J
VROUWENRUBRIEK
GEDACHTEN OVER KERSTMIS.
ONS KINDERHOEKJE.
KERST-VARIA.
WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 24 DEC. 1926.
De Populariteit van Tweed.
1215
Nooit is tweed meer populair geweest, dan gedurende
dit seizoen. Tweed wordt overal gedragen, in de stad,
buiten, overalmen kan het krijgen in alle mogelijke
kleuren, tinten, patronen en dessins en het is zachter
en soepeler, dan het ooit te voren geweest is. Tweed
met een aangeweven rand ziet men ook veel en dit staat
bizonder goed, als men het gebruikt om er mantels van
te maken, en er zijn ook vele nieuwe soorten tweed
met een gesmikkeld oppervlak. Men kan nu met tweed
dingen doen, waarvan men vroeger niet had kunnen
droomen. Men kan het garneeren met bont, men kan
het versieren met lichtere stof, men kan cakhet aan
een tweed mantel geven door een bloem in het knoops
gat te steken en niemand verwondert zich erover. In
derdaad, de mode is wel veranderd op dit 'gebied.
Voor beide modellen, welkn hierboven zijn afgebeeld,
is tweed gebruikt. De mantel, afgebeeld onder No. 1215
wordt gemaakt van effen champagne-kleurig tyeed en
wordt op aardige wijze gegarneerd met een kraagje van
zwarte muskus. Het is een model, dat van de schouders
af recht doorloopt, met dien verstande, dat hij een
beetje uitstaat aan de onderzijde. Zoowel mouwen, als
zakken zjjn gegarneerd met een enkelen donkeren knoop.
Knippatronen zjjn verkrijgbaar aan onze bureaux on
der opgave van No, 1215 in de maten 42-44-46-48.
Kosten 55 cents.
Gespikkeld tweed in een zacht donker-blauw is een
stof, waarvan mantel en rok, afgebeeld onder No. 1216
gemaakt worden. Deze zijn gesneden volgens het vlotte,
gladde model, dat dit seizoen voor dergelijke pakjes zoo
op den voorgrond treedt, en het is ontbloot van alle
garneering. Het tamelijk korte rokje is op zij geplooid,
zoodat men vrijheid van beweging heeft, terwijl het
rechte manteltje met ceintuurtje heeft om het middel
en voorzien is van twee diepe zakken.
Knippatronen zijn verkrijgbaar aan onze bureaux in
de maten 42-44-46-48. onder opgave van No. 1216.
Kosten 55 cents.
Wat moet het Kerstfeest ons brengen.
Cr zijn slechts weinig woorden, die zoo sterk op ons
gemoed werken, als het eenvoudige woordje „Kerstmis".
Hoeveel verscheidenheid van gedachten het ook bij ons
allen, rijk of arm, oud of jong moge opwekken, door al
die gedachten heen klinkt toch steeds deze ondertoon
o, vroolijke, o, zalige Kersttijd. En is de kersttijd dan
ook niet vroolijk? Ja, er is vreugde alom, innerlijke
vreugde en vreugde die zich naar buiten openbaart.
Reeds als de adventstijd begint legt zich over ons ge-
heele denken en voelen, ja zelfs over al onze handelin
gen een soort eigénaardige sluier, een niet te omschrij
ven wijding en hoe meer het Kerstfeest nadert, des te
dichter en hechter wordt die sluier en wijding, totdat
doze op het Kerstfeest zelf, valt. Maar met den sluier
valt niet de wijding, doch deze deelt zich mede aan de
vreugde, die tot dan toe lang en vol verwachting terug
gehouden was.
Wij zingen van het vroolijke Kerstfeest. Vreugde
heerscht er dan ook, in paleizen en in hutten, want de
vredeboodschap werd ons gebracht. Vrede moet er zijn
en in deze dagen vinden wij dien ook. Doch van hoe
langen duur is hij Ach, soms is hij mdar al te spoedig
voorbij, de lieve vrede. En toch luidde de boodschap
der engelen te BethlehemVrede op Aarde. Misschien
zegt e iemand brommend„Er is immers toch geen
vrede op de aarde te vindenzie m2ar om je heen
overal twist, nijd en afgunst, gramschap en haat." Dat
is waar. Maar waaraan ligt het dan, dat die vrede niet
eeuwigdurend is Dat ligt aan ons, omdat wij, ieder
voor zich, geen innerlijke vrede hebben. En hoe zou dan
een uiterlijke vrede van langen duur kunnen zijn De
maatschappij bestaat uit individuen, en als die verschil
lende individuen geen persoonlijken, innerlijken vrede
bezitten, waar moet de maatschappelijke vrede dan
vandaan komen
Daarom moeten wij op de allereerste plaats beginnen
met de boodschap der engelen in ons zeiven te verwe
zenlijken, dan zal ons Kerstfeest ook een echt vroolijk
zalig Kerstfeest worden, waarvan de vroolijkheid wortelt
daar, vanwaar ook de boodschap van Bethlehem kwam.
