2e Blad, Wegelings Jlieuwsblad geneesten ve^ftaaü dejfuid ll^HERE^| van Vrijdag 24 December 1926 - No. 51 ■f I f r r r JJJ JL LIL 1111 II Als dit nummer verschijnt, zijn de feestdagen weer dichtbij. De donkerste dagen van het jaar, zijn ook de dagen, waarin gezongen wordt van het Licht, dat uit 's werelds donkre wolken is opgegaan. En we vieren Kerstfeest. Voor heel velen aangename dagen. De meest gezellige tijd van het jaar. Echte familiedagen en dagen van intieme huiselijkheid. De tijd van de Kerstboomen en Kerstliederen. De tijd, waarin ook met bijzonder ge noegen geluisterd wordt naar dat aloude„Stille Macht, Heilige Nacht", en waarin men met eenig heimwee zich den Engelenzang indenkt, die profeteert van Vrede op Aarde I Het spreekt vanzelf, dat wij op deze plaats niet kunnen ingaan op de beteekenis van dit groote Christus- feest. Het gevaar bestaat altijd, dat het eigenlijke van de bedoeling wordt voorbijgezien en dat men er iets uitwendigs van maakt. Men kan van het Kerstfeest maken een soort St. Nicolaasfeest, een feest van geschenken en verrassingen en Kerstfeest kan dan een heel druk feest wezen. Het gewijde is er dan af en de bekoring van het „Stille Nacht, heilige Nacht" kan er dan ook maar alleen zijn, als de omgeving, waar men dit lied zingt, er niet mee in strijd is. Het gaat bij dit feest vooral om het eigenlijke, om het „Kind in de Kribbe". En velen kennen het Kerstfeest niet anders als zonder dat Kind en dan is het een surrogaat. Neen, wij moeten goed onderscheiden, en vooral er niet wat anders van maken, dan het is, blijkens de mededeeling van het oude Kerstverhaal, en de eerlijkheid zou erbij gebaat zijn, als minder het woord Kerst-Christus werd gebruikt in deze dagen des jaars, dan men vaak doet. „Kerst" is toch de omzetting van het woord „Christus". Zoo is het ook met den Kerstboom over welks oor sprong nog veel nevel hangt. Het eerste authentieke bericht over den kerstboom dateert van 1608 en wordt gevonden in een manuscript der Straatsburger bibliotheek, toch is het nog maar ongeveer een eeuw geleden, dat deze boom werd opgericht als geregeld factor van het Kerstfeest. Duitschland ging hierin voor en van daar kwam het over naar ons land. Maar als zinnebeeld van de kerstgebeurtenis, moest deze boom dan ook alleen worden geplaatst met het oog daarop. En anders niet. Laat ons het kerstfeest ook met al zijn uitwendige ver schijnselen, heilig houden. Men verwereldlijke het toch niet 1 Daarvoor is het te groot, te heilig. Slechts hij, die dit feest wil vieren naar zijn hoog-heiTige beteekenis, kan er den zegen van ondervinden, maar wie dit niet kan, onthoudde er zich van en vuile niet den inhoud met wat anders, met wat wellicht in schrille tegenstel ling daarmee is. Redevoeringen, feestelijke samenkomsten dat zij er zijn, maar zij mogeji zich niet sieren met den Christus-kam, als „het Kindeke" niet het middelpunt ervan is. Zoo blijven wij waar en eerlijk, ook tegenover hen, die in den beginne met de viering van het kerst feest zijn aangevangen. Die viering van Christus' ge boorte dateert immers vanaf de vierde eeuw en werd op den 25sten December gesteld, de tijd van den winter- zonnestand, de tijd van de toeneming des lichts, welke tijd samenviel met het Joelfeest der heidensche voor vaderen, hun natuurfeest, omdat de zon, schijnbaar dood, herleven ging. Zoo wilde men Christus eeren als de Groote Zon, het groote Licht, dat overwinnend uit de duisternis der wereld opgaat. Vandaar ook het zinne beeld van den lichtenden kerstboom met zijn vele bran dende kaarsen. Of er een ander licht moet gaan schijnen, het licht van een nieuwen Christus? Velen denken er over. Daarvan getuigen de lezingen, welke vorige week te Vlissingen en in Middelburg werden gehouden en waarvan hier verslag volge. Donderdagavond trad te Middelburg en Vrijdagavond te Vlissingen in de Lutherse kerk op Dr. Joh de Groot, pred. te 's-Gravenhage, Wder in Vlissingen met