üraaqeitj&anbod EEN WINTERNACHT STER-TABAK vROSSEM's ZEEPAARD I5cr eerste b WEEKBLAD VOOR WALCHEREN 85a JAARGANG VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1929 drukkerij h. wegeling vl1ssingen drukkerij de lange jan middelb. a No. 34 drukkerij h. wegeling vlissingen abonnementsprijs 40 cent per 3 maanden franco per post 45 cent losse nummers 5 cent advertentieprijs 20 cent per regel ingez. mededeel. 40 cent contracten spec. tarief Uitgave H. j, Noordstr. 44, Teief. 130, Vlissingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg drukkerij de lange jan MlDDELB.^j Is onovertroffen Voor Allen die Sukkelen MIJnhardtf8 Laxeertabletten LICHTE MARYLAND BAAI IN PATENTVERPAKKING. Wij zorgen voor nette uitvoering van uwDrukwerk en zijn toch het laagst in prijs Wegeling s ïïieuwsblad Ook op het gebied van Kantoor- en Schrijfbehoeften zijn wij goed en goedkoop I S= hPf U'S In „Kon. en Vad." lezen we van de hand van Air. Dr. A. A. van Rhijn, het volgende over DE SOCIALE SCHOLING VAN DEN ARBEIDER. Technische en sociale scholing. De industrie heeft behoefte aan arbeiders die hun vak verstaan. Daarover bestaat geen verschil van meening. Vooral bedrijven die hun product op de in ternationale markt moeten verkoopen, moe ten zich steeds meer inspannen om niet door buitenlandsche concurrenten te worden ver drongen. Een van de middelen om dit te voor komen is, <£at de fabrikant zorgt voor een uitstekende hoedanigheid van zijn product. Hoe meer hij op dit punt weet te bieden, hoe groo- ter de kans, dat de verbruiker aan z ij n pro duct de voorkeur zal geven. Voor het leveren van een voortreffelijk pro duct moet de fabrikant de beschikking hebben over arbeiders, die hun vak beheerschen. Zoo zal bijv. de metaalindustrie in ons land slechts kunnen bloeien, wanneer de. in dat bedrijf "werkzame arbeiders behoorlijk zijn g e- scho old. Wanneer wij hier van scholing spreken, dan denken wij niet aan de s o c ia 1 e scholing, welke aan het hoofd van dit artikel staat ver meld, maar aan technische scholing, Tus- schen beiden bestaat groot verschil. Wie de technische scholing wil bevorderen, is een vriend van het nijverheidsonderwijs, hetzij dat dit onderwijs In ambachtsscholen dan wel in de werkplaatsen zelve wordt gegeven. Het be vorderen der vakbekwaamheid staat dan voorop. Bij de sociale scholing van den arbeider daarentegen denkt men aan iets anders. Daarbij moet in herinnering worden gebracht, dat de Invloed der arbeidersorganisaties in de laatste jaren zeer is toegenomen. Die toenemende in vloed openbaart zich vooral in het economische leven. Vroeger beslisten de werkgevers, buiten de arbeiders om. over allerlei aangelegenheden waarbij het arbeidersbelang nauw was betrok ken. Tegenwoordig ls dat geheel anders. De Naar het Engelsch. 1. Op een zonnigen zomernamiddag in de maand October van het jaar 1870 woonden Chevalier de Gravolles en zijn eenige dochter Blanche, een knap jong meisje tusschen de zeventien en achttien jaar den dienst bij in de parochie kerk van het dorpje Etretat, dat tien of twaalf Engelsche mijlen verwijderd was van de stad Havre in Normandië. Er waren niet veel menschen in de kerk. Het grootste deel bestond uit vrouwen van het land, die gedurende den dienst druk zaten te fluiste ren met elkaar en dientengevolge niet veel aan dacht schonken aan den priester, Vader André. Allen schenen blij te zijn toen de dienst geëin digd was en ieder haastte zich om vlug naar buiten te komen, waar het kerkplein vol stond met groepjes nieuwsgierige dorpsbewoners, die in druk gesprek waren over het nieuws, dat zoo juist telegrafisch van het oorlogsveld was mede gedeeld. De Chevalier met zijn dochter waren bijna de/ laatsten, die de kerk verlieten. Toen zij in het kerkportaal bleven wachten, voegde zich Vader André bij hen, die hen vriendelijk groette. Wanneer men ze zoo bij elkaar zag, vormden de Chevalier en de kleine priester een scherp contrast met elkaar, want de eerste was een groote forsch gebouwde man van vijf