2e BLAD
Van Week tot Week
Huidaanslag
Jkjl HE EREN-BAAI
BURGELIJKE STAND
VERK O O PIN G EN
WEGELING'S NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 3 MEI 1929 No. 18.
BINNENLAND.
Misdaden en onse1ukken aan de orde
van den dag. Groote brandem. Een mil-
lioen schade. Dieven met een goeden
neus. Onder vreemde vlag. .,Bleu Band"
en .,Blau Band". Voorkeur Voor het
vreemde. Onze theehandel in gevaar.
Een goedkooner kopie thee? Eier-con-
tröle bureau. Schuttevaer terug nog
vol moed.
Als er een rubriek is fn de groote en "kleine
bladen welke welverzorgd en welgevuld ge
noemd mag worden, is het zeker wel die, waar
in de ongelukken en misdaden vermeld worden
om deze beide maar eens ais ond^r één ru
briek behoorende te beschouwen On het ge
bied van beide hebben we In den laafs'en tijd
heel wat gehad. Om maar Iets te noemen: de
moord te Groofegast. waarbij vier personen het
leven lieten. De vorige week is de desbetreffen
de strafzaak voor de Rechtbank te Groningen
behandeld. Tegen den beklaagde Wijksfra
werd levenslange gevangenisstraf gn8;scht. De
uitspraak is bepaald op Dinsdag 7 Mei Dit is
niet de eenige zaak welke de belangstelling
eischt. Daar is bijvoorbeeld nog de zaak Gies-
sen Nieuwkerk. waarvoor na de bekende ont
hullingen een bij het publiek haast in het ver
geetboek geraakt s'rafprooes opnieuw de aan
dacht heeft getrokken. En. we behoeven het
wat betreft misdaden heusch niet met het
schier reeds vergeten© te doen. In den nacht
van Zondag op Maandag is te Haarlem een
vrouw door hla ar man om het leven gebracht.
Waarlijk de rubriek misdaad bevat s'off en te
over en komt niet aan een eind. En aan de
ongelukken: branden van grooter en kleiner
omvang zijn aan den orde van den dag: 't Leid-
sche stadhuis, 't Paleis van Volksvlijt en nu
dezer dagen weer een reuzen brand te Rotter
dam waarbij een complex van 75 bij 75 Meter
door het vuur vernield werd en waardoor vol
gens de eerste berichten een schade van glo
baal één millioen werd veroorzaakt. Zoo blijft
^ïet werk aan den winkel, dat is waar, maar
de eigenaar der verbrande huizen en Inboedels
mitsgaders de verzekeringmaatschappijen zul
len er wel anders over denken en al moge het
waar zijn, dat in dezen tijd van groote werk
loosheid werkgelegenheid, ook door brand ge
schapen, als zoodanig welkom' geheeten wordt,
het spreekwoord luidt nog altijd „charité
bien ordonnée commence par' soi-même". en
wie zijn boeltje kwijtraakt door den brand
denkt in de eerste plaats wel aan zichzelf. Af
gezien natuurlijk van die gevallen, waar de
personen in kwestie door den brand uit den
brand zijn geraakt. We nemen gaarne aan dal
dit excepties zijn.
