen echt roofdier maar." evenals onder de vogels bijv. de gier, een feèes "t van kadavers en lijken leeft. Het is eaq^ z.g. aasverslinder. Maar cn daarom vertel1 e<K waj jullie nu eens iets van een hyena, men r v^t goed beseffen d"1 hy-nn >'n de s!reken hij leeft even zo r e*n nuttig dier is als alle andere, minder nfkcerwekkende beesten. De hyena, zie je, ig •-rrn'ïjk 'V duvets'oeiager .die in de woestijnen - fcp woud voor de noodige opruiming zorgt. >A "-v-of'leren immers, Jat en hun prooi, na y'rza-'ird 'e hebben verder in den regel maar Vggen '>n al die half verscheurde, kleine m groo'e maar in ieder geval dus doode die ren blijven op het zand Tn de brandende zon of in het damperige moeras maar liggen. Denk alleen eens aan de lucht welke al deze kadavers zouden verspreiden en. het verrottingsproces, dat jaar iq jaar ui! en op grooten schaal zou voortschrijden. Tier ligt nu de laak van de hyena en haar nrtgenooten. Zij moei voor een tijdige oprui iijg zorgen cn dat doel- hij dan ook heel goed Jjn dus de hyena, de maraboe, de giesr en verti alle andere soorten van aasverslinders in de slreken waar ook nog hel roofdier leeft wel degelijk op hun plaals. Zoo zeer zelfs, dat de mrnschen in sommige deelen der wereld, vaar men de hyena's eerst had uitgeroeid, er weer fr-r overgingen li: dier opnieuw in te voenm. He' was n.l. gebleken dal men het nut tige opruiuiingswetrk der hyena's niet kon mis- n. Wel de moeite van hef weten waard, vind iet? 10. Nadat de storm wae gaan lig gen, gingen ze allen op den rug van de giraffe terug, op aoek naar den cocosnoofcpalm. „Kijk, dit is een eoooanootpalm", zei Freddy, toen ze ©en kleinen boom genaderd waren. „O, wat ©en kleine," riep Topsy teleurgesteld uit. „JA dacht, daè bij veel grooter zou zijn," riep Robbie. M't Is nauwelijks een boom „Maar dat zal niet lang meer duren," zei de zeemaa. „Blijf er niet te dicht bij staan, want oooos- palmen groeien op dit eiland heei vlug r Tot Robbie's groote verbazing begon de boom toen plotseling om hoog te schieten, en de eene cocoa- noot na do andere verscheen tus schen de bladeren. Freddy Vrijdag pakte Topsy bij de band, en zette het op een loo- pen. „Vlug", schreeuwde hij, „loop, wat je kuntl" Toen begonnen de noten 'i hagelateenen te vallen en zij be zorgden hün nog menige buil, voor dat zij zich in veiligheid gesteld hadden. EEN KRUISWOORD-RAADSEL. 1 2 3 4 7 8 /O 11 14 is 3 11 De horizontale vakjes van dit kruiswoord raadsel stellen het volgende voor: 1. v'ijf vakjes: een stad in Noord-IIollaud. 2. drie vakjes: je achternaam. 6. drie vakjes: een woordje dat evenrer. beteekenL 8. drie vakjes: oen schoenmakersgereed 9. drie vakjes: een frissche zomei 10. drie vakjes: een prachtig builen verb i Apeldoorn. 13. drie vakjes: is het bezit van een mei 15. drie vakjes: is een nuttig lichaam*.. 16. drie vakjes: is eea cijfer. behoefde in dit grotje niet bang te zijn matr kleine jongens zouden er toch nog gemakkelijk kunnen verdrinken, want er stond veel water, troebel en vuil. De vaders en moeders in het dorp verboden hun kinderen dan ook voortdurend om in dit grotje te gaan spelen of kruipen. Denk er aan, Lucien en Juultje, zei moe der dikwijls, je mag niet in het grotje hoor. Jullie weten niet wat er in zit maar het is er heel gevaariijk en bovendien maak je al je kleeren vuil en misschien kom je wel verdron ken thuis Verdronken thuiskomen lachte Lucien. Maar Juultje lachte niet. die vond de gedach te om verdronken thuis te moeten komen een voudig vreese^k en hij nam zich dan ook vast voor om nooit van z'n leven in het grotje te 'gaan. zelfs niet als hij groot was. Je weet toch nooit wat er in zit, Luus, »el hij dan met een diepzinnig gezicht tot z'n broer, Jij praat naar dat je verstand hebt, ant woordde Lucien uit de hoogte. Nou moet je zelf eens zeggen wat kan er nu inzitten Een tijger. of een olifant? Juultje zweeg. Hij was pas acht Jaar en hij wist dus nog niet zoo veel van de wereld. Dat wilde hij echter aan zijn broer niet laten mer ken dus zri hij niets meer. zoodra die over tij gers en olifanten begon. Alleen, één ding wist h!J r*ker. en dat moest hij zeggen. Er zit reusachtig veel vuil water in het grotje. Luus .Ta. zei Lucien grootmoedig, je kan er na tuurlijk verdrinken Erger nog, meende Jules. Wat dan1 vroeg zijn broer. Krokodillen En zie. De heldhaftige Lucien. die zoo precies wist dat er geen tijgers en olifanten in den grot konden schuilen schrok danig. Dat was nog zoo gek niet. wat Juultie daar zei. In zijn ge^ dachten zag hij reeds een poeltje met vuil en troebel .wo'er en.dnpr bovenuit een grooten krokodil met zUn muil opengesperd Het was geen pre'tige gedachte en de dappere Lucien. die zoo tro'sch was op zijn roekeloos heid rilde onwillekeurig. Hij zou nu alleen maar eens willen weten of het waar was HIJ wist niet zoo nrecies meer waar de krokodillen eigenlijk leefden. Meester op school had heit er wel eens over gehad, maar hij had alleen maar onthouden dat zij in het uile water leef den en in den modder. Tsionge. tsionge, als het toch eens waar was dat er in het grotje krokodillen zaten. Waarom mochten de kinder ren er anders nooit in? Lucien kon zich niet meer bedwingen. (Worttt varroh|fl|. 17. vijf vakjes: doet men als men raadselti oplost De verticale rakjes stellen het volgende voor 1. drie vakjes: is een soort gang in groote huizen. 2. drie vakjes: een gewicht. 3. drie vakjes: een woord dat men wel eens inplaats van paard gebruikt 4. drie vakjes: «en verkorte jongensnaam.' 5. vijf vakjes: een stad in Limburg. 7. vijf vakjes: bevinden zich aan ons gezicht 11. drie vakjes: een nuttig lichaamsdeel. 12. drie vakjes: is het. Latijnsche woordje voor „bidt". 13. drie vakjes: vindt men op het weiland. 14. drie vakjes: een cijfer. ANNIE'S POPPENHUIS. i „Wat is dat daar in de kamer?" Riep klein Antje 's morgens vroeg. Toen den dag van haar verjariu y Haar de slaap uit d'oogeti joeg „Waak of droom ik?" vroeg zij ht. Drie etages op elkaar, In een huis voor poppenvolk O, o, wat bedacht men haar Annie kon het niet gelooven, Zette vlug een stoeltje recht. Ja, nu v<- .de lij het zelf 't Was ^esliat geaa droom't Was echt

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 5