waar een wil is, is een weg. 1m eenvoudige wandelkleedi^g. een Aantel voor oudere dames. 3 23 WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 17 MEI 1929 No. 20. Willem Hartog, die maakte ruzie, Met zijn lieve zusje Suzie, Om een priktol en een bal, Wie daarmee spelen zal. „Waarom, Willem, wil nu jij, Dezen tol en bal van mij? Waarom altijd mij te plagen, En mijn speelgoed juist te vragen?" „Neem je hoepel of je wip. Óf ga varen met je schip; 't Was nog nooit, dat ik jou iets vroeg, Ga maar heen, j'hebt zelf genoeg". En zop gaal het eiken dag, Bijna niets, dat zusje mag. Bah, wat laf Wim, dat geplaag. Je verdiendeeen pak slaag. HET DOOLHOF. Zooals je ziet hebben we hier een doolhof, waarin verscheidene paden zijn aangelegd. Om het juiste pad te vinden, d.w.z. het pad dat ons van een der ingangen naar een uitgang voert, is op zichzelf al een heel kunstje, maar nog moeilijker is het, om in het doolhof tevens het dier terug te vinden dat daarin verdwaald geraakt is. Het is een groot beest en als je het eenmaal gevonden hebt, ken je het ook wel. Om het te vinden moet je met een potlood rustig langs de paden gaan, natuurlijk zonder over de lijn tejs, die ons hier en daar den toegang ver sperren, te gaan. Houdt je op die wijze juis het juisle pad, dan zal je tenslotte de omtrek ken van het dier zien ontstaan. Is dit klaar probeer dan nog even op een net e manier weer buiten het doolhof te komen. Ook da moet. Geen gemakkelijk werkje dus, maar hee. gezellig. Nu, steek eens van wal. EEN GESPREK MET HET MAANTJE. Hier zien w edrie zusjes bij elkaar, die eigen lijk al in bed.moesten liggen maar die stilletjes ▼oor het raam zijn gegaan om het Maantje eens goed te zien. Vader heeft juist vanavond ver teld, dat de Maan een heuschelijk gezicht heeft en zie je, deze kleine meisjes zijn zoo brutaal geewest om vader niet te gelooven. Hoe vind je me zooiets? En nu zijn zij er op uit om het Maantje eens goed te bekijken, wantzoo denken ze waarschijnlijktvader is groot en weet veel, misschien is het toch wel waar. En of het waar is? Dat zie je zelf ook wel; de Maan heeft een zeer vriendelijk en lachend gezicht «Vinden jullie nu niet", zoo spreekt de kledn- ste van de drie, „als de Maan een gezicht heeft met een mond en een neus en ooren en oogen, dat hjj dan wel zal kunnen praten ook?" „Ja, natuurlijk", antwoordt de grootste en dadelijk probeert zij "het en vraagt aan het Maantje of het waar is, dat zij een nieuwe pop voor haar verjaardag krijgt Gespannen kijken de drie toe. Maar het Maantje lacht en schijnt maar geeft geen ant woord. „Maantje, is het waar?" fluistert de oudste weer, maar het Maantje houdt zich van den domme. „Hij kan niet praten" zegt de middelste. „Hij moet het kunnen, want hij heeft een faond", zeggen de anderen. „Dat is alleen maar om te eten", denkt de middelste. „Neen, ook om te praten", vinden de andere. „Ik weet het", zegt nu opeens de middelste, die zeker ook wel de knapste is, „jullie zegt wel, de maan heeft een gewoon gezicht, maar dat is niet waar. Hij heeft een mond en een neus, dat is waar en oogen heeft hij ook, dat is ook waar, maar hij heeft geen ooren, dus dan kan hij ook niet hooren wat wij zeggen" Dat klinkt. De beide andere zusjes kijken werkelijk verbaasd over zooveel scherpzinnig heid. En omdat de Maan toch niets hooren kan gaan zij nu maar slapen., Dit oostuumpje is in eenvoudige rechte lij nen neergezet. Het is dan ook voor een slank liguur gedacht, echter niet voor lange figu ren; daartoe is de rok niet geschikt. Het bovenstuk is kort en volkomen glad. Het heeft geen andere garaeering, dan het boordsel om het kraagje dat voor op de borst in een halve ster eindigt. Heel aardig. De