üraagen/ranbod
PUROL
v.ROSSEM'* ZEEPAARD I5cr ^^1^!
RADIO-AMATEURS
WEEKBLAD VOOR WALCHEREN
EERSTE BLAD
'Rheumatiek
Kloosterbalsem
HET SLOT DYMECK
35e JAARGANG
VRIJ DAG'1 FEBRUARI 1929
DRUKKERIJ
H. WEGELINQ
VLISSINGEN
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
ABONNEMENTSPRIJS
40 CENT PER 3 MAANDEN
FRANCO PER iPOST 45 CENT
LOSSE NUMMERS 5 CENT
ADVERTENTIEPRIJS
20 CENT PER REGEL
INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT
CONTRACTEN SPEC. TARIEF
Uitgave H. Weg ling, Noordstr. 44, Telef. 130, Viissingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg
No. 5
DRUKKERIJ
H. WEGELING
VLISSINGEN
DRUKKERIJ
DE LANGE JAN
MIDDELB.
Leest het belangrijke bericht
in het „Radio-Nieuws" op
pag. 2 Tweede Blad
„Geen goud
zoo goed"
ILZE - DORE TANNER.
17.
WIJ zorgen voor
nette uitvoering
van uw Drukwerk
en zijn toch het
laagst in prijs I
Wegeling'sltieumblad
Ook op het gebied
van Kantoor- en
Schrijfbehoeften
zijn wij goed en
goedkoop I
■te
v
Tragi-komische gebeurtenissen kunnen leer
zaam zijn. Te Los Angelos woont een leeuwen
temmer. Zijn gevaarlijk Deroep oefent hij met
succes uit De koningen der woestijn die de
lucht van hun vervaarlijk gebrul doen weer
galmen, beven en sidderen als hij met zijn
zweepje in de hand hun kooi binnentreedt.
Hunne lichamen trillen van angst en zij wij
ken terug tot in de hoeken der kooi. De leeu
wen hebben hun meester gevonden. Maar nu
hebben zij begrepen, dat de leeuwentemmer
zelfs niet altijd zoo machtig is en zoo onver
schrokken, dat ook deze zijn meester heeft
gevonden. Dat ook h ij moet beven en sidderen,
als die met het zweepje op hem toekomt en
dat ook hij kan terugwijken tot zelfs in de
hoeken van hun kooi. Het was toen zij het
zweepje zagen in de hand van een ander, die
hun meester achtervolgde, om hem te s'rie-
men, gelijk h ij het hun had gedaan. En die
toen hij bij hen toevlucht zocht, omdat hij
d£ór alleen veilig kon wezen. En de leeu
wen hadden medelijden met hun temmer, want
zij wisten uit eigen ervaring, hoe fel de zweep
slagen kunnen toekomen, en wat het zeggen
wil voor een „koninklijk" wezen, om door
zweepslagen te worden geregeerd. Het was
voor hen een wonderlijke gewaarwording te
zien, dat hun meester óók een meester had,
of eigenlijk een meesteres. Want die n u het
zweepje in de hand had, was huns meesters
vrouw. Deze meende, dat niet alleen leeu
wen moeten worden getemd, ook haar man,
de leeuwentemmer mocht deze kunst wel er
varen. Zij meende, dat hij niet alleen <je zweep
moest hanteeren, maar ook haar moest
kennen in eigen pijnlijke aanraking en zij
geloofde, dat het goed voor hen zou wezen,
als hij wist, dat wie leeuwen beheerscht,
daarom nog niet onbetwist heerscher is, en
dat wie zweepslagen uitdeelt, toch ook wel
dient te weten, hoe die aanvoelen. En daar
om had zij de zweep overgenomen en wilde
hem daarmee te lijf. En in zijn angst vluchtte
hij de leeuwenkooi binnen, om er den tijd te
vinden, om veel te overdenken. Om te leeren,
dat wie staat op het toppunt van zijn roem,
soms wonderlijk snel ondervindt, dat men in
eens roemloos naar beneden kan tuimelen, en
dat de macht van het geweld, niet is de
macht van het alles overwinnende. Dat leeu
wentemmers nog wel oogenblikken kunnen
kennen van angst en schrik voor hun eigen
wapen, oogenblikken, waarin men de zucht tot
zelfverheerlijking verliest en waarin men leert,
dat de tijd nog verre is, dat men zich de alles-
beheerschende kan noemen, dat zelfs één,
die leeuwen vermag te temmen, nog niet zeg
gen kan: „Wie doet er-me wat?"
