DraagenAanbod
STER-TABAK
v.ROSSEM's ZEEPAARD I5cr ^nCpatEeh^eVpakk?nc! 41
EEN GEBED
WEEKBLAD VOOR WALCHEREN
EERSTE BLAB, b
VRIJDAG 28 JUNI 1929
DRUKKERIJ
H. WEGELINQ
VLISSINGEN
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
ABONNEMENTSPRIJS
40 CENT PER 3 MAANDEN
FRANCO PER POST 45 CENT
LOSSE NUMMERS 5 CENT
ADVERTENTIEPRIJS
20 CENT PER REGEL
INGEZ. MEDEDEEL 40 CENT
CONTRACTEN SPEC. TARIEF
Uitgave fiHl Wegeling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vlissingen. BijkantoorDrukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg
No. 26
DRUKKERIJ
H. WEGELING
VLISSINGEN
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
k MIDDELB.
Niets gaat ktouen
259 JAARGANG
Wij zorgen voor
nette uitvoering
van uw Drukwerk
en zijn toch het
laagst In prijs I
Wegeling'sJlieutvsblad
Ook op het gebied
van Kantoor- an
Schrijf behoefton
zijn wij goed en
goedkoop I
WERKENDE KINDEREN.
In de „Telegraaf' was het volgende daarom
trent te lezen en het is goed daar nota van te
nemen
In een boek vertelt een schrijver van een
naaister, die; als ze een jongentje bij zich. op
bezoek krijgt, zegt: „Hier heb je eqn naald
en draad en een lap, maak een zak voor je
griften".
En dan gaat de schrijfster zoo voort:
Er wordt heel wat over opvoeding geschre
ven: groote, zwaarwichtige boeken, die be
loven, U alle problemen op te lossen. En ge
leeest ze, ge worstelt er U door, ge haalt inge
wikkelde volzinnen uit elkaar en met een
zucht legt ge'het boek weg, en ge denkt: ben
ik nu eigenlijk wel wijzer geworden?
Maar er zijn ook kleine eenvoudige boeken,
en zóó eenvoudig worden de waarheden ge
zegd, zóó weinig moeilijk lijkt alles, dat ge
óók weer niet tevreden zijt en denkt: wordt
mij 'iets nieuws gebracht, wist ik dat nu niet
allemaal?
Want opvoeden zelf moge een verheven werk
zijn, het bestaat uit aaneenrijgingen en aan
eenrijgingen van de allergewoonste feiten en
gebeurtenissen: met af en toe slechts iets, dat
boven het niveau uitsteekt. Het is handjes
wasschen, verschoonen, haartje kammen, te
eten geven, uit wandelen gaan, een spelletje
doen, verbieden en voordoen, en daar tusschen
in wijzen op het mooie en goede; naar boven
gekomen ondeugden trachten den kop in te
drukken.
Doch alles is de manier, waarop het gedaan
wordt, bij het kleine en groote kind.
En nu zal menigeen best kans zien, tiental
len artikelen te schrijven over het doel der
opvoeding, en nog meerdere tientallen over
de middelen, om dat doel te bereiken.
Maar niemand zal het zoo kort en kernach
tig doen, als Multatuli het Leent je laat zeg
gen: „Hier heb je draad en naald, maak een
zak voor je griften en vertel me vanJ al die
graven".
Dat wil dus zeggenlaat de kinderen actief
bezig zijn met iets waar ze voor voelen, geef
hun leiding er bij, en toon belangstelling voor
wat hen bezighoudt."
Verder lezen we nog:
„Een actieve bedrijvigheid geen onzinnig
gejaag en gevlieg natuurlijk dat is het,
wat een kind om zich heen verlangt.
Dat is ook weer iets, dat we allemaal wel
weten. Waar is het kleine kind het liefst?
In de keuken, waar iets gebeurt, waar iets) te
zien is, waar iets beleefd kan worden; graag
wil het helpen, de kopjes opruimen, een wor
teltje schrapen.
Is er een werkman bezig, dan staat de kleine
vent er bij, overweegt mee, of deze of die
plank beter zou passen: overgelukkig is hij,
als de verver hem wat stopverf geeft, of! als
hij ook een streekje mag doen".
We gelooven, dat veel moeders door het
verschaffen van werkzaamheid aan hun kin
deren zichzelf het leven kunnen vergemakke
lijken, terwijl ze tevens opvoedend werkzaam
zijn.
VLISSINGEN. Benoemd tot plaatsvervangend
lid van den Raad van Beroep voor de Directe
Belastingen in Zeeland, de heer Mr. H. van der
Beke Callenfels.