het actuëele onderwerp „Een nieuwe Messias?" Geen wonder, dat de beide samenkomsten druk waren bezocht. Kwam dit, doordat Dr. de Groot een geliefd en bekend spreker is, of was het belangstelling in het onderwerp, dat door spr. werd behandeld? Ons dunkt, dat het komt door de gelukkige combinatie van spreker en onderwerp belde. Het is toch onwedersprekelljk, dat de nieuwe Messias veel belangstelling heeft. Men denke aan het gehouden Ster-congres in Ommen en de gedachten der men- schen omtrent Krishnamurti loopen verre uiteen. De eert ziet in hem een nieuwe openbaring der Godheid, terwijl de ander slechts een valschen Messias in hem ontwaart, die Christus' woord bewaarheid„Want velen zullen komen, onder mijnen naam, zeggendeik ben de Chris tus, en zullen velen verleiden," want er zullen valsche Christussen en valsche profeten instaan." Geen won der, dat als deze Messias besproken wordt, velen zich opmaken om er naar te luisteren, en vooral dan, als het gedaan wordt door een spreker als die van de vorige week. Met den nieuwen Messias bedoelt spr. Krishna-' murti, en hij vraagt of deze werkelijkheid is of religieuse illusie. Ter beantwoording dier vraag, gaat spr. eerst de geestelijke stroomingen der laatste jaren na, en wijst op de Orde van de Ster uit het Oosten, welke orde een dochter is van de Theosofie. Hij memoreert drieërlei theosofen: le. de zoekers #naar godsdienstige waarheid, die sympathie hebben voor eiken godsdienst, dus ook voor de theosofische veree- niging, die door Annie Besant wordt geleid, meestal mannen; zij gaan uk van de gedachte, dat alle groote godsdiensten een diepere eenheid hebben, 2e. de men- schen die buigen voor groote leiders als mevrouw Besant en die in tegenstelling met de eersten, die ondogmatische zoekers zijn, mensehen van het dogma kunnen genoemd worden, die gelooven aan reïnearnatie zonder een per soonlijk God en de derde groep, de leden van de Ster van het Oosten, die leerde, dat er een wereldleeraar zou komen en voor wien Krishnamurti het hoofdkanaal zou zijn, d.w.z. dat dc wereldleeraar hem zal gebruiken voor zijn verblijf onder de menschen en bezit zal nemen van zijn lichaam en persoonlijkheid. Mevrouw Ülavatski werd geteekend, als iemand van twijfelachtig karakter, op grond van uitspraken van kolonel Olcott, die in 1875 met haar de Theosofische Vereeniging oprichtte Zij kwam in 1889 met Mevrouw Besant in aanraking en wenschte dat deze bij hun zou komen. En zij is gekomen en ge worden een der corypheeën op het gebied der Theosofie In 1910 brengt Leadbeater, haar broer, de idéé van de komst van den wereldleeraar naar voren. In 1909 ont moette zij voor het eerst den jongenman Krishnamurti, in Britsch-lndië, en spontaan zag zij in hem het middel, waarvan de Leeraar zich bedienen zou. Zij voedde hem op en leidde hem in de wetenschap in. Een jaar later onstond nu de orde van de Ster in het Oosten. Op het stercongres in Ommen trad de beweging een nieuwe phase in. Op 11 Augustus maakte Mevr. Besant bekend, dat Krishnamurti zich twaalf apostelen zou kiezen en beweerde, dat allen, die niet in Krishnamurti geloofden, samen Judas vormden. Daarop sprak Ds. de Groot over het gebeurde te Adiar in Eng.-Indie. Daar liet de Meester het eerst zijn stem weer klinken na 20 eeuwen. En Krishnamurti„Ik kom niet om aftebreken, maar om op te bouwen". De 2500 aanwezigen geloofden, dat een nieuw Kerstfeest was aangebroken. In dat jaar is hij in Ommen geweest. Mogen de aanhangers hem als heilig beschouwen, hij is in de verste verte niet met Jezus te vergélijken. Ds. de Groot zegt van hemK. moge een gentleman zijn, dje op de handen wordt gedragen, een profeet, een wijsgeer of leider is hij niet". Zooals een Perzisch dichter eens den mensch een marionetten theater noemde met een lamp erin, zoo beschouwd spr. deze geheele beweging. Hij is het slachtoffer dier be weging, een eerlijk man, zonder eenig spoor van arigi- naliteit, een marionet met