Vraag en Aanbod RIESCHE HEERENBAAI vROSSEM's ZEEPAARD I5cr fNCPATEE N TVI^PAKK?HC EEN GEBED VOOR FIJNPROEVERS WEEKBLAD VOOR WALCHEREN EERSTE BLAB. 85a JAARGANG VRIJDAG 9 AUGUSTUS 1929 DRUKKERIJ H. WEGELINQ VLISSINGEN Wi] zorgen veor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst in prijs DRUKKERIJ DE LANGE JAN ABONNEMENTSPRIJS 40 CENT PER 3 MAANDEN FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE NUMMERS 5 CENT -a* ADVERTENTIEPRIJS 20 CENT PER REGEL INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT CONTRACTEN SPEC. TARIEF MlDDELa^Uitgave H. Wegèling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vlissingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg No, 32 DRUKKERIJ H. WEGEUNG VLISSINQEN Ook op het gebied van Kantoor- an Schrijfbehoeften zijn wjj goed en goedkoop I DRUKKERU DE LANGE JAN MIDDELB. Wegeling'sTHeuwsblad\ r In dezen tijd van reizen bevatte het „Vader land" een interessant artikel over onplezierige reizigers, dat wij terwille van hen, die er den last van ondervinden, hier overnemen, in de hoop, dat de reizigers niet zooveel eischend willen wezen en het den ambtenaren, die altijd bereidvaardig zijn, niet onnoodig moeilijk zul len maken. Het blad schrijft dan: Wanneer men eiken dag van den trein ge bruik maakt, om van zijn woonplaats! naar de werkgemeente te gaan, is het wel eens moeilijk de nervositeit te begrijpen, die het publiek aan den dag legt op stations. Dat begint al bij de loketten. Er zijn reizigers, die bij groote drukte als volgt het woord doen: „Morrege, mijnheer. Een tweede klas retour buurtverkeer Leiden. Niet rooken. Voor den trein van 9.#7. Welk perron, mijnheer? Komt het spoor gauw'' En ik hoef zeker niet over tp stappen?" Aan de controle speelt zich het volgende af: ,.9 uur 57 voor Leiden, meneer? 9.27 (Het is kwart voor 9) Gunst zoo vroeg? Ik dacht stellig bij tienen. Of is dat een voortrein? Op het perron wordt het heele treinpersoneel aangeklampt, of het wel het echte perron is, of de trein heusch in Leiden stopt, en of er tweede klas in is. Het bordje „Geen buurtver keer" bij de aanwijzing voor de Pullman be zorgt een halve flauwte. Eindellijk komt de trein. Nu begint eerst de last voor de mederei zigers. Ondanks de zeer duidelijke aanwijzingen buiten op en in de wagens wil een gedeelte van het publiek maar niet inzien, dat men achter in, en voor moet uitstappen. Andere menschen klimmen maar een trein binnen en „loopen tot ze een plaatsje vinden", al is dat vier wagens. De stagnatie in de, toch al niet ruime paden, is enorm. Een ander veel voorko mende last is het importeeren van familieleden die in den trein afscheid nemen en holderde bolder eruit moeten, als ze het fluitje hooren. Vertraging van het vertrek is er het gevolg van. Er zijn menschen, die meenen, dat de sta tionschef geschapen is, om hun inlichtingen te geven, die ze of op de horden kunnen zien, of dwaas zijn. Wij hoorden eens een dame den chef vragen of er dit station (Delft) geen limonade te krijgen was. Over de onhebbelijk heid van plaatsen Innemen, die z.g. bezet zijn, om zelf ruim te kunnen zitten, is reeds het noodige gezegd. Er bestaan nog steeds lieden, die den vloer gebruiken als vuilnisbak, terwijl ze hun voeten, die nu niet meer kunnen zijn, waar ze behooren, op de bank! tegenover hen posten. Evenzoo het laten staan van kinderen op zitplaatsen". Moge deze klacht tot nadenken brengen' en tot meerdere wellevendheid