üraagenj&anbod v. ROSSEN'1 ZEEPAARD 15» Ook voor kinderen F" EERSTE BLAD PEPERMUNT HET SLOT DYMECK VRIJDAG 26 JANUARI 1929 DRUKKERIJ H. WEGELINQ VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. ABONNEMENTSPRIJS 40 CENT PER 3 MAANDEN FRANCO PER POST 45 CENT LOSSE^yMMERS 5 CENT ADVERTENTIEPRIJS 20 CENT PER REGEL INGEZ. MEDEDEEL. 40 CENT CONTRACTEN SPEC. TARIEF UitgaveH. Wegeling, Noordstr. 44, Telef. 130, Vlissingen. Bijkantoor: Drukk. De Lange Jan, Noordstr. C 34, Middelburg r DRUKKERIJ H. WEGELING VLISSINGEN DRUKKERIJ DE LANGE JAN MIDDELB. Vele kinderen lusten niet gaarne pepermunt. Een uitzondering hierop vormt omdat deze, dank zij de origineele samenstelling, geen scherpen of bitteren bijsmaak heeft LICHTE MARYLAND BAAI IN PATENTVERPAKKING. ILZE Henny kleurde en keek hem uitdagend aan. Lp dit keuveluurtje viel haar nooit lang, w.iiigraaf Roleneck stelde niet alleen belang in de jacht en den landbouw, hij had ook verre reizen gemaakt en zeer veel gelezen. "Nu en dan bracht hij voor Henny een nieuw boek moe en dan spraken rij samen over den inhoud en de graaf verheugde zich over Henny's on verdorven smaak en haar fijn gevoel. 96» JAARGANG Wij zorgen voor nette uitvoering van uw Drukwerk en zijn toch het laagst In prijs I WegelingsTlieutüsblad Ook op het gebied van Kantoor- en Schrijfbehoeften zijn wij goed en goedkoop I Aan nieuws ontbreekt het den laaf sten tijd niet. Helaas dat het meerendeel zulk droevig nieuws ia. Allerlei verhalen van sneeuwslor men met al den aankleve daarvan, en als wij de berichten van het buitenland leien, hebben wij steeds het gevoel, dat wij in een gelukkig land leven, wij krijgen gewoonlijk slechts „het staartje". Toch is ons volk getroffen gewor den door den ramp aan den Hoek van Holland En niemand is er, die niet meevoelt in het groote lijden dergenen die achterblijven. Acht der beste zonen van ons volk zijn verloren en zeven en dertig kinderen roepen Vergeefs om hun vader. Wij "kunnen deze helden ter zee bewonderen, zij offerden zich op voor het welzijn van den naaste. De „echte" helden, die er op uit zjjn #nderer leven te redden en zelf onder te gaan, als het moet. Want dit laat ste staat ieder menschenredder voor den geest. En onwillekeurig gaan onze gedachten weer naar het tooneel van den krijg, waar men óók van helden spreekt, maar waar het gaat om heel andere dingen. Waar de held uittrekt, niet gedreven door het gevoel van naastenliefde, maar door haat, niet om te redden, maar om te verderven. En waar het ten slotte niet gaat om enkelen, maar om velen, waar jjich de rouw niet bepaalt tot eenige gezinnen, maar tot honderden en duizenden. En steeds weer vragen wij ons af, hoe het mogelijk is, dat waar de menschen nog zooveel rampen te dragen hebben door de werking der natuur krachten, zij zich óók nog de rampen op den hals halen, die zij zichzelve te voorschijn roe pen en die in haar gevolgen duizendmaal er ger zijn, omdat hun gebied zich zóóveel ver der uitstrekt. Wanneer zal het „liefde tot den naaste" zóó zijn ingegrift in de harten der pienschen, dat zij zich alleen daardoor zullen Laten drijven? Wanneer? Terwijl wij daarover mijmeren, worden wij ontsteld door de groote moordpartij in Grootegast, in de provincie Gro ningen. Een booswicht, die maar even vier veldwachters afmaakt, eerst hun den kogel geeft en dan hun den hals afsnijdt En tenslotte geen greintje berouw heeft over zijn daad. Ook hier een elftal kinderen in een oogenblik tijds vaderloos. De dader was een anarchist en gaf meermalen blijk, dat hij krachtens zijn anarchisme tot zulke dingen in staat was. Als wwww—PPg— -ii 1 11 dat de consequentie moet zijn wij denken weer aan de verloren gegane menschenredders en trekken onwillekeurig paralellen. Welk een droeve tegenstelling. Moedige zee lui, die hun leven voor anderen geven en een booswicht, die anderer leven neemt. De tegen stelling van de meest schitterende zelfopoffe ring en den