en veertig jaar met een kaarsrechte militaire houding en een gelaat dat veel van de frischheid der jeugd bewaard had: terwijl de laatste klein, dik en rond was, diep in de zestig eenigszins hooge schouders had en een hoofd met grijs haar. „Slecht nieuws, Chevalier", riep Vader André met zijn hoofd wijzend naar de groepjes op 't kerkplein. „U hebt het zeker al vernomen?" „Ja vader" was het antwoord, „de Duitschers gaan snel vooruit en spoedig zullen wij den bitteren ernst ondervinden van verloren veld fcrbeidersorganisaties worden in tal van be drijf ^aangelegenheden gekend. Om een voorbeeld te noemen: het reglement op de dienstvoorwaarden der spoorwegarbei ders komt als regel in overleg tusschen de directie der Nederlandsche Spoorwegen en de leiders der spoorwegarbeiders tot stand. Wie nu dit boekje doorbladert, ontkomt niet aan den indruk, dat dit overleg de arbeidersorgani satie in de gelegenheid stelt op allerlei bedrijfs- verhoudingen bij de spoorwegen een verslrek- kenden invloed uit te oefenen. De noodzakelijkheid van sociale scholing. Nu rijst aanstonds deze vraag: beschikken de arbeiders over mannen, die voldoende bekwaam zijn tot het nemen van deskundige beslissingen? Het belang van die vraag springt in het oog. Het zijn in de eerste plaats de leiders der arbeidersorganisaties, op wie ten deze een groote verantwoordelijkheid rust. Van hun hou ding hangt zeer veel af. Zij krijgen meer en meer te oordeelen over tal van moeilijke eco nomische problemen. Wanneer de werkgevers klagen dat hun export zoo. wordt belemmerd door vreemde invoerrechten, dat de afnemers zich door de te hooge prijzen terugtrekken, dat de arbeiders een te geringe productie leve ren e.d., dan zijn dat klachten, waaraan geen serieus arbeidersleider kan en mag voorbij gaan. Wil hij de beteekenis dezer moeilijkhe den kunnen beoordeelen, dan moet hij soci- aa 1 zijn geschoold. Zonder een ruime mate van ontwikkeling kan hij zijn taak hier niet vervullen. Maar sociale scholing is niet alleen noodig voor de leiders, maar ook voor de leden. De leiders der arbeidersorganisaties mogen op de ontwikkeling hunner bonden een grooten in vloed hebben, per slot van rekening zijn zij toch afhankelijk van hun souverein n.l. de algemeene vergadering. Wil de algemeen© ver gadering een tactvol beleid van den leider niet volgen, dan zal deze zich hebben te schik ken. Het is daarom van veel beteekenis, dat in een dergelijke algemeene vergadering de stem wordt gehoord van leden-arbeiders, die eenige studie van het bedrijfsleven hebben gemaakt en daardoor tegen onberaden stap pen van onkundige heethoofden kunnen waar schuw en. Sociale scholing is daarom ook voor de ge wone leden eener vakorganisatie zeer gewenscht. Hoe staat het met de sociale scholing ten onzent? Ook in ons land begint de aandacht voor deze aangelegenheid grooter te worden. Van sociaal-democratische zijde doet het Instituut voor Arbeidersontwikkeling het zijne om de arbeiders op de beteekenis der sociale vragen te wijzen. Van christelijk-pro- testantsche zijde worden voor de leiders der christelijk-sociale beweging op bepaalde tijden studieconferenties gehouden. Ook de Roomsch-Katholiejce vakbeweging zit niet stil. Zij heeft een commissie gevormd, on der voorzitterschap van oud-minister Aalberse welke dezer dagen over de vraag, hoe de so ciale scholing der Nederlandsche Katholieke arbeiders kan worden bevorderd. Dit rapport is zeer belangwekkend. Terecht wordt onderscheid gemaakt tusschen de oplei ding voor gewone arbeiders, de oplei ding voor toekomstige arbei derslei ders en de opleiding voor arbeiderslei ders in functie. Voor elk dezer drie groe pen zal een a f z o n d e r 1 ij k programs moeten worden ontworpen. De geheele opleiding culmi neert in de Sociale Hoogesch ooi, wel ke, met het daaraan verbonden internaat, te Nijmegen, Tilburg of Utrecht zal moeten wor den gevestigd. Men kan van meaning verschillen over de ondergeschikte vraag of de naam „Hooge- school" hier niet te groote