tegenover den medemensch. VLISSINGEN. Door B. en W. is tot comman dant van de brandweer benoemd de heer W. J. Agterberg. Benoemd tot leeraar aan de R. H. B. S„ de heer J. M. Goeman, thans tijdelijk leeraar alhier. Geslaagd voor examen M. O. Fransch acte A de heer B. J. S. Schiffer, voor het examen als oostumière Mej. M. Alewijnse, Overgeplaatst met 13 Aug. schipper' G. J. Salemink van het wachtschip naar „TYiton", 12 Aug. bootsman C. M. Straat van het wacht schip Willemsoord naar wachtschip alhier. De dienstplichtigen der lichting 1926 van de 2e schoolcompagnie regiment kustartillerie komen op 12 Augustus a.s. onder de wapenen voor herhalingsoefeningen alhier. Ged. Staten van Zeeland, gezien het ver zoek van B. en W. verklaren I krachtens art. 8 sub, 2b van het Motor- en Pijwielreglement het niet verbreede gedeelte van den Boulevard Evertsen, gelegen in de gemeente Vlissingen op de kruin van den zeedijk der Westwatering van den polder Walcheren tusschen de dijkpalen 12 en 16a, ten allen tijde gesloten te zijn voor het verkeer in heide richtingen met motorrij tuigen op meer dan twee wielen; b. gedurende de maanden Mel tot en met September van 14- 22 uur bovendien gesloten te zijn voor het verkeer in beide richtingen met andere motor rijtuigen en met rijwielen; II dit besluit aan te kondigen in het Provinciaal blad; III te be palen, dat aan weerseinden van dien weg waar schuwingsborden worden geplaatst als bedoeld in art. 37, le lid der Motor- en Rijwielbesohik- king. Bij notarieele acte is opgericht de Vereeni- ging van Slagerspatroons, met het doel te komen tot de oprichting van een coöp. abat toir. Tot bestuursleden werden gekozen de heeren Jacs. de Visser, H. B. A. van Hal, en J. Ph. Gillissen, als commissarissen de heeren M. Imanse, V. R. A. Daele alhier en Minderhout te Souburg. Men zal dezer dagen een verzoek tot aankoop van grond aan den gemeenteraad richten. Alhier is binnengekomen het Noorsche stoomschip „Meryl" van Boston met een lading melasse voor Bergen op Zoom, hetwelk daarna naar Zaandam vertrok. Op 19, 20, 21 en zoo noodig ook op 22 Augustus zal worden geschoten met geschut geplaatst op den westelijken .oever van de Ma rinehaven en met geschut, geplaatst ten Zuiden van het licht van Kaapduinen. De schietoefe ningen vangen aan te 9 uur v.m. Op of nabij de batterij, vanwaar wordt geschoten, zal' van één uur voor den aanvang af tot het einde der schietoefeningen een roode vlag gehe- schen zijn. De sectoren, waarin geschoten wordt strekken zich uit: a. over een gedeelte van de Westerschelde en van de reede van Vlissin gen, tusschen de lijnen, getrokken van de bat terij aan de Marinehaven in de richting Oost, onderscheidenlijk Zujd, tot op een afstand van >500 M. en tot een hoogte van 100 M. en b. over een gedeelte van Galgenput, Oostgat en Deur- lo, tusschen de lijnen, getrokken van! de bat terlj in de richtinf Z -W., onderscheidenlijk Zhid, tot op een afstand van, 10.800 M. en tot een hoogte van 450 M. Vliegtuigbestuurders wordt verzocht zich niet zonder noodzaató of niet onnoodig lang in bovenbedoelde secto ren op te houden. Doordat de voorvork door het rijwiel Is gedrongen, viel vorige week een reiziger van de fiets, de man werd bewusteloos op straat ge vonden en is naar het St.