En toen hij dat geleerd had, vond hij het
maar het beste, een beroep te doen op het
hoogste recht op deze aarde en te vragen om
echtscheiding. Opdat hij weder ongestoord
zelf de zweep zou kunnen gebruiken. Mis
schien dat de leeuwen vanaf dit oogenbiik
hebben ervaren, dat hun temmer, nu ook
het knallen der zweep kent en zij wellicht
minder pijnlijke ervaringen dan voorheen heb
ben. Mogelijk gaan zij nu iets beter verstaan
het spreekwoord der menschen, dat „gedeelde
imart halve smart is", en prijzen zij het oogen-
blik, toen hun meester vluchtte voor de zweep
in de hand van zijn meesteres. Waar zoo iets
al niet goed voor is.
Toch een irerzaam verhaal.
VLISSINGEN. Bij het Belgisch Loodswezen
werd sedert lang geklaagd over het ontoerei
kend aantal manschappen en het onvoldoende
aantal rustdagen. Het kader zal echter worden
verhoogd en een onderzoek naar den toestand
In doozen van 30-60 en 90 ct. Tub* 60 et. Bl) Apoth. en Drogiatea
der loodsen zal worden ingesteld.
Op de De Ruyterschool is een collecte
gehouden voor de slachtoffers der reddings
boot, welke f 118.04 opbracht.
De collecte van Zaterdag bracht op, de som
van f 1382.73.
Het Bestuur der Ziekenhuisverpleging
deelt mede, dat reeds 5000 ingeschrevenen zijn
genoteerd.
Op den Spuiboezem raakte een schaatsen
rijder door het ijs. De politie had geen toe
stemming tot rijden gegeven, Met heel veel
moeite is de man gered. Laat men toch voor
zichtig zijn.
Candidaat S. van Wouwe nam een beroep
aan naar de Geref. Kerk van Arum en bedank
te voor Schoondijke, Nieuwerkerk en O ver
schild.
De heer L. J. A. de Jonge slaagde voor
het prop. examen (2e ged.) aan de Landbouw
Hoogeschool te Wageningen.
De uit Indië teruggekeerde officier van
de marine-stoomvaarldienst 2e kl. F. J. Sie-
genthaler, is op de „Brinio" geplaatst.
Onze vroegere stadgenoot de heer M. Oc-
ket slaagde voor eersten stuurman.
In het Militair Tehuis werd vanwege de
Ned. Chr Vrouwenbond door Mej. Spoorma
ker uit Goes een lezing met lichtbeelden ge
houden over Bunyan en diens wereldberoemde
„Christenreis".
De Anti-Rev. "Kiesvereeniging liet door
Mr. J. A. de Widle in een openbare vergade
ring haar doel en streven uiteenzetten*
De afd. Viissingen van de Geref. vereeni-
ging voor Drankbestrijding bepleitte haar werk
bij monde van Ds. J. Smelink, Geref. predikant
te Zevenbergen, die sprak over het onderwerp
„Sterker dan Stedenbedwingers"
De Chr. Handels- en Kantoorbedienden
hielden hunne jaarvergadering waarin de
hoofdbestuurder de heer Vermeulen een op
wekkend woord sprak.
Fier fen Hüs, het Frvsk Selskip te Mid
delburg en Viissingen hield zijn eerste bijeen
komst In Grand hotel „Britannia", waarvoor
de heer B. van der Veen en diens echtgenoote
waren overgekomen, om enkele stukjes op te
voeren en in het Concertgebouw gaf de Orkëst-
vereeniging een goed geslaagde uitvoering.
Ds. Wiersinga te Bussum nam het beroep
naar de Geref. Kerk alhier aan.
Geslaagd voor diploma steno-typiste de
dames E. v. d. Merk, E. Rutgers, M. J. Spapé,
Chr. P. van Hoeflaken, I. M. A. *t Jaeckx,
voor kantoor-stenograaf de dames J. A. Dek
ker (met lof) en W. A. Oostinga, voor kantoor-
stenograaf le kl. Mej. P. A. Haaze, voor kan-
Dc ware oorzaak van die ellendige pijnen,
die ongeschikt maken voor eiken arbeid,
is nog weinig bekend. Maar de ervaring
heeft geleerd, dat masseeren met Akkers
Kloosterbalsem in staat is, de pi]n aanmer
kelijk te verzachten. Gij behoeft niet
oud t« worden, voordat ge oud zyti
toor-stenograaf Duitsche taal, de dames A. C.
Andriessen (met lof) P. A. Haaze, en J. S.
Haverhoek, (130 lettergrepen) de dames A. C.
Andriessen en G. S. Haverhoek, diploma kan
toorstenograaf (met lof) Mej. Spapé.
MIDDELBURQ
De afd. Walcheren van de Ned. Reisver-
eeniging hield een goed 'bezette bijeenkomst in
de groote zaal van het Schuttershof, waarin
de heer D. van Staveren uit Den Haag, met
behulp van films een beschrijving gaf van
een reisje langs den Rijn.
