0
WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 28 JUNI 1929 No. 26.
DE KNAPPE HENGELAARS."
Kijk eens ho eijverig of deze konijntjes bezig
zijn visch te vangen. Zoo ijverig zelfs, dat er
al twee in het water gevallen zijn, Van de
ééne kun je nog net de voeten zien, terwijl
de tweede binnen de minuut kopje onder gaai.
Dan is er nog eentje, die zoo juist zijn hen
gel heeft opgehaald maar per ongeluk het
haakje in zijn broeg geslagen heeft zoodat hij
bezig is aan zichzelf „beet" te krijgen,. De
anderen kunnen er ook al niet veel van, ten
minste zooeven heeft er ééntje een visch op
gehaald die op het land van het haakje viel
en nu ergens op het droge vertoeft.
Probeert dit visch je nu eens te vinden. Als
je lang kijkt zul je het wel zien.
Doe dat dier uit je melkflesch weg.
DE KLEINE NATUURKUNDIGE
Klaas heeft melk gehad en pap
En gaat nu eens flink op stap.
Want hij wil een avontuur.
Met de wond'ren der natuur.
Natuur is toch een machtig ding,
Als ik nu die rups eens ving.
Denkt zoo onze kleine^ Klaas,
Enreeds is hij 't dier de baas.
In zijn melkflesch bergt hij 't weg,
Jonge, dat staat deftig, zeg.
Net een echte verzameling.
Al wou Klaas, dat hij nog wat ving.
Kijk eens, moes, roept Klaasje fier,
Wat zegt U van zulk een dier?
Moes wordt kwaad en zij roept: Zeg,
KOUSEN.
Het feit, dat kousen ovef het algemeen het
snelste slijten aan de hielen, is eigenlijk de
aanleiding geworden voor het ontstaan van
een nieuw mode-onderdeel. Uit louter practi-
sche overwegingen is men er toe gekomen om
de hielen en teenen van de kousen van dubbel
weefsel te vervaardigen. Heeft men nu licht
kleurige kousen, dan spreekt het vanzelf dat
zoo'n dubbele hiel iets donkerder getint is dan
de rest. Daar toch zitten twee stukjes van het
weefsel op elkaar, dus komt de kleur* sterker
en inniger uit.
Bij de pums en andere modellen van lage
schoenen kon men de dubbele hielen goed zien
en het is dus te begrijpen, dat koningin Mode
zich dadelijk er mee bezig hield. Het dubbele
hieltje kreeg van at oogenblik af een zeker
dessin en thans zijn we reeds zoo ver dat wij
er tallooze dessins in onderscheiden.
Op onze teeekening ziet men verschillende
dubbelgeweven kousen. Het eerste paar wordt
het meeeste gedragen, hoewel het zooals
men eigenlijk zelf best begrijpen kan alleen
maar bij smalle ennkels aardig kan staan. Da
mes met ietwat dikke enkels doen beter dit
^hisltja" niet tn dragen, daar het plomp staat,
omdat de twee punten dan teveel naast elkaar
staan, terwijl natuurlijk de bedoeling is, dat
aan elke zijde van het been een punt te zien is.
Het tweede paar laat ons dessins van den
laatsten tijd zien. Bepaald mooi vinden wij 't
niet, daarvoor is het te vierkant, maar het
schijnt voor de kousen het beste te wezen. Als
het zoover mocht komen als men voorspelt, m.l.
dat men de „hieltjes" weldra in een licht con-
trasteerende kleur zullen worden aangebracht,
geven wij dit dessin geen kans op een lang
leven.
Het derde plaatje geeft o.i. het mooiste dessin
Dit kan door iedereen worden gedragen, ook
door dames met dikk eenkels. Het komt op het
oogenblik zeer in de mode en zal vermoedelijk
er ook wel lang in blijven.
Het laatste model is heel eenvoudig en eigon-
Ijjk nog precies zooals de fabrikanten de
..hieltjes" voor het eerst maakten. Hier heeft
men er naar gestreefd de hielen der kousen
degelijk te versterken, zonder meer. Aan mode
werd niet gedacht. Nu die gedachte er thans
bij is, laat men het model rustig voortbestaan
naast de andere dessins. Het kan want het is
door zijn eenvoud mooi genoeg.
EEN WANDEL-JAPON.
Men ziet dadelijk dat voor het maken van
deze japon eenige bedrevenheid met naald en
draad vereischt wordt. Echter wijst het patroon
meestal wel den weg. Het plooien van den rok
en ook van het kraagje is echter een secuur
werkje dat men met ambitie en geduld moet
doen. De japon kan gedragen worden door
vrouwen tot ongeveer vijf en dertig jaar en
evengoed door meisjes van een eindje in de 20.
Als stof kieze men bij voorkeur een fijne
voile of mouseline. De ruches zijd van dezelfde
stof. Heeft men daar veel moeite mede, dan is
het verstandig deze naar een pliseerinrichting
te brengen. Dan is men zeker dat het mooi
wordt.
Het knippatroon kan men bestellen aan onze
bureaux onder opgave van no. 87, in de maten
42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents.
BLOUSE EN ROK.
Onder een zomermantel draagt men het beste
een blouse met rok. Het model van de* blouse
heeft iets weg van het matrozenkieltje. De
ceintuur haalt de blouse in het midden wat
in, zoodat er eenige overblousing ontstaat, be
nevens een kort schortje.
De plisé-rok is geschulpt. Het knippen is
niet moeilijk maar het pliseeren kan men het
beste in een daarvoor ingerichte instelling laten
cloen.