mevr. Besant en haar broer achter de schermen. Van alle kanten kwamen dan ook protesten tegen hem. Spr. haalt er voorbeelden van aan, ook is scherp over hem geoordeeld van commu- nistisch-sociaal- geloovige zijde en van vrijzinnigenkant. Ook spr. noemt alles illusie, en van illusies kan de menseh niet leven. Hij gelooft dan ook dat het einde bankroet zal zijn. De beweging is geboren uit de onrust der tijden, doch de rust kan alleen door Christus gegeven worden. Wie Hem heeft ontmoet, heeft alles. Aan het slot zijner boeiende rede, wekt spr. op, om te zijn grenswachters in den dienst van den levenden Christus. Deze derde Winterlezing alhier mag als uitnemend geslaagd worden beschouwd, wat ook gezegd mag worden van de Uit voeringen der Zangver. „Looft den Heer" op Woensdag avond in het Concertgebouw en van de Gemengde Zang vereniging, welke een Weihnachtsoratorium gaf, even eens in het Concertgebouw. „Looft den Heer" behield alweer haar oude reputatie. De kerststemming werd ge wekt door kerstboomen, aan weerszijden van het podium, meer*nog door het aangrijpende van het gezongen lied. Vondels „Lof der Godtheid" werd gedeclameerd door Mevr. Wegener Sleeswijck-van Balen Blanken uit Leeu warden. Haar slotwoord sloot zich aan bij het Engelen lied„Stille Nacht, Heilige Nacht," Mej. Nanda Gerritsen uit Nijmegen, sopraansoliste zong mede enkele schoone liederen. De alt-zangeres Mej. Jeanne van Emmerick uit Rotterdam boeide eveneens. Voor de pauze dankte de Voorzitter Mej. Minderhoud, die voor de eerste maal de pianobegeleiding op zich genomen had. Na de pauze werd het slot gegeven van Mendels sohn's Athalia, het hoofdwerk van den avond. Het ver haal Is gegeven, In het oude treurspel van Racine. Het is het verhaal van het kleine koningskind, voor de woede van Athalla verborgen, door den hoogepriester Jozada en diens vrouw, Handel en Mendelssohn hebben beiden dit stuk uit Israëls geschiedenis bezongen. De uitvoering door „Looft den Heer" was een waar genot. Ds. Vbor- hoeve dankte den heer Höfelein, en allen die aan dezen avond hadden medegewerkt Voor de Gem. Zangver. was haar uitvoering zoo be langrijk, omdat het de eerste maal was, dat zij onder leiding van den heer Jan Kuiler uit Middelburg een ora torium uitvoerde. Jammer, dat de griep inbreuk had gemaakt, waardoor verschillende partijen moesten wor den aangevuld, zij het dan ook op waardige wijze. Het Weihnachtsoratorium van Bach, bestaat uit zes cantaten, een cyclus voor de Kerstdagen, Nieuwjaar, Zondag n& Nieuwjaar en Driekoningen, elk afzonderlijk een geheel. Dus ieder van eigen sfeer en wijding. Het geheel ver mocht echt de verheven Kerststemming te werken. Al direct de inzet van het machtige aanvangskoor. De vreugd over Christus' geboorte, overgaande in het ern stige „Hoe zal ik U ontvangen Na het slotkoraal brak een krachtig applaus los, waarin de heer Kuiler, den pianist, den heer Van de Sande, liet deelen. evenals de solisten, Mevr. Brand-Bekker en heel het koor. Donderdagavond gaven nog de beide Kinderkoren het z.g. Kinder- en Middelkoor der Chr. Zangvereeniging „Hoop op Zegen" een Kerstuitvoering in de zaal van de „Oude Vriendschap". Deze Zangver. is een onder- afdeeling van den Chr. Nat. Werkmansbond, onder directie van den heer J. Breel. Bijzonder aantrekkelijk was het, die groote schare van kinderen te hooren zingen. De laatste der reeks conferenties werd door Pater v. d. Geest tc Middelburg gehouden. Het ging nu over de verhouding van den R.