Voor Jong en Oud
ONS JEUGDVERHAAL
DE AVONTUREN VAN ROBBIE CRU302.
WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN
VRIJDAG 11 OCTOBER 1929 No. 41.
CORRIE IN DEN MOESTUIN.
SLOT)
Ja, schaterde oom Raaf, die knaap was
ik. Vind je dat zoo leuk?
Corrie antwoordde* niet, maar zij keek haar
oom eens goed aan. Het is al'.ijd een merk
waardige ondervinding om opeens iemand te
den. waarvan Je tot dusver alleen maan hebt
hooren spreken
Hoe oud ben Jij nu? vroeg oom.
Bijna veertien, monstotterde Corrle.
die bijna ..meneer" had willen «eggen, maar
zich nog bijtijds bedacht.
Zoo. zoo, veertien herhaalde oom Raaf
en xich daarna tot moeder keerend: oud al hé?
Ja, Raaf, antwoordde moeder glimlachend,
we schieten op.
Corrie zei nïels, zij vond zichzelf heelemaal
nog niet oud. maar zij begreep wel, dat oom
niet op haar doelde. Hij meende zeker, dal
hij zelf en zijn zuster al aardig wat ouder wa
ren geworden. liet was immers zoo lang ge
leden, dHt zij van elkaar gingen.
Moeder znl inlusschen met niet begrijpende
blikken nuar haar broer te kijken. Zij kan hel
«lel» bijna niet indenken, dut die groote en
zware man hetzelfde luclilhartige en Jolige
broertje was. dat zij dertien jaar geleden naa.
de boot gebracht hadMaar het was tgch
heusch zoo.
Even later kwam vader binnen. Ook die was
niet weinig verbaasd daar plotseling tegenover
zijn zwager te «taan. Hij kende hem niet meer.
Dat duurde echter maar even, want nog voor
het eten vlotte het gesprek al prachtig en
móest, Oom Raaf alles en alles van zijn ver-
verblijf in Ameii' a vertellen. Corrie luisterde
gespannen toe. Hé, wal vertelde haar oom
alles leuk en wat was het toch een bijzonder
irenisch. Iloe luchtig en zonder zorgen had hij
zich owwiudoorheen, geslagen. En wat sprak
hij j'iju Eng. isell. Huuk anders dan de leeraar
op school, maar bes'isi echt, dat taerkte je
dadelijk 'als bij oen Eiigelsch woordje zei-
Als zij "hét zoo nog eens zou leeren.
Maar met al dai gepraat verstreek de tijd.
Hot tPen kwam op taiel en na het eten zette
men het gesprek voort. De prei werd hoe lan
ger hèS grooïer, want Oom Raaf was een grap
jas als geen ander. Vader's oogen schitterden
zelfs; hij schoen het onverwachte bezoek wat
leuk te vinden.
Zoo werd het negen uur en opeens sprong
Corrie overeind.
Mijn huiswerk, riep ztj gejaagd. Lieve
dj had hel heelemaal vergelen. Het was onmo
gelijk om het nog klaar te krijgen*
Öom Raaf keek haar verbaasd aan:
Wattevroeg hij met een onnoozel
gozicht. Huiswerk
Ja, ja, viel moeder hem snel in de rede.
Zij heeft veel huiswerk maar we hebben het
nu allemaal vergeten
Opeens begon Corrie te huilen. Zij had al
drie dagen achter elkaar een standje gehad
dat haar huiswerk niet af was en nu morgen
weer. Nu moest dat lamme huiswerk het leuke
avondje met oom Raaf ook nog bederven. O,
zij durfde beslist niet zonder huiswerk naar
schooi
Maar kind, dnnr znl je leeraar toch niets
van keggen, als hij hoort dat oom Raaf zoo
mverwachts thuis gekomen is, kalmeerde va
der haar
Maar niets hielp. Corrle werd hoe langer
hoe zenuwachtiger; zij moest en zou nog aan
ïaar huiswerk beginnen. Zij wilde morgen
niet Weer met een verontschuldiging bij den
leeraar aankomen
Nou, zei oom Raaf plotseling, ik weet
het goed gemaakt. Corrie, jij blijft morgenoch
tend Ihuis en dan maak je het huiswerk. Dan
loop ik -wel even naar je school om te zeggen
dat je niet komt
Goed, zei vader dadelijk, die ook wel
zag dat het met zijn dochtertje niet heelemaal
in orde was. Zoo'n huilbui om niets had zij
nog nooit gehad
Corrie snikte nog een poosje voort, maar
gelukkig kwam zij weer spoedig lot zichzelve.