O ftlige Kersttijd! |a zalig is gij en bezieling gevend.
In dezen tijd treden de dagelijksche zorgen ea beslom
meringen min of meer op den achtergrond de vreugde
triomfeert en het gevoel, de onaangenaamheden des levens
nu eens niet zoo drukkend te bemerken, dat gevoel is
zalig. Maar in den Kersttijd zijn het niet alleen de ge
voelens, die dezen tijd voor ons zoo schoon maken. Neen
ook de daad, die op deze gevoelens volgt, is een zalige,
een vroolijke. Reeds lang voor het feest beginnen de
aardige huiselijke genoegens niet alleen voor de kinderen
doch ook voor de volwassenen. Steeds meer vindt het
vieren van het Kerstfeest in ons land ingang en iedereen
doet zijn best de anderen, die hij liefheeft door een
geschenk, al is het nog zoo klein, genoegen te doen.
Zelfs wordee er kleine offers voor gebracht. En bij zulke
gelegenheden kan men zoo echt in het hart voelen hoe
heerlijk het is, te geven wanneer dat geschiedt in den
geest der liefde. Maar waarom blijft het dan niet immer
zoo Is dan het geven, de vreugde en de liefde beperkt
tot het Kerstfeest Men zou werkelijk haast gelooven
dat het zoo wasjammer genoegMaar het moest
'eigenlijk anders zijn. Maar onze menschelijke zwakheden
ons egoïsme verhinderen ons maar al te dikwijls den
goeden geest, die ons met Kerstmis bezielt, ook wanneer
het Kerstfeest voorbij is nog te doen voortwerken en
en hem het geheele jaar ja, ons geheele door dagelijks
in staat te stellen ons tot goede daden aan te sporen.
Wanneer wij dat kunnen bereiken, dan zal de wereld
vrede heel wat dichterbij zijn want dan zullen de ver
schillende individuen die de maatschappij samenstellen
hiervoor zich met den noodigen innerlijken vrede uitgerust
zijn en wanneer de opbouwende deelen der maatschappij
vrede ademen, hoe kan de maatschappij dan anders, dan
hetzelde doen
Laten wij dus, met dit Kerstfeest te beginnen, werken
aan onzen eigen innerlijken vrede tot heil, niet alleen van
ons zeiven, doch tot dat van de geheele wereld
WEGFI ING's NIEUWSBLAD 24 DEC. 1926.
BOP EN MOP L. DROOMLAND.
„Hij is zeker de Liftjongen". zei Mop, „Ik ben nieuwsgierig, waar
de lift naar toe gaat."
„Ik zal hem even vragen." zei Bob en trok den zakdoek van hei
gezicht van het kleine mannetje weg. De liftjongen knipte met zijn
oogen. „Meneer de liftjongen, mogen we alstublieft van uw lift gebruik
maken vroeg Mop heel beleefd.
„Alleen naar het Land der Droomen," zei de liftjongen geeuwend
en opende, nog slaperig de deur. Binnen was het heel donker, maar
toch gingen de kinderen naar binnen. „O 1" schrok Mop, „ik val
lnplaats van een lift, was er achter de deur mets anders, dan een
groot gat en de kinderen vielen al dieper en dieper
„Niet voor je op den bodem bent, kunt je stoppen," hoorden zij
den 1 ftjongen roepen en toen boem daar zaten zij plotseling
midden in een koolenveld. „He," riep er een stem, „ga eens gauw
van mijn kooien af
Mop en Bob keken oper was niemand te zien, maar er zweefde
een groote zwarte schaduw langs hen heen.
Het Kerstfeest in de talen.
De „stille, heilige nacht", waarin Christus geboren werd, heeft in
het Duitsch aan het Kerstfeest den naam gegeven. Niet echter bij
alle Duitschers, want de menschen aan den waterkant, vooral de
Friezen, hebben den naam van 't vroeger omstreeks Nieuwjaar ge
vierde heidensche feest behouden, n.l. Jul, „Julen" heet den nacht
in zwelgerij doorbrengen. Het woord „weihen" was den Friezen slechts
bekend in de beteekenis trouwen (aan «het altaar). Van de Friezen
namen de Denen het woord „jul" over, het heeft met het Deensche
woord „hjul" (rad) niets te maken, zooals men vroeger veel aannam.
