Voor Jong en Oud
ONS JEUGDVERHAAL
knaoelijntje.
het verraad van iwan kalkofski.
WEGELÏNGS NIEUWSBLAD VAN VRIJDAG 12 APRIL 1820 No, 15.
(Slot.)
I Iwan Ka'kofski gaf een gil van schrik. Daar
h»or hem stond, hoog opgericht maar /.waar
L, boeicl, een sterke en knappe jonkman. Iwan's
Togen puilden van zenuwachtige verbazing bij-
Ji;, uil hun kassen en zijn handen vielen slap
langs zijn lichaam neer. De jonge man was....
\X\i\ oudslen zoon. die hij veilig on in goeden
rw'e'sland waande in hel hooge Noorden.
Zwijgend bleven de twee elkaar aanzien;
Iwan dacht er zelfs niet aan zijn jongen te
vragen hoe hij in zu'k een toestand kwam en
Feodor de jongen, meende in het eerste oogen-
blik. da! zijn vader zich aan de kozakken ver
knold had
.Feodor". zei de oude eindelijk klagend.
..Vader', anlwoqrd.de de jongen lief dg, ,,kun
je mij niet vrij lalen? Ik ben het hoofd van de
Mpslande''ingen en nu ik hier zit hebben zij
g en aanvoerder meer*',
i. Iwan sc'T' k Als Feodor de hoofdman was
a van de ops andige bo ren zouden de kozakken
'bom zeker vreesclijk straffen, misschien wel
dooden. Dan moesl hij hem redden, zijn jon-
genIvoe. dat «zou hij wel zién. In een oog-
j wenk maakte hij Feodórs boeien los en fiui»-
Ici'de
.Houd ;e alsof de boeien nog gesloten zijn.
Voor de deur van de cel hangt een lampje. Als
dit brandt en je het schijnsel door de kieren
van de deur ziet, beteekent dit dal de deur
niet in het slot is en de gangen vrij zijn. Dan
kun je vluchten; eerder niet*.
Fn alsof hij bang was, dat iemand hem nog
hooren zou, ver.iel Iwan dadelijk dc. cel om
in de koele gangen van hel kasteel weer tot
kalmte le komen....
Den volgenden dag reeds was Feodor zon
der dal iemand het gemerkt had gevlucht (en
reeds mijlen ver weg. eer Iwan hel waagde den
kapi'e n der kozakken met de ontsnapping in
kennis te stellen.
De officier keek dqp ouden bewak r door
dringend aan en zeide koel: .Dat kost je het
hoold, vriend
„Maar, meneer verweerde Iwan zich, ,.dat
kan ik toch niel helpen. Die cel is zoo lang
ongebruikt geweeslmisse ien was het sfol
verroest of stool de deur niel meer
...Ie behoeft niel te probeeren mij voor den
gek le houden, mannetje. Zulke stevige sloten
en zulke dikke deuren weigeren geen dienst,
dal w eet je ook wel. Bovendienik heb
een brief ontvangen van je zoon, waarin hij
schrijft dal jij hem vrijgelaten hebt".
Dezen slag was le erg. Bevend en met een
doodsbleek gelaat zonk de oudé Iwan op de
knieën en schreeuwde h'csch:
..Dat bes aat niet, dal kan hij niet gedaan
hebben. O, kapitein, siraf mij zooals U wilt,
maar zeg eerst dat het niet waar is. Zooiels
verschrikkelijks kan ik .van mijn jongen niet
geld© - en".
Iv n was' hel alsof er een glimlach speelde
op het ruwe gelaal van den kozakken-officier.
D( "li spoedig keek hij weer s rak en zeide
r venl dus. dai je de ontvluchting op je
geweien hebt?"
„Ja. kapitein". snikte Iwan.