-Josephziekenhuis ver voerd, alwaar geconstateerd werd een lichte hersenschudding. De storm der vorige week heeft nogal wat te doen gebracht. Draden van. electrische verlichting zijn verbroken, boomen werden ont worteld, vele dakpannen moesten het ontgel den, terwijl van de directiekeet op den Boule vard Evertsen het dak is afgewaaid, waardoor de rtenteboekjes wegwaaiden, ook is op de Schuit vaartgracht van een kippenhok het dak afgerukt. Van uit Goes is een minderjarige jongen, die zich verborgen had tusschen de goederen, alhier op een vrachtauto aangeko men. Een ingezetene uit die plaats bracht hem weder terug. In de gehouden vergadering van, de ver- eeniging van bakkersgezellen „Streven naar Verbetering" werd met algemeene stemmen be sloten als afdeeling toe te treden tot den bond van Personeel in de Voedingsbedrijven. De heer B. Holtrop, gedelegeerd lid van het dagelijksch bestuur wees op de wenschelijkheid vau aan sluiting. Op het Badstrand werd tert eere van het 10-jarig jubileum van den heer J. P. van Krie ken als chef van het gemeentelijk badbedrijf onder leiding van „Vlissingen Vooruit" een geoostumeerd feest gegeven. De leden der Red dingsbrigade gaven enkele reddingen te zien, een wedstrijd in zakloopen werd gehouden en de hooidans werd uitgevoerd. Des avondsi was een feest in het Concertgebouw, waar de heer Van Krieken gehuldigd werd en hem' een foto van het Badstrand werd aangeboden. Vervol gens werden, de, des middags behaalde prij zen, uitgereikt aan de heeren J. Prins en A. Goethart, en de dames Vanoutryve en Lauwe reins, aan de leden van L. O. en de jonge da mes W. Manse, F.. Kuijper ent H. Manse. Alhier kwamen aan de leden van de En gel sche delegatie ter herstelconferentie in Den Haag, om de reis met den aansluitenden mail- trein voort te zetten. De politie hield Zondag een algemeeme auto-oontrole, waarbij 110 motorrijtuigen aan een onderzoek werden onderworpen. In 7 ge vallen werd proces-verbaal opgemaakt, waar van 3 wegens een gebrek aan stuur- en rem- inrichtingen. Ook werd proces-verbaal opge maakt van een aanrijding tusschen twee motor rijtuigen, welke beide nogal schade hadden be komen, en waarvan de beide bestuurders el kaar de schuld gaven. Ook was er een automo biel voor een café geplaatst, zoodanig, dat een voorbijrijdende tram met de treeplank in aan- Naar het Duitsch. 10. Nu hief Bertha haar hoofd op. „Nu moet het zijn", zeide zij. „Wanneer je wist, wat ik gedaan heb, zou je me niet aanha ken; als een vergiftig beest zouj je mij van je stooten". „Ik ben een priester", jei Raoul. „Zie je, Raoul, er zijn dingen, die men dragen en welke men niet dragen kan". Raoul keek weer naar het crusifix en naar den geesel, die naast den biechtstoel lag en naar de steenen vloertegels, waarop zijn bloed gevallen was en hij als dood gelegen had. „En ik kon het niet verdragen dat Tassilo aan iemand anders dan aan mij behooren zou. Kijk, Raoul, jij weet niet wat liefde is", er gleed de schaduw van een glimlach over zijn gezicht, maar Bertha keek hem niet aan an dere je begrijpen dat liefde een macht is, die hart, zinnen en gedachten in de war kan brengen", Raoul dacht aan zijn gebed in dien nacht en voor het eerst kreeg hij' berouw en dacht hij, dat God hem alleen verhoord had om hem te straffen. „Je weet niet wat het is, als iemand het hart breekt", ging zij verder, hief haar hoofd op en zag hem een seconde lang aan; op dat oogen- blik leken broer en zus heel veel op elkaar. „Jij bent zoo rein en edel„ Raoul, alle men sch elijk lijden is zoo ver van je, dat je heele- maal geen vermoeden er van hebt, welke hel- sche pijnen men soms doorstaan moet". 