In de oude tijden van Engeland gebruikte men hetzelfde woord,
schreef het echter tamelijk willekeurig gehul, geol, ook yoll.
Thans spreekt men van Christmas en eveneens spreken wij Neder
landers van Kerstmis
Zeer merkwaardig is, dat alleen de Germaansche volken, ook de
Zweden, met hun „jul" op de plechtigheid en wjjding van den dag
wijzen, de Romaansche echter zich vergenoegen met den enkelen
naam „geboortedag."
De Franscheiv spreken van „noël", dat uit het Latijnsche „natalis",
Spanjaarden van „navinad" en de Bretons van „deiz dedelee" d.s
dies natalis (geboortedag).
Kerstmis op den Balkan.
Ook de Balkanbewoners hebben hun Kerstboom deze wordt echter
aïct, zooals bij ons, rin de Kamer gezet en van brandende lichtjes
voorzien, maar op den heiligen avond in
het bosch geveld en daar verbrand. In
Servië b.v gaan de boerenjongens naar
het bosch en zoeken een mooien jongen
eik uit. De bijldrager zinkt hier voor op de
knieën en bidt. Daarna trekt hij handschoe
nen aan, want geen menschelijke hand mag
den gewijden boom aanraken, sl ngert ko
renhalmen tegen den stam om zoo de
vruchtbaarheid van het veld met die van
het woud te vereenigen, omarmt den j)oom
en zegt: Goeden dag en gelukkige Kerstmis.
De bijl wordt dan op een bepaalde plaats
ingeslagen, geen spaander mag op den
grond vallen geschoeide handen vangen ze
op en dragen ze naar huis. Deze spaanders
bezitten n.l. de kracht de melkproductie van
de boerderij te vermeerderen- De moeder
heeft intusschen aan beide zijden van de
deur brandende kaarsen geplaatst; de va
der trekt eveneens handschoenen aan en
draagt den heiligen boom over den drem-
prl, waarbij een plechtig gezang weerklinkt.
Dan wordt de tik op het vuur gelegd en
verbrand tot op een stuk, dat tot na Nieuw
jaar bewaard wordt. Het laatste einde
wordt in het voorjaar aan den bijenkorf ge
slagen en heeft dan de tooverkracht om
overvloed van honig te verleenen.
Kerstgebruiken.
Een zonderling Kerstgebruik heerscht in
Kaukasië. Ieder bezoeker van het aan na
tuurschoonheden rijke Tiflis kent de hooge
op een steile rots staande witte bedevaarts
kerk van den Heiligen David. Vanaf het
terras dezer kerk heeft men een heerlijken
blik op de stad, die zich uitstrekt in Ooster-
sche schoonheid.
Het uiterlijk der kerk vertoont niets bij
zonders, maar in de kerk wordt men verrast
door het groot getal wiegen die hier bij
het hoofdaltaar staan. Deze de streek over-
heerschende bedevartskerk wordt in de twee
laatste weken uan het jaar opvallend druk
bezocht door geloovige vromen uit den
omtrek, die daar kinderzegen komen af-
smeeken. Onder de landbouwbevolking is
n.l. het geloof verspreid, dat Maria, de
Moeder Gods, aan de vrouwen, die in den
Kersttijd komen bidden, het geluk van het
moederschap ten deel laat worden, wanneer
zij een wieg ten offer brengen. Ómdat nu
het aantal geofferde wiegen in den loop
van de tijden zoo zeer steeg, dat de ruimte
in de kerk te kort schoot, werd het voor
schrift uitgevaardigd, dat voo'taan slechts
miniatuurwiegen geofferd mochten worden
doch ook 'deze vullen reeds nu een groot
gedeelte van het Godshuis.
Ook verschillende IndianenstamVntn vie
ren het Kerstfeest, Sinds den tijd, dat „Uncle
Sam" begonnen is, het idéé van scholen
voor Indianenkinderen aan te moedigen,
hebben de onderwijzers veel werk gemaakt
van het Kerstfeest, en de kidne roodhuiden
stelden dadelijk veel belang in den Kerst
boom en het Kribje.
Het Kersifeest van de „Brule Sioux" In-
dianon geefi blijken van een handelsgeest.
In elk dorp word een commissie van aan
zienlijke dapperen benoemd, dikwijls reeds
weken te voren om bij de stamgenooten
rond te gaan, om een fonds bijeen te brengen
voor aankoopen voor het groote feest. Zoodra
de gelden bijeen zijn, wordt er een lijst
1216
v