„■Welnu, je zoon heell je niel verraden, zijl
daar r. aar gerust op. Alles is mijn eigen
schuld en in mijn geheele leven lieb ik zulk
een do.nmen srek niet uitgehaald. To.n ik
gisteren de naam van de nieuwe gevangene in
schreef en zijn gezicht gezien had, begreep ik
dadelijk, dal hij je zoon moest zijn. Maar ik
vergat hem een aparte bewaker te geven en
dat was een groote domheid, want natuurlijk
begrijp ik besl, dat het van je vaderhart wel
wat veel gevergd was je zoon in de boeien te
zienIk heb ook kinderen.,., voegde hij
er zachtjes bij.
Iwan Kalkol'ski was *eeu ander mensch ge
worden bij het aanhooren der laalste woorden.
Hoe dom van hem, dat hij er niet aan gedacht
had, dal de kozakken bij het hooren van Feo-
dor's naam dadelijk hadden kunnen begrijpen,
dal hun gevangene wel l'amiiie van den cipier
zou kunnen zijn.
„Wal nu. kapl'ein?" waagde Iwan tenslotte
te vragen.
..Zwijg", donderde de officier hem toe, „ga
aan je werk en,.... laat zoo iets nooit meer
voorkomen, versta je?"
„Jawel, kapitein", fluisterde Iwan en gedwee
spoedde hij zich naar zijn dagelijksche werk
zaamheden. de hemel dankend, dat er zooveel
edele harlen klopten In de wereld, zelfs onder
een ruw kozakken-buis.
Nooil heell Iwan Kalkofski nog eens een
gevangene laten vluchlen en ook nooit meer
heeft de kapitein hem er van verdacht. Maar
gelukkig werd de ops.and spoedig nadien voor
gêruimen lijd onderdruk! en keerde de vrede
in hel land terug.
WFRK OP HET LAND.
VRIJHEID, BLIJHEID.
Nu. in dezen tijd. wordt er op het land druk
gewerkt. Nog wel niet zoo erg boven den grond
maar meer onder de aarde, zie je. De boel
moet er uit. Gras, sneeuwklokjes en straks de
weide,bloemen, alles moet ontluiken en gaan
groeien om aan de menschen te laten zien,
dat het voorjaar komt en dat er ook voor hen
weer werk aan den winkel komt.
Ik kan je verzekeren dat het lang niet altijd
meevalt om de grassprietjes en de bloempjes
aan bet \ifcrsland te brengen, dat de tijd voor
groeien eif bioeien gekomen is. Vooral niet nu
we zoo'n strengen winter gehad hebben. De
plantjes moeten er nog niets van hebben, daar
ooven in de vrije luchtbrrrn*.
„Dat is goed voor de zeemeeuwen, maar niet
voor ons", denken zij dan.
Daarom zijn de akbouters zich er nu maar
eens mee gaan bemoeien. In langen tijd had-
edn wij niets meer van die kabouters gehoord,
maar nu zijn zij er weer op uitgetrokken om
ons een beetje te helpen. Zij sjorren aan de
wortels en de stengels van de planten en bloe
men, net zoo lang tot zij hun zin krijgen en het
zaakje naar boven komt; de grond uit. Dan
hebben zij nog een massa werk om overal de
blaadjes 1e openen en le zorgen, dat de nacht
vorsten niet alles weer dood maken. O* die
kabouters vormen een vlijtig volkje; dat kun
je wel op ons plaatje zien. Wat druk zijn zij
bezig.
Als je nu 's .morgens vroeg eens langs de
weilanden loopt kun je wel eens het geluk
hebben, dat je ze nog bezig ziet. Maar dan
imoet je ook heel vroeg zijn en zeker weten,
dat er nog niemand voor je geweesl is in het
weiland. Want de kabouters laten zich nooit
aan de menschen zien en als zij in de verte
iemand aan zien komen dan..,, rrrrt zijn zij
weg. En dan komen zij niet eerder dan 's
nachts laat terug....
Deze kleurplaat koml uit het land van de
vrijheid. Weten jullie welk land men zoo
noemt? Nu, dal is Amerika of juister gezegd:
de Vereenigde Slulen van Amerika. Dat de
vrijheid van de menschen er grooter zal Zijn
dan in andere landen gelooven wij niet, maar
men noemde het land vroeger nu eenmaal zoo
en dal is zoo ook gebleven.