De zorg voor den volgenden dag was immers
van haar afgenomen
Dien avond werd het laat, eer men naar bed
ging. Oom Raaf hield zijn zwager slaande op
den trap:
Hoor eens even, Roel, zei hij, wat is dut
kind vreeselijk zenuwachtig
Ja. den luutsten lijd is het bar, antwoordde
vader zuchtend.
Wil ik morgen eens een dokter laten ko
men, stelde Raaf voor.
Ach, weerde vader af, waarom? Zij is
toch niet ziekOfschoon, In orde is hel
toch ook niet.
Ik doe het, besliste oom, die wel zag dal
vader ook over het geval tobde.
En den volgenden dag om tien uur was de
dokter er al. Oom Raaf hield van opschieten.
En den dokter hield zich geruimen tijd mei
Corrle bezig en schudde zijn hoofd toen hij
zag hoe het arme meisje onder zijn handen
stond te beven
Mijn raad is, mevrouw, zoo wendde de
dokter zich tot moeder, neem het meisje van
school. Zij kan het zware onderwijs op de H.
B. S. niet volgen
Tuurlijk, knikte oom Raaf in zichzelve,
Zag ik zoo al
Ieder kind is niet hetzelfde, ging de dok
ter voort. Mijn eigen- kinderen hollen de H.
B. S. in een vaartje door en' merken er niets
van, maar het hoofd van uw meisje is te
zwak. Zij moet ander onderwijs hebben en
voor alles: eerst een poosje rust.
En zoo gebeurde het dat Corrie afscheid
nam van haar leeraren en van haar school
vriendinnen. Eigenlijk vond zij het niet zoo
leuk, dat zij niet mee kon met de andere kin
deren Maar toen zij eenmaal thuis zat
en voelde hoe nu die vreeselijke zorg voor
het leeren en het huiswerk van haar afgenomen
was, werd zij spoedig weer kalmer
Het ruslvraagstuk, dat de dokter opgewor
pen had, werd ook door oom Raaf1 opgelost.
Hij had zelf ook hard rust noodig, zei hij met
een knipoogje tot zijn zuster. Hij moest naar
huitenbeslist
Natuurlijk maakte hij maar gekheid, maar
dat nam niet weg, dat hij toch werkelijk naar
huiten ging enen dat hij Corrie meenam.
Het had wel een poosje geduurd, eer vader en
moeder het goedvonden, want Corrie was zoo
lang zij leefde nog nooit van huis geweest.
Maar het eind was toch dat zij met oom Raaf
een poosje in een klein dorpje mocht gaan
logeeren. Eiken Zaterdag en Zondag kwamen
vader en moeder over en dan had men ecu
gezellig dagje met zijn vieren.
lederen dag was liet daarbuiten opnieuw
oret. Oom Raaf hield niet van stilzitten en
zoo kwam het dat hij al gauw een moestuin
ontdekte, ergens achter een boerderij. Eerst
ging oom met Corrie eens een kijkje nemen
en een praatje maken met den boer. Maar
van lieverlede wist hij gedaan te krijgen, dat
de boer goedvond, dal hij ook eens wal werkte
in den moestuin. Harken hier en snoeien daar.
En aangezien oom Raaf veel versland had
van het vak. was de boer al spoedig in zijn
nopjes met dezen bijzonder goedkoopen knecht.