Het .,van den dader nog geen spoor" heeft
niet alleen betrekking op de vele en velerlei
misdaden, welke de laatste jaren plaats hebben
gehad in ons land. Ook in het bul'enland ge
beurt zoo eenige ongerechtigheid. En. al zijn
we nu bij voorbaat bereid toe te geven, dal
een moord een misdaad van veel ernstiger
aard is dan een diefstal, we willen er toch den
nadruk op leggen, dat het met die diefstallen
zoo hier als elders wel een beetje de spuigaten
uitloopt. Wij Hollanders sportlui als we zijn,
streven in vele opzichten het oude Spartaan-
sche volk na. dat lichamelijke ontwikkeling
zoo hoog stelde en in zoo hooge ma'e aandacht
aan wijdde. Maar op ander gebied dan dat van
sport zijn we nog niet zoo Spartaansch en voor
de aan de Spartanen toegeschreven opvatting,
dat diefstal niet bepaald schande was. wanneer
hij gepaard ging aan zooveel handigheid. daf de
dader zich niet vinden noch vangen liet., aan
die opvatting zijn we heden ten dage nog niet
toe. Intusschen zullen er onder de broeders
van het gilde der gauwdieven wel zijn, die een
diefstal van bijna 2 ton aan juweelen, zonder
dat er van de(n) dader(s) een spoor te ontdek
ken viel als een experiment van bijzondere
handigheid weten te waardeeren. Maar, de
rest van het menschdom dat zal wel de groot
ste helft zijn, ziet in een diefstal als de onder-
werpelijke een ernstig vergrijp, al valt het
moeilijk uit te maken, in welke mate een dief
stal van bijna twee ton ernstiger is, dan het
simpele wegnemen van een broodje. De Hol
landsch© dame, te wier nadeele te Londen de
hier bedoelde diefstal gepleegd is (het aanvan
kelijk bedrag van zes ton werd bij nader on
derzoek gereduceerd tot plm. twee ton) is in
elk geval haar juweelen kwijt. De dader(s)
moet(en) een goede neus gehad hebben.
Dezer dagen werd in sommige bladen de
aandacht gevestigd op het feit, dat een Neder-
landsche rijwielband onder een Engelschen
naam aan de markt gebracht werd. Wij hebben
in ons land de bekende vereeniging „Neder
landse!^ Fabrikaat" die zich ten doel stelt
den Hollanders te leeren. dat ze in ons land
vele artikelen van Hollandsch makelij kunnen
koopen, die door velen bij voorkeur middellijk
uit het buitenland worden betrokken. Wat
men ver haalt is lekker, zegt het spreekwoord
en inderdaad moet er bij ons volk een voor
keur voor het vreemde beslaan. Genoemde
vereeniging is, zooals het „Hbld." opmerkt,
al zoo ver, dat Nederlandsche overheidsorga
nen aan het Nederlandsche product de voor
keur geven indien dat even goed en niet of
niet belangrijk duurder is dan het buitenland-
sche. De vraag is of men van particuliere zijde
steeds bereid is dit laatste door een proef te
weten te komen en dan nog, de waardeering
van een «n hatzelfd* artikel loopt bij verschil
lende personen zeer uiteen. Het komt ons voor,
dat wij Hollanders niet alleen van vreemde ar
tikelen houden, maar ook van vreemde namen,
voor een echt Hollandsch product. Het artikel
„Blue Band" is welbekend. Al spreekt of
leest een groot deel van het Hollandsche pu
bliek geen Engelsch, de demonstratieve teeke-
ning op de voor genoemd artikel gemaakte re
clame is welsprekend genoeg en wat „Blue
Band" beteekent, behoeft niemand te vragen.
Maar, we hadden het genoegen te constateeren,
dat hetzelfde artikel over onze Oostelijke gren
zen werd aangeboden als „Blau Band". Mis
schien dat de Duitschers meer van het ge
bruik hunner taal gevoelen, dan wij voor de
onze. Dat we overigens met het hier geschre
vene geen kwalificatie van het meer genoemde
artikel op het oog hebben, spreekt natuurlijk
wel van zelf.
Als we in de bladen van Engelsche rechten
op thee lézen, denken we onwillekeurig aan
een der aanleidingen tot de Amerikaansche
bevrijdingsoorlog uit het eind der 18de- eeuw.
Maar, dat zijn oude koeien. Van recenten da
tum is dat de Engelsche regeering met ingang
van 22 April de aldaar bes' aande invoerrech
ten op thee heeft afgeschai Dit kan voor ons
land, voor onzen handel eenige gevolgen heb
ben voor den theehandel. Door een der leden
van de Tweede Kamer is tot onzen Minister
van Financiën de vraag gesteld of hij niet
van oordeel was, dat tengevolge van de af
schaffing der theerechten in Engeland de in
ons land bestaande handel in thee zich zou
verplaatsen naar de Londensche markt, zoo
lang hier te lande het hooge invoerrecht van
f75 per 100 K.G. blijft beslaan. En, aan den
minister werd gevraagd of hij bereid zou zijn
tijdig maatregelen te nemen, waardoor het be
doelde nadeel van ons land kon worden afge
wend. Een minister moet van alles weten en,
raad weten te schaffen. Nu. daar is hij minis
ter voor. Wat de minister in dezen doen zal
is om begrijpelijke redenen nog onbekend.