meest geraffineerden Kaïnsgeest. Wij worden er stil onder. Aan het eene deel des lands een gebeurtenis, die ons van burgerdeugd spr^kt, en in het andere deel des lands eene, die spreekt van de meest koude, hartelooze uiting van zelfzucht. De man die deze daad deed, was ook een man van ons volk. En wij gelooven, dat er nog heel veel te doen is, om ieder mensch te brengen tot het zuivere beginsel der liefde, dat de taak groot is, voor ieder, die zich door dat beginsel gegrepen weet, onverschillig tot welke partij of richting hij mag behooren of Tüet- behooren. De moordpartij in Grootegast, doet den zelfgenoegzame uit zijn rust opschrikken, en moet hem doen afvragen, wat deed ik reeds om mede te helpen, dat de liefde heerschappij krijge, en hij toetse zich aan het woord van een grijsaard uit lang vervlogen dagen, die tot zijne vrienden zeide: „Wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen". VLISSINGEN. De vereeniging „C. K. W. O." gaf voor hare leden in de „Alhambra-Bios- coop" een film vertooning van de bedrijven in Indië der Bataafsche Petroleum-Maatschappij, welke film door den heer Jansen uit Den Haag werd toegelicht. Ditzelfde geschiedde ook in de marine-cantine. Vanwege het Instituut voor Arbeidersontwikkeling sprak Donderdagavond Mej. Zevenhuizen over de geboorte van het kind en wat daarmede in verband staat. Geluk kig was de belangstelling in dat onderwerp zóó groot, dat men naar de groote zaal moest verhuizen, wat echter tengevolge had, dat de lichtbeelden-vertooning niet kon plaats heb ben. Vrijdag gaf de Gemengde Zangvereeniging in het Concertgebouw een uitvoering van „Das lied von der Glocke". De officier van den marine-stoomvaart dienst 2e kl. K. C. J. Lugten, dienende aan boord van Hr. Ms. pantserboot „Brinio", is voor den dienst in Indië aangewezen. Het bestuur der Vliss. School vereeniging heeft aan de oud-onderwijzeres Mej. Dronkers, die we gens gezondheidstoestand 1 Sept. ontslag had moeten nemen, een blijk van erkentelijkheid aangeboden. Voor het examen Engelsche handelscorrespondentie slaagde de heer A, P. Boa. Het motorschip „Kota Baroe" op de werf A m tONNEMA'5 'CONFECTIONERY WORKS „de Schelde" gebouwd, heeft een officieele proeftocht gedaan naar Rotterdam, welke uit nemend slaagde. -■ In de Kalkhokstraat kwam. een vrouw met haar kleeren in aanraking met den brandenden kachel. Ernstig verwond werd zij naar het gasthuis gebracht, waar zij over leed. Luitenant ter zee 2e kl. L. Stroband, aan boord van Hr Ms mijnenlegger „Medusa" wordt begin Mei gedetacheerd bij het vliegkamp De Kooij, tot het volgen van een opleidingscursus voor zee-waarnemer. De burgemeester deed een oproep om collectanten te verkrijgen voor de collecte ten behoeve van de slachtoffers der ramp van de „Prins der Nederlanden", welke op a.SL Zater- zal worden gehouden. Voor de Anti-Rev. kiesvereenigfng trad Dinsdagavond In het Militair Tehuis op, de heer Mr. J. "A. de Wilde, lid der Tweede Ka mer en voor de Ned. Chr. Vrouwenbond Mej. Spoormaker uit Goes, met lichtbeelden over 't leven van Bunyan. In de Spuistraat en in den- Koudenhoek verleende de politie Zaterdag hulp bij een schoorsteenbrand. In de Slijkstraat was iemand bezig het glaswerk te vernielen. Natuurlijk on der invloed van drank. De politie verwijderde hem uit de woning. Des avonds eischte een zoon diens vader op, die door de politie als beschonken gearresteerd was, maar daar de zoon ook al onder den invloed was, eischte de politie hem op. Een bestuurder had een wond van zijn paard ingesmeerd met wagen smeer. De politie wees hem een beter middel aan. Voor het diploma boekhouden slaagden de heeren J. de Koning en J. M. van Dijk. Voor monteur-majoor: sergeant-monteur P. C. de Ruiter, C. van Schieven en M. Vos. MIDDELBURG. Op de bovenzaal van „De Eendracht" had de uitreiking plaats van de klasse- en eere-prijzen, welke behaald zijn op de tentoonstelling, welke de M. T. V. tijdens de Kerstdagen heeft gehouden. Qp de bovenzaal van het Militair Tehuis werd een vergadering gehouden, uitgeschreven door de oudercommis sie der Rijksleerschool, waarin men besloot een adres aan den raad te zenden, waarin de ernstige verwachting wordt uitgesproken, dat het voorstel van B. en W. tot het aanstellen van een schoolarts, zal worden aangenomen. De beide slachtoffers van de gasvergifti ging werden Vrijdag op de R.