verwachtingen wekt en of bijv. de naam „Ontwikkelings-Centrale" niet beter ware. Men kan ook de veel belang rijker vraag stellen of een dergelijk leerplan, dat uiteraard niet zeer diep kan gaan, geen schijn-geleerdheid kweekt. Ongetwijfeld, men moet hier allerlei gevaren onder de oogen zien. Maart' riiaarbjj dient te worden vooropgesteld, dat het een verblijdend verschijnsel is, dat zich bij de arbeidersbeweging een steeds sterkere drang naar sociale en economische kennis openbaart. VLISSINGEN. Geslaagd examen middelbaar anderwijs teekenen de heer A. J. van Noppen. De onlangs uit Indië teruggekeerde luite nant ter zee le kl. P. T. de Meester wordt ge plaatst als eerste officier op het wachtschip alhier, levens hoofd van onderwijs en aange wezen chef van den staf der zeemacht alhier. Even voorbij onze plaats werd van het stoomschip „Raport" van den Nord-Deutschen Lloyd de scheepstimmerman vermist. Men ver moedt dat hij overboord is geslagen. Een man, die zeide kunstschilder te zijn, en van Bazel te komen, meldde zich bij de poltiie aan. Hij zei naar Amsterdam te moeten, maar had in Roosendaal den verkeerden trein genomen. De politie dirigeerde hem echter naar Middelburg, daar hij gesignaleerd stond wegens diefstal in het politieboek. met Verstopping of moeilijken,tragen en on regel matigen stoelgang zijn onmisbaar. Werken vlug zonder kramp of pijn Bij Apothekers en Drogisten. Doos 60 ct. Van een schip zijn twee stow-aways, een Rus en een Engelschman van boord gezet en door de politie over de grens geleid. In den tuin achter de Willem, III-kazeme was een openlucht-meeting belegd door de S. D. A. P., Vliss. Best uur dersbond en Instituut voor Arbeidersontwikkeling, waarbij de Muziek vereniging „Excelsior" van Middelburg hare medewerking verleende. Het woord werd ge voerd door den heer A. C. van Hal en door Ds. A. van der Heide, waarna de heer Dils zijn luit deed hooren. Tot electro-technisch opzichter ter stand plaats Vlissingen is benoeiud de baas der electniciens bij de rijkswerven, geplaatst te Willemsoord, J. Labo ut. De kapitein-luitenant ter zee P. Post, Uiter- weer, leeraar aan de hoogere marine-krijgs school te 's-Gravenhage, wordt 21 dezer ont heven van zijn tijdelijke werkzaamheden als le officier aan boord van Hr. Ms. wachtschip, al hier. slagen". Terwijl hij sprak, keek hij aandachtig naar het aardige gezichtje van het meisje, dat nieuwsgierig om meer te hooren naar het zijne opgeheven was een zuivere en zwakke weer kaatsing van zijn eigen gelaat, d.och zonder de rimpels en lijnen, die den tijd en verdriet er op hadden achtergelaten. „Bittere ernst, zooals U zegt", riep de kleine priester uit, terwijl hij vechtlustig zijn hoofd naar achteren wierp. „Maar laat ze voorzichtig zijn laat ze oppassen, ze mochten eens een stap te ver gaan, die Duitschers, dan zullen onze bajonetten hun graven spitten, al waren er ook twintigmaal meer". De Chevalier zuchtte, toen hij antwoordde: „Goed beschouwd betalen zij slechts een oude schuld. Wij overrompelden hun land zooals zij het onze nu overrompelen". „Maar dat is wat anders dat is heel wat anders. De groote Napoleon „Zaaide armoede en ellende", viel Chevalier in de rede. „Hij was een groot man, een zeer knap soldaat". „Dat geef ik toe: maar een klein mensch, vader. Wij maaien nu wat hij gezaaid heeft, voordat wij geboren werden". Vader André, hevig transpireerende, uitte 'n boos gezegde; vervolgens na wat bedaard te zijn, dwong hij zichzelf tot een glimlach en voegde er aan toe: „Jawel, ik weet - en iedereen weeet het dat U een man van den vrede zijt. Vanaf het begin van den oorlog hebt U gezegd, dat wij ongelijk hadden. Welnu, dat kan mogelijk zijn, maar ons verkeerd verdrag, indien het ver keerd was, werd geboet door den keizer bij Sedan. Nu is het wat anders. Het land is in gevaar, Chevalier. Alle mannen gaan in groo ten getale naar het front om de vlag van ons geliefd Frankrijk te beschermen. Ik zweer U, dat als ik een paar jaar jonger was en deze zwarte jas