Maar, wanneer we lezen van te nemen maat
regelen in verband met een hoog invoerrecht
(ais genoemd) dan zien we onwillekeurig ons
kopje thee een ietsje goedkooper worden. ,t
Leelijke van 't geval is maar, dat de schatkist
met een verlaging (of afschaff'ng) van rechten
óp wat dan ook weinig gebaat is en dat we
zoo zachtjes aan wel geleerd hebben, dat in
verband met het feit dal het geld er moet
wezen, een daling van de staatsinkomsten in
veel gevallen weer door een of andere stijging
of nieuwe heffing gecompenseerd moet wor
den. Zoodat we maar zeggen willen, dat het
(evenntueel) goedkooper kopje thee alleen ons
nog niet gelukkig maakt.
Verleden week isSchuttevaer in ons land
teruggekeerd met zijn scheepje, beide in de
„Nieuw-Amsterdam". De terugtocht van den
zeker ondernemenden ouden heer lijkt, zoo
op het oog weinig glorieus. Maar Schuttevaer
heeft heel wat meegemaakt en zijn scheepje
niet minder en hij heeft zich in dien zin uit
gelaten, dat de prestaties van de Schutte
vaer" na den afgelegden tocht wel zeer groot
zijn gebleken. Hoe dit zij, men kan respect
hebben voor iemand als Schuttevaer die er
Schuttevaer die er steeds zoo den moed in
wist te houden en die we naar uit wat hij
meedeelde meenen te mogen opmaken nog
gansch niet versaagd is.
Vermoedelijk zullen we in deze maand in
ons land krijgen een Nederlandsch eier-con-
trole-Bureau. Onze eierhandel op het buiten
land, bescherming en bevordering bleken, in
verband ook met buitenlandsche maatregelen
noodig.
BUITENLAND.
Gibson over de reservetroepen. Een
schijnoplossing. Een bewapeningsover
eenkomst zonder beperking van de
grootte der landlegers voor Duitsch-
land onaannemelijk. Frankrijk en ook
Duitschland met één zelfden wensch
bezield. Gas- en bacteriologische oor
log buiten de wet. Ontruiming voor
1935 ©en misdaad. Aandacht voor het
vraagstuk der werkloosheid in Enge
land. De doodstraf in Duitschland.
Wat Gibson de Amerikaansche gedelegeerde
ter voorbereidende onlwapeningsoonferenüe de
vorige week te Genève gezegd heeft over de
kwestie van beperking der vloten, heeft aan
vankelijk goede hoop doen ontstaan op moge
lijk nog te bereiken resultaten. Van verschil
lende zijden werd met de w^ord^n van Gibson
te Genève dingen gezegd die niet algemeen
de goedkeuring der gedelegeerden en de door
hen vertegenwoordigde landen konden weg
dragen. Woorden, die volgens sommigen ge
heel in strijd waren met wat de heer Gibson
eerst gezegd had. Wat Gibson dan in 't laa'st
der vórige week ter kennisse van de vergade
ring bracht, komt in 't kort neer op 't vol
gende: Amerika heeft al'ijd het standpnut in
genomen, dat de geoefende res erve'roepen tot
de werkelijke bewapening van een land gere
kend zouden worden en dat een volk, dat over
goed uitgeruste reservetroepen beschikt, in
staat is onmiddellijk een aanval te ondernemen.