-Kath. begraaf plaats ter aarde besteld. Op de algemeene begraafplaats werd jhet stoffelijk overschot van Ds. J. Van den Bergen, '"em.-predikant bij de Ned.-Herv. gemeente te Biezelinge, aan den schoot der aarde toevertrouwd. De heer Van der Graaff sprak een kort woord. Den heer J. Broerse is op verzoek ontslag verleend als administrateur-concierge van het Informatiebureel, met ingang van I April. Geslaagd voor het diploma boekhouden, de fceeren J. B. G. Schrier, J. M. Mullié en F. J. A. Pantus. SOUBURG. Alhier had de vorige week een kleine schoorsteenbrand plaats. Ook reden een tweetal fietsrijders tegen elkander, en wel zoo heivg, dat beide fietsen werden beschadigd. Beide personen bekwamen verwondingen aan handen en armen. Bij een landbouwer heeft een hem onbekend persoon, uit de schuur een groote partij baalzakken in een sloot gegooid. Later wilde hij ze Ophalen, maar werd door de politie verbaliseerd. Het was een koopman uit Middelburg. Vrijdag hield de Chr. Meisjesvereenigtng DOOR DORE TANNER 16. „En als tante Klarissa bias met U zag praten, dan zou het miy nog veel alechter gaan", zeide Henny. „Ja, maar het is juist veel interessanter om niet altijd te doen wat andere menschen van on9 verlangen, maar datgene, wat ons eigen gevoel ons ingeeft", lachte hij, „en dat gevoel zei mij, om toch eens een kijkje te gaan nemen op dezen verboden grond, om te zien of Ik mijn nieuw ontdekte nicht niet zou aantreffen". „Nicht? Onlangs zei U zelf, dat wij door een schepel erwten met elkander verwant waren". „Mijn vader heeft .mij beta* op de hoogte gebracht wij zijn werkelijk neef en nicht, al is het dan ook in den tweeden graad en aange zien ik buiten mijn ouders en broers geen an dere bloedverwanten, behalve dan een nieuwe nicht bezit, zal het strenge verbod van de gra vin Dymeck mij geen aanleiding geven, om mij het buitengewone genoegen, wat met U te pra ten, te ontzeggen". „En ik heb op Dymeck niemand, met wien Ik nu eens openhartig kan praten", zeide Henny en haar mooie blauwe kinderoogeo blikten rol vertrouwen uit het bekoorlijke, ernstig geworden gezichtje in de zijne. En daarna liepen zij een tijd lang op den s.n allen boachweg heen en weer en Henny ver teld e haar begeleider van het leven op den hnrrht, van tante Klarissa en van haar ouder* en Eckart Wackerath sprak over zijn werk en van de prettige avonduren, die zij op deti >lmenhof doorbrachten, wanneer na de zware dagtaak zijn moeder voor de plano ging zitten en rfjn jongst» broer haar mist da vlooi bago-1 leidde, of wanneer de drie broeders om! beur ten een boeiend boek meestal reisbeschrijvin gen voorlazen, terwijl him moeder zat te breien en vader zich in zware rookwolken hulde. De herfstwind speelde met Henny's bloede haren, deed de toppen der dennen buigen en deed het stof op den landweg hoog opdwarre len, maar zij bemerkten daar niets van, voor hen leek het een dag vol zonneschijn. Toen Henny eindelijk verschrikt haar hor loge te voorschijn haalde en zich gereed maak te naar huis terug te keeren, hield Eckart een oogenblik haar kleine handje stevig tus- schen zijn beide groote werkhanden. „En ge zult nu eens gauw hier weer ko men, beste nicht?" vroeg hij aarzelend en zijn openhartig, mannelijk gelaat werd donker rood. Ook Henny werd verlegen. „Ik weet het niet misschien als ik er zeker van ben, dat tante en juffrouw Schroth mij niet kunnen ontdekken". ,,En als U ooit eens raad of htilp noodig hebt, vergeet U dan den Olmenhof niet", zeide hij, plotseling heel ernstig