Voor Jong en Oud ONS JEUGDVERHAAL SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE. De kleine straatzanger. WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 24 MEI 1929 No. 21. (Slot) En zoo kwam het dus, dat rf| een uurtje later, met hun drietjes broederlijk naast elkaar voort wandelende, in het eerstvolgende dorp aankwamen waar zij hun intrek namen in een klein maar net herbergje. Oude Jacob had onderweg niet veel gespro ken en meer geluisterd naar het praatje dat Thomas met den jongen hield. Nauwelijks wa ren zij echter in de herberg gezeten of hij wendde zich tot zijn nieuwen, jeugdigen ka meraad „Wilfred", zoo heette de jongen, „kom hier; dan zullen Thomas en ik je de noten leeren". En met deze woorden nam hij zijn viool en begon langzaam en duidelijk lange en korte noten te spelen, terwijl Thomas op een stukje papier de balken schreef en Wilfred aldus In de geheimen van hun kunst inwijdde Het was een kostelijke avond en Wilfred leerde en leerde, alsof h(j in zijn leven nog nooit iets anders gedaan had dan muziek stu- deeren. De beide oude muzikanten geraakten in vuur en bleven den ganschen avond door met hun jongen vriend bezig. En den volgenden dag gingen zij voor het eerst van hun leven niet verder om te spelen, maar bleven in de herberg en leerden, Wilfred nog meer, den ge- heelen dag door. En zoo deden zij nog drie dagen lang Toen was Wilfred in staat de noten, welke Thomas voor hem opschreef krassend en pie pend, maar zeer Zuiver, op Jacob's viool te spelen, alles netjes in de maat en zonder zich te vergissen. Hij was, moe, erg moe, want nog nooit was hij dagfeh achtereen zoo ingespan nen met iets bezig geweest, maar zijn oogen tintelden als hij de viool onder zijn kin nam en met stijve bewegingen den gtok over de snaren streek. Thomas en Jacob hadden bijna niet meer met elkaar gesproken, zoo waren zij vervuld van Wilfred's vorderingen. Zij durfden tegen elkaar er niet over te beginnen, want ach, ieder voor zich had den eersten avond al ont dekt, dat Wilfred als hij wilde een heel knappe muzikant zou kunnen worden, veel en veel knapper dan Thomas en Jacob ooit gehoord hadden. Wilfred had talent en een mooie stem. Daarom leerden zij hem ver der niets meer van de viool of den trompet maar lieten hem een eenvoudig, mooi lied zingen, net zoo lang tot hij het goed kon Zonder een cent op zak want alles hadden zij in den herberg voor het logies moeten be talen trokken zij den vijfden dag eindelijk verder. Het dorp waar zij gelogeerd hadden lieten zij in rust maar het stadje, dat nu volg de, werd voor dien dag hun arbeidsveld. Ja cob en Thomas speelden enWilfTed zong daarbij zijn lied. En overal bleven de meuschen op straat stilstaan om te luisteren, want nog nooit hadden zij een jongen zoo mooi hooren zingen. Wilfred zelf was danig in zijn schik en telkens wilde hij opnieuw beginnen, maar oude Jacob wilde daarvan niets hooren. Slechts viermaal mocht hij dien dag meedoen; de rest van den tijd speelden de oude müzikanten alleen. Maar die vier keeren brachten zooveel geld op, dat Jacob reide bijna een rijk man te zïJïT. Een week lang speelden en zongen' zfj zoó in vele kleine stadjes, en zij ontvingen steeds meer kopergeld, ja zelfs wel eens zilver En toen gebeurde het, dat oude Jacob en Thomas iets heel moois deden. Het was negen uur in den avond en Wilfred hadden zij al naar bed gestuurd in het logement voor dien dag. Zelf echter gingen zij naar een kappers winkel en lieten zich eens fijn opknappen. Een schoon boord kochten zij in een deftige winkel en deden dit in een klein en donker straatje om Zwijgend en een beetje bleek wandelden zij daarop samen naar een groot en mooi huis, waar zij aarzelend aan de bel trokken om even daarna door een statigen huisknecht te worden opengedaan. Jacob noemde zijn naam en voegde er ver waand achter „violist". Hij zeide, dat hij wel wenschte te worden toegelaten tot den heer des huizes. De knecht verdween, doch kwam dadelijk daarna terug om onze beide vrienden naar zijn meester te brengen, die hen vriende lijk ontving en vroeg wat zy van hem verlang den. „Niets", zeide Jacob, „wij willen U alleen maar iets vertellen". Nu begonnen Thomas en hij vol vuur te verhalen hoe zij Wilfred ontmoet hadden en hem de noten hadden geleerd en een mooi lied. Hun gastheer luisterde vol aandacht en \Toeg zelf ook vele dingen. Steeds echter wist Jacob hem naar behooren te beantwoorden, totdat einedlijk en het was reeds bijna mid dernacht de heer opstond en zeide, dat hij den volgenden dag wel eens nader kennis wilde maken met Wilfred. Geen woorden hadden Jacob en Tohmas gelukkiger kunnen maken dan deze, want de heer, dien zij hadden op- gezocht, was een beroemd en invloedrijk com ponist. Zy hoopten, dat hij zich het lot van den armen wees