Een volk dat het in een oorlog van nog onge
oefende burgers moet hebben komt en dat is
te begrijpen achteraan bij een volk. dat er
goed geoefende reserves op na houdt. Maar,
beeft Gibson verder gezegd, om een overeen
komst gemakkelijk te maken is de .\merikaan-
sche regeering bereid toe te geven aan de
meening van de meerderheid van die landen,
wier strijdkrachten te land hun voornaamste
militaire macht uitmaken en de Amerikaansche
regeering wil hun denkbeelden inzake de ge
oefende reser vel roepen aanvaarden.
De landen, dia hat in hoofdzaak van hat
landleger zullen moeten hebben en er sinds
jaar en dag op uit zijn geweest dit landleger
zoo sterk mogelijk te maken, zullen uit den
aard der zaak niet gaarne zien, dat bij de
ontwapening aan him landleger, aan hunne
reservetroepen getornd wordt. Amerika zelf
heeft betrekkelijk weinig belang bij de instand
houding van een sterk landleger en het zou
er iets voor voelen dat de landlegers in Euro
pa verminderd, sterk verminderd werden. Het
zwaartepunt van de militaire macht ligt voor
Amerika in de vloot. En, nu wenscht Amerika
beperking van bewapening voor de vloten,
mits alle daarvoor in aanmerking komende lan
den daaraan naar behooren meedoen. En, nu
zou Amerika bereid zijn de reservetroepen van
de landlegers buiten de mogelijke ontwape
ningskwestie te houden (ofschoon Amerika vol
gens Gibson altijd de meening huldigde, dat
die reservetroepen wel degelijk tot de werke
lijke bewapening behooren. Amerika zou dus
nu bereid zijn eenige concessies te doen (o.a.
aan Frankrijk) inzake de bewapening te land;
als tegenprestatie zou dan verwacht worden,
dat de met die concessies begunstigde landen
zich zouden laten vinden voor Amerikaan
sche ontwapeningsp7annen be'rekking hebben
de op de vloten. Er waren al dadelijk landen,
die in meerdere of in mindere mate Gibson
zijn woorden toejuichten, maar er waren ook
tegenstanders, en in de eerste plaats behoort
daartoe Duitschlannd. De Duitsche gedelegeer
de, graaf Bernstorff was door de woorden van
Gibson onaangenaam verrast, zoo ver ast, dat
hij zich eerst eens goed bedenken moest, voor
hij zijn meening kon zeggen. Wat den volgen
den dag geschiedde. Bernstorff wees er op,
dat een ontwapeningsconven'ie, waarin de ge
wapende reserves ongemoeid zouden blijven
slechts een schijnoplossing zou brengen.
Duitschland s'elt zich in dezen op het stand-
nunt, dat door het ongemoeid la'en van de
reser vel egers, het ontwapende Duitschland in
een te onguns'ige positie zou bHjven tegenover
die landen, die in het vredesverdrag van Ver-
Wasch de aangedane plaatsen met warm water
en Purolzeepdroog dan voorzichtig af en doe
er wat Purol op. Herhaal dit eiken dag, zoo lang
het noodig is.
sailles verklaarden, dat de ontwapening van
Duitschland een voorwaarde was voor een
algemeene beperking van bewapening, maar
die zich het recht voorbehielden er een dienst-
plichtleger op na te houden. De Nederlandsche
afgevaardigde, de heer Rutgers, stond aan den
kant dergenen, di eniet zoo met de woorden
van Gibson waren ingenomen. De heer Rut
gers moet van „teleurstelling" hebban gespro
ken en gezegd hebben, dat de pub'ieke opinie
zich wel zal afvragen, wat er o.a. van het
Kellogg-Pact terecht moet komen, als het on
mogelijk zou zijn te komen tot een beperking
van de bewapening te land. Wat niet weg
neemt, dat de heer Rutgers evenals de Zweed-
sche gedelegeerden zich bij de uitslui'Ing van
de reserves wel wenschte neer te leggen, al
zouden ze die «rtslui'lng met leedwezen Zien.