en liet toen baar hand na een korten druk los. „Neen, dat zal ik zeker niet vergeten ik dank U", zij knikte hem nogmaals vriendelijk toe en liep daarop snel, zonder een enkelen keer om te zien. hl de richting van het slot. Onderweg schoot haar te binnen, dat zij hem ook wel van het geheimzinnige licht in de to renkamer had kunnen vertellen en rij nam zich voor het bij de eerstvolgende gelegenheid te doen. Thans had rij het sedert weken niet ge zien en haar nasporingen betreffende een ge heime bergplaats van gestolen voorwerpen waren vruchteloos geweest. Graaf Roleneck was in den laatrien tijd va ker dan gewoonlijk als gast op Dymeck ge komen en Henny had geleerd, zich over zijn bezoeken te verheugen. Zij had geweldig het land aan ds uren na t diner, die rij alleen bij tante Klarissa moest zitten, want het voorlezen van de courant van het begin tot het einde, de advertentiën inbe grepen, verveelde haar buitengewoon en als rij met het voorlezen gereed was, viel het haar zeer moeilijk, behoorlijke stof voor een gesprek te vinden en meestentijds scheen het haar toe, alsof tante Klarissa in 't geheel niet naar haar luisterde. Als de gravin goed geluimd was, dan vertelde zij dikwijls zelf uit den tijd, toen rij nog jong was, van de feesten aan het hof, die zij had meegemaakt, van de rumoerige oorlogs tijden, van haar reizen in de postkoets en dat alles interesseerde Henny in hooge mate, alleen al, omdat zij er dan telkens weer aan moest denken, dat Eckart von Wackerath's grootva der eenmaal de verloofde van tante was ge weest Nooit maakte de gravin ook maar met en enkel woord gewag van deze verbintenis; De avonden echter, waarop tante Klarissa in een goed humeur en spraakzaam was, be hoorden helaas tot de zeldzaamheden, meestal wis zij stilzwijgend en voor geen vriendelijk woord vatbaar. /M- graaf Roleneck er evenwel was, dan speelde hij of een partijtje schaak met gravin D.meck. of rij speelden samen met hun drieën een spelletje whist, want Herfny was door den ffTiijf in de geheimen van dit spel ingewijd. Als de opperhoutvester er dan ook nog was, dan wk hij de partner van de gravin bij 't schaak spel, terwijl Henny en graaf Roleneck samen gezellig keuvelden. In den laatsten tijd had hij haar meerdere malen bewogen, hem wat meer van haar oa- dors en broers en zusters te vertellen en toen zij eens toevallig ter sprake bracht, dat de heide oudste broers juist de meeste roeping voor een betrekking gevoelden, die een zeer dure opleiding vereischte, had graaf Roletxeck geantwoord: „Wel, dat zal nu toch binnenkort wel alle maal mogeRjk zijn": Henny had hem daarop zeer verbaasd aan gekeken en hij was wat verlegen geworden. Toen Henny daarna boven alleen in haar ka mer was, dacht ze nog eens over die woorden na. Dus ook graaf Roleneck, die een oude vriend van tante Klarissa was en wellicht haar vertrouwde, nam aan. dat rij haar erfgename moest rijn: dan moest het toch wel waar zijn. En zij voelde iets als gewetenswroeging bij de gedachte, dat rij eigenlijk maar zoo heel weinig voor tante Klarissa kon doen, en dat ze zelfs aan haar strikste bevel ongehoorzaam was ge weest. Het was veertien dagen na Henny's samen komst met Eckart von Wackerath. Zij had den tuinman bij het plukken van de laatste appels geholpen en liep nog eens door de paden van het park. Zij dacht eraan of rij het wel gauw weer eens zou kunnen wagen, naar het boschje te gaan. Plotseling hoorde rij achter zich haastige schreden en omkijkend, bemerkte zij den ouden Koenraad. ,,De freule moet direct bij mevrouw de gra vin komen", berichtte hij. Henny schrok. Nog nooit had haar tanta haar om dezen tjjd laten roepen wat zou «r gebeurd zijn? Of zij soms op de een of andere manier gehoord had dat rij met een van de Wackerath's gesproken had? Met kloppend hart trad ze de huiskamer van tante Klarissa binnen. (Wordt v#rvolgd\

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1929 | | pagina 1