De kinderen dragen zooals je ziet de
Amerikaansche vlag. Weel je hoe die is? De
bovenste s.reep is helrood, dan vplgl een witie
en dan weer een roode en zoo vervolgens, dus
roodwit. Het vierkant in den hoek is licht
blauw met witte sterren. Elke sier stelt een
staat voor, die zich aangesloten heeft bij den
Bond van Amerikaansche Staten.
De rest van de plaat moeten jullie nu maar
eens naar eigen verkiezing kleuren. Het zal
wel niet heel moeilijk zijn, want je kunt je
natuurnjk wel zoo ongeveer voorstellen hoe de
pakjes \un de drie kinderen er uit zien, niet
waar?
HOK DE BANKBILJETTEN ONTSTONDEN.
In het jaar 1484 belegerde in den slrijd tus-
sclien de Mooren en de Spanjaarden, een zekere
graaf Vendilla de vesting Alhama
Op een goeden dag wi,de de graaf zijn sol-
dalen de gewone so.dij uitbetalen maar helaas
kwam hij tot de minder aangename ontdek
king dal de krijgskas uitgeput was. Vooral in
die dagen gold hel: „Geen geld. geen Zwitsers"
Zwitsers waren vee. al beroepskrijgslieden).
op aanraden van oen zijnor officieren schreef
de graaf nu de soldij,, welke hij schuldig was
op kleine stukjes papier, onderteekende die
met zijn naam en verzocht bovendien aan cle
bevolking aan die papierljes aan te nemen als
betaling. Hij gaf daarbij zijn woord als christen
en edelman, dat hij laler de papiertjes tegen
geld zou inwisselen. Op echt Spaansche ma
nier voegde hij er echter bij. dal wie weigerde
hel geleekende stukje in betaling aan Innemen
met een flinke straf zou worden beloond.
Zoo. zegt men zijn de .baukbi je ton ontstaan.
RAADSELS.
Oplossingen van de vorige week.
1. Wijsneus.
2. Kal.
3. De buitendeur.
4. Bodegraven.
NIEUWE RAADSELS.
1. Verborgen spreekwoord:
Riet was naasl even groot als zijn vader.
Het móóie weer ver.okie ons tot een verre
wandeling.
Boer Teunissen heeft een ka f in de weide.
Ook dezen winter zijn er weer veel waaghal
zen verdronken.
Wist gij dal dezen man zoo arm is?
Men dempt zijn stem ais men in een museum
komt.
Waarom men dit doet begrijpt bijna niemand.
Het zal uit eerbied zijn vöor den ouden
meester.
Onder de muren van het kasteel graait men
oen diepen put.
2. Mijn geheel bestaat uit negen letters en is
de naam van een beroemd Noderlandsch pas
sagiersschip.
1, 4, 8, 7 is iets waarin veel menschen wonen
9. 3, C is een mensch.
6, 5, 2, zegt men van iets dat zindelijk en
mooi is.
70' s e 7 idc bij i' heb jullie ln
ar.gen tijd niet gezien. Hoe gaat het? Al
les goed hé? Gaan jullie maar eens met me
mee. Dan zal ik jullie mijn huis eeus laten
iU en
706 We stapten we< r in de «tatiekaroi van den
baron en de zes groene water paar* ij es trok
ken ons snel over hel waler van den vijver.
707 Wat was het mooi in den watertuin van
deu Baron. Hel Pijlkruid, de wat er violen
en de Zwanenöloem hadden hun iaoge
stengels vol prachtige bloemen.
We kwamen voorbij een kikkerde1": eb
Meester Rekkekkek gaf zr> kip e zar-glee.
Nu, da' klonk prachtig, hoor; tweestem-
mv: en :oo gevoelvol Het water in dte
sloot was us* ohe? huile*.