zou aantrekken. Hun hoop werd vervuld. Nauwelijks had de beroemde musicus den volgenden dag den kleinen Wilfred hooren zingen of hij knikte reeds naar de oude vrienden, dat zij gaan kon den en Wilfred by hem konden laten. En stil letjes, zonder dat Wilfred het merkte, slopen zij uit de kamer om heen te gaan en nimmef terug te keeren Zoo gaven zij zelf hun jongen vriend op en daarmedehim bron van ruime inkomsten. Trouwe oude Jacob en brave dikke Thomas, nooit in zijn leven heeft de goede Wilfred het vergeten, dat jullie deze edele daad voor hem verricht hebben. Wilfred is zelf nu al jaren lang dood. HQ is echter de beroemdste en grootste zanger ge worden, dien Engeland ooit gehad heeft. Aan bijna alle vorstelijke paleizen in Europa heeft hij zijn heerlijke stem doen hooren, maar ook in de ziekenhuizen en kerken der groote ste den, waar "hij telkens en telkens weer geheel belangeloos zijn toehoorders* in verrukking bracht. - Hij stierf, rijk en overal geëerd, ruim twin tig jaren na zijn vriend en grootsten weldoe ner, den beroemden componist Mendelssohn. EEN LËG-PUZZLE. Maak hiervan eens een mooie ster, als je kunt. Het is niet zoo heel moeilijk, hoor, maar jc moet goed oppassen, dat je de goede stukjes tegen elkaar legt. Eerst plak je het geheele vierkant maar op een stukje steviger papier en daarna knip je zoo nauwkeurig mogelijk alle zwarte stukjes uit. Dan is de legkaart klaar en kun je aan het werk gaan. Succes er mede. MOEDER'S HULP. KASTANJES GOOIEN. Kleine Flip heeft het heel druk; Zusje's hondje is weer stuk. 't Is een beestje van wit laken. Flip zal het nu even maken Maar o, wee. Dat valt niet mee. Lieve help wat een snee Heeft het hondje in zijn hals. Die te maken is niet malsch. Maar 't is moeder die het ziet: Flipje kan het werkje niet. Daarom haalt zij naald en schaar, En aanstondsis 't hondje klaar. RAADSELS. Oplossingen van de vorige week. 1. October. 2. Een boek. 3. Een schoen. 4. Een pijpekop. 5. Een ophaalbrug. NIEUWE RAADSELS. 1. Het is de naam van een bekend groot dier, geeft men het nu den staart van een ezel, dan wordt het een bekend en kostbaar sieraad. Ra, ra, welk dier is dat? 2. Mijn ©eerste is een smakelijke vrucht; in mijn tweede bergt men iets en mijn geheel dient cm mijn eerste te bewaren. 3. Mijn eerste is een visch, mijn tweede is een naam welke men wel eens aan oude vrouwtjes geeft en mijn geheel is een vrucht. 4. Mijn eerste drie letters geeft men aan klei ne kinderen, mijn laatste drie letters vormen den naam van een vreemdeling, terwijl mijn geheel een zeer nuttig iets is. 5. Nooit laat ik mij hooren, als niet eerst een ander my heeft aangesproken. 6. Welk kleedingstuk is tegelyk een dier? 7. Mijn eerste is een rivier, mijn tweede dient om water tegen te houden en mijn geheel is de naam van een stad. 8. Mijn eerste is de naam, die men aan een landman geeft, mijn tweede is een ligplaats voor schepen, terwijl myn geheel de van vormt van een groot Nederlandsch geleerde. 9. Welke muis eet niet en leeft toch? De kastanjes behooren tot de vroegste hoo rnen, d.w.z. zij loopen in het voorjaar met nog eenige andere soorten het eerste uit. Dat is de reden geweest waarom de teekenaar deze week eens een plaat met een kastanjeboom getee- kend heeft. Zooals je ziet zijn de kinderen be zig de vruchten (het is een wilde kastanje) af e fooien. Zoover is het nu in de natuur nog wel niet, maar dat doet er minder toe, omdat deze plaat bestemd is om in een schilderij te veranderen. Jullie begrypt het zeker al? Haal maar gauw wat kleursel of waterverf voor den dag en probeer eens iets heel moois te maken. Voor ditmaal zeggen wij van de kleuren eens niets. Dat moet je dus heelemaal zelf uitzoeken. Nu is dat gelukkig niet zoo erg, want als je even nadenkt, weet je wel hoe een kastanjeboom er uit ziet en ook zijn vruchten. En wat de rest aangaat, doe je maar precies wat je wil, alleen moet je erg oppassen, dat je het gras by ver gissing niet.... rood maakt 729 Ziezoo, nichtje en neefje, zet oom Grijs baard, toen we hem genaderd waren. Hoe komen jullie zoo ineens uit de lucht val len? Je bent een aardig eindje van hui* weet je dat wel? 730 Oom Grijsbaard nam ons mee naar rijn huis, waar we door tante hartelijk werden ontvangen. Onze rattenneefjes en ratten- nichtjes kwamen dadelijk toeloopen. Spe len? vroegen ze. 731 Terwijl oom zich wat opknapte deden we732 Aan de hand van oom Grijsbaard stapten een leuk spelletje met onze neefjes en nichtjes. „Drie is te veel" heette het. Maar al gauw was oom klaar en toen moest weer afscheid nemen. we op weg naar huis. Al spoedig waren we weer op bekend terrein. Ziezoo, zei oom, nu kan je 't verder zelf wel vinden. De groeten aan js vader en moeder. Sn h| ging weer terug.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 3