Het knippatroon kan men bestellen aan onze
bureaux onder opgave van no. 85, in de maten
42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents.
ZOMER STROOHOEDEN.
Het stroo begint weer zijn plaats van vroeger
te heroveren. Bij de laatste modellen uit het
buitenland treft men ettelijke hoeden-model-
len aan, waarbij stroo het voornaamste is.
Over het algemeen zijn de vormen zeer een
voudig en met het oog op de nog steeds
heerschende korte-kopjes-mode klein van
rand. Het modelletje dat wij hier afdrukken
is alleraardigst. Het is een bijenkorf, met een
randje, dat aan de voorzijde licht oploopt,
Het lint is de eeenigste garneering, zooals U
ziet.
Het modelletje is zeer fraai, hoogst eenvou
dig enniet duur. Een handige jongedame
kan het desnoods, met behulp van een gazen'
VATEN WASSCHEN.
Een van de vervelendste werkjes in de huis
houding is zeker wel het vaten wasschen,
tenminste afgaande op de verzuchtingen, welke
men met betrekking tot deze bezigheid door
gaans hoort slaken.
Er zijn natuurlijk vrouwen genoeg, die het
vaten wasschen niet zoo vervelend vinden.
Dat zijn de wijsgeerig aangelegden onder ons.
Zij benutten den tijd van het wasschen der
borden en kopjes om intusschen over andere
zaken te denken. Dat kan natuurlijk heel goed,
en indien men slechts altijd wat te denken
heeft iedereen denkt niet is het nog zoo
kwaad niet.
De meeste huisvrouwen weten echter niet
goed hoe zij het met „de vaat" moeten aanleg
gen. Meestal laten zij alles van den geheelen
dag oploopen en slaan dan des avonds na 't
eten aan het_ wa§schen. Ja, dan is het vate:
wasschen een corvée.
Het juiste systeem 'is alles dadelijk, na elke:
maaltijd, afwasschén. Dan voelt men het nie
Elk huishouden kan. er op ingericht wordex
's Morgens na het ontbijt even de paar bordje
kopjes en mesjes gedaan is een werk van eei
oogenblik. Om twaalf uur en om zes uur. pre
cies hetzelfde. Men moet al een heel gr ooi
gezin hebben en een uitgebreid vaatwerk wil
het werk op die wijze langer dan een half uur
in beslag nemen.
Zorg altijd voor een goed en heet sop; dal
is het halve werk. Een sopje is snel gemaakt,
dat kost geen tijd. Het heeft als voordeel dai
het goed afneemt, schoon maakt bedoelen wij
en verder dat het bij het uitdruipen voon een
belangrijk deel verdampt, zoodat later bij
afdrogen alles snel klaar komt en de doek
niet overdadig nat wordt. Het is niet goedi om
bijv. een paar kopjes en een bordje vlug even
met koud water te doen. Het wascht niet
schoon, men raakt meer tijd kwijt en maakt de
doeken veel te nat.
Het handigste is het om de vaten in den
gootsteen te wasschen. Aangenomen dat die
schoon is. natuurlijk. Indien men de afvoerpijp
kan afsluiten met een dop heeft men niets
anders noodig. Nadat het werk gereed is, trekf
men den dop weg en alles is weer netjes. Even
een keukenschuiertje nog over den bodem
om te voorkomen dat verstopping ontstaat
en men is klaar.
BABYKLEERTJES.
De kleertjes welke men hier ziet afgebeek
voor èen meisjes-baby zijn zeer praèlisch ei
ook gemakkelijk te maken. Het manteltje me
het aardige keepje en het mutsje s%ian hee
lief. De kleertjes moeten wat lang vallen me
het oog op het groeien. Anders zijn zij in eer
wip te kort.
De beide jurkjps kan men van één patroon
maken. Bij het eerste knipt men aan het bo
venstukje een punt en bij het tweede laat mer
dit recht. Zeer gemakkelijk en eenvoudig dus
Het patroontje bestaat dus uit een jurkje, eei
mantel met keepje en een muts.
Het knippatroon kan men bestellen aati onze
bureaux onder opgave van no. 86. Prijs 55 et
LEVENSWIJSHEID.
Het karakter en het gedrag van den menscb
worden niet door hem zelf maar door de op
hem inwerkende omstandigheden, bijv. dooi
den invloed van zijn millieu bepaald lie
zoogenaamd maatschappelijk determinisme.
De Welvaart van eèn land is niet op te tiia-l
ken uit het hooge cijter «Ijnor inkomsten, J
de sterkte zijner vestingen, of de schoonln ;<j
zijner openbare gpbouwen maar bestaat te
het getal zijnèr ontwikkelde burgers, in «i€
mannen van beschavihg, verlichting en karak
ter, die het bezit; in deze vindt da staal ijn|
grootsten rijkdom, zijn vooraaamsten steun]
zijii ware macht.
De mensch^n van het karakter zijn het gewe-j
ten der maatschappij.
Niet de glans van liet succes, maar de zuiver-'
held van het streven en het trouwe volharde] 1
van den plicht, ook waar het gevtilg nau
lijks naar buiten trad, zal voor de wai
van een menschc-nleven beslissen.
Zeg mij. wien gij bewondert, en ik zal zeg^
gen, wie gij zijt
Heerlijke arbeid, als gij ooit een vloek van
God waart, hoe groot moeten dan zijne zege
ningen w^l wezen.
Geen grooter smart, dan het herdenken van
voorbijgegaan geluk in dagen van ellende.
Wie nooit zijn brood met tranen at,
Wie nooit in kommervolle nachten
Op zijne sponde weenend zat,
Die kent U niet> gij Goddelijke machten.