Tot Correspondent voor de Vereeniging
„Hendrick de Keyzer", de heer C. A. van
Woelderen, tot leeraar aan de Ambachtsschool
te Haarlem, de heer F. H. A. Saeijs, onderwijzer
aan de neutrale school.
Geslaagd examen machinist, diploma B
de heer P. de Bree, aan de Rijkskweekschool
te Middelburg, eindexamen: Mej. 11. C. Swart.
Geslaagd aan de R, H. B. S. eindexamen 5-ja-
rigen cursus: afd. B M. Brander, G. Delvoye,
F. M. G. Dobbelaere, D. Purmer, A. Schaap,
B. H. Slager, J. L. v. d. Vliet, en P. B. Wijten-
burg.
Kinderen die met een bal tegen den draad
van het electrische tramnet schopten, deden
dezen breken. De centrale zorgde voor spoe
dige herstelling.
Een Roemeen, verstekeling op het Duit-
sc.be stoomschip „Astron" werd door de po
litie over de grens gezet. Twee wielrijders
reden elkaar aan ter hoogte van het kruispunt
Groenewoud. Een der rijwielen werd bescha
digd. Er.wordt een beroep gedaan op de
medewerking der ouders in verband met aller
lei baldadigheid der jeugd, om de politie te
helpen. Van allerlei vernielen de kinderen,
besmeren huizen met verf en krijt enz. enz.
Het is tijd dat aan deze dingen een eind komt.
De Badcommissie is er in geslaagd een
paar veerende duikplanken machtig te wor
den, waardoor aan den duiktoren groote ver
betering is toegebracht. Voor een kleine
schare trad in de zaal van „De Oudei Vriend-
sdhap" de heer Mr. G. Boon op. om een
spreekbeurt te vervullen voor den Vrijheids
bond. Van de gelegenheid om vragen te stel
len, werd geen gebruik gemaakt.
Binnengekomen het Noorsche stoomschip
„Meryl" met een lading melasse voor Bergen
op Zoom. In het Gasthuis is opgenomen
een marconist van het Zweedsche stoomschip
„Eros", bij wien verstoring der geestvermo
gens was waargenomen. Iemand heeft een
jongen mishandeld, die met andere jongens
hem plaagde door hem met steentjes en zand
te werpen. De politie doet onderzoek.
Met den verkoop van rijwielmerken voor
het dienstjaar 1 Augustus 192931 Juli 1930,
zal op 16 Juli op de post-, bij- en hulpkanto
ren, poststations en postagentschappen worden
begonnen.
Door belanglooze medewerking van de
Zuid-Nederlandsche Radio Distributie Maatsch.
had Zaterdag in het lokaal Buning de doorzen
ding der Vara plaats, waardoor vele militaire
oud-gepensionneerden en anderen de rede van
den bondsvoorzitter, F. Brandwijk konden hoo-
ren. Zaterdagnacht is de lichtboei no. 39
op de West er-Schelde weggeslagen en opgepikt
door de bergingssleepboot „Max"' uit Antwer
pen. Geslaagd voor steno-typiste: de da
mes E. P. Hoek, A. J. Luitwieler (met lof),
J. A. van Hoepen (met lof) en J. M. Stecher
(met, lof), diploma kantoorstenograaf Mej. J.
Gaastra en de heeron J, van Dijk, en, P. Lefe-
ber, voor typist de heer I. H. dei Velj, voor
kantoorstenograaf Duitsch, de dames E. Rut
gers en E. M. de Lange (met lof) 100 lettergy.
per min., Mej. E. Rutgers (130 lettergr. per
min.) voor prop. examen scheikundig ingeni
eur de heer J. H. D. Heine.
MIDDELBURG. Tot 2e secretaris van de
Vereen, voor Chr. Onderwijzers werd in de
laatst gehouden vergadering van het Hoofdbe
stuur de heer R. v. d. Welle gekozen.
Tot Commies ter Prov. Griffie van Zee
land is benoemd de heer Mr. J. de Vries te
Wagen in gen.
Geslaagd aan de Rijkskweekschool voor
eindexamen de dames J. L. R. Net. en P. A,
v. d. Pluym.
Alhier arriveerde Woensdag Z. K. H.
Prins Hendrik, opgewacht door den Commis
saris der Koningin, den burgemeester en ver
tegenwoordigers van de afdoeling van het Roo-
de Kruis. In die Sociëteit St.-Joris had een
begroetingsavond plaats. Voor den aanvang
van de algemeené vergadering van het Roode
Kruis had een demonstratie plaats op de Los-
kade, gegeven door de leden van de Transport
colonne der afd. Middelburg en Vlissingen.