Corrle hielp ook mee, dat spreekt. Oom leerde
haar van alles doen en legde haar alles van de
bijzonderheden der kweekerlj uit. Moe werden
zij niet, want zij werkten maar een paar urm
per dag. Maar dat deden zij dan ook trouw,
om zich daarbuilen niet te vervelen. Het ver
blijf had nog maar kort geduurd toen- Corrie
weer heelemaal de oude was. Haar kleurtje
kwam weer terug, haar v hoofdpijn was weg
en van zenuwen wilde zij niet hooren
Oom Raaf was trolsch op zijn patiënte en
als zij des avonds in hun hotelletje zaten te
praten met de goede gastvrouw, die zoo uitste
kend voor Corrie zorgde, raakte hij niet uitge
praat over de groote voordeelen van het land
leven. Corrie was het met hem eens. Zij had
al spoedig gemerkt dat zij beter wat lichame-
lijken arbeid kon verrichten dan al dat hoofd
werk. En als dan Zaterdagsmiddags vader en
moeder arriveerden en zij met haar moeder
arm en arm door het dorpje liep zei zij tel
kens: Corrie in den moestuin.... wie had dat
gedacht?
Ja, lachte moeder dan, maar lk kom Je
nu toch gauw weer terughalen want nog liever
hieb ik Corrie in huis dan Corrie in den
moestuin.
9.
Eens op ©en morgen vroeg Freddy
Vrijdag aan Robbie en Topsy, of zij
de palmen wilden sien, waar de
eooosnooten aan groeiden.
„O, ja, laiten we er een paar gaan
plukken," riep Robbie verheugd uit.
„Moeten we ver loopen?"- vroeg
Topsy.
„Dat is niet noodig, Edwin zal
ons er naar toe dragen."
Robbie en Topsy waren zeer ver
baasd, toen ze bemerkten, dat Ed
win de giraffe was. Spoedig zateü
zij op zijn rug en Ivy gaf den zee
man een rol goed om ben te be
schermen, als het soms ging
regenen.
Toen zij nog niet ver weg waren,
begon het al te regenen/ ^Freddy
Vrijdag maakte de rol open. Het
was een waterdicht tentzeil. Freddy
legde het over Edwin's rug en de
ten* was gereed.
„Ga maar naar binnen," zei hij,
„voordat h«t nog erger begint te
regenen".
„Maar die arm© Edwin, moet dan
in den regen blijven staan," zei
Topsy.
„Dat htedort niet," sei Freddy.
„Hij is er aan gewend. Ik weet
ftektr, dat Mj het selis heel prettig
lal vinden".
BEDTIJD....
"Cu
HET ONTBIJT.
Eiken ochtend het ontbijt,
Is voor moeder een jolijt
Even is het dat zij dan,
Met haar kleintjes pralen kan.
Zijn de boterhammen op,
Dan zoekt Miesje'snel haar pop,
Jan speelt met zijn trom en vlag,
En aldus begint de dag.
HET ZOONTJE VAN DEN KIPPENFOKKER.
(Historisch).
De onderwijzer vertelt zijn leerlingen van
Van Oldenbarneveldt en diens tragischen dood.
Plotseling een ongeduldig vingertje van een
(blijkbaar aandachtig leerling.
„Meneer, verleden week hebben wij ook *n
Barnevelder geslacht. Ook een olden".
„Wacht ik zal jou leeren, Fons,
'kGeef je straks een reuzen bons",
'En Lies grijpt in dolle pret.
Een der kussens uit haar bed.
Maar 't is laf, want zie je, Fons,
Heeft in 't zijne heel geen dons.
't Is het sloop slechts dat hij heöft.
't Dons is op den vloer gezweefd.
Maar ook Lies, die kleine meid,
Raakt haar wapen spoedig kwijt.
Al de veeren op den grond,
Zwaait zij met het sloop slechts rond.
Straks, als moeder komten ziet.
Heeft het straf en
Heel wat slaag zullen ae krijgen....
Om van vader nog te zwijgen.,..