Een fietsrijdend meisje werd door een
auto aangereden en moest naar het gasthuis
worden overgebracht.
In een prceel in de Gravenstraat ontstond
brand in den schoorsteen. Van de niet-verze-
krde inboedels kon weinig worden gered. Ook
in een tweede perceel is groote schade aangeh
richt en brandden «de bovenverdiping en het
achterhuis af. Andere perceelen verkregen nog
al waterschade.
Geslaagd voor kantoor-stenograaf Mej,
M. C. M. Brakman.
SOUBURG. Dr. C. E. Plugge kwam terug
op zijn besluit, om af te treden als voorzitter
en bestuurslid van het „Groene Kruis".
De vrachtrijder L. B. had het ongeluk,
dat diens wagen overwicht kreeg, door over
belasting van het achterste gedeelte, waardoor
de voorste wielen werden opgeheven en een
der achterste brak. De lading hout kwam; op
den wegkant te liggen.
OOSTKAPELLE. De meisjesvereeniging
„Martha" herdacht haar 10-jarig bestaan on
der leiding van Ds. Douma. Door de leden
zijn een 80 kleedingstukken vervaardigd, welke
werden overgedragen aan de Diaconie iterGer.
Kerk.
KOUDEKERKE. Onder leiding van den heer
Sorel uit Viissingen, werd Vrijdag een verga-
DOOR
Eén blik op haar gelaat stelde haar gerust,
want dat zag er volstrekt niet kwaad uit, maar
merkwaardig opgeruimd en tevreden, en in
haar handen hield zij een brief, die zooals
Henny met haar scherpe oogen direct op
merkte, haar vaders schrift vertoonde*
„Ga zitten mijn kind" zeide de gravin met
ongewoon goedige stem en wees op een stoel
tegenover haar. „Wat ik je nu zal gaan ver
tellen, is van het hoogste belang voor je toe
komst en ik hoop en geloof, dat het de grond
steen voor je geluk zal zijn".
Het was Henny. of er zich plotse1 ing een
ijzeren band om haar hart legde, en met angst
de handen in haar schoot samengeklemd,
wachtte zij op wat haar tante verder zou
zeggen.
„Een paar dagen geleden heeft graaf Role-
neck mij gezegd dat hij je liefhad, en bij mij
om je hand gevraagd".
Een sidderende kreet "kwam1 over Henny's
lippen en ze leunde, doodsbleek geworden, in
haar stoel achterover.
Gravin Dymeck lette daar schijnbaar niet op.
„Ofschoon ik van ganscher harte met het
aanzoek van den graaf ingenomen ben en jouw
huwelijk met hem een hartewensch van mij
zou vervullen, hield Ik het toch voor mijn
plicht eerst de toestemming van je ouders te
vragen. Graaf Roleneck heeft hen geschreven
en gelijktijdig is er een brief van inïj naar
hen gegaan, waarin ik alle nadere inlichtin
gen over den graaf heb medegedeeld. Ik heb
hen dan ook geschreven, dat mijn huwe'ijksge-
schenk aan jou, mijn naburig landgoed Ro-
landstein zal zijn en een kapitaal, dat jullie
in staat zal stellen, volgens je stand te leven.
Op je trouwdag zal ik gravin Roleneck-Dy-
meck de graaf zal bij de regeering de ver-
eeniging van namen en wapens officieel voor
stellen tot mijn universeel erfgename be
noemen. Je zult zelf je vermogen beheeren,
je bent dus vrij om voor je zus'ers te zorgen";
Na een blik op de als levenloos in haar
stoel leunende Henny, ging de gravin voort
en haar stem had nu een scherpen klank: „Het
is eigenlijk overbodig te zeggen, dat ik je
nooit ook maar een penning zou vermaken,
wanneer je een burgerlijk huwelijk of ten
slotte een huwelijk dat mij niet aanstaat, zou
sluiten".
„Maar ik behoef immers niet te trouwen"
zeide Henny zwak.
„Onzin". Tan'e Klarissa lachte honend, ge
loof je werkelijk dat ik een Henny König den
burcht Dymeck zou nalaten?" en zonder op
Henny's afwerende beweging te letten, ging
ze voort: „Dat graaf Roleneck door en door
een man van eer is, behoef ik je nauwelijks
te zeggen, en ik kan wel aannemen dat ook
jij veel belang in hem stelt; het placht anders
in onze kringen geen gewoonte te zijn, dat
een jong meisje zoo vriendschappehjk met een
heer omgaat, die haar zoo duidelijk een die
pere belangstelling toedraagt. Je bent toch
geen klein kind meer, dat zoo iets niet be
merkt. De hoofdzaak is: ,,^e ouders zijn vol
blijdschap over je geluk en geven graag hun
toestemming tot je verloving met graaf Role
neck ik heb dat ook niet anders verwacht.