De vergadering werd geopend door Z. K. H.,
waarna verschillende huishoudelijke zaken; wer
den behandeld. De secretaris-generaal Mr. G.
van Sloolen Az. hield een. rede, waarin hij
ppkwam voor het goed- recht van het Roode
Kruis, als vredeswerk, ook tegenover de bewe
ring van pacifisten, dat het den vrede tegen
werkt doordat het de oorlogsgedachte levendig
houdt door zijn activiteit. Na de vergadering
had ten stadhuize de officieele ontvangst, plaats.
Des middags inspecteerde de Prins op de
Balans de afd. Middelburg der padvinders.
In de middagvergadering hield luitenant-gene
raal b. d. N. Schrijver een voordracht over
het Roode Kruis en de bescherming van de
burgerbevolking tegen den chemischen oorlog.
Na afloop der vergadering werd een autotocht
door Walcheren gemaakt naar Domburg. In
Grand Hotel „Britannia" te Vlissingen had
de officieele maaltijd plaats, alwaar nog door
verschillende personen het woord weird ge
voerd. t
Tusschen de besturen van de Middelburg-
sche bakkerspatroonsvereenigmg en den Ned.
Centr. Bond van Chr. arbeiders in de bedrijven
van Voedings- en Genotmiddelen is een col
lectieve arbeidsovereenkomst afgesloten. Voor
de bedrijfscommissie, welke bedoelt de In- en
doorvoering van het contract, benevens de
behandeling van evemtueele kwesties en be
drijf sa angel ©genheden, zijn reeds personen aan
gewezen.
Na opening van het nieuwe veilingsgebouw
had in hotel „De Nieuwe Doelen" een diner
Naar het Duitsch.
4.
„Ik ben zoo gelukkig om hem. Nu is hij een
heilig mensch en kan zijn heele leven slechts
goede dingen doen. Gewis is hij nu zoo blij,
als hij nog nooit geweest is. Ik schreide van
blijdschap".
„Die tranen", zeide Tassilo, „heb ik ook
voor vreugdetranen gehouden, voor niets an
ders, wees daarvan overtuigd, Edith".
„Hij was altijd goed en had geen fouten' en
zwakheden zooals andere menschen, Ik heb
hem nooit iets onrechtvaardigs zien doen, en
als hij er was, was het net, of' alles om hern
heen licht werd. Nooit heeft hij me geplaagd
als andere jongen», hij heeft mij altijd tegen
hen verdedigd. O, je kunt niet gelooven, hoe
goed hij is".
Tassilo zuchtte: „Wat moet het prettig zijn
in jouw oogen goed genoemd te worden".
Edith's moeder kwam haar halen, daar zij
al langen lijd op Edith gewacht had en Tassilo
ging met hen mee naar huis. Er was al eenigen
tijd voorbij gegaan, voor Edith den moed had
gehad te vragen, cf Bertha al terug was. Ein
delijk durfde zij het vragen, en toen zij het
huis binnenkwam, hoorde zij vlugge stappen
achter zich.
„Wat ben je bleek, Edith", riep Bertha.
„Jammer, dat je niet bij ons was; het had je
zeker vreugde gegeven de wijding bij te wonen,
maar ik vond het vreeselijk".
„Vreeselijk?" vroeg Edith en zag haar vrien
din met groote treurige oogen aan.
„Als je hem gezien had. Hij zag zoo bleek»
Hij moet zich erg gekastijd hebben. De pastoors
zeiden dan ook, dat hij veel eerder tot priester
gewijd werd dan anderen, omdat hij van den
aanvang af zoo braaf en oppassend geweest is.
Edith zag Tassilo aan. „Maar hij zag er toch
verheugd uit," vroeg zij hijgend.
„Zeker".
„En waren er bloemen op het altaar?"
„Ja, dat geloof ik wel, maar Raoul was| hee
lemaal in 't wit, alsof hij een doodshemd aan
had".
Edith zuchtte.
„Toen, ging Bertha verder, „begon de bis
schop te spreken en zeide hem, dat hij zichzelf
ernstig moest onderzoeken of hij de kracht
had de zware taak op zich te nemen. Hij was
nu nog vrij om te kiezen; maar van dit uur
af was hij voor de wereld en d^ zijnen afge
storven; hij behoorde slechts alleen aan God;
wanneer hij de kracht hiertoe in zich voelde,
moest hij een stap vooruit doen".
„En"? vroeg Edith.
„En toen sloeg hij zijn oogen naar boven
en deed een stap voorwaarts, daarna viel hij
met zijn gezicht op den grond alsof hij dood
was en bleef zoo liggen. En de bisschop en
al de geestelijken en de gemeente knielden, en
het was zoo stil in de kerk, dat de menschen
mij hoorden schreien".
„En toen?" vroeg Edith, terwijl de tranen
langzaam over haar wangen rolden.