-Katholieke kerk tot het huwelijk. Er is een verwijt tegen de R. C. kerk, dat zij, door haar verplichtend celibaat, disgenetjsch werkt. Spr. wijst dat af. als onverdiend. Vervolgens handelt spr. over moderne huwelijksopvattingen en het aantal echt scheidingen en stelt daartegenover de R. C. opvatting wat betreft het Sacramenteel karakter en de overbreek- baarheid daarvan en alzoo veel zedelijk verval wordt voorkomen. Na nog een kort overzicht gegeven te heb ben, ook van de vorige conferenties, beeindigde spreker zijn taak. De afd. Middelburg hield haar jaarvergadering. Er wordt in het jaarverslag over 1925 van het consultatiebureau gezegd, dat in het belang eener goede natuurlijke voeding de moeders vroeger moeten verschijnen. Voor het eind der eerste maand moeten het meerendeel der moeders komen. Mogelijk is het en noodig zeer zeker. Van 67 kinderen, werden er slechts 30 geheel of gedeeltelijk door de moeder gevoed. Gevraagd wordt dan ook de mede- werking van vroedvrouwen en kraamverzorgers. Het be zoek was trouw. Door 83 kinderen werden 1514 bezoeken gebracht. Echter wordt nog niet door der in Middel burg geboren kinderen, het bureau bezocht. Het bureau krijgt wel opgaaf, de verpleegster bezoekt die wel, maar haar roepstem wordt niet genoeg gevolgd. Enkele malen werd bijzonder zuigelingenvoedsel en soms ook gewone melk voor rekening van het bureau verstrekt. Het bureau is gevestigd in de school aan de Molenstraat bij de Veersche brug, ingang Bolwerk. Vermelden wij uit Mid delburg nog, dat in de bovenzaal van „de Eendracht" do jaarlijksche algemeene vergadering van de „Vereeniging tot verbetering van het Geitenras in Zeeland" werd ge houden, nadat meerdere afgevaardigden des morgens een excursie naar het Fokstation te Serooskerke hadden ge maakt. De heer Kielstra sprak een woord van welkom. Uit enkele kringen waren voorstellen ingediend, evenals van den heer Zwagerman. Daarna werden jaarverslagen uitgebracht. Het aantal vereenigingen bedraagt thans 66 met 3028 leden en 4444 geiten. In de provincie zijn 68 bokken gestald, terwijl op het fokstation 4 groote en 9 jonge bokken aanwezig zijn Zeventien werden er afge maakt, 2 stierven er. Het resultaat was bevredigend. Be denke men voor de bokken toch goede verzorging en goede voeding. Het verslag van de commissie van toe zicht op het fokstation luidde gunstig. In het verslag over de keuringen en het Prov. Stamboek, door den heer Sietema, wees deze op goed melken. Hij schat, dat er door verkeerd melken per jaar in Zeeland niet minder dan 146.250 L. melk verloren gaat. Men heeft bij goed melken ook deze voordeelenduurzamer, lekkerder melk, minder gevaar voor uierontsteking, enz. Te Souburg had onder voorzitterschap van den heer Jhr. H. A. van Doorn, burgemeester aldaar een bijeenkomst plaats van den Vrijw. Landstorm. De voorz. stelde een dronk in op H. M. de Koningiil en besprak daarna het doel der vereeniging. De heeren Jongepier en Melis voer den het woord, waarna verschillende prijzen werden uit gereikt. Te Oostkapelle vergaderde de landbouwvereeni- ging „Algemeen Belang". De heer Stevens, rijkslandbouw- consulent hield een lezing over „Weidevraagstukken". In de pauze werden grassoorten en zaden getoond, zoomede een aantal lantaarnplaatjes. Te St. Laurens werd de eerste ouderavond gehouden. Ds. A. Koning sprak een openings woord en wijst op het doel dezer avonden. De heer G. F. Weeda sprak over: „Onze Kinderen". In de pauze werd allerlei werk gezien en over de leerlingen gesproken. Te Serooskerke werd een uitvoering gegeven door „de Kleine Zangers". Met aandacht werd de afwerking van het program gehoord. Den directeur werd, als dank, een compleet orgelornament aangeboden, voorstellende twee staande en een zittende componist. De rund- en varkens- vereeniging „Onderlinge Hulp" te Zoutelande vergaderde In algemeene jaarvergadering. Zij telt 50 leden. Uit het verslag van den secretaris blijkt, dat in het afgeloopen jaar 56 ongelukken voorkwamen. Zes koeien waren in het doodenfonds, waarvoor werd vergoed. Elf varkens en 36 kalveren. De rekening sloot met een batig saldo van f 28.925. De voorzitter vraagt of men een geslacht varken moet begraven of naar Vlissingen moet zenden ter keuring voor sterilisatie, wat nog al onkosten meebrengt. De heer H. Maas stelt voor er mee door te gaan, gelijk eerder, i

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 5