Bernstorff moet nog gezegd hebben dat een
ontwapeningsovereenokmst zonder belangrijke
vermindering van de groot'e der legers voor
zijn land onaannemelijk is. Wat niet wegneemt,
dat de kansen voor ontwapening te land, zoo
ze dan bestaan hebben, de vorige week aan
merkelijk gedaald zijn en het zeer goed moge
lijk is, dat Duitschland zich ten slotte ook
In dezen, zooals in zooveel anders, bij het on
vermijdelijke zal hebben neer te leggen.
Dr. Schacht, de Duitsche gedelegeerde der
financieele conferentie is naar Beriijn gegaan,
vanwaar hij in den loop dezer week zou te-
rugkeeren, naar gehoopt werd, met nieuwe
Duitsche voorstellen. Duitschers en Franschen
koesteren inzake de schadevergoedingskwestie
één zelfden wensch: ze willen beiden het ver
schil tusschen de eischen der geallieerden en
de aanbiedingen van Duitschland zooal niet ge
heel wegnemen, dan toch zoo gering mogelijk
maken. Maar de overeenstemming in beider
verlangen, is niet dan schijnbaar, waar de
meningen omtrent het middel om het verschil
weg te nemen of dan te verminderen, uiteen-
loopen. Wat te begrijpen is. Duitschland wil
van de geallieerden lagere eischen: de gealli
eerden wenschen van de Duitschers hoogere
aanbiedingen. Of 't nog tot een accoord zal
komen, of dat men tevreden zal mqpten zijn
met 'zoo moge1 ijk) den grond te leggen voor
nieuwe, latere besprekingen?
Om nog even op de ontwapeningskwestie te
rug te komen, zij vermeld, dat de voorbereiden
de ontwapeninescomnrsrie den gas- en bacte-
riologischen oorlog buiten de wet heeft gesteld.
Maar. het Duitsche voorstel dat beoogde iede-
ren aanval van bommen uit de lucht te verbie
den. daar wilde de meerderheid der gedelegeer
den niet aan. Het Duitsche voorstel vond o.m.
steun bij de Nederlandsche delega'ie. De Fran-
sche gedelegeerde merkte op. dat het weroen
van bommen uit vliegtuigen niet hij uitstek een
blind aan^swanen is. Onder de tegels'anders
van het Duitsche voorstel waren er die d°d°n
uitkomen dat hun tegenstand tegen het voor
stel niet beteekende, dat zij zich wenschten uit
te spreken vóór het werpen van bommen op
de civiele bevolking. Ddt dus toch niet.
In de „Liberilaat de Fransche generaal
Mordacq vernemen, wat hij van de eigenlijke
bedoelingen der Duitschers denkt. Hij Is name-
lijk van meening. dat de Duitschers na den ge
allieerden op de deskund'genconferentie aller
lei moeilijkheden in den weg te hebben gelegd,
op de proppen zullen komen met eisehen he-
Ih vil echte friesche s
Jnplaab va*gewone iaiakf
ITi
treffende de ontruiming van den linker Rijnoe
ver als eersten stap naar revanche. Volgens ge
neraal Mordacq zou ontruiming voor het jaar
1935 een drievoudige misdaad zijn. De bezet
ting van het Rijngebied geeft Frankrijk tijd,
aldus de generaal, zjjn leger en zijn grens te
organiseeren geeft aan Polen Slowakije ec
Roemenië tijd troepen bijeen te brengen om
hun gebieden te verdedigen. En. tegen het ver
lies van de zes jaren, 1929—1935 weegt volgen*
generaal Mordacq niets op, ook geen geld.
In Engeland is men vol actie met het oog op
de naderende stembus. Ditmaal vermelden we
hierover alleen dit: Lloyd George heeft na
mens de liberale partij gezegd, dat zjj het
werkloosheidsvraagstuk onder de oogen zal
zien en, binnen afzienbaren tijd tot een oplos
sing brengen. Namens de Engelsche Arbei
derspartij. de Labourpartij. heeft Mac Donald
verklaard, dat een eventueele arbeidersregee-
ring in de eerste plaats haar aandacht zou wij
den aan de werkloosheid. Aan wie zal het
gegeven zijn als regeeringspartij de moeilijke
zaak der werkloosheid aan te snijden? De toe
komst zal het leeren.