5 „Ik vermoed het", zei Raoul. Men verteert als in een brandend vuur, den waanzin voelt men naderbij komen, zoodat men van angst gaat schreien. „Totdat men uit angst bidt", zei Raoul. „Neen, ik kon niet bidden, want ik had een afschuwelijke gedachte, waarmede ik niet voor God's aangezicht durfde verschijnen. „O", ik geloof, dat ik Edith haatte; ik dacht, dat zij hem met haar kunsten gevangen had; ik dacht dat zij mij bespotte, daar ze wist, hoe wanhopig ik was; ik dacht dat* zij toch lang niet zooveel hield van hem als ik, en daarom ging ik des nachts naar Barbara en vroeg haar om raód. Zij heeft mij raad en bovendien nog iets gege ven, dat mijn hand niet verbrandde, toen ik het naar huis droeg, dat mij niet verpletterde, toen ik het meebracht in de kerk en dat ook geen stem kreeg, toen ik Tiet op de plaats van de kostie legde. Raoul, de kostie, die je aan Edith gaf'. Raoul maakte een beweging, alsof hij: haar van zich wilde slingeren; maar hij' herstelde zich en liet zijn hoofd in zijn handen zakken. „En ik was in de kerk gekomen om haar te zien sterven, want ik was bang, dat je de goede kostie niet genomen had.". „Mijn God", kreunde Raoul. „En ik voelde geen berouw. Ik stond achter je, toen zij dood in je armen lag en had geen wroeging. Ik zag Tassilo in wanhoop staan en voelde nog geen berouw, maar ik lachte. Maar 's nachts was het net alsof zij in mijn kamer kwam, en zij mij riep en bedreigde". Bertha huiverde en keek achter zich^ in de zelfde lichaamshouding, zooals zij dat in de kerk gedaan had. En welke doodsangst ik sinds dien heb uitgestaan, dat kan jij' als een rein mensch, ook niet begrijpen. Ik was bang in het licht en in het donker, voor elk geluid was ik bevreesd, voor mijn schaduw, voor het rui- schen van mijn japon; ik was bang voor on- meedoogendheid van den beul, anders was ik naar den rechter gegaan in plaats van naar jou". „Men zoekt naar anderen om ze in jouw plaats te folteren." „Daarom kom ik hier; red de onschuldigen. Zeg, dat een arme zondaar je zijn daad heeft gebiecht en dat jij" „En dat ik?" „O", zei Bertha, „nooit kan je my vergeven ik ben voor eeuwig vervloekt". „Wie op aarde heeft de macht zoo'n mis daad te vergeven? Zou je mij; gelooven, als ik je zei: God vergeeft je? Je bent niet waard, dat de zon je beschijnt". Bertha was weer op haar knieën gevallen^ haar gevouwen handen voor zich uitgestrekt» „Ik weet het ik weet het wed", zeide zij „ik moet sterven. Maar Raoul, ik ben bang. Het is vreeselijk, in angst voor den dood te zijn en welke pijnen zal men voor mij -uitvinden, en het is nog verschrikkelijker in de hel te komen zonder eerst boete gedaan te hebben." „En je wil onder de menschen leven? Wie zal in je nabijheid willen zijn?" „O, niemand, niemand, ik heb gezworen, dat dit de laatste woorden zullen zijn, die over m'n lippen komen, dat dit de laatste maal zal zijn, 'Int een mensch mijn gezicht ziet. Er is een klooster met cellen in de rotsen voor meisjes die boete moeten doen. Geef me daarvoor een brief mede, zonder mijn naam er in te noemen; want ik ben daar dood voor de wereld en voor jou ik loop van hier af den ganschen nacht door, dan ben ik voor de zon opgaat, daar en zoo beschijnt de zon mij niet meer, Raoul, want voor zij zal schijnen ben ik tot aan mijn 'lood in de aarde verborgen." (Slot volgt).

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 1