Hier. deze brieven van je ouders aan. jou wa
ren bij miji brieven gevoegd".
Henny greep met bevende hand naar de
beide couverten. Haar arme hoofd was moe
en leeg, het was alsof al haar ledematen ver
lamd waren en zij had slechts één. wensch,
alleen te zijn op haar kamer om den brief te
lezen en over dat wat zij zooeveu gehoord had,
met zichzelf in het reine te komen.
Er werd aan de deur geklopt en op het
„binnen" van de gravin kondigde Koenraad
aan„Graaf Roleneck".
Henny was opgesprongen en klemde zich als
hulpzoekend aan de leuning van den stoel
vast. De gravin ging den binnentredende eenige
schreden tegemoet en terwijl hij zich over haai
hand boog, zeide zij:
„Ik zal U met uw bruid alleen laten, beste
vriend, ge zult elkaar veel te zeggen hebben".
Graaf Roleneck ging snel naar Henny toe,
maar toen hij haar bleek gelaat en haar ang
stige oogen zag, aarzelde hij verlegen. Met
zacht geweld maakte hij haar ijskoude vingers
van de stoelleuning los en hield ze in zijn,
voor een man opvallend smalle, zachte handen,
met lichten druk vast.
„De brief van uw vad?r heeft mij zeer ge
lukkig gemaakt. Ik heb U met heel mijn hart
lief Henny en uw geluk zal mijn hoogs'e s're-
ven zijn" zeide hij zacht met zijn aangename,
innemende stem en bracht haar handen aan
zijn lippen. En toen hij zag dat Henny ver
geefs naar woorden zocht, ging hij voorzichtig
vragend voort: „Misschien heeft mijn aanzoek
U toch nog overvallen? Misschien mis'eidde
ik mezelf toen ik aannam dat ook gij ver!rou
we nin mij stelde en een diepere belangstel
ling voor mij gevoelde?"
Henny's oogen vulden zich met tranen: „Ja,
het heeft mij heel, heel erg overvallen...."
„Heb je vertrouwen in mij, Henny?"
Ze knikte.
Hij legde zijn arm om haar heen en trok
haar naar zich toe.
„Jij lief, zoet, bang kind" fluisterde hij harts
tochtelijk en drukte haar hoofd tegen zijn
schouders, terwijl zijn lippen heur haren be
roerden.
„Ik wil naar je liefde dingen Henny, beloof
mij alleen, dat je mij als je besien vriend wilt
beschouwen en het volste vertrouwen in mij
wilt stellen. Wil je dat?"
Ze knikte sprakeloos.
„En wil je probeeren mij lief te hebben?"
„Geloof me, het zijn melden de gelukkigste
huwelijken die uit hartstochtelijke liefde ge
sloten worden, veel belangrijker zijn weder-
zijdsch vertrouwen en juiste verhoudingen,
waarin beide echtgenooten rustig aan elkaar
kunnen wennen".
..Mijn ouders zijn uit liefde getrouwd"
hrachf Henny met moeite uit.
„Ik weel het. Maar ik heb ook gehoord dat
Toni von Orlenhaus vroeger een zeer begaafd
geestvol meisie is geweesf, gerechtigd en be
kwaam, om in de hoogste kringen te verkeeren
en dat zij la'er, met haar b1 eedverwanten in
onmin geraakt, in kleine huiselijke zorgen en
moeiten moest verkwijnen. Wie weet, of zij
riet even gelukk'g, ja misschien ge^kkiger
geworden was, wanneer zij een huwe1 ijk ge-
slo'en had dat met weinig liefde begonnen,
haar op gemakkelijke wegen gevoerd kon heb
ben, die haar veroorloofden zich zelf te
blijven".
Het was Henny alsof haar keel was dichtge-
snoerd. Woede en veron'waardiging streden in
haar binnenste met haar rechtvaardigheidsge
voel, dal haar zeide, dat graaf Roleneck mis
schien nog niet zoo groot ongelijk had.
„En wat ons betreft Henny, wij hébben nog
een hooge, schoone opdracht te vervullen, het
1 heeren van een bezitting die sedert honder-
'h n jaren in je familie is. en jijzelf brengt dat
•r»n je familie terug wat zij anders zouden ver-
I «ren hebben en slechts aan den Staat ten
lede zou zijn gekomen.
IIii haalde uit zijn tasch een klein kistje te
voorschijn, opende het en nam esr een kostba-
r< n antieken, met een robijn versierden ring
uil Toen nam hij Henny's hand weer.
Wordt vervolgd.