niet droeg, ik zelf aan het front zou vechten". ■iiatt*.mjjj" Ü1 !!i-UU'A'LUmJP-LP".W.J-LJLl-L Nog eens keek Chevalier met een teederen blik naar zijn dochter en zijn gezicht werd somber door innerlijk verdriet. „Komt gij vanavond bij ons/ eten, Vader An dré", vroeg hij. „Ik heb iets aan U te zeggen". „Heei graag zal ik komen, Chevalier. Ik moet de juffrouw duizendmaal vergeving vragen, als ik haar bang gemaakt heb- met mijn spreken over oorlogen en vechten". „Ik ben niet bang", antwoordde Blanche met een lieve glimlach, „alleen dacht ik er aan, hoe vreeselijk de oorlog is. Waarom kunnen de menschen elkaar niet liefhebben en in vrede leven?" „Ja, waarom?" zeide Chevalier in zichzelf. „Ach, de juffrouw is een kind; zij begrijpt het niet", riep Vader André boos uit. „Ik heb wel eens gedacht dat deze groote rampen een straf zijn voor ons volk voor de slechtheid ge durende de twintig jaren van het keizerrijk. Ja, Chevalier, ik ben het met U eens, dat het keizerrijk niet deugde. Maar den keizer omver te werpen was één ding en de vrijheid van Frankrijk te bedreigen een andere zaak. En wat die Duitschers betreft, het zijn barbaren wilden. Het is billijk dat zij een les krijgen, en, zij zullen hem krijgen. Het is een oorlog tot aam het bittere einde toie en onze dappere Franschen zullen hen als het koren wegmaai en". „En wat moet er dan van hun vrouwen, hun moeders en hun kinderen worden?" vroeg de Chevalier. „Och, vader, die Duitschers zijn ook echtgenooten en vaders, evenals wij". De kleine priester haalde de schouders op. Het was duidelijk te zien dat hij het met het standpunt om den vijand als een ongelukkig medemensch te beschouwen, niet eens was. Hij zou ook iets teruggezegd hebben, als de Che valier niet met zijn dochter aan den arm, rus tig verder gegaan was over het kerkplein. Toen hij langzaam het pad over ging, met aan weerskanten van den weg de graven van de dooden, waaraan eenvoudige versieringen hin gen, gingen de groepjes eerbiedig uiteen om OJJUJMtlliliL!, «JLUiH "tiJ* "UgHgg hem voorbij te laten gaan, de vrouwen maak ten een buiging en de mannen namen hun hoeden af. Maar hun opwinding verminderde niet. Zij richtten zich nieuwsgierig tot elkaar elkaar de laatste nieuwtjes vertellend, telkens de vijanden van hun voorvaderen, verwen- schend, de Duitschers. Toen zij het kerkplein verlieten, namen de Chevalier en zijn dochter een pad, dat lang» een omweg naar dem top van de rotsen langs de zee voerde. Bezoekers van dit lieflijk ge legen deel van Normandië zullen zich herinne ren dat Etretat tot voor korten tijd geleden een klein visschersdorp, nu een druk bezochte badplaats met villa's en landhuisjes, die de oude visschershutten omringden in een dal ligt, juist tusschen de machtige kalkrotsen die zich uren en uren ver langs de kust uitstrek ken. De wind en het water hebben allerled fantastische vormen aan die rotsen gegeven, maar die een eind van, de zee verwijderd lig gen zijn groen begroeid met zacht geurende thym en andere bloemen. Bovenopf Id'en top van de rots, aan de rech terzijde van Etretat, naar de zee gekeerd, staat een klein kerkje, waarvan de deur dag en nacht open staat en waar het altaar behangen is met allerlei eenvoudige gaven; die door de visschers en zij, die daar wonen, gemaakt zijri. Naar deze plaats gingen vader en dochter en toen zij de kleine kerk binnentraden stonden zij eenige oogenblikken In diepe gedachten. Boven het altaar hing een groot schilderij, voorstellende zeelieden op een houtvlot, die schipbreuk hadden geleden, terwijl boven hen, door oen opening in de wolken, de heilige Maagd verscheen. Er was slechts één mensch in het gebouw, een oud vrouwtje, dat knielde voor de schilderij terwijl zij ijverig bad en haar rozenkrans telde. Nu stond zij op en liep hinkend naar de deur, terwijl zij zachtjes in zichzelf sprak. Zij bleef op de rots staan en keek naar beneden n^ar de kalme zee, haar hoofd schuddende. (Wcardf vervolgd\

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 1