„Toen maakte de bisschop een kruis boven
zijn hoofd en de gempente moest voor hem
bidden, voor hem die zich offerde ter eere
van God. Vervolgens stond Raoul langzaam op
en raakte den hostiekelk aan, tenlaatste knielde
hij weer voor den bisschop, die een hand op
zijn hoofd legde en hem zeide dat hij door
den heiligen geest den duivel en zijn verzoekin
gen weerstaan zou. Het was alles heel mooi,
Edith zooals je wel begrijpen kan ©n daarna
was hij bijna een vreemde voor ons, alsof hij
niet meer bij ons hoorde. Waarom schrei ie;
Edith?"
„Ik schrei heelemaal niet".
„Wat is dat dan?" zei Bertha en wees op
de tranen, 'die op haar japon gevallen waren.
„Het is dauw", zeide Tassilo ernstig) en deed
of hij den boozen blik niet bemerkte, diet Ber
tha hem toewierp.
Raoul was in de stad, dat wist Edith; hij
woonde bij een oude geestelijke en nam ijverig
zijn plichten waar. Hij vermeed angstvallig
Edith te ontmoeten en als het al eens gebeurde
dan groette hij vluchtig en liep haastig door.
Dat deed haar veel verdriet, zij had nooitf ge
dacht, dat hij zoo heelemaal vreemd voor haar
worden moest, toch wachtte zij, eiken dag om
Jiern te zien en schreide 's avonds heetej tra
nen in het kussen, De wereld scheen haar
opeens zoo leeg en koud, alsof hei leven Oil-
gebluscht was en opnieuw begon zij haar
moeder met de vraag te bestormen of zij' in
het klooster mocht. Moeder gaf haar ten ant
woord, dat zij een liefdelooze dochter was
en vroeg of zij geloofde, dat zij er goed mee
deed haar oude moeder alleen te laten.
- Hoe meer de moeder zag, dat Tassilo om
Edith heenzweefde, des te minder was zij ge
neigd aan de wenschen van Edith te voldoen.
Tassilo begon veel vaker te komen en ging
dan meestal naast de moeder zitten, met wie
hij druk zat te praten, terwijl hij haar poes
streelde. Eenige dagen, voordat Raoul tot pries
ter gewijd zou worden, riep moeder Edith
bij zich.
„Kind", zei zij, „je kunt me zeer gelukkig
maken en je zelf ook, naar ik hoop".
„Ja moeder?" Die oogen, die naar haar
moeder keken, zagen er moe uit.
Als je een rijke en geliefde echtgenoot©
wordt, zouden wij uil onze zorgen, zijn en- ik
zou een vroolijken ouden dag kunnen hebben
en kleinkinderen zouden op mijn school zitten.
Edith viel naast haar moeder op de knieën
en liet haar hoofd in haar handen vallen; „O,
moeder, moeder, kan ik misschien een ander
offer brengen? Ik smeek U, bespaar mij dit".
„Maar je krijgt een goede en brave man,
die heel veel van je houdt".
„Maar ik hou van niemand. Ik ben heele
maal niet voor het huwelijk in de wieg ge
legd. O, moeder, hoe zou ik iemand gelukkig
kunnen maken?"
„Laat dat aan hem over, hij denkt, dat het
al geluk is, je te bezitten".
„Maar ik ben bang".
„Dat gaat wel over".
„Ach moeder, heb toch medelijden met me".
„Medelijden moet je met mij hebben,. Edith".
Het meisje wrong haar handen en zei onder
tranen: „Heel mijn leven heb ik naar de vrede
en rust in het klooster verlangd en in den
laats ten tijd heel erg".
„Meisjes weten niet wat goed voor hen is".
„O, als U heel mijn zondig hart eens kende".
„Dan zou ik zeggen, dat je niet waard: bent
om in het klooster te gaan".
Edith zuchtte.
„Ik was toch altijd een gehoorzame dochter,
maar dezen keer kan ik dat niet zijn".
„Juist nu verlang ik gehoorzaamheid van je".
„Ik kan niet ik kan niet".
„Wees nu niet stijfhoofdig Edilh; ik zou
alleen maar willen, dat je mij toestond voor
je geluk te zorgen, en je verzet je er tegen,
alsof het je dood is".
„Het zal mijn dood zijn, moeder".
„Zwijg, je weet niet wat je zegt. Denk er
aan, dat je een liefdelooze, plichtverzakende
dochter bent, als je den man niet neemt, dien
ik voor je gekozen heb en dat je- mij dan een
treurigen. eenzamen ouderdom bezorgt. Ga nu
weg".
Edith wilde nog wat zeggen, maar moeder
hief afwijzend haar hand op en beduidde
haar heen te gaan.
(Wordt vervolgd).