mou wen zijn lang en nauwsluitend, eveneens om boord bij de polsen. De rok heeft verscheidene bolle plooien, welke bij het knippen der stof vanzelf ont staan. De ceintuur is eigenlijk meer een taille band, hetgeen vooral veroorzaakt wondt door dat zij vastgenaaid is. Twe? korte strookjes vallen van de ceintuur op het bovenste ge deelte van den rok. Naar verkiezing kan men dezelfde garneering ook van achteren aanbren gen. Het ontwerpje is niet moeilijk, zoowel 't knippen als het naaien vereischt niet te veel routine. Aan stof heeft men met de gebruike lijke hoeveelheid zeker genoeg. Een knippatroon kan men bestellen aan onze bureaux onder no. 322 in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. EEN ZOMERKLEEDJE. aardig japonnetje. Het voornaamste van de garneering is hier de aardige afwerking van de schouders en het bovendeel van den rok.Verder is het boven stuk glad, alleen wat ruim geknipt, om de overblousing ter hoogte van de taille te ver krijgen. De hals-opening is eenvoudig omzoomd evenals de mouwen. Kraag of manchetten blij ven dus achterwege. Een los ceintuurtje com pleteert ten slotte dit bovenste gedeelte van *t japonnetje. De rok heeft stolpplooien; vier in totaal. Hij valt een eindje onder de knie. Is men iets meer gezet, dan verdient het aanbeveling den rok nog iets langer te maken, anders lijkt men gauw propperig. Het is trouwens van vele ge zette vrouwen een fout haar rokken kort te dragen. Bij de fijne mode-ontwerpen voor de zware of vrij zware figuren zooals de groote wereldmagazijnen ons die brengen zal mea dit ook nimmer zien. Een knippatroon voor dit japonnetje kan men aan onze bureaux bestellen onder no. 323 in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. Overdadig veel hebben wij van het voorjaar eigenlijk nog niet gemerkt, maar we zullen toch maar blijven hopen, dat eens het mooie weer werkelijk in het land komt. En voor het ge val, dat dit gebeurt geven wij hier vast een Is het reeds moeilp een goed japonnetje *e vinden voor dames oms'reeks den m ddelba- ren leeftijd, nog las'iger is het dikwijls een keus te vinden als men een mantel noodig heeft. Het lijkt dan ook soms wel of de mode huizen vergeten, dat er niet alleen meisejs van Iwinlig jaar rondloopen, maar daf die melsies ook nog moeders hebben, die er prijs op stel en overeenkomstig haar leeftijd gekleed te gaan. Het is een be'reurenswaardig uitwas van de mode-verdwazing in de na-oorlogsche jaren, dat vele oudere dames, die op ieders ach'ing en eerbied aanspraak zouden kunnen maken, een zot figuur slaan, doordat zij baar leden in een meisjesjurk geperst hebben. Een vrouw met werkelijk fijnen smaak zal zich ook op vijftig jarigen leef'ijd zoo weten te kleeden, dat ieders oog met welgevallen op haar rust. Voor dezulken geven wij hier een ontwerp voor c-ta royalen en degelpen mantel, modieus in lijn en snit en speciaal gedacht voor dames vm middelbaren leeftijd. Een knippatroon kan men bestellen aan onze bureaux onder no: 324 in de maten 42, 44, 40 en 48. Kosten 55 cents. DE wijze waarop. Een koning droomde eens, dat hém alle tan den waren uitgevallen. Toen vroeg hij aan een astroloog, wat dat te beteekenen had. De astro loog zei: Alle kinderen en alle familieleden van den koning zal hij voor zijn oogen zien sterven. Toen werd de koning toornig. Hij liet den astroloog in de gevangenis werpen en ontbood een anderen astroloog. Toen hij deze vroeg, wat de droom had tfl beteekenen, kreeg hij ten antwoord: De koning zal ai zijn kinderen en familie leden overleven. Over deze handige woordenschikking ver heugde zich de koning en hij liet de astroloog rijkelijk beloonen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 6