De vorige week is in Duitschland d© com
missie uit den Rijksdag tot herziening van het
strafwetboek begonnen met de besprekingen
over de doodstraf. Ofschoon een der leden
in actie tegen de doodstraf een ziekte des tijds
noemde en zeide dat hij het onbegrijpelijk
vond. dat de openbare meening na de reus
achtige offers aan menschenlevens gedurende
en na den oorlog zich er druk over maakte
dat in het jaar 1924 een paar „menschelijke
beesten" de doodstraf hebben ondergaan, on
danks dit alles schijnt het toch, dat het wel
zoo goed als besloten is tot de afschaffing
van de doodstraf. Levenslange gevangenisstraf
zou er voor in de plaats komen.
SEROOSKERKE (W) 99 April. Heden
slaagde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht
Dhr. H. STURM als hoefsmid met Rijks
diploma.
VLISSINGEN van 25 April—2 Mei 1929.
Ondertrouwd: V. Normann 25 j. en J. S.
A. Lagendijk 31 j. E. H. Berkhuysen 26 j.
en J. Vader 22 J. - I. M. de Waal 24 j. en
C. P. Begthel 24 j. - J. T. Visser 24 j. en
C. M. van de Grijp 23 j. J. A. Bevers 25
f. en S. A. Tielrooij 23 j. W. P. Kokelaar
22 j. en D. Olijslager 19 .J J. de Klerk 30
j. en L. van Oosten 24 J.
Getrouwd: P. G. Kamermans 27 J. en A»
Verhagen 25 j. F. Buijs 22 j. en J. Cremers
29 J-
Bevallen: E. J. C. Willemse geb. Bijleveld d,
L. Meijers geb .Theune z. C. L. Cloet geb.
Loones z. E. Schmücker geb. Nischk z.
J. Volkers geb. van Keulen z. J. J. Wetig
geb. Schot d. F. Poppe geb. Dekker z.
C. Wiersinga geb. de Niet z. A. C. Wijten-
burg geb. Bella art d. A. M. Boogaard geb.
Aarssen z. (levenl.)
OverledenW. Legué jd. 84 J. H. de Koek
vrouw van J. P. Meert ens 65 J. A. van Steve-
ninck man van T. Weststrate 73 j. A. Th.
Volk man van P. van der Hof 82 j. M. M.
Schippers vrouw van M. Samuelse 66 J.
W. C. de Kam vrouw van P. G. Laemoes 47 J.
MIDDELBURG van 25 April 2 Mei 1929
OndertrouwdJ. G. Wondergem 25 j. en
M. Huijbregsen 22 j. C. Koppejan 29 j.
en N. M. Malgo 24 j. E. van der
Mijle 29 j, en H. M. C. Hattink 20 j.
J. Paauwe 33 j. en A. M. Tilroe 36 j.
Bevallen j. Meijer—Batus d. Outer-
mans—Griep d. E. S. Hoekvan der Weel
d. W. C. MurkBlokpoel z.
OverledenP. J. Nuijs 88 j. weduwn. J.
C. Broeke S. Klap 24 j. ongeh. d.
A. van Vijven 76 j. ongeh. z. C. P.
Koster 72 geh. met J. Sturm.
ST.-LAURENS over April 1929.
Geboren: IzaS dochter van M. Boone en P.
J. Midavaine.
Ondertrouwd: J. Koole 30 j. weduwn. van
E. Volkers en J Blok jd. 29 j. N. Mesu Jnfc
24 j. en D. A. Sturm-jd. 22 j. J. Passenier
jm. 22 j. en W. P. Marinissen Jd. 24 j.
Getrouwd: J. Koole 30 j. weduwn. en J.
Blok jd. 20 j.
Overleden: C. de Bree, 10 d. z.
HUIS en TUIN. Bouwland en Inboedel aan
de Warwijksche s'raat te Veere op Za
terdag 11 Mei 1929. Notaris van der
Harst te Vlissingen.